BEDIENINGSHANDLEIDING LUCHT/LUCHT WARMTEPOMP



Vergelijkbare documenten
verdeeld door Orcon bv BEDIENINGSHANDLEIDING AIRCONDITIONER verdeeld door Orcon nv

BEDIENINGSHANDLEIDING

VRFBEDSIM BEDIENINGSHANDLEIDING AIR CONDITIONER FUJITSU GENERAL LIMITED 9G

Type AUYG LV AUYF24LB BEDIENINGSHANDLEIDING LUCHT/ LUCHT WARMTEPOMP.


FUJITSU GENERAL LIMITED

BEDIENINGSHANDLEIDING LUCHT/LUCHT WARMTEPOMP

HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING R51M/E. Inhoudstafel

BEDIENINGSHANDLEIDING LUCHT/LUCHT WARMTEPOMP

HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING

BEDIENINGSHANDLEIDING LUCHT/LUCHT WARMTEPOMP

BEDIENINGSHANDLEIDING

ASP09RIY ASP12RIY ASP18RIY

BEDIENINGSHANDLEIDING LUCHT/LUCHT WARMTEPOMP

GIDS VOOR DE GEBRUIKER

AS07Y AS09Y/RY AS12Y/RY

RCW Afstandsbediening

BEDIENINGSHANDLEIDING

AIR CONDITIONER HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening.

ELECTRA. Bedieningsvoorschriften Nederlands ELECTRA

Afstandsbedieningshandleiding IR NED: Cassette model airconditioner CTS-12-SET CTS-18-SET CTS-24-SET

GEBRUIKSAANWIJZING RC08A

BEDIENINGSHANDLEIDING

Gebruiksaanwijzing Bedrade afstandsbediening KJR-29B

HANDLEIDING BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK ONDERDEELNR

ASP24RIY. verdeeld door Orcon bv. verdeeld door Orcon nv. BEDIENINGSHANDLEIDING AIRCONDITIONER

Handleiding afstandsbediening voor mobiele airconditioning

AU24RIY AU25Y SU MO TU WE TH FR SA AU30Y/RIY

AUTO ON OFF BEDIENINGSHANDLEIDING RC 5

RC4 Bedieningsvoorschriften

Hartelijk dank voor uw aankoop van deze airconditioner. Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig door alvorens uw airconditioner in gebruik te

AIRCONDITIONER. GEBRUIKERSHANDLEIDING Kanaalmodel. ONDERDEELNr Nederlands BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK.

AIRCONDITIONER Kanaalmodel

BEDIENINGSHANDLEIDING

Bedrade afstandsbediening YR-E14

DB A-00. SOL MWR-SH00N_IB_04149A-00_NL.indd 오전 9:58:46

Gebruikershandleiding afstandbediening R71A/E

CR143-RG58A

AWN14RIY AWN18RIY AWN24RIY BEDIENINGSHANDLEIDING AIRCONDITIONER. Bewaar deze handleiding zodat u ze later nog kunt raadplegen 9G2066

GEBRUIKERSHANDLEIDING AIRCONDITIONER CASSETTEMODEL. Nederlands BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK ONDERDEELNR.

Gebruikershandleiding

Room Controller NEW BEDIENING 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N I S O

AWN14RIY AWN18RIY AWN24RIY. verdeeld door Orcon bv. BEDIENINGSHANDLEIDING AIRCONDITIONER. verdeeld door Orcon nv

BEDIENINGSHANDLEIDING

Veiligheidsmaatregelen

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

Gebruikershandleiding

UTY-RNRGZ1 AFSTANDSBEDIENING (BEKABELD TYPE)

BEDIENINGSHANDLEIDING

AIRCONDITIONER. GEBRUIKERSHANDLEIDING Type cassette. ONDERDEELNr Nederlands BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK.

Type EZ-09907WSE Typ EZ-095YWSE

AS07RIY AS09RIY AS12RIY AS14RIY AS18RIY MSAS14RIY3 MSAS18RIY3 BEDIENINGSHANDLEIDING AIRCONDITIONER

All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260

GEBRUIKERSHANDLEIDING VLOER-/-PLAFOND R407C/R410A

airconditioner AGYG09LVCA AGYG12LVCA AGYG14LVCA condensingunit AOYG09LVCA AOYG12LVCA AOYG14LVLA

SATELLIET AIRCONDITIONER

GEBRUIKSHANDLEIDING "SUPER HEALTH" MONOSPLIT MODELLEN:

AT Multifunctioneel luchtbehandelingsapparaat

GEBRUIKERSHANDLEIDING PC-ART EN PC-P2HTE AFSTANDBEDIENINGEN VOOR HITACHI SETFREE VRF EN UTOPIA SYSTEMEN

H A N D L E I D I N G. Type AR-RY3 S P L I T T Y P E A I R C O N D I T I O N E R S

Bedieningsvoorschrift MULTISPLIT MODEL AIRCONDITIONER

PERFECTCOOL Gebruikershandleiding

SCHAKELAARS: NAMEN EN FUNCTIES 5/91

Gebruikershandleiding Split-Type Airconditioning Vertu Design

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Gebruikershandleiding Split-Type Airconditioning X Type Design MSX-xxHRN1

AIRCONDITIONER. GEBRUIKERSHANDLEIDING Kanaalmodel. ONDERDEELNr Nederlands BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK.

Gebruikershandleiding Weekly Centralized Controller CCM09

Programmeerhandleiding Nelson Turf EZ Pro Jr. voor de types 8304, 8306, 8309, 8312, 8374, 8376, 8379, 8382

HANDLEIDING. De SAS1000WHB-7DF klokthermostaat wordt in combinatie met de SCU209-DF ontvanger gebuikt om 1 of meerdere actuators aan te sturen.

TECHNISCHE FUNCTIE SPECIFICATIES PC BOARD LCD 4004XE COOL EN HEAT CONTROLLER AIRCONDITIONING SYSTEEM MODEL ASB

BEDIENINGSHANDLEIDING LUCHT/LUCHT WARMTEPOMP

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC1D528

WANDMODEL AIRCONDITIONER

Verwarming en ventilatie

Eenvoudige MA-afstandsbediening

GEBRUIKSHANDLEIDING R410A HTFI 351 GR HTFI 531 GR HTBI 711 GR HTBI 1061 GR HTBI 1221 GR

AS09RIY AS12RIY AS14RIY AS18RIY

HANDLEIDING (basis) AFSTANDSBEDIENING MET KABEL Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik. ONDERDEELNR

HENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus AE s-hertogenbosch Nederland

WANDMODEL AIRCONDITIONER

TOUCH BEDIENING UTY-RNRXZ1

AIRCONDITIONER GEBRUIKERSHANDLEIDING PLAFONDMODEL. Nederlands BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK. ONDERDEELNr.

Afzuigkap Gebruiksaanwijzing

HANDLEIDING PLAFOND/VLOERMODEL INVERTER INHOUD VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat

Air Conditioner Edition:200 6/1/10. Toetsen en Functies. Afstandsbediening. Beeldscherm

GEBRUIKERSHANDLEIDING TH8320U1008 Chronotherm Vision voor verwarmen/koelen. Klokthermostaat voor verwarmings-koelingsregeling incl. warmtepompregeling

airconditioner ABYG30LRTE ABYG36LRTE ABYG45LRTA condensingunit AOYG30LETL AOYG36LETL AOYG45LETL

MOBIELE AIRCONDITIONER

42HQE009 / 012 / 018 / 022

TECHNISCHE GEGEVENS MAXIMALE FUNCTIONERINGS LIMIET

AR280P Clockradio handleiding

MIDDENWEG 515, HEERHUGOWAARD TEL ,

AIRCONDITIONER Compact cassettemodel

MODEL: GEBRUIKERSHANDLEIDING. ONDERDEEL Nr Nederlands. * Schrijf de modelnaam op.

Gebruikershandleiding

GEBRUIKERSHANDLEIDING

BEDIENINGSAANWIJZING. Bedieningsaanwijzing Draadloos handapparaat. Nederlands. OM-GS (1)-Daikin Part No.: R A MODE TURBO TIMER CANCEL

Transcriptie:

BEDIENINGSHANDLEIDING LUCHT/LUCHT WARMTEPOMP MODEL AUHA 30-36-45-54 LB-LC (RIY) CODE: AR-6TC1 / UTD-GUD STANDAARD Bewaar deze handleiding zorgvuldig zodat u deze steeds kan raadplegen. IN OPTIE www.generalbenelux.com

INHOUD VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...2 OVERZICHT ONDERDELEN...3 VOORBEREIDING...4 WERKING...5 TIMER FUNCTIES...7 ON/OFF TIMER...7 WEEKTIMER...8 WEEKTIMER MET NACHTVERLAGING...10 WERKINGSTIPS... 11 INSTELLEN UITBLAASRICHTING... 12 RESET FILTERLAMPJE... 12 AUTODIAGNOSE... 12 FOUTOPSPORING... 13 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Neem deze voorschriften aandachtig door alvorens de unit te gebruiken en gebruik de unit alleen waarvoor ze bestemd is. In dit gedeelte staan veiligheidsvoorschriften die u stipt moet opvolgen om de unit veilig te bedienen. "GEVAAR", "WAARSCHUWING" en "VOORZICHTIG" hebben in deze handleiding de volgende betekenis: WAARSCHUWING! VOORZICHTIG! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit voor de gebruiker ernstig persoonlijk letsel of een fataal ongeluk tot gevolg hebben. Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit lichamelijk letsel of beschadiging van de apparatuur tot gevolg hebben. WAARSCHUWING! Probeer deze bediening niet zelf te installeren. De onderdelen van deze bediening zijn niet bedoeld om door de gebruiker te worden hersteld/vervangen. Laat reparaties over aan een servicemonteur. Als u verhuist, vraag dan aan een servicemonteur de bediening los te koppelen en te installeren. Zet in geval van storing, brandlucht, ed. de unit onmiddellijk uit en roep de hulp in van een servicemonteur. VOORZICHTIG! Breng de bediening nooit direct in contact met water. Bedien niet met natte handen. Druk niet met scherpe voorwerpen op de toetsen. Zet de hoofdvoedingsschakelaar uit als u de airconditioner wil reinigen of het filter vervangen. Controleer regelmatig of de installatie in goede staat verkeert. Installeer de bediening op ten minste 1 meter van elektronische apparatuur. Installeer de airco niet bij de open haard of in de buurt van een ander verwarmingstoestel. Installeer de bediening op een voor kinderen onbereikbare plaats. Gebruik geen ontvlambare gassen bij de airco. 2

OVERZICHT ONDERDELEN 2 5 4 1 3 5 0 1 Luchtfilter (In aanzuigrooster) 2 Uitblaaskleppen 3 Aanzuigrooster 4 Afstandsbediening (bedraad) 5 Bedieningspaneel (optie) 6 Signaalontvanger afstandsbediening 7 MANUAL AUTO toets 8 OPERATION-controlelampje (Groen) 9 TIMER-controlelampje (Oranje) 0 FILTER-lampje (Rood) A AFSTANDSBEDIENING (Infrarood) (OPTIE) A 9 8 7 6 INFRAROOD (OPTIE) BEDRAAD Zowel de infrarood als de bedrade bediening kan geselecteerd worden. Afstandsbediening F 2 6 7 8 9 0 A 1 Start/Stop toets 2 Toets temperatuurinstelling 3 Master Control toets 4 Fan Control toets 5 Economy toets 6 Timer Mode (klokinstelling) toets 7 DAY (DAY OFF) toets 8 SET BACK toets 9 Toetsen tijdinstelling 0 TIMER DELETE toets A TIMER SET toets B Toets verticale uitblaas en zwaaifunctie I H G J K E 1 3 4 C B 5 D C Toets horizontale uitblaas en zwaaifunctie (deze functie kan niet gebruikt worden) D Filtertoets E Controlelampje F Timer- en Klokdisplay G Display werkingsmodus H Display ventilatorsnelheid I Display werkingsvergrendeling J Temperatuurdisplay K Functiedisplay Display ontdooien Thermosensordisplay Economy Display Display verticale zwaaifunctie Display horizontale zwaaifunctie Filterdisplay 3

VOORBEREIDING Datum en tijd instellen 1 2 Druk de DAY toets in en kies de actuele dag. verschijnt rond de geselecteerde dag. 3 Druk de Timer Mode toets (CLOCK ADJUST) gedurende minstens 2 seconden in. Het tijddisplay op de afstandsbediening zal knipperen. Gebruik de < / > toetsen om de juiste tijd in te stellen. Druk herhaaldelijk om de tijd in te stellen met stappen van 1 minuut. Om de tijd in te stellen met stappen van 10 minuten, houdt u de toetsen ingedrukt. 4 SET BACK Bv. Maandag 11u00 PM Druk de SET BACK toets in om over te schakelen van het 12-uurs naar het 24-uurs display en omgekeerd. 5 Druk nogmaals om te beëeëindigen. 4

WERKING Werking starten/stoppen Druk de start/stop toets in. Werkingsindicatorlampje Air conditioner ON: lampje brandt. Air conditioner OFF: brandt niet. Werkingsmodus instellen Instelling werkingsmodus Druk de MODE toets in om de gewenste werkingsmodus te selecteren. In de DRY functie is de ventilatorsnelheid ingesteld op AUTO. AUTO COOL DRY FAN HEAT Instelling kamertemperatuur Gebruik de SET TEMP. toetsen om de kamertemperatuur in te stellen. Lager Hoger Instelbereik AUTO... 18 tot 30 C COOL/DRY... 18 tot 30 C HEAT... 16 tot 30 C Instelling ventilatorsnelheid Druk de FAN toets in om de ventilatorsnelheid in te stellen. AUTO HIGH MED LOW QUIET ECONOMY Druk de ECONOMY toets in om de economische werking te starten of te stoppen. Voor mùeer details over deze functie, zie pagina 11. 5

WERKING Selectie sensor ruimtetemperatuur Binnenunit Druk de ECONOMY toets gedurende minstens 2 seconden in om te kunnen selecteren of de ruimtetemperatuur gedetecteerd moet worden in de binnenunit (afstandssensor) of op de afstandsbediening. Wanneer verschijnt op het display, wordt de ruimtetemperatuur gedetecteerd op de afstandsbediening. NOTA Deze functie is standaard geblokkeerd. Gelieve een erkend servicetechnicus te consulteren om de ruimtetemperatuur correct te kunnen detecteren. Als deze functie geblokkeerd is, kan u de plaats waar de temperatuur gedetecteerd wordt niet wijzigen en knippert als de ECONOMY toets gedurende minstens 2 seconden ingedrukt wordt. Kinderslot Druk de DAY toets en de TIMER SET toets tegelijkertijd in gedurende minstens 2 seconden om het kinderslot te activeren en alle toetsen op de afstandsbediening te vergrendelen. Druk beide toetsen nogmaals gedurende minstens 2 seconden in om de functie te desactiveren. Wanneer het kinderslot geactiveerd is, verschijnt op het display. Als ondertussen een toets wordt ingedrukt, knippert CL en op het display. 6

TIMERFUNCTIES OFF timer Gebruik deze timerfunctie om de airconditioner te stoppen. Als deze timer ingesteld is, stopt de airconditioner nadat de ingestelde tijd verlopen is. De timer kan tot 24 uur vooruit ingesteld worden. ON timer Gebruik deze timerfunctie om de airconditioner te starten. Als deze timer ingesteld is, start de airconditioner nadat de ingestelde tijd verlopen is. De timer kan tot 24 uur vooruit ingesteld worden. WEEK timer Gebruik deze timerfunctie om de werkingstijden in te stellen voor elke dag van de week. Gebruik de DAY OFF instelling om voor een bepaalde dag van de week de instellingen te annuleren. Aangezien alle dagen samen ingesteld kunnen worden, kan de weektimer gebruikt worden om de instellingen te herhalen voor alle dagen. Weektimer met nachtverlaging Gebruik deze timerfunctie om de ingestelde temperatuur te veranderen voor elke dag van de week. Dit kan samen met andere timerinstellingen gebruikt worden. ON/OFF TIMER ON/OFF timer instellen 1 Druk de timer mode toets in om 2 ON of OFF timer te selecteren. Van 1 tot 24 uur Bv. OFF timer ingesteld voor 6u. Geen display NON STOP OFF TIMER ON TIMER WEEK TIMER Druk op de < / > toetsen om de tijd in te stellen. Nadat de tijd is ingesteld, start de timer automatisch. De tijd die getoond wordt op het display, neemt af naarmate de tijd verloopt. Annuleren Druk de DELETE toets in om de TIMER functie te annuleren. De timerfunctie kan ook geannuleerd worden met de timer mode toets. 7

WEEKTIMER Instellen weektimer 1 2 3 6 9 12 15 18 21 3 Druk de Timer Mode toets in om de weektimer te selecteren. Instellen dag van de week Druk de TIMER SET toets in gedurende minstens 2 seconden. ALL 4 Druk de DAY toets in om de dag van de week te kiezen, druk daarna de TIMER SET toets in om de instelling te bevestigen. Als u ALL kiest, verschijnt rond alle dagen en kan u de instellingen voor alle dagen tesamen doen. Instellen tijd 1 2 3 6 9 12 15 18 21 Wanneer de werkingstijd is ingesteld, verschijnt onder de dag. 1 2 3 ON-1 OFF-1 ON-2 OFF-2 3 6 9 12 15 18 21 Bv. De timer is ingesteld van 7:00-18:00. Gebruik de < / > toetsen om de tijd in te stellen. Druk daarna de TIMER SET toets in om de instelling te bevestigen en ga verder met de volgende ON of OFF time instelling. U kan per dag twee ON en OFF schakeltijden instellen. Druk de DAY toets in om de instelling te beeindigen. 5 Werkingstijd annuleren Als u tijdens stap 3 of 4 de TIMER DELETE toets indrukt, wordt de werkingstijd van de geselecteerde dag geannuleerd. Als alle dagen geselecteerd zijn, wordt de werkingstijd van alle dagen geannuleerd. Herhaal stap 3 en 4. Om de weektimer instellingen te voltooien, drukt u gedurende minstens 2 seconden op de TIMER SET toets. NOTA De werkingstijd kan enkel ingesteld worden met stappen van 30 minuten. De OFF tijd kan de volgende dag overschrijden. Er moet steeds een ON en een OFF tijd ingesteld worden. 8

WEEKTIMER Werking Weektimer Starten Annuleren 3 6 9 12 15 18 21 Als de weektimer geselecteerd is, start de timer automatisch. 36912 15 18 21 Bv. Werkingstijd van 7:00-18:00 De werkingstijd voor de huidige dag verschijnt op het display. Druk de TIMER DELETE toets in om de timerfunctie te annuleren. De timerfunctie kan ook geannuleerd worden door de timerfunctie te wijzigen met de TIMER MODE toets. DAY OFF instellen (bv. voor een vakantiedag) 1 2 3 4 Druk, bij de weektimer, gedurende minstens 2 seconden op de TIMER SET toets om de dag te kiezen. Selecteer de gewenste dag. Druk de DAY (DAY OFF) toets in gedurende minstens 2 sec. om deze dag uit te zetten. Druk de TIMER SET toets in gedurende minstens 2 sec. om de instelling te voltooien. knippert onder een dag van de week. 3 6 9 12 15 18 21 3 6 9 12 15 18 21 bv. De DAY OFF is ingesteld op maandag. Annuleren Volg dezelfde stappen als deze voor de instelling. NOTA De DAY OFF instelling kan enkel voor dagen waarvoor reeds weekinstellingen bestaan. Wanneer de werkingstijd de volgende dag overschrijdt (tijdens een volgende daginstelling), wordt de effectieve DAY OFF instelling ingesteld zoals hieronder. Normaal DAY OFF Instelling overschrijding dag DAY OFF ON OFF ON OFF ON OFF ON OFF WEEKLY WEEKLY WEEKLY WEEKLY Voorafgaande dag Ingestelde dag Volgende dag Voorafgaande dag Ingestelde dag Volgende dag De DAY OFF kan slechts een maal ingesteld worden. Wanneer de ingestelde dag voorbij is, wordt de instelling automatisch geannuleerd. 9

WEEKTIMER MET NACHTVERLAGING Instelling weektimer met nachtverlaging 1 Druk de SET BACK toets in om het SET BACK display te wijzigen. De werkingstijd en de ingestelde temperatuur verschijnen op het display. 3 SET BACK 3 6 9 12 15 18 21 Daginstelling Instelling werkingstijd Als er geen instelling gemaakt is, verschijnt - - op het display als temperatuursaanduiding. 2 Druk gedurende minstens 2 sec. de TIMER SET toets in. 1 2 3 4 3 6 9 12 15 18 21 Bv. ingesteld voor alle dagen tegelijk. Volg dezelfde stappen als voor het instellen van de weektimer. Ook voor het annuleren van de instellingen. 4 Instellen temperatuur Gebruik de SET TEMP. toetsen om de temperatuur in te stellen. (Het instelbereik voor de temperatuur is hetzelfde als voor de werkingsmodus.) 5 SET BACK temperatuur Normale temperatuur 3 6 9 12 15 18 21 bv. Werkingsperiode 15:00 22:00 ON 28 C OFF 24 C 24 C Herhaal stap 3 en 4. Druk de TIMER SET toets gedurende minstens 2 sec. in om de temperatuurinstelling te voltooien. Werking weektimer met nachtverlaging Starten SET BACK Annuleren 1 2 Bv. display tijdens de werking. (De werkingstijd verschijnt niet op het display). Druk de SET BACK toets in. Het SET BACK display verschijnt gedurende 5 seconden, daarna start de timer automatisch. Druk, tijdens het oplichten van het SET BACK display, op de SET BACK toets en dan op de TIMER DELETE toets. De SET BACK timerinstelling wordt geannuleerd, zelfs wanneer de SET BACK toets nogmaals wordt ingedrukt. 10 NOTA Deze timer wijzigt enkel de ingestelde temperatuur en kan niet gebruikt worden om de airconditioner te starten of te stoppen. Deze timer kan 2x per dag ingesteld worden maar er is slechts 1 temperatuurinstelling mogelijk. Deze timer kan gebruikt worden samen met de ON, OFF, en weektimer functies. De werkingstijd verschijnt enkel in het SET BACK display. (Zie stap 1).

WERKINGSTIPS ECONOMY functie Bij maximale belasting geeft de airconditioner in Economy functie nog ca. 70% van zijn vermogen in normale koelingen verwarmingfunctie. Wanneer u de airconditioner tijdens koelen in Economy laat draaien, verbetert de ontvochtiging. Dit is bijzonder handig wanneer u de ruimte wil ontvochtigen zonder de temperatuur significant te laten dalen. In de Economy functie wordt de thermostaatinstelling automatisch aangepast aan de temperatuur om onnodig koelen en verwarmen te vermijden en om zo economisch mogelijk te werken. Als de ruimte in deze functie niet genoeg gekoeld of verwarmd wordt, selecteer dan de normale werking. Tijdens de monitorperiode in de AUTO modus schakelt de airconditioner niet naar ECONOMY ook al wordt deze toets ingedrukt. Ontdooiing (bij verwarming) Bij een lage buitentemperatuur en hoog vochtgehalte kan er ijsvorming op de buitenunit ontstaan, wat het verwarmingsrendement negatief beinvloedt. Als dit gebeurt zorgt de microprocessor voor een automatische ontdooicyclus. Tijdens deze cyclus stopt de binnenventilator en de melding verschijnt op het display van de afstandsbediening. Het duurt 4 tot 15 minuten vooraleer het toestel terug in werking treedt. Twee afstandsbedieningen (optioneel) Een extra afstandsbediening kan bijgevoegd worden, met een maximum van 2 bedieningen. Elk van beide bedieningen kan de unit bedienen. De timerfuncties kunnen echter niet ingesteld worden op de slave unit. Simultaan gebruik van meerdere units Kan niet bij de volgende verschillende werkingsfuncties. Als aan de binnenunit doorgegeven wordt te draaien in een modus die deze unit niet kan, dan verschijnt op het display van de afstandsbediening en de unit gaat in standby. Verwarming en koeling (of drogen) Verwarming en ventileren De werkingsmodus (verwarming of koeling (drogen)) van de buitenunit wordt bepaald door de werkingsmodus van de binnenunit die eerst in werking was. Als de binnenunit opgestart was in modus ventileren, dan wordt de werkingsmodus van de buitenunit er niet door bepaald. Bv. als binnenunit (A) opgestart is in modus ventileren en daarna binnenunit (B) in verwarming, dan verschijnt het hierboven getoonde symbool op het display en binnenunit (A) gaat in standby. Binnenunit (B) draait verder in verwarming. Groepsschakeling Een afstandsbediening kan tot 16 airconditioners bedienen. Alle airconditioners draaien met dezelfde instellingen. 11

INSTELLEN UITBLAASRICHTING Start de airconditioner eerst op vooraleer u deze instellingen gaat doen. Werkingsmodus instellen Verticale uitblaas (Swing) Horizontale uitblaas (Swing) * Druk de START/STOP toets in om de airconditioner op te starten en ga als volgt te werk. Druk de VERTICALE UITBLAAS en SWING toets in om de verticale uitblaas aan te passen. Om de SWING werking in te stellen, drukt u gedurende minstens 2 seconden op deze toets. (om de swinginstelling te stoppen, drukt u nogmaals gedurende minstens 2 seconden). * Druk de START/STOP toets in om de airconditioner op te starten en ga als volgt te werk. Druk de HORIZONTALE UITBLAAS en SWING toets in om de horizontale uitblaas aan te passen. Om de SWING werking in te stellen, drukt u gedurende minstens 2 seconden op deze toets. (om de swinginstelling te stoppen, drukt u nogmaals gedurende minstens 2 seconden). Telkens u deze toets indrukt, verandert de uitblaasrichting zoals aangegeven in de bedieningshandleiding die u bij de binnenunit vindt. NOTA Wanneer de airconditioner in een ruimte geinstalleerd is met kleine kinderen, ouderen of zieke personen, let dan zeer goed op de uitblaasrichting en de ingestelde temperaturen. De swingfunctie is niet bij elk type beschikbaar. Consulteer hiervoor de bedieningshandleiding van de binnenunit. RESET FILTERLAMPJE Sommige binnenunits hebben een filterindicatorlampje. Wanneer dit brandt, is het tijd om de luchtfilters te reinigen. Druk gedurende mùinstens 2 seconden op de Filter Reset toets. Het lampje gaat uit en het filterdisplay verdwijnt. AUTODIAGNOSE Wanneer EE op het temperatuurdisplay verschijnt, moet u de airconditioner laten nakijken door een erkend servicetechnicus. Nummer unit (meestal 0) Foutcode Bv. Autodiagnose check 12

DE UITBLAASRICHTING REGELEN Verwarmingsvoorschriften (*) gelden alleen voor warmtepompunits (koelen en verwarmen). Zet de airconditioner eerst aan voor u de instellingen gaat veranderen. Werkingsmodus instellen Regelen van de verticale uitblaas * Druk de START/STOP toets in om de airconditioner op te starten, ga dan als volgt te werk. Druk de VERTICALE UITBLAAS en SWING toets in om de verticale uitblaasrichting te regelen. Bij elke druk op de toets verandert het uitblaaspatroon als volgt: 1 2 3 4 Het display van de afstandsbediening verandert niet. Aanbevolen instelling uitblaasrichting: 1, 2, 3, 4: Tijdens koelen/drogen 2, 3, 4: Tijdens verwarmen De verticale luchtuitblaas wordt automatisch geregeld, volgens de gekozen functie. Tijdens koelen/drogen : Horizontale uitblaasu 1 * Tijdens verwarmen : Neerwaartse uitblaas 4 In de AUTO functie wordt de lucht gedurende de eerste minuut na het opstarten horizontaal uitgeblazen 1; tijdens deze periode kan de uitblaasrichting niet worden gewijzigd. Regelen van de horizontale uitblaas. Deze functie kan niet gebruikt worden. Als u probeert om de uitblaaskleppen manueel aan te passen, kan dit de goede werking verstoren. Zet in dit geval de unit uit en start opnieuw op. Daarna zouden de kleppen weer correct moeten werken. Let in het bijzonder op de instelling van de uitblaas en de kamertemperatuur als de unit wordt gebruikt in ruimtes waar kinderen, oudere of zieke personen aanwezig zijn. ZWAAIFUNCTIE Zet eerst de airconditioner aan voor u deze functie selecteert. Zwaaifunctie selecteren/stoppen Druk de VERTICALE UITBLAAS en SWING toets gedurende minstens 2 seconden in. (Stop de instelling door deze toets nogmaals gedurende minstens 2 seconden in te drukken.) Over de zwaaifunctie Werkingsfunctie Koelen/Verwarmen/Drogen/Ventileren Zwaaibereik 1 tot 4 De zwaaifunctie kan tijdelijk stoppen wanneer de ventilator niet of aan zeer lage snelheid draait.. 13

REINIGING EN ONDERHOUD OPGELET! Schakel voor het reinigen het toestel uit en trek de voedingskabel uit. Zet de stroomonderbreker uit. De ventilator in de binnenunit draait tegen hoge snelheid, pas op voor verwondingen. Laat het aanzuigrooster niet vallen. Vuil en stof kan zich in de unit ophopen wanneer deze een lange periode gebruikt wordt, de werking van de unit kan hierdoor afnemen. Het is aan te raden om naast uw eigen reiniging en onderhoud geregeld een nazicht te laten doen, voor meer informatie kan u terecht bij een vakbekwaam servicetechnicus. Gebruik geen water van meer dan 40 C, ruwe voorwerpen of agressieve schoonmaakmiddelen bij de reiniging van het toestel. Spuit geen insecticiden of haarspray in de richting van het toestel. Wanneer u het toestel langer dan een maand niet gaat gebruiken, laat dan de ventilator minstens een halve dag draaien, zo kan de binnenkant grondig drogen. Luchtfilter reinigen Wanneer het filterlampje brandt, haal dan de filter er uit en reinig deze. 1. Duw de haakjes van het aanzuigrooster naar het midden toe om het rooster te openen. 4. Filters weer vastmaken aan het aanzuigrooster 1 Plaats de filter terug in de houder. 2 Let er op dat de filter tot tegen de filteraanslag komt bij het terugplaatsen in de houder. 2. Trek de filter uit het aanzuigrooster. 5. Sluit het aanzuigrooster en duw de haakjes van het rooster naar buiten toe. 3. Reinig de luchtfilter Verwijder het stof van de filters met een stofzuiger of was ze. Laat de filters na het wassen grondig drogen in de schaduw. Stof kan uit de filter verwijderd worden met een stofzuiger of door reiniging met een mild schoonmaakmiddel en warm water. Wanneer u de filter wast, laat deze dan eerst grondig drogen op een plaats uit de zon vooraleer terug te plaatsen. Als stof zich opgehoopt heeft op de luchtfilter zal de uitblaas verminderen waardoor de werking minder efficiënt wordt en het geluidsniveau verhoogt. Nadat u de unit weer aangezet heeft, drukt u gedurende minstens 2 seconden op de MAINTENANCE-toets. 14

FOUTOPSPORING Verwarmingsvoorschriften (*) gelden alleen voor warmtepompunits (koelen en verwarmen). OPGELET! Stel in geval van bedrijfsstoring (brandlucht enz.) de unit ogenblikkelijk buiten werking, trek de stekker uit het stopcontact en roep de hulp in van een erkend servicetechnicus. Enkel het toestel uitschakelen, is niet voldoende. Trek daarom altijd de stekker uit het stopcontact of zet de hoofdschakelaar af. Controleer de volgende punten alvorens de hulp van een servicetechnicus in te roepen: Symptoom Probleem Zie pag. NORMALE WERKING De unit start niet onmiddellijk: Als u de unit stopt en direct daarna weer start, zal de compressor gedurende 3 minuten uit blijven om te vermijden dat de zekering doorbrandt. Als de stekker wordt uitgetrokken en daarna opnieuw ingestoken, treedt het beveiligingscircuit gedurende ca. 3 minuten in werking om het toestel te beschermen. De unit maakt lawaai: Tijdens de werking en direct na het stoppen van de unit kan u 'water' in de leidingen van de airconditioner horen lopen. Gedurende 2 tot 3 minuten na het opstarten kan dit geluid ook waarneembaar zijn (= geluid van stromend koelmiddel). Tijdens de werking kan u kleine 'krak'-geluidjes horen. Dit komt door de uitzetting en inkrimping van de frontplaat door de temperatuursveranderingen. * Tijdens de verwarmingsfunctie kan af en toe een sissend geluid te horen zijn. Dit komt van de automatische ontdooiing. 16 De unit geeft geur af: De binnenunit kan bepaalde geuren afgeven. Dit komt omdat de airconditioner geuren in de kamer (meubilair, tabak enz.) heeft opgenomen. De unit geeft damp af:. Een beetje damp kan uit de binnenunit komen tijdens de koelingen droogfunctie door de plotselinge afkoeling van de lucht in de ruimte wat condensvorming en damp kan veroorzaken.. * Ook in de verwarmingsfunctie, tijdens de automatische ontdooicyclus, kan de ventilator van de binnenunit stoppen met draaien en kan er damp uit het toestel komen. 16 Geen of zwakke uitblaas: * De ventilator draait met lage snelheid wanneer de verwarmingsfunctie wordt gestart om de interne delen te laten opwarmen. * Als de ruimtetemperatuur tijdens het verwarmen stijgt boven de thermostaatinstelling zal de buitenunit stoppen en de ventilator van de binnenunit met zeer lage snelheid draaien. Als u de ruimte verder wil verwarmen, moet de thermostaat hoger worden ingesteld. * In de verwarmingsfunctie, tijdens de automatische ontdooicyclus, stopt de unit met draaien (tussen 4 en 15 minuten). Tijdens de automatische ontdooicyclus, verschijnt op het display van de afstandsbediening. 16 De ventilator draait met lage snelheid tijdens de droogfunctie of wanneer het toestel de kamertemperatuur aan het bewaken is. In de QUIET-functie draait de ventilator met zeer lage snelheid. In de monitor AUTO functie draait de ventilator met zeer lage snelheid. Er lekt water uit de buitenuni: Het FILTER-display licht op: * Tijdens de automatische ontdooicyclus kan er water uit de buitenunit lekken. 16 Reinig de filter. Zet daarna het FILTER-display uit. 14, 12 thermosensordisplay op de afstandsbediening knippert: De ruimtetemperatuursensor werkt misschien niet meer. Contacteer een erkend servicetechnicus. 15

FOUTOPSPORING Verwarmingsvoorschriften (*) gelden alleen voor warmtepompunits (koelen en verwarmen). Symptoom Te controleren punten Zie pag. CONTROLEER OPNIEUW De unit werkt niet: Staat de hoofdschakelaar uit? Is er een stroompanne geweest? Zijn er zekeringen gesprongen? Werkt de timer? Is de luchtfilter vuil? Is de aanzuig of de uitblaas geblokkeerd? Is de thermostaat correct ingesteld?. Staat er een raam of deur open? In de koelingfunctie: komt er rechtstreeks zonlicht binnen (sluit de gordijnen.) In de koelingfunctie: staan er verwarmingstoestellen of computers in de ruimte of zijn er te veel mensen aanwezig?. Staat het toestel in de QUIET-functie? 7 tot 10 Zwakke koeling (of *verwarming): Als er nog steeds problemen zijn nadat u deze punten heeft gecheckt of als u een brandlucht waarneemt, verbreek dan onmiddellijk de stroomtoevoer en contacteer een vakbekwaam servicetechnicus. WERKINGSTIPS Verwarmingsvoorschriften (*) gelden alleen voor warmtepompunits (koelen en verwarmen). *Verwarmingsvermogen Low Ambient Cooling Deze airconditioner werkt volgens het warmtepompprincipe: warmte wordt uit de buitenlucht opgenomen en naar de binnenunit getransfereerd. Daardoor vermindert het rendement als de buitentemperatuur daalt. Als u vindt dat het verwarmingsrendement te laag is, plaats dan een extra verwarmingstoestel.. Warmtepompen verwarmen uw ruimte door de lucht te laten circuleren door de kamer. Daardoor kan het even duren vooraleer de kamer opgewarmd is.. *Bij hoge binnen- en buitentemperaturen Wanneer, tijdens het verwarmen, zowel de binnen- als de buitentemperatuur hoog is, kan de ventilator van de buitenunit af en toe stoppen. Ventilatorsnelheid : AUTO *Heating: De ventilator draait tegen heel lage snelheid en de temperatuur van de uitgeblazen lucht is laag. Cooling: Wanneer de ruimtetemperatuur de ingestelde temperatuur benaders, gaat de ventilator trager draaien. Fan: De ventilator draait tegen lage snelheid. *Microcomputergestuurde automatische ontdooiing In de verwarmingsmodus, bij lage buitentemperaturen en hoge vochtigheidsgraad, kan er vorst gevormd worden op de buitenunit waardoor het rendement verlaagt.. Om dit te vermijden, is de airconditioner uitgerust met een microcomputergestuurde automatische ontdooifunctie. Als er vorst gevormd wordt, zal de airconditioner tijdelijk stoppen met draaien. verschijnt op het display van de bediening. Daarop start het ontdooiproces (ongeveer 4-15 minuten). Na afloop start de airconditioner opnieuw op. Wanneer de buitentemperatuur daalt, kunnen de ventilatoren van de buitenunit aan lage snelheid gaan draaien of één van de ventilatoren stopt met tussenpozen. *Warme start De binnenunit verhindert koude tocht bij het begin van de verwarmingsfunctie. De ventilator van de binnenunit draait niet of tegen zeer lage snelheid tot de warmtewisselaar de ingestelde temperatuur bereikt. Over de ECONOMY-functie Bij maximaal vermogen geeft de ECONOMY-functie ongeveer 70% van de normale koel- en verwarmingscapaciteit. Wanneer u de airconditioner tijdens koelen in de Economy-functie laat draaien, verbetert de ontvochtiging. Dit is bijzonder handig wanneer u de ruimte wil ontvochtigen zonder de temperatuur signifant te laten dalen. Tijdens de ECONOMY functie past de thermostaat zich automatisch aan aan de temperatuur om onnodig koelen en verwarmen te vermijden en om zo economisch mogelijk te werken.. Als de ruimte in deze functie niet voldoende gekoeld (of verwarmd) wordt, selecteer dan de normale werking. Tijdens de monitorperiode in de AUTO-functie schakelt de airconditioner niet naar ECONOMY ook al drukt u de ECONOMY-toets in. Twee afstandsbedieningen (optioneel) Een extra afstandsbediening kan bijgevoegd worden, met een maximum van twee. Elke bediening kan de airconditioner besturen. De timerfuncties kunnen echter niet gebruikt worden op de slave-unit. Groepsbediening Eén afstandsbediening kan tot 16 airconditioners bedienen. Alle airconditioners werken volgens dezelfde instellingen. 16

WERKINGSTIPS Werkingsmodus AUTO Enkel koelen. Wanneer de ruimtetemperatuur 2 C hoger is dan de thermostaatinstelling, schakelt de unit tussen koelen en drogen. Tijdens het drogen moet de ventilatorsnelheid op LAAG ingesteld worden voor een lichtjes koelend effect. Over de AUTO CHANGEOVER functie AUTO: Wanneer de functie AUTO CHANGEOVER geselecteerd is, zal de ventilator ongeveer 1 minuut aan een zeer lage snelheid draaien. Gedurende deze tijd zal het toestel de ruimtecondities detecteren en de gepaste functie selecteren. Wanneer het verschil in temperatuur tussen de thermostaatinstelling en de eigenlijke kamertemperatuur meer dan 2 C bedraagt: Koelen of Drogen (Monitor functie kan geselecteerd worden als de buitentemperatuur laag is). Wanneer het verschil in temperatuur tussen de thermostaatinstelling en de eigenlijke kamertemperatuur ±2 C bedraagt: Monitor functie Wanneer het verschil in temperatuur tussen de thermostaatinstelling en de eigenlijke kamertemperatuur minder dan 2 C bedraagt: Verwarmen (Monitor functie kan geselecteerd worden als de buitentemperatuur hoog is). Wanneer de kamertemperatuur de thermostaatinstelling benadert, begint de airconditioner in Monitor functie te werken. In deze modus draait de ventilator aan zeer lage snelheid. Als de kamertemperatuur nadien verandert, zal de airconditioner opnieuw de gepaste functie selecteren (verwarmen, koelen) om de temperatuur aan te passen aan de thermostaatinstelling. Als de functie die door het toestel wordt geselecteerd niet naar wens is, kan een andere functie geselecteerd worden (HEAT, COOL, DRY, FAN). Over de werkingsfuncties Verwarming: Wordt gebruikt om de ruimte te verwarmen. Wanneer de Heating functie is geselecteerd, zal de airconditioner 3 tot 5 min. met zeer lage ventilatiesnelheid draaien,nadien wordt overgeschakeld naar de ingestelde snelheid. Deze tijdspanne is voorzien om de binnenunit te laten opwarmen vooraleer op volle kracht te kunnen werken. Wanneer de kamertemperatuur laag is, kan er ijsvorming ontstaan op de buitenunit waardoor de werking van het toestel zal verminderen. Om dit ijs te verwijderen, zal het toestel automatisch regelmatig in ontdooifunctie gaan. Tijdens de automatische ontdooifunctie zal het OPERATION controlelampje knipperen en zal de HEAT functie onderbroken worden. Nadat u de HEAT functie hebt gestart, kan het nog even duren vooraleer de ruimte warmer wordt. Koeling: Wordt gebruikt om de ruimte te koelen. Drogen: : Wordt gebruikt om de ruimte zachtjes te koelen tijdens de ontvochtiging. U kan niet verwarmen tijdens de DRY functie. Tijdens de DRY functie zal het toestel aan lage snelheid werken. Om de luchtvochtigheid van de ruimte aan te passen, zal de ventilator van de binnenunit af en toe stoppen of met lagere snelheid draaien. Tijdens de DRY functie kan de ventilatorsnelheid niet manueel veranderd worden. Ventileren: Wordt gebruikt om lucht door de ruimte te laten circuleren. Tijdens verwarmen: Stel de thermostaat op een hogere temperatuur in dan de actuele kamertemperatuur. De verwarmingsfunctie zal niet werken wanneer de thermostaatinstelling lager is dan de kamertemperatuur. Tijdens koelen/drogen: Stel de thermostaat op een lagere temperatuur in dan de actuele kamertemperatuur. De koeling- en droogfuncties zullen niet werken wanneer de thermostaatinstelling hoger is dan de kamertemperatuur (in de koelingfunctie zal enkel de ventilator werken). Tijdens ventileren: Het toestel kan niet gebruikt worden om de ruimte te koelen of te verwarmen. 17

WERKINGSTIPS AUTO herstart Bij een stroomonderbreking Bij een stroomonderbreking krijgt de airconditioner geen voeding meer. Wanneer het toestel terug stroom krijgt, start het automatisch terug op in de voorgaande modus.. Het gebruik van andere elektrische toestellen (scheerapparaat, enz.) of een draadloze radiozender kan storingen veroorzaken in de werking van de airconditioner. Trek in dit geval even de stekker uit, steek terug in en zet het toestel weer aan met de afstandsbediening. Noot Verwarmingsvoorschriften (*) gelden alleen voor warmtepompunits (koelen en verwarmen). * Tijdens het verwarmen zal de buitenunit te zijner tijd voor korte periodes in ontdooien gaan. Wanneer u, tijdens de ontdooifunctie, de unit weer op verwarmen zet, blijft de ontdooifunctie verdergaan. Pas na beëindiging van het ontdooien, zal de binnenunit opnieuw beginnen verwarmen. Daardoor kan het enige tijd duren vooraleer u een warmte-effect merkt. * Tijdens het verwarmen kan de bovenkant van de binnenunit warm worden. Dit komt doordat er koelmiddel door de binnenunit stroomt, zelfs wanneer de unit gestopt is. Dit is volkomen normaal. 18