D.A.J. van der Staak, Provincie Zuid-Holland G. Bakker. Vleermuisonderzoek bomenrij projectgebied Bochtafsnijding Delftse Schie

Vergelijkbare documenten
Notitie. Inleiding. Figuur 1. De negen lindes weergegeven met de groene stippen. Bijgevoegd het jaar van aanplanten.

Notitie. Inleiding. Methodiek. Delfland S. Jaarsma & M.A.J. Grutters. Vervolgonderzoek Dijkhoornseweg Den Hoorn. Projectnummer: 1029

Notitie. Inleiding. Wettelijk kader. Verbodsbepalingen. Voortplantingsplaatsen en andere vaste rust- en verblijfplaatsen

Ecologische quick scan Charloise Lagedijk 610-B, Rotterdam

Notitie. Inleiding. Figuur 1. Onderzochte bomen (rood omlijnd) en locatie nest Boomvalk (zie resultaten). bsr-notitie / 6

Notitie. Inleiding. Methodiek

Notitie. Inleiding. Wettelijk kader. Verbodsbepalingen

Notitie. Inleiding. Methodiek. Opdrachtgever: A. Nijssen, Gemeente Leiden, Team Ruimtelijke Ordening W. Moerland. Auteur: Betreft: Projectnummer: 0866

Figuur 1. Links: onderzocht plangebied (rood omlijnd). Rechts: het plangebied bezien vanaf de Boommarkt.

Notitie. Inleiding. Methodiek. Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden. Wabo

Notitie. Inleiding. Dhr. Nijenhuis (gemeente Haarlemmermeer) A. de Baerdemaeker & S.D. Elzerman Vleermuisonderzoek Waterzuivering Anthony Fokkerpark

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

Notitie. Inleiding. Wettelijk kader. Verbodsbepalingen

TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

MEMO. Vleermuizen Sportlaan 2 4 te Gemert

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Notitie flora en fauna

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Aanvullend onderzoek vleermuizen

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht

Buro Maerlant. Rotterdam Marinestraat. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Notitie. Inleiding. S. Bek REA-ORO, gemeente Leiden. aan. G. Bakker & A. de Baerdemaeker. van. Quick scan Aalmarkt II en III.

Bijlage 6 Vleermuizeninventarisatie Museum Vlaardingen te Vlaardingen; Aqua-Terra Nova; d.d. 17 september 2012

Vleermuisonderzoek Houtakker II te Bemmel

Quickscan Flora- en Faunawet. t.b.v. sloop Opstallen. Oude Maasstraat 18 gemeente Uden

Natuurtoets Tugelawegblokken

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Erasmuslijn Den Haag. Quick scan ecologie en vleermuisonderzoek. Movares Nederland B.V. drs. T.P. Seip Kenmerk MNO-TS Versie 1.

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam

GEMEENTE M!D 7-EM-DELFLAND. 1 MGEKOVilN OP 2 2 NOV Zaaknum:\eí

HABITATSCAN BOMENRIJEN RIJKSSTRAATWEG WASSENAAR. Broedvogels & vleermuizen

Buro Maerlant. Gemert Heuvel 21. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Vleermuizenonderzoek Middenweg te Heerhugowaard

Soortenstandaarden Juridisch kader. Versie 1.0, oktober 2014

Buro Maerlant. Heesch Wijststraat 15. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

bsr bureau Stadsnatuur Rotterdam

HABITATSCAN DIEPENBROCKLAAN. Broedvogels & vleermuizen

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Stichting HOZO A.J.C. Ricke-Molleman Garbialaan LA HILLEGOM. Datum 16 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016

Vleermuisonderzoek De Molenhof te Havelte.

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen

Gemeente Breda Postbus RH BREDA. Datum 13 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Petter,

Natuurtoets MCS. Planteam Groen, Recreatie en Water

Vleermuisinventarisatie De Annenborch, Rosmalen

Natuurwaardenonderzoek Bestemmingsplangebied Ravel

Gemeente Alphen aan den Rijn S. de Kogel Postbus AA ALPHEN AAN DEN RIJN. Datum 15 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Uw aanvraag van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet wijs ik af

Woningstichting Haag Wonen A.S. Pronk Postbus CG S GRAVENHAGE. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Notitie Quickscan flora en fauna

Tabel 1: Inventarisatieschema onderzoek Waterspitsmuis.

Ecologisch vervolgonderzoek Hoefslag te Bleiswijk. Van der Waal & Partners B.V. te Naaldwijk

NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP

Quickscan Flora en Fauna Plangebied Ventura Schiedam

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011

! " # $! % & '%(#(#%) * +,,, & -, ".,,,,,!

Notitie aanvullend onderzoek

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg

Nader onderzoek Vleermuizen, huismus en steenmarter Ingen

6 Flora- en fauna quickscan

Buro Maerlant. Zegge, A.M. de Jongstraat ongenummerd. Ecologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet

Buro Maerlant. Groesbeek Cranenburgsestraat. Aanvullende notitie in het kader van de Flora- en faunawet

BM-RAPPORT Onderzoek naar vleermuizen, gierzwaluw en huismus. T.P. Molenaar en L. Boon, 30 september DEFINITIEF

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Ecologisch vervolgonderzoek Cloosterhof te Schipluiden. Opdrachtgever Weboma ontwikkeling te Wateringen

Bijlage 1 Wettelijk kader

Nederlandse Hervormde Kerk te Meerkerk M. van Leeuwen Postbus BB MEERKERK

Ecologisch onderzoek Kreeklaan 10 te s-gravenzande. Opdrachtgever Gemeente Westland te Naaldwijk

Gemeente Naarden P. Schrijver Raadhuisstraat EC NAARDEN. Datum 31 juli 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Gemeente Heerhugowaard M. Hoosbeek Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Datum 22 december 2014 Betreft Beslissing op uw aanvraag Ruimtelijke ingrepen

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Ecologisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan voor een terrein ten zuiden van Harmelen

QUICKSCAN BURGEMEESTER SLANGHENSTRAAT HOENSBROEK

Vervolgonderzoek Dieperhout-Driestar Leiden

Ecomilieu R. Gerritsen Bergweg 5A 7671 TA VRIEZENVEEN. Datum 16 maart 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

2 Gegevens contactpersoon 2.1 Vul hier uw gegevens in. Naam organisatie Eco Reest Naam contactpersoon Janien Kamps Dhr. Mw.

Transcriptie:

Notitie Opdrachtgever: Auteur: Betreft: D.A.J. van der Staak, Provincie Zuid-Holland G. Bakker Projectnummer: 1021 Vleermuisonderzoek bomenrij projectgebied Bochtafsnijding Delftse Schie Datum: 19 december 2013 Status: DEFINITIEF bezoekadres: Natuurhistorisch Museum Rotterdam Westzeedijk 345 3015 AA Rotterdam telefoon: 010 266 04 70 e-mail: info@bureaustadsnatuur.nl www.bureaustadsnatuur.nl Inleiding Bureau Stadsnatuur heeft in opdracht van Provincie Zuid-Holland een onderzoek verricht naar de eventuele beschermde functionaliteit van een bomenrij voor vleermuizen. Het gaat om een dubbele rij van overwegend populieren Populus canadensis in het projectgebied van de Bochtafsnijding Delftse Schie (Figuur 1). Deze populieren doen mogelijk dienst als vliegroute, paarverblijfplaats of foerageerplaats van bepaalde soorten vleermuizen. Het onderzoek moet uitwijzen hoe groot het belang van de bomen is voor deze dieren en welke mitigerende maatregelen nodig zijn om bepaalde functionaliteiten voor de dieren te behouden. Op grond van de omstandigheden is het mogelijk dat zich in het onderzoeksgebied broedende vogels kunnen ophouden. Een gericht onderzoek naar de aanwezigheid van bewoonde nesten valt echter buiten dit onderzoek want daarvoor is dit te laat in het jaar aangevangen. Wel is gekeken naar de kwaliteit van de bomen als eventuele broedplaats. Ten slotte is gelet op potenties voor beschermde plantensoorten in de nabijheid van de bomenrijen. Het plangebied was reeds bekend bij Bureau Stadsnatuur naar aanleiding van eerder verricht onderzoek voor PZH in het kader van dit project. Methodiek Door twee ecologen is met behulp van een batdetector geluisterd en gekeken naar de aanwezigheid van vleermuizen, waarbij soort, aantal en gedrag zijn genoteerd. Waarnemingen zijn door middel van GPScoördinaten vastgelegd. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode september oktober 2013, waarbij twee bezoeken zijn gebracht met een tussentijd van circa 20 dagen, conform het Vleermuisprotocol van het Vleermuisvakberaad NGB/GAN. Bezoeken zijn telkens minimaal een uur na zonsondergang gebracht, zodat ook laat verschijnende soorten konden worden meegenomen en baltsactiviteit, wijzend op een eventuele verblijfplaats in de buurt, kon worden gedetecteerd. Figuur 1. Begrenzing onderzochte gebied (rode lijn). bsr-notitie 1021 Vleermuisonderzoek bomenrij projectgebied Bochtafsnijding Delftse Schie 1 / 8

Resultaten Vleermuizen: waargenomen soorten en functionaliteiten Alle waarnemingen van vleermuizen gedurende het onderzoek zijn in de figuren hieronder weergegeven. Er zijn twee soorten vleermuizen vastgesteld, te weten de Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus en de Ruige dwergvleermuis P. nathusii. Er zijn geen vaste rust- of verblijfplaatsen gevonden in de onderzochte bomen. Vrijwel alle waarnemingen van baltsende dieren hadden betrekking op dieren in vlucht. Fig 2. Waarnemingen Gewone dwergvleermuis 18 september 2013 Fig. 3 Waarnemingen Gewone dwergvleermuis 8 oktober 2013 Fig 4. Waarnemingen Ruige dwergvleermuis 18 september 2013 Fig. 5. Waarnemingen Ruige dwergvleermuis 8 oktober 2013 bsr-notitie 1021 Vleermuisonderzoek bomenrij projectgebied Bochtafsnijding Delftse Schie 2/8

De Gewone dwergvleermuis gebruikt de bomenrijen overwegend als foerageergebied. De aantallen dieren zijn laag; tijdens het eerste bezoek ging het om naar schatting vijf tot maximaal twaalf dieren; tijdens het tweede om circa vijf tot tien. Aangezien deze dieren in bebouwing huizen en er sprake was van sociale activiteit, waaronder baltsroep, wordt aangenomen dat zich één of meerdere verblijfplaatsen bevinden op het nabijgelegen Bedrijventerrein Noordwest. Paarterritoria van baltsende mannetjes van deze soort bevinden zich vermoedelijk doorgaans op niet meer dan enkele honderden meters van de verblijfplaats (Sachteleben & Von Helversen 2006). Van de Ruige dwergvleermuis werden respectievelijk maximaal zes en maximaal vier exemplaren waargenomen gedurende beide bezoeken. Slechts éénmaal werd een sociale roep waargenomen, op 8 oktober, boven de vijver aan de noordkant van het onderzoeksgebied. Er was geen sprake van standvastig in bomen roepende dieren. Op basis hiervan wordt aangenomen dat de bomen in kwestie niet als paarverblijfplaats functioneren. Op basis van de betrekkelijk jonge leeftijd van de bomen en de grote hoeveelheid loof, was dit resultaat conform verwachting; ruige dwergvleermuizen prefereren een situatie waarbij er een vrij uitzicht is vanaf de verblijfplaats in de stam of tak. De bomenrijen lijken, gelet op het lage aantal dieren en de geïsoleerde locatie, geen significante schakel te vormen tussen belangrijke leefgebieden van de Gewone dwergvleermuis. De zuid(west)zijde bevindt zich nog immer ver van potentieel geschikte kraam-, zomer-, en paarverblijfplaatsen in de omgeving (woonwijken in Overschie) en de enige bebouwing in de omgeving is die van het naastgelegen bedrijventerrein dat, voor zover bebouwing aanwezig is, hoogstens een klein aantal dieren kan huisvesten. Met betrekking tot de Ruige dwergvleermuis bevinden mogelijkheden voor verblijvende dieren zich ook uitsluitend in de bebouwing van het bedrijventerrein. Vogels De bomenrijen zelf, alsmede de struiklaag eronder, vormen een geschikte nestlocatie voor diverse vogelsoorten. Omdat het huidige onderzoek buiten de broedperiode van eventuele te verwachten vogelsoorten viel, kan aanvullend onderzoek in de goede tijd (juni-augustus) hierover meer zekerheid bieden. Flora Er zijn vele tientallen exemplaren van de Brede wespenorchis Epipactis helleborine aangetroffen in de strook tussen bomenrij en sloot. Deze soort staat in tabel 1 van de FFwet, waarvoor een vrijstelling geldt met betrekking tot bescherming van het leefgebied. Overige vanuit de FFwet bezien relevante soorten zijn niet waargenomen en/of worden op basis van de zeer voedselrijke gesteldheid van de bodem niet in het projectgebied verwacht. Conclusies Wanneer alle populieren worden gekapt wordt geen beschermd leefgebied van de vastgestelde Gewone dwergvleermuis en/of Ruige dwergvleermuis weggenomen. Daarnaast is de kans dat er dieren worden gewond of gedood nihil. Er zijn namelijk geen beschermde vaste rust- of verblijfplaatsen vastgesteld in de bomen en de bomenrij functioneert niet als essentiële vliegroute tussen belangrijke leefgebieden. Bovendien blijft met de aanwezigheid van de watergang voldoende insectenrijk foerageergebied aanwezig dat tevens kan worden gebruikt als baltsplaats, zoals ook nu al werd waargenomen. Wel verdwijnt een deel van de beschutting van het foerageer- en baltsgebied van deze soorten waarmee er enige mate van kwaliteitsverlies van het leefgebied optreedt. Dit is echter geen grond voor aanvraag van een ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet. Immers, er wordt met de kap van de bomen, gelet op de rol die deze bomen vervullen voor de soorten in kwestie, geen essentieel leefgebied van de dieren weggenomen. bsr-notitie 1021 Vleermuisonderzoek bomenrij projectgebied Bochtafsnijding Delftse Schie 3 / 8

Aanbevelingen De Gewone dwergvleermuis en Ruige dwergvleermuis zijn in de ruimere omgeving van het projectgebied talrijke soorten en generalistische jagers die op vrijwel iedere plaats in de buurt van bomen, struweel en water (daar waar zich vliegende insecten ophouden) kunnen worden waargenomen. Met het verdwijnen van de bomenrij wordt de functionele leefomgeving van een beperkt aantal dieren mogelijk negatief beïnvloed; de gunstige staat van instandhouding van de lokale populaties van deze soorten is echter niet in het geding. Wel wordt geadviseerd, wanneer inderdaad sprake is van volledige of gedeeltelijke kap van de aanwezige bomen, te voorzien in vervangende bomen die op termijn voor evenveel beschutting zorgen als de bestaande bomenrij. De bomenrijen, alsmede de struiklaag eronder, hebben potentie als broedplaats voor diverse vogelsoorten. Gelet hierop, wordt aanbevolen om werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. Voor vrijwel alle te verwachten vogelsoorten ligt het broedseizoen in de periode 15 maart-15 september. In het kader van de zorgplicht moet, wanneer men in deze periode toch wil werken, een inventarisatie plaatsvinden om de aanwezigheid van broedende vogels vast te stellen. Literatuur Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. 2009. Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten ontheffing Flora- en faunawet ruimtelijke ingreep (Dienst Regelingen, brief 26 augustus 2009, kenmerk ffw2009.corr.046) te downloaden van de website van het Ministerie van EZ. Sachteleben, J. & O. Von Helversen. 2006. Songflight behaviour and mating system of the pipistrelle bat (Pipistrellus pipistrellus) in an urban habitat. Acta Chiropterologica, 8(2): 391 401. Bureau Stadsnatuur Westzeedijk 345 3015 AA Rotterdam Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende. bsr kan door opdrachtgever niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die voortvloeit uit gebruik van data of gegevens of door toepassing van aanbevelingen en conclusies, die zijn opgenomen in deze rapportage. bsr-notitie 1021 Vleermuisonderzoek bomenrij projectgebied Bochtafsnijding Delftse Schie 4 / 8

Bijlage 1 waarnemingen vleermuizen Tabel 1. Waarnemingen van vleermuizen in projectgebied. waarnemer medewrn. datum soort Wetenschappelijke naam aantal X-coord. Y-coord. gedrag geslacht M.Grutters G. Bakker 18-9-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 87984 440371 foeragerend onbekend M.Grutters G. Bakker 18-9-2013 Ruige dwergvleermuis Pipistrellus nathusii 1 88079 440327 overvliegend onbekend M.Grutters G. Bakker 18-9-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88056 440322 overvliegend onbekend M.Grutters G. Bakker 18-9-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88080 440294 baltsend man M.Grutters G. Bakker 18-9-2013 Ruige dwergvleermuis Pipistrellus nathusii 1 88113 440226 overvliegend onbekend M.Grutters G. Bakker 18-9-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88113 440226 overvliegend onbekend M.Grutters G. Bakker 18-9-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88169 440095 baltsend man M.Grutters G. Bakker 18-9-2013 Ruige dwergvleermuis Pipistrellus nathusii 1 88178 440021 overvliegend onbekend M.Grutters G. Bakker 18-9-2013 Ruige dwergvleermuis Pipistrellus nathusii 1 88177 439914 overvliegend onbekend M.Grutters G. Bakker 18-9-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88177 439855 overvliegend onbekend M.Grutters G. Bakker 18-9-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88176 439838 baltsend man M.Grutters G. Bakker 18-9-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88178 439734 baltsend man M.Grutters G. Bakker 18-9-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88177 439616 baltsend man M.Grutters G. Bakker 18-9-2013 Ruige dwergvleermuis Pipistrellus nathusii 1 88143 439582 overvliegend onbekend M.Grutters G. Bakker 18-9-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88076 439513 overvliegend onbekend M.Grutters G. Bakker 18-9-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 2 88051 439465 overvliegend onbekend M.Grutters G. Bakker 18-9-2013 Ruige dwergvleermuis Pipistrellus nathusii 1 87901 439380 overvliegend onbekend M.Grutters S. jaarsma 8-10-2013 Ruige dwergvleermuis Pipistrellus nathusii 1 87921 439411 overvliegend onbekend M.Grutters S. jaarsma 8-10-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88046 439460 overvliegend onbekend M.Grutters S. jaarsma 8-10-2013 Ruige dwergvleermuis Pipistrellus nathusii 1 88067 439484 foeragerend onbekend M.Grutters S. jaarsma 8-10-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88067 439484 foeragerend onbekend M.Grutters S. jaarsma 8-10-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88175 439617 baltsend man M.Grutters S. jaarsma 8-10-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88176 439902 foeragerend onbekend M.Grutters S. jaarsma 8-10-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88175 439943 foeragerend onbekend M.Grutters S. jaarsma 8-10-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88171 440017 baltsend man M.Grutters S. jaarsma 8-10-2013 Ruige dwergvleermuis Pipistrellus nathusii 1 88170 440088 overvliegend onbekend M.Grutters S. jaarsma 8-10-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88159 440140 baltsend man M.Grutters S. jaarsma 8-10-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88063 440319 overvliegend onbekend M.Grutters S. jaarsma 8-10-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 87999 440365 foeragerend onbekend M.Grutters S. jaarsma 8-10-2013 Ruige dwergvleermuis Pipistrellus nathusii 1 88010 440373 baltsend man M.Grutters S. jaarsma 8-10-2013 Gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus 1 88118 440235 overvliegend onbekend bsr-notitie 1021 Vleermuisonderzoek bomenrij projectgebied Bochtafsnijding Delftse Schie 5 / 8

Bijlage 2 wettelijk kader Verbodsbepalingen De van nature in Nederland in het wild voorkomende planten en dieren worden beschermd door de Flora- en faunawet die in 2002 van kracht geworden is. De soortbeschermingsbepalingen uit de Europese richtlijnen Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn in de Ffwet geïmplementeerd. Deze bescherming dient ervoor te zorgen dat zeldzame en bedreigde soorten niet in aantallen afnemen of uit Nederland verdwijnen. De bescherming in de Ffwet wordt geregeld middels een aantal verbodsbepalingen (artikel 8 t/m 13): artikel 8: artikel 9: Het is verboden planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Het is verboden (beschermde) dieren te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. artikel 10: Het is verboden (beschermde) dieren opzettelijk te verontrusten. artikel 11: Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen (zie onderstaande paragraaf) van (beschermde) dieren te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. artikel 12: Het is verboden eieren van (beschermde) dieren te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen. artikel 13: Het is verboden planten of producten van planten, of dieren dan wel eieren, nesten of producten van (beschermde) dieren te koop te vragen, te kopen of te verwerven, ten verkoop voorhanden of in voorraad te hebben, te verkopen of ten verkoop aan te bieden, te vervoeren, ten vervoer aan te bieden, af te leveren, te gebruiken voor commercieel gewin, te huren of te verhuren, te ruilen of in ruil aan te bieden, uit te wisselen of tentoon te stellen voor handelsdoeleinden, binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen of onder zich te hebben. Voortplantingsplaatsen en andere vaste rust- en verblijfplaatsen Tot vaste rust- en verblijfplaatsen als bedoeld in artikel 11 van de Ffwet worden bijvoorbeeld verblijven van vleermuizen of voortplantingswateren van de Rugstreeppad Bufo calamita gerekend. Ook de functionele omgeving van een verblijf kan een beschermde status hebben. Dit geldt bijvoorbeeld voor belangrijke migratie- en vliegroutes en foerageergebieden van vleermuizen die van belang zijn voor de instandhouding van een vaste rust- of verblijfplaats van de soort op populatieniveau. Alle inheemse broedvogels en hun nesten mogen niet worden verstoord tijdens het broeden. Voor enkele vogelsoorten geldt dat de broedlocaties dermate belangrijk zijn voor de soort dat deze jaarrond zijn beschermd, dus ook buiten het broedseizoen zijn hier de verbodsbepalingen van artikel 11 van kracht. In 2009 is een aangepaste lijst met jaarrond beschermde vogels opgesteld (Ministerie van LNV 2009). Deze jaarronde bescherming krijgen bijvoorbeeld nesten van honkvaste koloniebroeders, nesten van anderszins zeer honkvaste soorten, soorten afhankelijk van bebouwing of vogels die ieder jaar gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om boomnesten die worden gebruikt door roofvogels en uilen waaronder Buizerd Buteo buteo en Ransuil Asio otus, en vogels die aan menselijke bebouwing zijn gebonden als Gierzwaluw Apus apus, Huismus Passer domesticus en Kerkuil Tyto alba. Wanneer bij werkzaamheden de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats gegarandeerd kan worden is geen ontheffing nodig. Wanneer dit niet mogelijk is dient ontheffing aangevraagd te worden op grond van een wettelijk belang uit de Vogelrichtlijn. bsr-notitie 1021 Vleermuisonderzoek bomenrij projectgebied Bochtafsnijding Delftse Schie 6 / 8

Beschermingsregimes Het soortbeschermingsdeel van de Europese Habitatrichtlijn is opgenomen in de Flora- en faunawet. In de Flora- en faunawet is een groot aantal in Nederland voorkomende planten en dieren opgenomen waarop de hier boven genoemde verbodsbepalingen van toepassing zijn. Later zijn deze soorten in drie beschermingsregimes ingedeeld. Deze driedeling is als volgt: Tabel 1. Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 1 voor artikel 8 t/m 12 van de Flora- en faunawet. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. Voor deze activiteiten hoeft geen ontheffing aangevraagd worden. Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 1 een ontheffing nodig. Een ontheffingaanvraag voor deze soorten wordt getoetst aan het criterium doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort (de zogenaamde lichte toets). Tabel 2. Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 2 voor artikel 8 t/m 12 van de Flora- en faunawet, mits activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de staatssecretaris van EZ goedgekeurde gedragscode. Hetzelfde geldt voor alle vogelsoorten. Een gedragscode moet door een sector of ondernemer zelf opgesteld worden en ingediend voor goedkeuring. Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 2 een ontheffing nodig. Een ontheffingaanvraag voor deze soorten wordt getoetst aan het criterium doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort. Dit is niet van toepassing op alle vogelsoorten (zie toelichting tabel 3) Tabel 3. Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 3 voor artikel 8 t/m 12 van de Flora- en faunawet, mits activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de staatssecretaris van EZ goedgekeurde gedragscode. Deze vrijstelling is enigszins beperkt; voor activiteiten die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw en bestendig gebruik geldt geen vrijstelling voor artikel 10 van de Flora- en faunawet. Ook niet op basis van een gedragscode. Een gedragscode moet door een sector of ondernemer zelf opgesteld worden en ingediend voor goedkeuring. Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkeling, geldt voor soorten in tabel 3 geen vrijstelling. Ook niet op basis van een gedragscode. Hiervoor is een ontheffing nodig. Voor activiteiten in het kader van bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw en bestendig gebruik en voor activiteiten in het kader van ruimtelijke ontwikkeling is het niet mogelijk voor artikel 10 voor de soorten in tabel 3 een ontheffing te krijgen. Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 3 een ontheffing nodig. Een ontheffingaanvraag voor de soorten van tabel 3 en de soorten vermeld in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn (onder meer alle Nederlandse vleermuissoorten) wordt getoetst aan drie criteria: 1) er is sprake van een in of bij de wet genoemd belang; 2) er is geen alternatief; 3) er is geen sprake van afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Deze drie criteria vormen de zogenaamde uitgebreide toets. De drie criteria staan naast elkaar en niet na elkaar (aan alle drie moet voldaan zijn). De uitgebreide toets geldt ook voor alle vogelsoorten. Gunstige staat van instandhouding Het criterium gunstige staat van instandhouding is van toepassing wanneer soorten uit tabel 2 en 3 van de Ffwet of Bijlage IV van de Habitatrichtlijn voorkomen, op locaties waar activiteiten gaan plaatsvinden die een wezenlijk negatief effect kunnen hebben op de aanwezige populaties van deze soorten. Deze gunstige staat van instandhouding van de soort mag niet in het geding komen. Voorwaarden waaraan hiertoe voldaan bsr-notitie 1021 Vleermuisonderzoek bomenrij projectgebied Bochtafsnijding Delftse Schie 7 / 8

moeten worden staan in de Habitatrichtlijn benoemd. De 'staat van instandhouding' wordt als gunstig beschouwd wanneer: Uit populatiedynamische gegevens blijkt dat de betrokken soort nog steeds een levensvatbare component is van de natuurlijke habitat waarin hij voorkomt, en dat op lange termijn zal blijven en het natuurlijke verspreidingsgebied van die soort niet kleiner wordt of binnen afzienbare tijd lijkt te zullen worden, en er een voldoende grote habitat bestaat en waarschijnlijk zal blijven bestaan om de populaties van die soort op langere termijn in stand te houden. Mitigatie & Compensatie Voor eventueel verlies van leefgebied van beschermde soorten op plaatsen waar ruimtelijke inrichting of ontwikkeling plaatsvindt, dient compensatie plaats te vinden, hetgeen kan inhouden dat er elders geschikt leefgebied wordt gecreëerd ten gunste van de soort. Daarnaast dienen mitigerende maatregelen te worden genomen waarmee de schade aan de aanwezige populatie tijdens werkzaamheden wordt beperkt. Zorgplicht In de Ffwet is een zorgplicht opgenomen (artikel 2), een algemeen geldende fatsoensnorm voor de omgang met flora en fauna. Deze zorgplicht houdt in dat menselijk handelen zo weinig mogelijk nadelige gevolgen voor flora en fauna mag hebben. Wanneer men weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat werkzaamheden nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen hebben, dient men dit, mits redelijkerwijs mogelijk, te vermijden of deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. De zorgplicht geldt voor alle planten en dieren, beschermd of niet. In het geval van beschermde planten of dieren geldt de zorgplicht ook als er een ontheffing of vrijstelling is verleend. De zorgplicht voor dieren betekent niet dat er geen dieren mogen worden gedood, maar wel dat dit, indien onvermijdelijk, met zo min mogelijk lijden gepaard gaat. De genoemde drie items: mitigatie, compensatie en Zorgplicht, zijn algemene voorwaarden ter verkrijging van een eventuele ontheffing van de verbodsbepalingen in de Ffwet. bsr-notitie 1021 Vleermuisonderzoek bomenrij projectgebied Bochtafsnijding Delftse Schie 8 / 8