BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE

Vergelijkbare documenten
Boetebeleidsregels Wet Kinderopvang (WKo) Handhaving in het algemeen

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Venlo

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Een last onder dwangsom wordt opgelegd met als doel herstel van de overtreding en/of voorkoming van herhaling van de overtreding.

Bijlage 2 Toelichting op het afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Enschede. Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang;

Handhavings- en boetebeleid Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Hardenberg

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Bunnik Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang;

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Bergeijk 2016

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Midden-Groningen

BELEIDSREGEL HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN HELMOND 2013

de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Toelichting op Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang Veenendaal

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Olst-Wijhe

Toelichting op de beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Tiel 2014

Beleidsregels toezicht en handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalengemeente Deventer 2014

Handhavingsbeleid kinderopvang Gemeente Waalwijk

besluiten vast te stellen de navolgende BELEIDSREGELS HANDHAVING WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE MARUM 2015

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Oost Gelre

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Haaren

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Smallingerland 2014

Handhavingsbeleidsplan kwaliteit kinderopvang gemeente Schiedam

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Terneuzen 2014

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Gilze en Rijen

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Bergen op Zoom

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voor de gemeenten in de regio Gooi & Vechtstreek

Handhavingsprotocol kinderopvang s-hertogenbosch 2014

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voor de gemeenten in de regio Gooi & Vechtstreek

Handhavingsprotocol kinderopvang s-hertogenbosch 2014

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Leeuwarden

HANDHAVING- EN SANCTIEBELEID KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012

Vrijwilligersbeleid (peuterspeelzalen) Gemiddeld 1.500,- Houder heeft vrijwilligers tegen wettelijke

De beleidsregels worden sedert besluit name gehanteerd. Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2013 / 111

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Texel

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Roermond 2013

Bijlage 1. Procedure inspecties toezichthouder

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Krimpen aan den IJssel 2013

Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; Het Toezicht - en handhavingsbeleid kinderopvang vast te stellen.

Gelet op de artikelen 1.61, eerste lid, 1.65, eerste lid, 1.66 en 1.72, eerste lid Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

Handhavingsbeleid kinderopvang Gouda

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Beleidsregels handhaving kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen regio Twente

Gelet op de artikelen 1.61, eerste lid, 1.65, eerste lid, 1.66 en 1.72, eerste lid Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Druten

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Nederweert

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Castricum 2014

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Beleidsregels Handhaving Wet kinderopvang en Kwaliteitseisen peuterspeelzalen 2014

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voor de gemeenten in de regio Gooi & Vechtstreek

Gelet op de artikelen 1.61, eerste lid, 1.65, eerste lid, 1.66 en 1.72, eerste lid Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Maastricht. Hoofdstuk 1 Algemeen

Bijlage 3. Toelichting en procedures sanctiemiddelen

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Roermond 2013

Notitie Handhaving Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Gemeente Meppel

Beleidsnota. Toezicht en handhaving kwaliteit en veiligheid Kinderopvang en peuterspeelzalen

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Apeldoorn

Handhavingsbeleid kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen Gemeente Delfzijl Gemeente Appingedam Gemeente Loppersum

BELEIDSREGELS HANDHAVING WET KINDEROPVANG - GEMEENTE RENKUM

Wanneer is eigenlijk sprake van feitelijk leidinggeven of opdracht geven?

Beleidsregel handhaving kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Helmond 2013

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Kapelle

Burgemeester en wethouders van de Friese Meren,

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Oldenzaal

Beleidsnotitie Toezicht & handhaving wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

HANDHAVING KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN 2012

Handhavingsbeleid Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Lochem 2015

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente De Marne

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 2015

Handhavingsbeleid Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Lochem

HANDHAVINGSBELEID BESTUURLIJKE BOETE KINDEROPVANG

Beleidsregels WKO. Inleiding

Handhavingsbeleid kwaliteit Kinderopvang Gemeente De Bilt 2013

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang 2017

TOEZICHT EN HANDHAVING KWALITEIT KINDEROPVANG EN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2015

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 2016

Handhavingsbeleid kinderopvang & peuterspeelzaalwerk Nissewaard 2016

Gelet op de artikelen 1.61, eerste lid, 1.65, eerste lid, 1.66 en 1.72, eerste lid Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Hof van Twente

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 2014

NEE. Van: H. Steijn Tel nr: Nummer: 15A.00138

Handhavingsbeleid Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Lochem 2016 (treedt in werking op 29 september 2016)

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang Lelystad

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Kapelle 2017

De gemeenten in de regio Eemland (Amersfoort, Baarn, Soest, Leusden, Woudenberg, Bunschoten en

Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg

Inhoud. Notitie handhavingsbeleid kinderopvang en peuterspeelzalen Gemeente Dalfsen

TOEZICHT EN HANDHAVING. Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Gemeente Tynaarlo

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende handhaving kwaliteit kinderopvang

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang Eijsden-Margraten 2018

LEIDRAAD SCHRIFTELIJK BEVEL

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen regio Twente, gemeente Almelo

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen regio Twente, gemeente Almelo

Handhavingsbeleid Kwaliteit kinderopvang & Peuterspeelzalen Gemeente Woerden

Handhavingsprotocol kinderopvang 2018

REGIONAAL BELEIDSKADER TOEZICHT EN HANDHAVING KINDEROPVANG. Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang;

Transcriptie:

BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE Bijlage 2 bij Toezicht en Handhavingsbeleid kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen gemeente Westvoorne IZ/OWO november 2012

Inhoud: Pagina: 1 Gebruikte afkortingen 3 2 Inleiding boetebeleidsregels.. 3 3 Handhaving in het algemeen. 3 4 De bestuurlijke boete 3 5 De hoogte van de bestuurlijke boete. 4 6 Kwaliteitsnormen.. 5 7 Toelichting op het boetebeleid 6 8 Het traject dat uiteindelijk kan leiden tot het opleggen van een boete. 6 9 Hoogte van de boete bij overtreding van artikel 1. 45, 1.47 lid 1, 1.65 en 1.66 van de Wko en artikel 5:20 van de Awb. 6 10 Boetecategorieën. 7 2

1 Inleiding boetebeleidsregels De boetebeleidsregels vormen samen met het Toezicht en Handhavingsbeleid kwaliteit Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk Westvoorne 2012 en het Afwegingsmodel handhaving kinderopvang een geheel. De wettelijke grondslag of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd is de Wko artikel 1.72. 2 Gebruikte afkortingen Wko - Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Awb - Algemene wet bestuursrecht GGD - Gemeentelijke Gezondheidsdienst 3 Handhaving in het algemeen Het college van burgemeester en wethouders ziet op grond van artikel 1.61 van de Wko toe op de naleving van de eisen uit deze wet. Om aan deze handhavingverplichting uitvoering te geven kent de Wko diverse handhaving- en sanctiemiddelen. Zo zijn er: de aanwijzing of het bevel bestuursdwang last onder dwangsom exploitatieverbod uitschrijving uit het register bestuurlijke boete In dit stuk zal verder worden ingegaan op de bestuurlijke boete. In de toelichting wordt het gehele proces, dat vooraf is gegaan aan het besluit om een bestuurlijke boete op te leggen nader besproken. De Boetebeleidsregels zijn overgenomen uit de VNGboetebeleidsregels. 4 De bestuurlijke boete Eén van de handhavingsinstrumenten is de bestuurlijke boete. Deze wordt geregeld in de artikelen 1.72, 1.80 en 1.86 van de WKo. Op grond van artikel 1.72 Wko is het college van burgemeester en wethouders bevoegd terzake een aantal overtredingen een bestuurlijke boete op te leggen. Deze boetebeleidsregels hebben betrekking op overtredingen die in relatie staan met (het toezicht op) de kwaliteitsnormen en enkele andere verplichtingen. Bij de boetebeleidsregels wordt schending van de informatieverplichtingen als bedoeld in artikel 1.28 Wko buiten beschouwing gelaten. De maximale boetebedragen hiervoor zijn wel in artikel 1.72 WKo bepaald. Het college van burgemeester en wethouders kan in de volgende situaties een bestuurlijke boete opleggen: In geval van overtreding van een of meer van de bepalingen bij of krachtens de artikelen 1.45 tot en met 1.60 Wko (hoofdstuk 1, paragraaf 1, 2 en 3); In geval de houder een opgelegde aanwijzing of bevel niet nakomt (artikel 1.65 WKo); In geval de houder een kinderopvangcentrum blijft exploiteren terwijl op grond van artikel 1.66 Wko aan hem een exploitatieverbod is opgelegd; In geval de houder weigert zijn medewerking te verlenen aan een toezichthouder (5:20 Awb). In geval een houder niet onverwijld melding doet van wijzigingen op grond van artikel 1.47 lid 1 WKo. 3

Het college van burgemeester en wethouders legt geen boete op in de volgende situaties: indien de overtreder aannemelijk maakt dat elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt. indien de houder, zijnde een natuurlijk persoon (en geen rechtspersoon), is overleden. Het college van burgemeester en wethouders geeft met deze boetebeleidsregels invulling aan zijn beleidsvrijheid ten aanzien van zijn bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete. Daarbij wordt aandacht besteed aan de situaties waarin tot oplegging van een bestuurlijke boete wordt overgegaan en verder aan de wijze waarop de hoogte van een boete in een concreet geval wordt vastgesteld. 5 De hoogte van de bestuurlijke boete Een bestuurlijke boete mag ten hoogste 45.000 bedragen. De hoogte van de boete moet volgens artikel 1.72, tweede lid, Wko worden afgestemd op: de ernst van de overtreding, de mate waarin de overtreding de (rechts)persoon kan worden verweten en de omstandigheden waarin die persoon verkeert. Bij de vaststelling van de hoogte van de boete maakt het college van burgemeester en wethouders onderscheid tussen overtreding van de bij of krachtens Afdeling 3 en 4 van de Wko enerzijds en de (informatie)verplichtingen op grond van artikel 5:20 van de Awb, anderzijds. In geval van overtreding van die laatste bepalingen gelden in beginsel de volgende boetebedragen. Bepaling Boete 5:20 Awb 2.500 1.45 Wko 10.000 1.47 lid 1 Wko 500 1.65 Wko Zie de genoemde bedragen bij de desbetreffende bevelen/aanwijzingen in het Afwegingsmodel handhaving kinderopvang 1.66, lid 1 of lid 2 Wko 10.000 In het geval de overtreder in de afgelopen drie jaar al eerder is beboet voor eenzelfde type overtreding kan het college van burgemeester en wethouders de boete verhogen. Daarbij is irrelevant of de in het verleden gepleegde overtreding(en) al dan niet betrekking hadden op hetzelfde kindercentrum of gastouderopvang waarvoor de nieuwe boete wordt opgelegd. Bepalend is of de overtreder als houder al eerder een boete is opgelegd. Het college van burgemeester en wethouders hanteert de volgende verhogingen als richtsnoer in geval van recidive. Bepaling Verhoging op de basisboetebedragen per herhaling Maximum 5:20 Awb 600 3.700 1.45 Wko 2.500 18.500 1.47 lid 1 Wko 500 45.000 1.65 Wko Genoemde bedragen in afwegingsmodel handhaving kinderopvang 45.000 1.66, lid 1 of lid 2 Wko 2.500 18.500 4

6 Kwaliteitsnormen (hoofdstuk 3 WKo) De Wet Kinderopvang kent globale kwaliteitsnormen. De hoogte van de boete is afhankelijk van de mate waarin de desbetreffende wettelijke kwaliteitsnormen niet zijn nageleefd. In de AMvB Besluit Kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen en de bijbehorende ministeriële regeling Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 zijn deze kwaliteitsnormen uitgewerkt in concrete gedragingen en/of verplichtingen. De mate waarin de wettelijke kwaliteitsnormen niet zijn nageleefd wordt vastgesteld aan de hand van deze concrete gedragingen of verplichtingen die in de Boetebeleidsregels zijn overgenomen. Het college van burgemeester en wethouders heeft met in achtneming van artikel 1.72, lid 1 en 2, van de Wko aan diverse gedragingen of verplichtingen een bedrag gekoppeld. De hoogte van deze bedragen is afgestemd op de prioritering van de overtreding. Een hoge prioritering betekent dat er ook in algemene zin sprake is van een ernstige overtreding terwijl aan minder ernstige overtredingen een lage(re) prioritering is toegekend. Mede gelet op het in artikel 1.72 van de Wko neergelegde boetemaximum heeft dit geleid tot de volgende verdeling: Prioritering Bedrag Hoog 4.000-10.000 Gemiddeld 2.000-5.000 Laag 0-2.500 Per overtreding is binnen deze bandbreedte een bedrag vastgesteld waarbij mede acht is geslagen op de aard en het aantal gedragingen waaruit de overtreding bestaat. De 'totale' boete voor deze overtreding is over deze onderdelen verdeeld. De hoogte van de boete wordt in eerste instantie vastgesteld door de verschillende onderdelen van een overtreding bij elkaar op te tellen. Als bijlage 2 is een voorbeeld toegevoegd. Tot slot kan het college van burgemeester en wethouders bij de vaststelling van de boete boeteverhogende en boeteverlagende omstandigheden betrekken. Dit kan ertoe leiden dat van de vastgestelde bedragen per overtreding wordt afgeweken. Daarbij wordt gedacht aan een verhoging dan wel verlaging van 10% van het basisboetebedrag per omstandigheid. Als boeteverhogende omstandigheden kunnen onder meer in aanmerking worden genomen: De omstandigheid dat de houder al eerder eenzelfde type overtreding heeft gepleegd. Daaronder wordt ook een overtreding in een ander kindercentrum of gastouderbureau van dezelfde houder begrepen. De omstandigheid dat de overtreding betrekking heeft op een kindercentrum waar meer kinderen worden opgevangen. In geval van gastouderopvang speelt deze omstandigheid geen rol. De omstandigheid dat de overtreding in verhoogde mate aan de houder kan worden verweten. Hiervan kan sprake zijn indien de overtreding met opzet is gepleegd of als de overtreding heeft voortgeduurd nadat de houder er nadrukkelijk op is gewezen. De omstandigheid dat de overtreder door de verboden gedraging een aanzienlijk voordeel heeft verkregen. De omstandigheid dat de overtreding een direct gevaar heeft opgeleverd voor de veiligheid of gezondheid van personen. Een andere omstandigheid die naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders aanleiding geeft tot verhoging van de boete. 5

Als boeteverlagende omstandigheden kunnen onder meer in aanmerking worden genomen: De omstandigheid dat de overtreder uit eigen beweging derden, aan wie direct of indirect door de overtreding schade is berokkend, schadeloos heeft gesteld. Een andere omstandigheid die naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders aanleiding geeft tot verlaging van de boete. 7 Toelichting op het boetebeleid Het vaststellen van boetebeleid vergemakkelijkt het opleggen van een boete. Ook komt het de rechtszekerheid ten goede, daar inzichtelijk is hoe bepaalde overtredingen bestraft kunnen worden. Een bestuurlijke boete is een punitieve sanctie, met andere woorden er is sprake van bestraffing. Hierdoor is het opleggen van een bestuurlijke boete een met veel waarborgen omkleed proces. Voor het toepassen van een bestuurlijke boete is Titel 5.4 van de Awb van toepassing. 8 Het traject dat uiteindelijk kan leiden tot het opleggen van een boete Het is niet de bedoeling heel snel over te gaan tot het opleggen van een boete. De bestuurlijke boete is een sluitstuk van een handhavingsproces en is een van de uiterste middelen die ingezet zullen worden. Voordat een boete wordt opgelegd heeft er al een lang traject van handhaving plaatsgevonden, echter helaas zonder dat het gewenste resultaat is bereikt. In dat geval kan door het college van burgemeester en wethouders worden besloten een boete op te leggen. Mogelijke stappen die voorafgaand aan een boetebesluit kunnen zijn gezet zijn: een inspectie door de GGD-inspecteur (toezichthouder) overleg over het inspectierapport met de houder door de GGD-inspecteur aanschrijving of bevel met een hersteltermijn nader onderzoek betreffende de aanwijzing of het bevel met hersteltermijn toepassing handhavingsinstrument anders dan een bestuurlijke boete betreffende het niet nakomen van aanschrijving of bevel nader onderzoek (herinspectie) voornemen om bestuurlijke boete op te leggen Bovenstaande opsomming is niet voorgeschreven of uitputtend, maar geeft weer dat er al vele momenten zijn geweest waarop de houder op een overtreding is gewezen en de houder ook vele mogelijkheden heeft gehad de overtreding te beëindigen. Als dit alles niet tot een oplossing heeft geleid kan dat reden zijn voor het college van burgemeester en wethouders om te besluiten een bestuurlijke boete op te leggen met als overweging de houder voor het niet nakomen te bestraffen. 9 Hoogte van de boete bij overtreding van artikel 1. 45, 1.47 lid 1, 1.65 en 1.66 van de Wko en artikel 5:20 van de Awb De overtreding van artikel 1.66 van de Wko, artikel 5:20 van de Awb en artikel 1.45, lid 1, van de Wko betreffen een strafrechtelijk delict. De boetebedragen hiervoor zijn dan ook afkomstig uit het strafrecht. De andere twee overtredingen zijn vastgesteld in het licht van het boetebeleid. Daarom zijn ook deze vijf overtredingen aan het Afwegingsmodel toegevoegd om zodoende het gehele boetebeleid bij elkaar te houden. Overtreding van artikel 5:20 van de Awb is een strafrechtelijk delict, geregeld in artikel 184 Wetboek van Strafrecht. Volgens artikel 5:44 van de Awb mogen voor hetzelfde feit niet meerdere sancties opgelegd worden. Voor boetes die ook een delict opleveren die door Openbaar Ministerie (hierna: OM) vervolgd kan worden geldt dat je eerst overleg met het OM 6

plaats vindt of zij wil vervolgen. Wanneer het OM gaat vervolgen, mag er geen gemeentelijke boete opgelegd worden. Vervolgt het OM niet dan mag er wel een boete opgelegd worden. 10 Boetecategorieën De categorieën zijn als volgt opgebouwd: Eerste categorie Tot 370 Tweede categorie Tot 3.700 Derde categorie Tot 7.400 Vierde categorie Tot 18.500 Vijfde categorie Tot 74.000 Zesde categorie Tot 740.000 7