rijksdienst voor sociale zekerheid

Vergelijkbare documenten
rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid Openbare Instelling van Sociale Zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid Openbare Instelling van Sociale Zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid Openbare Instelling van Sociale Zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief)

THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie

sectorfoto 2012 andere primaire en secundaire sectoren

Bijlage - Tabellen. Ongevallen op de arbeidsplaats ,9% ,7% 1,9% Ongevallen op de arbeidsweg ,1% 23.

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening

SECTORFOTO 2014 KLEINE PRIMAIRE EN SECUNDAIRE SECTOREN

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

7 Andere primaire en secundaire sectoren

Sectoren / paritaire comités Methodologie

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

rijksdienst voor sociale zekerheid dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

rijksdienst voor sociale zekerheid rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

THEMA IV.4. Ischemisch Hartlijden

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

TEXTIEL EN KUNSTSTOFFEN IN WEST VLAANDEREN

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid Openbare instelling voor Sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid Openbare instelling voor Sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid Openbare instelling voor Sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid Openbare instelling voor Sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid Openbare instelling voor Sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid Openbare instelling voor Sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid

rijksdienst voor sociale zekerheid Openbare instelling voor Sociale zekerheid

Statistiques Médecins - Geneesheren Statistieken toetreding akkoord , 2/3/2016, geografisch

Transcriptie:

rijksdienst voor sociale zekerheid Werknemers onderworpen aan de sociale zekerheid naar plaats van tewerkstelling: gegevens op 30 juni 2017

rijksdienst voor sociale zekerheid Openbare instelling voor Sociale zekerheid Werknemers onderworpen aan de sociale zekerheid naar plaats van tewerkstelling: gegevens op 30 juni 2017 Gedecentraliseerde statistiek (arbeidsplaatsen)

Inhoudsopgave Voorwoord... 5 A. Inleiding... 7 B. Waarnemingssfeer... 7 C. Bepaling van de statistiekeenheden... 8 1. De arbeidsplaats... 8 2. Inrichting - vestigingseenheid... 8 2.1. Het uitgangspunt: de werkgever... 8 2.2. De vroegere gedecentraliseerde notie: de inrichting... 9 2.3. De nieuwe gedecentraliseerde notie: de vestigingseenheid... 9 D. Wijze van opmaken... 9 E. Classificatiecriteria... 10 1. Kenmerken verbonden met de arbeidsplaats... 10 2. Kenmerken eigen aan de vestigingseenheid... 10 F. Bijzonderheden... 11 G. Bijzonderheden voor het tweede kwartaal 2017... 13 Tabellen Tabel 1 Indeling van de werkgevers en naar basisinstelling...16 Tabel 2 Indeling van de vestigingseenheden en naar dimensie van de vestigingseenheden - Totaal...17 Tabel 2bis Indeling van de vestigingseenheden en naar dimensie van de vestigingseenheden - Privé-sector...18 Tabel 2ter Indeling van de vestigingseenheden en naar dimensie van de vestigingseenheden - Overheidssector...19 Tabel 3 Indeling van de naar plaats van tewerkstelling, sector en statuut...20 Tabel 4 Indeling van de naar plaats van tewerkstelling, sector en geslacht...22 Tabel 5 Indeling van de naar sector, statuut en activiteitstak...24 Tabel 6 Indeling van de naar statuut, geslacht en activiteitstak...26 Tabel 7 Indeling van de vestigingseenheden naar plaats en naar activiteitstak...28 Tabel A Indeling van de naar activiteitstak en naar plaats van tewerkstelling - Algemeen totaal...30 Tabel 8 Indeling van de naar activiteitstak en naar plaats van tewerkstelling Privé-sector - arbeiders mannen...32 Tabel 9 Indeling van de naar activiteitstak en naar plaats van tewerkstelling Privé-sector - arbeiders vrouwen...34 Tabel 10 Indeling van de naar activiteitstak en naar plaats van tewerkstelling Privé-sector - bedienden mannen...36 Tabel 11 Indeling van de naar activiteitstak en naar plaats van tewerkstelling Privé-sector - bedienden vrouwen...38 Tabel 12 Indeling van de naar activiteitstak en naar plaats van tewerkstelling Overheidssector - arbeiders mannen...40

Tabel 13 Tabel 14 Tabel 15 Tabel 16 Tabel 17 Indeling van de naar activiteitstak en naar plaats van tewerkstelling Overheidssector - arbeiders vrouwen...42 Indeling van de naar activiteitstak en naar plaats van tewerkstelling Overheidssector - bedienden mannen...44 Indeling van de naar activiteitstak en naar plaats van tewerkstelling Overheidssector - bedienden vrouwen...46 Indeling van de naar activiteitstak en naar plaats van tewerkstelling Overheidssector - ambtenaren mannen...48 Indeling van de naar activiteitstak en naar plaats van tewerkstelling Overheidssector - ambtenaren vrouw...50 Tabel 18 Indeling van de vestigingseenheden naar activiteitstak en naar dimensieklasse...52 Tabel B Tabel 19 Tabel 20 Tabel 21 Tabel 22 Tabel 23 Indeling van de naar activiteitstak en naar dimensieklasse van de vestigingseenheden - Algemeen totaal...54 Indeling van de naar activiteitstak en naar dimensieklasse van de vestigingseenheden - Privé-sector - arbeiders...56 Indeling van de naar activiteitstak en naar dimensieklasse van de vestigingseenheden - Privé-sector - bedienden...58 Indeling van de naar activiteitstak en naar dimensieklasse van de vestigingseenheden - Overheidssector - arbeiders...60 Indeling van de naar activiteitstak en naar dimensieklasse van de vestigingseenheden - Overheidssector - bedienden...62 Indeling van de naar activiteitstak en naar dimensieklasse van de vestigingseenheden - Overheidssector - ambtenaren...64 Tabel 24 Indeling van de vestigingseenheden naar plaats en naar dimensieklasse...66 Tabel C Tabel 25 Tabel 26 Tabel 27 Tabel 28 Tabel 29 Indeling van de naar plaats van tewerkstelling en naar dimensieklasse van de vestigingseenheden - Algemeen totaal...68 Indeling van de naar plaats van tewerkstelling en naar dimensieklasse van de vestigingseenheden - Privé-sector arbeiders...70 Indeling van de naar plaats van tewerkstelling en naar dimensieklasse van de vestigingseenheden - Privé-sector - bedienden...72 Indeling van de naar plaats van tewerkstelling en naar dimensieklasse van de vestigingseenheden - Overheidssector - arbeiders...74 Indeling van de naar plaats van tewerkstelling en naar dimensieklasse van de vestigingseenheden - Overheidssector - bedienden...76 Indeling van de naar plaats van tewerkstelling en naar dimensieklasse van de vestigingseenheden - Overheidssector - ambtenaren...78

Voorwoord De "gedecentraliseerde" statistiek vindt haar oorsprong in de door het Ministerieel Comité voor Economische en Sociale Coördinatie in januari 1969 getroffen beslissingen. Hierdoor werd de RSZ belast met het opmaken van statistieken met een verder doorgedreven indeling van de naar de aard van de activiteit en de plaats van tewerkstelling. Dit om de tewerkstellingsstatistiek dichter bij de werkelijkheid te brengen. Die indeling van de, voor de eerste maal opgesteld in 1969, gebeurt op basis van de door alle werkgevers met verschillende bedrijfszetels en/of activiteiten verstrekte bijkomende inlichtingen over de tewerkstelling. Tot 2002 gebeurde dit telkens op 30 juni, op basis van een speciaal hiervoor bestemde bijlage bij de kwartaalaangifte voor het tweede kwartaal. De belangrijke stappen die in 2003 zijn gezet naar de verwezenlijking van het e-government in de sociale zekerheid betekenen een radicale breuk in de procedures voor het overmaken van administratieve gegevens. De omvorming van de RSZ-aangifte tot DmfA (Déclaration multifonctionelle - multifunctionele Aangifte) heeft onvermijdelijk tot aanpassingen geleid van onze statistische methodes en de administratieve procedures. Concreet werd o.m. de bijlage bij de kwartaalaangifte van het tweede kwartaal afgeschaft en vervangen door een vermelding op de DmfA, verplicht voor alle werkgevers met meerdere uitbatingszetels. De omschakeling voor de gedecentraliseerde gegevens was in 2003 nog niet volledig. De editie van 2004 is de eerste waar ten volle de omschakeling van het begrip "inrichting" naar "vestigingseenheid" toegepast is. Deze wijziging is vrij fundamenteel. Toch hebben we gestreefd om, zowel wat de tijdreeks als de inhoud van de variabelen betreft, de continuïteit zoveel mogelijk te bewaren. Sinds 2005 werd het mogelijk om gedecentraliseerde gegevens te presenteren voor zowel het tweede kwartaal als het vierde kwartaal, en vanaf 2015 worden voor elk kwartaal statistieken opgesteld. De aanduiding op de DmfA van de vestigingseenheid op het niveau van elke werknemer biedt de mogelijkheid om naast de tewerkstelling (aantal arbeidsplaatsen) ook andere tewerkstellingsgegevens op te nemen. Deze mogelijkheden leiden tot nieuwe statistische tabellen, die onder meer via de RSZ-Website via de rubriek onlinestatistieken geraadpleegd kunnen worden. Vanaf het jaar 2008 is een nieuwe activiteitennomenclatuur (NACE-Bel 2008) in voege getreden. Een nieuwe nomenclatuur sluit beter aan bij de huidige economische realiteit, maar deze omschakeling naar een nieuwe nomenclatuur betekent ook dat er in de tijdsreeksen een breuk is ontstaan. Om deze breuk zoveel mogelijk op te vangen worden de gegevens m.b.t. 2007 opnieuw gepubliceerd op de website van de RSZ volgens de nieuwe nomenclatuur. Wees dan ook waakzaam met welke versie de hier gepresenteerde cijfers vergeleken worden. Vanaf 2011 werd een hervormde aangifte voor het overheidspersoneel ingevoerd, die het mogelijk maakt bepaalde die zich in bepaalde stelsels van inactiviteit bevinden te onderscheiden. Dit biedt de mogelijkheid om zowel de telling van de als de berekening van het arbeidsvolume meer in overeenstemming te brengen met de socioeconomische realiteit. Zo worden de die zich in een stelsel van terbeschikkingstelling voorafgaand aan het pensioen niet langer geteld als tewerkgestelde werknemer. 5

Bovendien is van de gelegenheid gebruik gemaakt om het onderscheid tussen privé-sector en overheidssector te herzien. Meer informatie met betrekking tot deze methodologische aanpassingen kan u terugvinden op de RSZ-Website. In het kader van de 6 e Staatshervorming, zijn vanaf het derde kwartaal 2014 een aantal bevoegdheden geregionaliseerd, waaronder het grootste deel van de huidige specifieke doelgroepmaatregelen. Voor de geregionaliseerde maatregelen die toegekend worden onder de vorm van een vermindering van werkgeversbijdragen geldt het criterium van de plaats van tewerkstelling. Dit betekent dat het belang van de gedecentraliseerde statistieken (of naar plaats van tewerkstelling) alleen maar is toegenomen. De RSZ voorziet dan ook een uitbreiding van het aanbod aan gedecentraliseerde statistieken zowel qua periodiciteit als qua variabelen en classificatiecriteria, en dit vooral via de RSZ-Website. 6

Verdeling volgens plaats van tewerkstelling van de (arbeidsplaatsen) opgenomen in de sociale zekerheid: telling op 30 juni 2017 A. Inleiding Deze brochure bestaat uit een reeks tabellen die de telling bevat van de op 30 juni 2017, gebaseerd op de vermelding van de plaats van tewerkstelling op de kwartaalaangifte bij de RSZ van het tweede kwartaal 2017. B. Waarnemingssfeer De waarnemingssfeer van de statistieken in deze brochure omvat het geheel van de werkgevers en de die onderworpen zijn aan de sociale zekerheid voor bezoldigde. Deze onderwerping berust op het verlenen van prestaties in uitvoering van een arbeidsovereenkomst of van prestaties die hiermee overeenkomen (bijvoorbeeld statutaire bij de overheidsdiensten). De prestaties van de betrokken werden aangegeven bij twee instellingen: het HVKZ (Hulp- en Voorzorgskas voor de Zeelieden) voor de zeelieden van de koopvaardij die van een speciaal socialezekerheidsregime genieten ( 1 ); de RSZ voor alle andere, met inbegrip van de mijnwerkers en de hiermee gelijkgestelden en de van de provincies, de gemeenten, de OCMW s (de openbare centra voor maatschappelijk welzijn), de intercommunales en andere lokale openbare instellingen die van een specifiek socialezekerheidsstelsel genieten ( 2 ). Om een globaal beeld te krijgen van de tewerkstelling en het aantal werkgevers (vestigingseenheden) worden in tabel 1 van deze publicatie ook de gegevens afkomstig van het HVKZ opgenomen. Het toepassingsgebied dat door de wetgever werd vastgelegd op het gebied van de onderwerping aan de sociale zekerheid van de bezoldigde bepaalt rechtstreeks de waarnemingssfeer van deze brochure ( 3 ). Doorheen de jaren werd de waarnemingssfeer regelmatig aangepast. Hiermee moet rekening gehouden worden bij het opmaken en interpreteren van tijdreeksen op basis van deze en voorgaande brochures. Een overzicht kan u vinden in de brochures van de betreffende jaren. Een overzicht van de wijzigingen voor dit kwartaal wordt gepresenteerd onder rubriek "G. Bijzonderheden voor het tweede kwartaal 2017". ( 1 ) Vanaf 1 januari 2018 is de RSZ ook bevoegd voor deze werkgevers en de gegevens met betrekking tot deze en werkgevers zullen in de publicaties over 2018 volledig opgenomen worden. ( 2 ) Deze werkgevers en die voorheen onder bevoegdheid van RSZPPO (en daarna DIBISS) vielen, zijn vanaf het eerste kwartaal 2017 onder de bevoegdheid van de RSZ. ( 3 ) Voor de afbakening van de waarnemingssfeer van de sociale zekerheid met betrekking tot de verzekeringsplicht kan men terecht op de website van de RSZ. 7

C. Bepaling van de statistiekeenheden 1. De arbeidsplaats De statistische eenheid "arbeidsplaats" vloeit voort uit de notie "werknemer onderworpen aan de sociale zekerheid". Het betreft hier de werknemer die onder de bevoegdheid valt van de RSZ in uitvoering van de wetten van 27 juni 1969 en van 1 augustus 1985, en van het KB van 28 november 1969. De statistische telling van de arbeidsplaatsen op het einde van een kwartaal gebeurt door op het einde van dat kwartaal het aantal te tellen bij elke werkgever. Bij deze tellingen worden naast diegenen die op de laatste arbeidsdag van het kwartaal op het werk aanwezig waren, ook diegenen meegeteld wiens arbeidsovereenkomst niet verbroken is maar wel geschorst, wegens ziekte of ongeval ( 4 ), wegens zwangerschaps- of bevallingsrust of wegens wederoproeping onder de wapens, en de welke op de beschouwde dag niet op het werk aanwezig zijn wegens verlof, staking, gedeeltelijke of toevallige werkloosheid of al dan niet verantwoorde afwezigheid. Werknemers in voltijdse loopbaanonderbreking of voltijds tijdskrediet worden niet meegeteld. Vanaf 2011 werd een hervormde aangifte voor het overheidspersoneel ingevoerd, die het mogelijk maakt bepaalde die zich in bepaalde stelsels van inactiviteit bevinden te onderscheiden. Zo worden de die zich in een stelsel van terbeschikkingstelling voorafgaand aan het pensioen niet langer meegeteld. Werknemers die op de laatste dag van het kwartaal bij meer dan een werkgever zijn tewerkgesteld, worden meermaals geteld. Werknemers die bij eenzelfde werkgever verschillende gelijktijdige arbeidsbetrekkingen uitoefenen (eventueel onder verschillende hoedanigheden of onder verschillende contracten) worden als 1 arbeidsplaats geteld. De kenmerken van de belangrijkste prestatie worden weerhouden. De bepaling ( 5 ) hiervan gebeurt in geval van meerdere gelijktijdige arbeidsovereenkomsten volgens de volgende criteria (in dalende orde van belangrijkheid): type betrekking (voltijds, deeltijds,...), hoogste bruto-bezoldiging, hoogste arbeidsvolume, hoogste aantal gelijkgestelde dagen. Voornamelijk in het onderwijs kan de telling van de arbeidsplaats afhankelijk zijn van administratieve regelingen. Hoewel de leerkrachten en het ondersteunend personeel worden aangeworven door de inrichtende machten, treden de departementen Onderwijs van de Gemeenschappen op als werkgever ten opzichte van de RSZ. De inrichtende macht treedt alleen op als werkgever voor de arbeidsprestaties die niet bezoldigd worden door de departementen. Enerzijds wordt voor een leerkracht die tewerkgesteld is in meerdere scholen, zelfs behorend tot verschillende inrichtende machten, maar die volledig bezoldigd wordt door het departement Onderwijs, slechts 1 arbeidsplaats geteld. Anderzijds wordt voor een leerkracht die naast zijn door het departement Onderwijs bezoldigde opdracht, in dezelfde school ook opdrachten uitvoert die ten laste vallen van de inrichtende macht, 2 arbeidsplaatsen geteld. 2. Inrichting - vestigingseenheid 2.1. Het uitgangspunt: de werkgever In principe is de basiseenheid de bijdrageplichtige werkgever die in die hoedanigheid ingeschreven is bij de RSZ en die in de loop van het behandeld kwartaal in dienst ( 4 ) Vanaf 2003 is dit voor ziekte (behalve beroepsziekte) of ongeval (behalve arbeidsongeval) niet langer beperkt tot de eerste 12 maanden van hun arbeidsongeschiktheid. ( 5 ) Voor een omstandige uitleg verwijzen we naar de begeleidende tekst van de brochure "Loontrekkende tewerkstelling (RSZ)" (beige brochure). 8

had onderworpen aan de sociale zekerheid. Dit begrip omvat zowel rechtspersonen (vennootschappen en dergelijke), als natuurlijke personen die, ten aanzien van de wet, de hoedanigheid van werkgever bezitten ( 6 ). 2.2. De vroegere gedecentraliseerde notie: de inrichting Tot en met 2002 werd in de gedecentraliseerde statistieken de term "inrichting" gebruikt: wanneer de werkgever één enkele uitbatingszetel en één enkele activiteit had, en maar één aangifte instuurde, was de inrichting gelijk aan de werkgever; wanneer de werkgever minstens twee afzonderlijke bedrijfszetels (bijhuizen of technische afdelingen) bezat en/of verschillende activiteiten uitoefende, werd elke zetel en, voor eenzelfde zetel met twee of meer activiteiten, elke activiteit een eenheid inrichting. De verschillende in dezelfde gemeente gelegen zetels met dezelfde activiteit werden echter samen als één statistiekeenheid beschouwd. 2.3. De nieuwe gedecentraliseerde notie: de vestigingseenheid De wet die de oprichting regelt van de Kruispuntbank van Ondernemingen ( 7 ) introduceert de vestigingseenheid als een plaats die geografisch kan worden geïdentificeerd met een adres en waar ten minste één activiteit van de onderneming wordt uitgeoefend of van waar uit de activiteit wordt uitgeoefend. De notie van vestigingseenheid komt overeen met de notie van lokale eenheid zoals opgenomen in de definitie van statistische eenheden in de NACE-Bel 2008 handleiding. Aan elke vestigingseenheid wordt door de Kruispuntbank van Ondernemingen een uniek identificatienummer toegekend. Sommige ondernemingen kunnen wel personeel tewerkstellen in België, zonder over een vestigingseenheid ingeschreven in KBO te beschikken. Het betreft de werkgevers van huispersoneel en de buitenlandse ondernemingen zonder vestiging in België. In de telling van het aantal vestigingseenheden worden enkel de vestigingen met bezoldigde opgenomen. Elke werkgever telt voor minstens één vestigingseenheid, ook al is er geen vestigingseenheid ingeschreven in KBO. D. Wijze van opmaken Vanaf het in voege treden van de multifunctionele kwartaalaangifte in 2003 is het papieren statistisch luik met de gedecentraliseerde gegevens, dat sinds 1969 bij de aangifteformulieren voor het tweede kwartaal werd bijgevoegd en dat de basis vormde voor het gedecentraliseerde bestand, afgeschaft. De multifunctionele aangifte voorziet op het niveau van de werknemer een uniek veld voor het identificatienummer van de vestigingseenheid van de onderneming waar of van waar uit deze werknemer tewerkgesteld is. De werkgevers wordt gevraagd om aan te duiden tot welke vestigingseenheid de werknemer behoort ( 8 ). Voor de periode tot en met 2013 gold de verplichting tot vermelding van de vestigingseenheid enkel voor werkgevers met meerdere vestigingseenheden. Vanaf 2014 geldt de verplichting voor alle werkgevers. De arbeidsplaatsen worden dan verdeeld volgens de statistische codes (sector, activiteit, lokaliteit) van de vestigingseenheid. ( 6 ) De Rijks-, Gewest-, Gemeenschaps-, provincie- en gemeentebesturen, en ook de instellingen van openbaar nut die in alle of in sommige takken van de sociale zekerheid opgenomen tewerkstellen, worden in de statistiek met werkgevers gelijkgesteld. ( 7 ) Wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO), tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen (BS van 5 februari 2003). Deze wet werd, na lichte aanpassingen, geïntegreerd in Boek III, Titel 2 van de Wetboek van economisch recht. ( 8 ) Voor die geen vaste plaats van tewerkstelling hebben of die van thuis uit werken, wordt de bedrijfszetel van waaruit zij hun instructies ontvangen als vestigingseenheid beschouwd. Voor de van buitenlandse ondernemingen zonder vestiging in België evenals voor huispersoneel wordt gevraagd om aan te duiden in welk Gewest zijhoofdzakelijk zijn tewerkgesteld. 9

E. Classificatiecriteria 1. Kenmerken verbonden met de arbeidsplaats Het gebruik van het identificatienummer van de sociale zekerheid biedt de mogelijkheid om kenmerken eigen aan de persoon te koppelen aan de arbeidsovereenkomst die hij uitvoert. In de brochure is dit beperkt tot het geslacht. Dit criterium is gebaseerd op het Rijksregister van de fysieke personen en de aanvullende bestanden van de KSZ (Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid). Het statuut maakt het onderscheid tussen arbeider, bediende en ambtenaar. 2. Kenmerken eigen aan de vestigingseenheid De plaats van de vestiging, die de plaats van tewerkstelling van de werknemer bepaalt, is de gemeente (van de vestigingseenheid) waar de werknemer is tewerkgesteld op het einde van het kwartaal. Ter herinnering: zonder vaste plaats van tewerkstelling, werkend bij de klant, gedetacheerde en thuiswerkers worden toegewezen aan de vestigingseenheid van de eigen onderneming waarvan zijn administratief afhangen. Het basisniveau in deze brochure is het bestuurlijk arrondissement ( 9 ). Voor de van buitenlandse ondernemingen zonder vestiging in België moet een beperkte aanduiding van de plaats van tewerkstelling opgegeven worden. Hierdoor kunnen de van deze ondernemingen die hoofdzakelijk in het Vlaams Gewest of deze die hoofdzakelijk in het Waals Gewest, met uitzondering van de gemeenten van de Duitstalige Gemeenschap, niet aan één specifiek arrondissement toegewezen worden. Ze worden afzonderlijk vermeld. Voor het personeel van huishoudens, waarvoor in de aangifte ook enkel een beperkte aanduiding van de plaats van tewerkstelling vereist is, wordt de woonplaats van de werkgever als plaats van tewerkstelling beschouwd. De economische activiteit betreft de hoofdactiviteit van de vestigingseenheid. De indeling geschiedt volgens de algemene systematische bedrijfsindeling in de Europese Gemeenschappen, de NACE-Bel. Het beroep of de functie die de werknemer uitoefent wordt hier niet in aanmerking genomen ( 10 ). De hoofdactiviteit van de vestiging wijkt alleen af van de hoofdactiviteit van de onderneming indien het om een bijkomende (eind-)activiteit betreft (voorbeeld: eenzelfde vzw beheert een rusthuis en een beschuttende werkplaats op verschillende adressen). De ene vestigingseenheid wordt opgenomen onder de activiteit rusten verzorgingstehuizen, de andere onder beschuttende werkplaatsen). Een bedrijfszetel waar enkel een hulpactiviteit van de onderneming wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld: administratieve zetel, rekencentrum, opslagplaats,...) wordt ingedeeld volgens de hoofdactiviteit van de onderneming. De dimensie van de vestigingseenheid hangt af van het totaal aantal arbeidsplaatsen in die vestiging. Zo zijn er negen klassen in stijgende volgorde voorzien; zij omvatten de vestigingen met respectievelijk minder dan 5, 5 t/m 9, 10 t/m 19, 20 t/m 49, 50 t/m 99, 100 t/m 199, 200 t/m 499, 500 t/m 999 en 1.000 of meer in dienst. De sector maakt het onderscheid tussen privésector enerzijds en de overheidssector anderzijds. Het onderscheid dat gemaakt wordt tussen privé- en overheidssector is hetzelfde als dat voor de andere RSZ-statistieken gebruikt wordt. De onderwijssector is voor het ( 9 ) In deze geografische spreiding omvat het Vlaams Gewest de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburg, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen, omvat het Waals Gewest de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, terwijl het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overeenstemt met het arrondissement Brussel-Hoofdstad. Sinds 2004 worden ook cijfers over de Duitse Gemeenschap in de tabellen opgenomen; deze staan bij het arrondissement Verviers vermeld. Gegevens op het niveau van de gemeente kunnen bij de RSZ opgevraagd worden. ( 10 ) Zo zal een werktuigkundige in een textielonderneming gerangschikt worden onder het textielbedrijf. 10

overgrote deel opgenomen in de overheidssector ( 11 ). In principe worden, als een onderneming tot de overheidssector behoort, ook alle vestigingseenheden tot de overheidssector gerekend. In sommige gevallen echter oefent de inrichtende overheid van het vrij onderwijs nog andere activiteiten uit (bijvoorbeeld universitair ziekenhuis). De vestigingseenheden waar deze bijkomende activiteiten worden uitgeoefend worden in de privé-sector opgenomen. Hierdoor komt het zelfs voor dat ambtenaren zijn gelinkt aan vestigingseenheden die opgenomen zijn in de privé-sector. Het is duidelijk dat de opsplitsing tussen privé- en overheidssector en de indeling naar activiteit soms zeer delicaat is en dat een verhoging of een verlaging vastgesteld in één sector niet noodzakelijk te wijten is aan een vermindering of een vermeerdering van het personeel binnen de sector, maar ook het gevolg kan zijn van het herkwalificeren van werkgevers al of niet onder invloed van privatiseringen, verzelfstandiging van filialen, fusies, F. Bijzonderheden Bij de interpretatie van de gedecentraliseerde statistiek is het absoluut noodzakelijk rekening te houden met het verschil tussen de begrippen "werkgever" en "vestigingseenheid"; de vestigingseenheid kan in geen geval gebruikt worden wanneer men de evolutie wil nagaan van het aantal eigenlijke ondernemingen, meer bepaald in het kader van de kleine en middelgrote ondernemingen. De tabel hieronder illustreert duidelijk de weerslag van de telling per dimensieklasse voor het tweede kwartaal 2017. Dimensieklasse volgens het totaal aantal tewerkgestelde Aantal werkgevers (gecentraliseerde statistiek) Aantal vestigingseenheden (gedecentraliseerde statistiek) Verschil Aantal tewerkgesteld door de werkgevers aantal tewerkgesteld in de vestigingseenheden Verschil a b b-a c d d-c minder dan 5 wknrs 154.238 183.005 28.767 269.465 329.806 60.341 van 5 tot 9 wknrs 33.657 45.829 12.172 219.319 299.229 79.910 van 10 tot 19 wknrs 19.016 27.594 8.578 255.968 374.189 118.221 van 20 tot 49 wknrs 12.703 21.276 8.573 388.049 649.941 261.892 van 50 tot 99 wknrs 4.215 7.749 3.534 292.196 540.946 248.750 van 100 tot 199 wknrs 2.386 3.971 1.585 327.820 540.170 212.350 van 200 tot 499 wknrs 1.436 1.791 355 438.441 539.847 101.406 van 500 tot 999 wknrs 453 447-6 315.677 307.995-7.682 1.000 wknrs en meer 373 220-153 1.473.512 398.324-1.075.188 Totaal 228.477 291.882 63.405 3.980.447 3.980.447 0 Er worden op 30 juni 2017 228.477 werkgevers geteld. 214.527 van deze werkgevers hebben één enkele vestiging, en 13.950 werkgevers hebben minstens twee vestigingseenheden. In de gedecentraliseerde statistiek worden de 214.527 werkgevers met één vestiging als dusdanig opgenomen. De 13.950 andere daarentegen worden vervangen door 77.355 vestigingseenheden. In totaal zijn er dus 291.882 vestigingseenheden. De tabel hieronder toont de verdeling van de vestigingseenheden tussen werkgevers die in één gemeente in één arrondissement, in één gewest of in meerdere gewesten gevestigd zijn. Merk vooral het beperkte aantal werkgevers die in meerdere gewesten aanwezig zijn ten opzichte van het grote aantal dat ze tewerkstellen. ( 11 ) Welke ook de inrichtende overheid of de aard is van het verstrekte onderwijs. Enkel de zuivere privé-scholen die buiten de bevoegdheden vallen van de departementen Onderwijs van de drie Gemeenschappen (bv. autorijscholen) evenals de vestigingseenheden die naschoolse beroepsopleidingen organiseren worden opgenomen in de privésector. 11

Type werkgever Aantal werkgevers Aantal vestigingen Aantal arbeidsplaatsen Werkgevers met personeel in één vestiging 214.527 214.527 1.646.361 Werkgevers met personeel in meerdere vestigingen, alle in dezelfde gemeente Werkgevers met personeel in meerdere vestigingen, in meerdere gemeenten in hetzelfde arrondissement Werkgevers met personeel in meerdere vestigingen, in meerdere arrondissementen in dezelfde provincie Werkgevers met personeel in meerdere vestigingen, in meerdere provincies in hetzelfde gewest Werkgevers met personeel in meerdere vestigingen, in meerdere gewesten 3.916 13.857 300.687 2.586 7.860 203.438 1.903 7.591 181.015 2.385 10.268 276.885 3.160 37.779 1.372.061 Totaal 228.477 291.882 3.980.447 Het voorkomen van gegevens betreffende de sectie O. Openbaar Bestuur in de privé-sector is hoofdzakelijk te wijten aan het bestaan van privé-instellingen die zich bezighouden met de verplichte sociale verzekering (ziekenfondsen, gemeenschappelijke verzekeringskassen tegen arbeidsongevallen,...). ACTIRIS en het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie (VSAWSE) treden op als werkgever voor bepaalde voor het vervullen van de verplichtingen tegenover de sociale zekerheid (ze doen dit als derde betalende ). Het betreft de uit het derde arbeidscircuit ( 12 ); zij worden in de privé-sector opgenomen onder de sectie "N. Administratieve en ondersteunende diensten" onder de subsectie Terbeschikkingstelling van personeel. Op een gelijkaardige manier treden de OCMW's ook op als werkgever voor personen die onder het artikel 60 7 van de OCMW-wet vallen. Deze kunnen door de OCMW's zelf tewerkgesteld worden, maar de OCMW's kunnen deze ook ter beschikking stellen van derdengebruikers. Voor zover er aparte vestigingseenheden voor de tewerkstellingsdiensten gekend zijn bij de OCMW's ( 13 ) worden die opgenomen onder de sectie "N. Administratieve en ondersteunende diensten" onder de subsectie Terbeschikkingstelling van personeel. De lesgevers bij de middenstandsopleidingen waarvoor de Gemeenschapsinstellingen (VIZO, IFAPME, ZAWM) als werkgever optreden (derde betalende en die sinds 2003 zijn opgenomen in onze statistieken) werden tot en met 2013 verdeeld volgens de hoofdzetels van de Gemeenschapsinstellingen en niet volgens de plaatsen waar ze lesgeven. Vanaf 2014 worden ze verdeeld volgens de hoofdvestigingen van de organisaties die de vorming organiseren (Syntra s, Centres IFAPME, Zentrum AWME). Uitzendkrachten worden verdeeld volgens de classificatiecriteria van het uitzendbureau, en niet volgens die van de werkgevers die op deze een beroep doen. Het uitzendbureau en zijn bestand, zowel het administratief personeel als de uitzendkrachten, zijn in de sectie "N. Administratieve en ondersteunende diensten" onder de subsectie Terbeschikkingstelling van personeel ondergebracht. De geografische spreiding is afhankelijk van de plaats van de zetel(s) van het uitzendbureau. ( 12 ) KB nr. 25 van 24 maart 1982 tot opzetting van een programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet-commerciële sector (BS van 26 maart 1982). ( 13 ) Dit is voornamelijk het geval voor de grote steden. 12

Dienstencheque ten slotte worden verdeeld geografisch verdeeld volgens de vestiging waar ze werken (bijv. strijkatelier) of bureau van waaruit ze worden uitgestuurd (bijv. in het geval van poetshulp in huis). Voor de indeling naar activiteit, geldt voor ondernemingen die niet enkel dienstencheque-activiteiten uitoefenen de hoofdactiviteit van de onderneming (bijv. vervoer van personen met een beperkte mobiliteit uitgevoerd door een taxibedrijf valt onder de sectie "H. Vervoer en opslag"). Voor ondernemingen die wel exclusief dienstencheque-activiteiten uitoefenen en voor de dienstencheque-afdeling van erkende uitzendondernemingen geldt dat de worden opgenomen, naargelang van de aard van de onderneming, in de rubriek "Terbeschikkingstelling van personeel", "Diensten in verband met gebouwen", "Maatschappelijke dienstverlening zonder huisvesting" of in de rubriek "Overige persoonlijke diensten". G. Bijzonderheden voor het tweede kwartaal 2017 Als gevolg van een correctie worden 1.200 (bedienden) vanaf het eerste kwartaal 2017 niet langer tot de privésector maar tot de overheidssector - Gewesten en Gemeenschappen gerekend. 13

14

Telling van het aantal arbeidsplaatsen op 30 juni 2017 Deze brochure is eveneens beschikbaar op de website van de RSZ (www.rsz.fgov.be, doorklikken naar het statistisch gedeelte). Extra exemplaren of meer gedetailleerde gegevens kunnen steeds besteld worden via stat.info@rsz.fgov.be 15

Indeling van de werkgevers en naar basisinstelling op 30 juni 2017 RSZ 228.477 921.847 490.404 1.412.251 837.735 1.179.347 2.017.082 256.680 294.434 551.114 2.016.262 1.964.185 3.980.447 Privé-sector 223.913 852.383 419.968 1.272.351 710.268 923.456 1.633.724 - - - 1.562.651 1.343.424 2.906.075 Overheidssector 4.564 69.464 70.436 139.900 127.467 255.891 383.358 256.680 294.434 551.114 453.611 620.761 1.074.372 HVKZ (1) (2) 12 1.144 32 1.176 - - - - - - 1.144 32 1.176 Totaal 228.477 922.991 490.436 1.413.427 837.735 1.179.347 2.017.082 256.680 294.434 551.114 2.017.406 1.964.217 3.981.623 16 Tabel 1 Arbeiders Bedienden Ambtenaren Totaal van de Basisinstellingen Werkgevers Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal (1) Cijfers verstrekt door de Hulp- en Voorzorgkas voor de Zeelieden; deze gegevens komen enkel in deze tabel voor. (2) Deze werkgevers komen voor hun bedienden reeds voor in de opgave van de RSZ.

Indeling van de vestigingseenheden en naar dimensie van de vestigingseenheden op 30 juni 2017 minder dan 5 183.005 62,70 94.591 47.234 141.825 61.254 123.655 184.909 1.573 1.499 3.072 329.806 8,29 van 5 tot 9 45.829 15,70 89.452 37.183 126.635 59.935 105.797 165.732 2.763 4.099 6.862 299.229 7,52 van 10 tot 19 27.594 9,45 108.051 38.160 146.211 81.320 119.917 201.237 8.175 18.566 26.741 374.189 9,40 van 20 tot 49 21.276 7,29 158.300 64.452 222.752 133.496 183.341 316.837 30.938 79.414 110.352 649.941 16,33 van 50 tot 99 7.749 2,65 111.004 75.857 186.861 107.640 154.587 262.227 39.557 52.301 91.858 540.946 13,59 van 100 tot 199 3.971 1,36 113.403 77.222 190.625 106.948 142.975 249.923 46.955 52.667 99.622 540.170 13,57 van 200 tot 499 1.791 0,61 121.561 76.141 197.702 122.502 136.490 258.992 51.818 31.335 83.153 539.847 13,56 van 500 tot 999 447 0,15 55.753 41.193 96.946 72.461 89.239 161.700 28.775 20.574 49.349 307.995 7,74 1.000 en meer 220 0,08 69.732 32.962 102.694 92.179 123.346 215.525 46.126 33.979 80.105 398.324 10,01 Totaal 291.882 100,00 921.847 490.404 1.412.251 837.735 1.179.347 2.017.082 256.680 294.434 551.114 3.980.447 100,00 Totaal Tabel 2 Dimensie van de vestigingseenheden volgens het totaal aantal tewerkgestelde Vestigingen met Vestigingseenheden Arbeiders Bedienden Ambtenaren Totaal van de Aantal % Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Aantal % 17

Indeling van de vestigingseenheden en naar dimensie van de vestigingseenheden op 30 juni 2017 minder dan 5 175.811 66,25 92.395 42.007 134.402 59.754 119.949 179.703 - - - 314.105 10,81 van 5 tot 9 41.928 15,80 86.498 30.517 117.015 57.613 98.363 155.976 - - - 272.991 9,39 van 10 tot 19 23.246 8,76 103.428 30.174 133.602 76.055 102.234 178.289 - - - 311.891 10,73 van 20 tot 49 14.758 5,56 147.603 53.327 200.930 116.722 132.445 249.167 - - - 450.097 15,49 van 50 tot 99 5.303 2,00 99.249 63.623 162.872 89.746 115.086 204.832 - - - 367.704 12,65 van 100 tot 199 2.600 0,98 102.392 66.831 169.223 85.934 100.476 186.410 - - - 355.633 12,24 van 200 tot 499 1.271 0,48 107.543 68.180 175.723 102.066 105.705 207.771 - - - 383.494 13,20 van 500 tot 999 317 0,12 52.552 37.880 90.432 58.941 67.202 126.143 - - - 216.575 7,45 1.000 en meer 130 0,05 60.723 27.429 88.152 63.437 81.996 145.433 - - - 233.585 8,04 Totaal 265.364 100,00 852.383 419.968 1.272.351 710.268 923.456 1.633.724 - - - 2.906.075 100,00 18 Privé-sector Tabel 2bis Dimensie van de vestigingseenheden volgens het totaal aantal tewerkgestelde Vestigingen met Vestigingseenheden Arbeiders Bedienden Ambtenaren Totaal van de Aantal % Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Aantal %

Indeling van de vestigingseenheden en naar dimensie van de vestigingseenheden op 30 juni 2017 minder dan 5 7.194 27,13 2.196 5.227 7.423 1.500 3.706 5.206 1.573 1.499 3.072 15.701 1,46 van 5 tot 9 3.901 14,71 2.954 6.666 9.620 2.322 7.434 9.756 2.763 4.099 6.862 26.238 2,44 van 10 tot 19 4.348 16,40 4.623 7.986 12.609 5.265 17.683 22.948 8.175 18.566 26.741 62.298 5,80 van 20 tot 49 6.518 24,58 10.697 11.125 21.822 16.774 50.896 67.670 30.938 79.414 110.352 199.844 18,60 van 50 tot 99 2.446 9,22 11.755 12.234 23.989 17.894 39.501 57.395 39.557 52.301 91.858 173.242 16,12 van 100 tot 199 1.371 5,17 11.011 10.391 21.402 21.014 42.499 63.513 46.955 52.667 99.622 184.537 17,18 van 200 tot 499 520 1,96 14.018 7.961 21.979 20.436 30.785 51.221 51.818 31.335 83.153 156.353 14,55 van 500 tot 999 130 0,49 3.201 3.313 6.514 13.520 22.037 35.557 28.775 20.574 49.349 91.420 8,51 1.000 en meer 90 0,34 9.009 5.533 14.542 28.742 41.350 70.092 46.126 33.979 80.105 164.739 15,33 Totaal 26.518 100,00 69.464 70.436 139.900 127.467 255.891 383.358 256.680 294.434 551.114 1.074.372 100,00 Overheidssector Tabel 2ter Dimensie van de vestigingseenheden volgens het totaal aantal tewerkgestelde Vestigingen met Vestigingseenheden Arbeiders Bedienden Ambtenaren Totaal van de Aantal % Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Aantal % 19

Indeling van de naar plaats van tewerkstelling, sector en statuut op 30 juni 2017 Brussels Hoofdst. Gewest 103.818 288.525 392.343 22.534 93.572 115.980 232.086 126.352 382.097 115.980 624.429 Brussel Hoofdstad 103.818 288.525 392.343 22.534 93.572 115.980 232.086 126.352 382.097 115.980 624.429 Vlaams Gewest 841.946 961.767 1.803.713 67.523 163.898 267.047 498.468 909.469 1.125.665 267.047 2.302.181 Antwerpen 244.392 307.660 552.052 18.507 48.894 77.872 145.273 262.899 356.554 77.872 697.325 Antwerpen 127.748 189.464 317.212 10.520 30.789 47.896 89.205 138.268 220.253 47.896 406.417 Mechelen 47.175 56.567 103.742 3.118 7.369 13.470 23.957 50.293 63.936 13.470 127.699 Turnhout 69.469 61.629 131.098 4.869 10.736 16.506 32.111 74.338 72.365 16.506 163.209 Vlaams-Brabant 102.875 201.418 304.293 9.423 26.902 37.745 74.070 112.298 228.320 37.745 378.363 Halle-Vilvoorde 64.954 128.033 192.987 4.901 9.242 17.742 31.885 69.855 137.275 17.742 224.872 Leuven 37.921 73.385 111.306 4.522 17.660 20.003 42.185 42.443 91.045 20.003 153.491 Limburg 120.181 101.472 221.653 8.781 22.180 37.103 68.064 128.962 123.652 37.103 289.717 Hasselt 66.344 65.451 131.795 4.791 13.448 23.709 41.948 71.135 78.899 23.709 173.743 Maaseik 32.289 21.144 53.433 2.268 4.072 7.772 14.112 34.557 25.216 7.772 67.545 Tongeren 21.548 14.877 36.425 1.722 4.660 5.622 12.004 23.270 19.537 5.622 48.429 Oost-Vlaanderen 187.351 194.926 382.277 15.920 39.790 65.734 121.444 203.271 234.716 65.734 503.721 Aalst 25.171 26.602 51.773 3.367 5.874 9.062 18.303 28.538 32.476 9.062 70.076 Dendermonde 20.602 16.389 36.991 2.149 3.456 5.771 11.376 22.751 19.845 5.771 48.367 Eeklo 9.974 7.855 17.829 876 1.342 2.239 4.457 10.850 9.197 2.239 22.286 Gent 82.158 98.879 181.037 5.869 22.303 35.934 64.106 88.027 121.182 35.934 245.143 Oudenaarde 14.961 12.084 27.045 969 1.692 3.692 6.353 15.930 13.776 3.692 33.398 Sint-Niklaas 34.485 33.117 67.602 2.690 5.123 9.036 16.849 37.175 38.240 9.036 84.451 West-Vlaanderen 186.731 152.743 339.474 14.892 26.132 48.593 89.617 201.623 178.875 48.593 429.091 Brugge 38.321 37.106 75.427 4.313 8.285 18.149 30.747 42.634 45.391 18.149 106.174 Diksmuide 6.086 3.872 9.958 507 638 1.212 2.357 6.593 4.510 1.212 12.315 Ieper 17.798 11.583 29.381 1.226 1.821 3.297 6.344 19.024 13.404 3.297 35.725 Kortrijk 51.205 45.364 96.569 3.110 6.388 10.463 19.961 54.315 51.752 10.463 116.530 Oostende 15.059 14.369 29.428 2.236 3.837 5.976 12.049 17.295 18.206 5.976 41.477 20 Tabel 3 Bestuurlijke arrondissementen, provinciën en gewesten Privé-sector Overheidssector Algemeen totaal Arbeiders Bedienden Totaal Arbeiders Bedienden Ambtenaren Totaal Arbeiders Bedienden Ambtenaren Totaal

Roeselare 31.573 24.417 55.990 1.678 2.758 4.751 9.187 33.251 27.175 4.751 65.177 Tielt 18.939 10.014 28.953 726 1.110 2.115 3.951 19.665 11.124 2.115 32.904 Veurne 7.750 6.018 13.768 1.096 1.295 2.630 5.021 8.846 7.313 2.630 18.789 Waals Gewest 326.587 383.432 710.019 49.843 125.888 168.087 343.818 376.430 509.320 168.087 1.053.837 Waals-Brabant 34.744 64.716 99.460 3.772 13.168 13.300 30.240 38.516 77.884 13.300 129.700 Nijvel 34.744 64.716 99.460 3.772 13.168 13.300 30.240 38.516 77.884 13.300 129.700 Henegouwen 120.844 131.354 252.198 19.317 42.704 58.144 120.165 140.161 174.058 58.144 372.363 Aat 8.365 6.630 14.995 1.210 1.839 2.521 5.570 9.575 8.469 2.521 20.565 Charleroi 39.675 46.673 86.348 6.692 16.039 19.533 42.264 46.367 62.712 19.533 128.612 Bergen 18.359 23.382 41.741 4.235 11.320 15.977 31.532 22.594 34.702 15.977 73.273 Moeskroen 13.133 9.070 22.203 1.205 1.949 2.380 5.534 14.338 11.019 2.380 27.737 Zinnik 14.571 18.077 32.648 1.949 3.924 6.113 11.986 16.520 22.001 6.113 44.634 Thuin 10.022 9.054 19.076 1.976 3.101 4.598 9.675 11.998 12.155 4.598 28.751 Doornik 16.719 18.468 35.187 2.050 4.532 7.022 13.604 18.769 23.000 7.022 48.791 Luik 105.884 113.554 219.438 16.006 41.182 53.667 110.855 121.890 154.736 53.667 330.293 Hoei 9.511 8.989 18.500 1.479 3.028 4.614 9.121 10.990 12.017 4.614 27.621 Luik 59.383 73.699 133.082 9.540 28.706 35.165 73.411 68.923 102.405 35.165 206.493 Verviers 31.614 26.076 57.690 3.875 8.018 11.830 23.723 35.489 34.094 11.830 81.413 waarvan Duitst. gemeenten 9.204 8.003 17.207 1.237 2.041 2.682 5.960 10.441 10.044 2.682 23.167 Borgworm 5.376 4.790 10.166 1.112 1.430 2.058 4.600 6.488 6.220 2.058 14.766 Luxemburg 26.476 22.544 49.020 4.338 10.371 16.150 30.859 30.814 32.915 16.150 79.879 Aarlen 5.039 5.555 10.594 805 2.614 4.300 7.719 5.844 8.169 4.300 18.313 Bastenaken 4.683 2.994 7.677 737 1.414 1.928 4.079 5.420 4.408 1.928 11.756 Marche-en-Famenne 6.031 5.199 11.230 924 2.144 4.430 7.498 6.955 7.343 4.430 18.728 Neufchâteau 7.103 5.793 12.896 1.051 2.909 3.453 7.413 8.154 8.702 3.453 20.309 Virton 3.620 3.003 6.623 821 1.290 2.039 4.150 4.441 4.293 2.039 10.773 Namen 38.344 50.254 88.598 6.410 18.463 26.826 51.699 44.754 68.717 26.826 140.297 Dinant 8.726 10.724 19.450 1.452 2.362 3.740 7.554 10.178 13.086 3.740 27.004 Namen 25.582 35.755 61.337 4.144 14.894 19.900 38.938 29.726 50.649 19.900 100.275 Philippeville 4.036 3.775 7.811 814 1.207 3.186 5.207 4.850 4.982 3.186 13.018 (*) Niet nader bepaald: betreft de, tewerkgesteld door buitenlandse werkgevers zonder vestigingseenheid in België, die hoofdzakelijk in het Vlaams, resp. Waals Gewest zijn tewerkgesteld (zie E. Classificatiecriteria - plaats van tewerkstelling). Vlaams Gewest, niet nader 416 3.548 3.964 - - - - 416 3.548-3.964 Waals Gewest, niet nader 295 1.010 1.305 - - - - 295 1.010-1.305 Het Rijk 1.272.351 1.633.724 2.906.075 139.900 383.358 551.114 1.074.372 1.412.251 2.017.082 551.114 3.980.447 21

Indeling van de naar plaats van tewerkstelling, sector en geslacht op 30 juni 2017 Brussels Hoofdst. Gewest 195.115 197.228 392.343 114.174 117.912 232.086 309.289 315.140 624.429 Brussel Hoofdstad 195.115 197.228 392.343 114.174 117.912 232.086 309.289 315.140 624.429 Vlaams Gewest 986.510 817.203 1.803.713 197.564 300.904 498.468 1.184.074 1.118.107 2.302.181 Antwerpen 304.245 247.807 552.052 58.502 86.771 145.273 362.747 334.578 697.325 Antwerpen 173.236 143.976 317.212 36.823 52.382 89.205 210.059 196.358 406.417 Mechelen 57.599 46.143 103.742 9.751 14.206 23.957 67.350 60.349 127.699 Turnhout 73.410 57.688 131.098 11.928 20.183 32.111 85.338 77.871 163.209 Vlaams-Brabant 169.851 134.442 304.293 31.395 42.675 74.070 201.246 177.117 378.363 Halle-Vilvoorde 116.031 76.956 192.987 13.374 18.511 31.885 129.405 95.467 224.872 Leuven 53.820 57.486 111.306 18.021 24.164 42.185 71.841 81.650 153.491 Limburg 119.132 102.521 221.653 27.011 41.053 68.064 146.143 143.574 289.717 Hasselt 70.183 61.612 131.795 17.780 24.168 41.948 87.963 85.780 173.743 Maaseik 29.800 23.633 53.433 5.462 8.650 14.112 35.262 32.283 67.545 Tongeren 19.149 17.276 36.425 3.769 8.235 12.004 22.918 25.511 48.429 Oost-Vlaanderen 206.749 175.528 382.277 44.799 76.645 121.444 251.548 252.173 503.721 Aalst 25.639 26.134 51.773 6.459 11.844 18.303 32.098 37.978 70.076 Dendermonde 21.568 15.423 36.991 3.516 7.860 11.376 25.084 23.283 48.367 Eeklo 9.296 8.533 17.829 1.314 3.143 4.457 10.610 11.676 22.286 Gent 96.491 84.546 181.037 25.971 38.135 64.106 122.462 122.681 245.143 Oudenaarde 14.596 12.449 27.045 2.200 4.153 6.353 16.796 16.602 33.398 Sint-Niklaas 39.159 28.443 67.602 5.339 11.510 16.849 44.498 39.953 84.451 West-Vlaanderen 183.495 155.979 339.474 35.857 53.760 89.617 219.352 209.739 429.091 Brugge 39.069 36.358 75.427 13.140 17.607 30.747 52.209 53.965 106.174 Diksmuide 5.475 4.483 9.958 837 1.520 2.357 6.312 6.003 12.315 Ieper 15.908 13.473 29.381 2.503 3.841 6.344 18.411 17.314 35.725 22 Tabel 4 Privé-sector Overheidssector Algemeen totaal Bestuurlijke arrondissementen, provinciën en gewesten Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal

Kortrijk 53.510 43.059 96.569 7.443 12.518 19.961 60.953 55.577 116.530 Oostende 14.115 15.313 29.428 5.342 6.707 12.049 19.457 22.020 41.477 Roeselare 30.713 25.277 55.990 2.916 6.271 9.187 33.629 31.548 65.177 Tielt 18.109 10.844 28.953 1.284 2.667 3.951 19.393 13.511 32.904 Veurne 6.596 7.172 13.768 2.392 2.629 5.021 8.988 9.801 18.789 Waals Gewest 381.026 328.993 710.019 141.873 201.945 343.818 522.899 530.938 1.053.837 Waals-Brabant 53.791 45.669 99.460 13.040 17.200 30.240 66.831 62.869 129.700 Nijvel 53.791 45.669 99.460 13.040 17.200 30.240 66.831 62.869 129.700 Henegouwen 135.225 116.973 252.198 48.740 71.425 120.165 183.965 188.398 372.363 Aat 8.308 6.687 14.995 2.232 3.338 5.570 10.540 10.025 20.565 Charleroi 49.375 36.973 86.348 16.827 25.437 42.264 66.202 62.410 128.612 Bergen 20.193 21.548 41.741 13.800 17.732 31.532 33.993 39.280 73.273 Moeskroen 12.954 9.249 22.203 2.095 3.439 5.534 15.049 12.688 27.737 Zinnik 16.844 15.804 32.648 4.491 7.495 11.986 21.335 23.299 44.634 Thuin 9.299 9.777 19.076 3.495 6.180 9.675 12.794 15.957 28.751 Doornik 18.252 16.935 35.187 5.800 7.804 13.604 24.052 24.739 48.791 Luik 121.347 98.091 219.438 44.040 66.815 110.855 165.387 164.906 330.293 Hoei 10.423 8.077 18.500 3.728 5.393 9.121 14.151 13.470 27.621 Luik 73.132 59.950 133.082 30.199 43.212 73.411 103.331 103.162 206.493 Verviers 32.502 25.188 57.690 8.523 15.200 23.723 41.025 40.388 81.413 waarvan Duitst. gemeenten 10.029 7.178 17.207 2.243 3.717 5.960 12.272 10.895 23.167 Borgworm 5.290 4.876 10.166 1.590 3.010 4.600 6.880 7.886 14.766 Luxemburg 25.949 23.071 49.020 12.483 18.376 30.859 38.432 41.447 79.879 Aarlen 4.704 5.890 10.594 3.165 4.554 7.719 7.869 10.444 18.313 Bastenaken 4.325 3.352 7.677 1.302 2.777 4.079 5.627 6.129 11.756 Marche-en-Famenne 6.013 5.217 11.230 3.672 3.826 7.498 9.685 9.043 18.728 Neufchâteau 7.217 5.679 12.896 2.924 4.489 7.413 10.141 10.168 20.309 Virton 3.690 2.933 6.623 1.420 2.730 4.150 5.110 5.663 10.773 Namen 43.707 44.891 88.598 23.570 28.129 51.699 67.277 73.020 140.297 Dinant 8.593 10.857 19.450 3.246 4.308 7.554 11.839 15.165 27.004 Namen 31.120 30.217 61.337 17.490 21.448 38.938 48.610 51.665 100.275 Philippeville 3.994 3.817 7.811 2.834 2.373 5.207 6.828 6.190 13.018 (*) Niet nader bepaald: betreft de, tewerkgesteld door buitenlandse werkgevers zonder vestigingseenheid in België, die hoofdzakelijk in het Vlaams, resp. Waals Gewest zijn tewerkgesteld (zie E. Classificatiecriteria - plaats van tewerkstelling). Vlaams Gewest, niet nader 3.038 926 3.964 - - - 3.038 926 3.964 Waals Gewest, niet nader 1.007 298 1.305 - - - 1.007 298 1.305 Het Rijk 1.562.651 1.343.424 2.906.075 453.611 620.761 1.074.372 2.016.262 1.964.185 3.980.447 23

Indeling van de naar sector, statuut en activiteitstak op 30 juni 2017 A. Landbouw, bosbouw en visserij 25.077 2.003 27.080 1 1-2 25.078 2.004-27.082 Landbouw 24.310 1.878 26.188 1 - - 1 24.311 1.878-26.189 Bosbouw 617 99 716-1 - 1 617 100-717 Visserij en aquacultuur 150 26 176 - - - - 150 26-176 B. Winning van delfstoffen 1.690 710 2.400 - - - - 1.690 710-2.400 C. Industrie 286.150 179.975 466.125 620 178 2.771 3.569 286.770 180.153 2.771 469.694 Vervaardiging van voedingsmiddelen, dranken en tabaksproducten 60.310 30.140 90.450 31 1 6 38 60.341 30.141 6 90.488 Textiel-, kleding- en leernijverheid 16.686 5.851 22.537 - - - - 16.686 5.851-22.537 Houtindustrie, vervaardiging van artikelen van kurk, riet of vlechtwerk 7.106 2.401 9.507 - - - - 7.106 2.401-9.507 Vervaardiging van papier en papierwaren 8.160 3.298 11.458 - - - - 8.160 3.298-11.458 Drukkerijen, reproductie van opgenomen media 6.554 4.024 10.578 - - - - 6.554 4.024-10.578 Vervaardiging van cokes en van geraffineerde aardolieproducten 561 2.798 3.359 - - - - 561 2.798-3.359 Vervaardiging van chemische producten 16.878 23.947 40.825 - - - - 16.878 23.947-40.825 Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten 7.141 21.153 28.294 - - - - 7.141 21.153-28.294 Vervaardiging van producten van rubber of kunststof 14.026 7.583 21.609 - - - - 14.026 7.583-21.609 Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten 18.507 7.802 26.309 - - - - 18.507 7.802-26.309 Vervaardiging van metalen in primaire vorm 16.179 9.140 25.319 - - - - 16.179 9.140-25.319 Vervaardiging van producten van metaal (excl. machines en apparaten) 39.140 15.134 54.274 - - - - 39.140 15.134-54.274 Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten 3.477 8.365 11.842 - - - - 3.477 8.365-11.842 Vervaardiging van elektrische apparatuur 6.971 5.134 12.105 - - - - 6.971 5.134-12.105 Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.v. 18.473 12.269 30.742 - - - - 18.473 12.269-30.742 Vervaardiging en assemblage van motorvoertuigen, aanhangwagens en opleggers 23.920 7.301 31.221 - - - - 23.920 7.301-31.221 Vervaardiging van andere transportmiddelen 3.443 3.132 6.575 - - - - 3.443 3.132-6.575 Vervaardiging van meubelen en overige industrie 12.002 5.546 17.548 6 3 28 37 12.008 5.549 28 17.585 Reparatie en installatie van machines en apparaten 6.616 4.957 11.573 583 174 2.737 3.494 7.199 5.131 2.737 15.067 D. Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht 133 16.539 16.672 84 656 1.491 2.231 217 17.195 1.491 18.903 E. Distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering 8.801 5.167 13.968 5.176 2.690 7.833 15.699 13.977 7.857 7.833 29.667 Winning, behandeling en distributie van water 1 62 63 325 718 5.974 7.017 326 780 5.974 7.080 Inzameling en verwerking van afval en afvalwater; terugwinning, sanering en ander afvalbeheer 8.800 5.105 13.905 4.851 1.972 1.859 8.682 13.651 7.077 1.859 22.587 F. Bouwnijverheid 157.675 44.569 202.244 30 81 2.183 2.294 157.705 44.650 2.183 204.538 G. Groot- en detailhandel; reparatie van auto's en motorfietsen 116.573 383.987 500.560 1 5-6 116.574 383.992-500.566 Groot- en detailhandel in en onderhoud en reparatie van motorvoertuigen en motorfietsen 31.279 26.292 57.571 - - - - 31.279 26.292-57.571 Handelsbemiddeling en groothandel (excl. auto's en motorfietsen) 51.103 135.277 186.380 - - - - 51.103 135.277-186.380 Detailhandel (excl. auto's en motorfietsen) 34.191 222.418 256.609 1 5-6 34.192 222.423-256.615 24 Tabel 5 Activiteitstakken Privé-sector Overheidssector Algemeen totaal Arbeiders Bedienden Totaal Arbeiders Bedienden Ambtenaren Totaal Arbeiders Bedienden Ambtenaren Totaal