Inspectierapport Het Buitenschoolse Net, Locatie Russenuil 4Teens (BSO) Macharenseweg 14 5346JM Oss Registratienummer 517733031 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Oss Datum inspectie: 05-12-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 11-12-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 11 Gegevens toezicht... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 12 2 van 12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Bso Russenuil 4Teens is onderdeel van Het Buitenschoolse Net, deze heeft meerdere locaties kinderopvang binnen de gemeente Oss. De bso biedt opvang aan maximaal 30 kinderen in de leeftijd van 8 t/m 12 jaar en bestaat momenteel uit mentorgroep met 1 vaste beroepskracht. Tijdens de inspectie is het kindaantal niet hoger dan 13 kinderen. Russenuil 4Teens is gehuisvest in het gebouw van de hockeyclub MHC te Oss. De bso maakt gebruikt van 2 ruimtes die specifiek zijn ingericht voor de bso. Daarnaast kan er gebruik worden gemaakt van de kantine. Soms zijn in de kantine ook leden van hockeyclub aanwezig en soms is ook de bar geopend tijdens de bso. Er kan gebruik worden gemaakt van de hockeyvelden. Inspectiegeschiedenis Er zijn geen relevante of zwaarwegende feiten te benoemen die relatie hebben tot deze inspectie. Jaarlijks onderzoek 5 december Er heeft een onaangekondigde inspectie plaats gevonden. In dit onderzoek is de nadruk gelegd op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met de domeinen 'personeel & groepen' en 'veiligheid & gezondheid'. Bevindingen Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat In dit domein is beoordeeld of het pedagogisch beleidsplan voldoet aan de gestelde voorwaarden en/of de beroepskrachten handelen conform dit opgestelde pedagogisch plan. Er is een oordeel gegeven wat betreft de uitvoering van de pedagogische praktijk op de groep(en). Het oordeel is tot stand gekomen door middel van observatie in de praktijk en door gesprekken met de beroepskrachten. Bij het beoordelen van de observatie en/of het pedagogisch beleidsplan is uitgegaan van "het pedagogisch curriculum van het jonge kind" en de 4 basisdoelen van M. Riksen-Walraven, die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang (2005), dit zijn: 1. Het bieden van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Conclusie Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleid- en werkplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groepen. Observatie praktijk In het begin zijn er nog geen kinderen aanwezig op locatie. Vrijwel alle kinderen komen zelfstandig naar de locatie. Het kind welke als eerste aanwezig is, zet de tv aan. Één voor één druppelen de kinderen binnen en gaan dan op de bank zitten voor de tv. Als een kind later is dan verwacht wordt door de beroepskracht geverifieerd waar het kind is. Er komen op deze locatie kinderen bij van de nabijgelegen locatie Het Landkaartje. De beroepskracht licht toe dat dit is om kinderen te laten wennen op deze locatie. En met als doel om uiteindelijk meer aanmeldingen te krijgen voor deze locatie. Als alle kinderen binnen zijn, is het tijd voor het eet/drinkmoment. Normaal gebeurt dit in aparte mentorgroepen. Maar omdat er diverse afmeldingen zijn, zijn er vandaag maar 7 kinderen. Er wordt daarom gekozen samen het eet/drinkmoment te doen. Aan tafel kunnen de kinderen kiezen welke ranja zij willen: rode of gele. Ook het soort fruit mogen ze kiezen, deze wordt dan gegeven door de beroepskracht en eventueel geschild of iets dergelijks. De beroepskrachten eten ook een stuk fruit mee. Er is ruimte voor een gesprek aan tafel, om de beurt vertellen de kinderen wat ze hebben gemaakt en gekregen voor de surprises vandaag op school. Ook mag er verteld worden over de cadeaus die de kinderen hebben gehad op pakjesavond. De beroepskrachten zorgen er voor dat alle kinderen voldoende aan bod komen om hun verhaal te vertellen. Kinderen die steeds het woord willen, wordt geleerd soms ook stil te houden en te luisteren naar een ander kind, die van naturen niet zo op de voorgrond staat. Er is ruimte voor diversiteit: een meisje heeft geen Nederlandse afkomst en viert daarom vanuit huis geen Sinterklaas of Kerst. De kinderen stellen vragen zoals waarom dit niet gevierd wordt en welke feesten er dan wel gevierd worden. 4 van 12
Na het eet/drinkmoment mogen de kinderen vrij gaan spelen. Sommige kinderen vragen elkaar mee te spelen, zoals een jongen die aan andere jongens vraagt of ze willen voetballen. binnen is er een activiteit: het maken van een sneeuwpop met een sok, dit gaat 1 kind doen. Er worden gedurende de week 2 activiteiten aangeboden: een bewegingsactiviteit en een knutselactiviteit. Kinderen kunnen kiezen hier al dan niet aan mee te doen, vrij spelen is altijd een optie. Conclusie Op basis van de observatie is te concluderen dat de pedagogische praktijk voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. Gebruikte bronnen: Interview (beroepskrachten) Observaties (dinsdag 5 december: 14:15 uur tot 15:30 uur) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan (januari 2017) 5 van 12
Personeel en groepen Binnen dit onderdeel is onderzocht of de beroepskrachten een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG) en een passend diploma hebben. Ook is gecontroleerd of men voldoet aan de gestelde eisen wat betreft de opvang in groepen en de beroepskracht-kindratio. Conclusie Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten beschikken over een verklaring omtrent het gedrag (VOG) welke voldoet aan de gestelde eisen. De stagiaire van deze locatie heeft een geldig VOG overlegd voor aanvang van de stagewerkzaamheden. Passende beroepskwalificatie De (aanwezige) beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Bso Russenuil 4Teens bestaat momenteel uit 1 mentorgroep van maximaal 13 kinderen. Beroepskracht-kindratio Tijdens deze inspectie zijn er 5 kinderen met 1 beroepskracht. Dit is conform de gestelde eisen (http://1ratio.nl/bkr/#/). Er zijn daarnaast nog 2 kinderen van de nabijgelegen locatie Het Landkaartje met 1 beroepskracht. Deze kinderen gaan aan het einde van dag weer terug naar de eigen locatie met hun beroepskracht. Gebruikte bronnen: Interview (beroepskrachten) Observaties (dinsdag 5 december: 14:15 uur tot 15:30 uur) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (week 49) Personeelsrooster (week 49) 6 van 12
Veiligheid en gezondheid Binnen dit onderdeel zijn de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de risico-inventarisaties en de mogelijkheden die worden geboden om hiervan kennis te kunnen nemen. Conclusie Er wordt voldaan aan de gestelde eisen. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Er is gebruik gemaakt van de methode Veiligheidsmanagement, ontwikkeld door Veiligheid.nl en de methode Gezondheidsmanagement, ontwikkeld door het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid of de digitale Risico-monitor. De risico-inventarisaties zijn actueel. De risico-inventarisatie veiligheid is uitgevoerd in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes en op alle specifieke onderdelen. Naar aanleiding van de risico-inventarisaties zijn actieplannen gemaakt. Daarnaast zijn er huisregels en protocollen opgesteld. Op grond van het gesprek met de beroepskracht(en) en de observatie op de groep, is geconcludeerd dat de beroepskracht(en) het veiligheids- en gezondheidsbeleid kennen en over het algemeen op een juiste wijze in praktijk brengen. Gebruikte bronnen: Interview (beroepskrachten) Observaties (dinsdag 5 december: 14:15 uur tot 15:30 uur) Risico-inventarisatie veiligheid (2016) Risico-inventarisatie gezondheid (2016) Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Huisregels/groepsregels 7 van 12
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is vóór aanvang van de werkzaamheden aan de houder overgelegd en bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee jaar. De actuele verklaring omtrent het gedrag is niet ouder dan twee jaar, te rekenen vanaf de dag van afgifte van de meest actuele verklaring omtrent het gedrag. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 12
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en 9 van 12
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder beschrijft de gezondheidsrisico s op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en 10 van 12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Het Buitenschoolse Net, Locatie Russenuil 4Teens Website : http://www.buitenschoolsenet.nl Aantal kindplaatsen : 30 Gegevens houder Naam houder : Het Buitenschoolse Net Adres houder : Rossinistraat 9 Postcode en plaats : 5344AK Oss Website : www.buitenschoolsenet.nl KvK nummer : 17109926 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA Tilburg Telefoonnummer : 088-3686845 Onderzoek uitgevoerd door : I Kanters Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Oss Adres : Postbus 5 Postcode en plaats : 5340BA OSS Planning Datum inspectie : 05-12-2017 Opstellen concept inspectierapport : 11-12-2017 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 11-12-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 11-12-2017 Verzenden inspectierapport naar : 11-12-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 01-01-2018 11 van 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 12 van 12