Orde van dienst voor de kerkdienst waarin 13 mensen belijdenis van het geloof zullen afleggen uit wijk 3 en wijk 5 13 april 2014 Oude Kerk in Barneveld Predikant: ds. M. P. D. Barth Organist/pianist: R. van Middendorp Ouderling van dienst: R. Pater
Orgelspel Afkondigingen door ouderling L. Vos Zingen: Psalm 103:6 Deze psalm is afgelopen week op de scholen geleerd. Zo hoog Zijn troon moog' boven d' aarde wezen, Zo groot is ook voor allen, die Hem vrezen, De gunst, waarmee Hij hen wil gadeslaan; Zo ver het west verwijderd is van 't oosten, Zo ver heeft Hij, om onze ziel te troosten, Van ons de schuld en zonden weggedaan. Votum en Groet We belijden dat we niet zonder Gods hulp en aanwezigheid kunnen. Verder worden we door God zelf begroet. We mogen Hem ontmoeten in vrede. Zingen: Psalm 68:10 Geloofd zij God met diepst ontzag! Hij overlaadt ons, dag aan dag, Met Zijne gunstbewijzen. Die God is onze zaligheid; Wie zou die hoogste Majesteit Dan niet met eerbied prijzen? Die God is ons een God van heil; Hij schenkt, uit goedheid, zonder peil, Ons 't eeuwig, zalig leven; Hij kan, èn wil, èn zal in nood, Zelfs bij het naad'ren van den dood, Volkomen uitkomst geven.
Verootmoediging We luisteren naar de Wet van God waarin we horen hoe God wil dat wij leven. We ontdekken dat we Gods Wet overtreden hebben en dat we niet kunnen bestaan voor Hem zonder zijn vergeving. Daarover horen we meer verderop in de dienst. Zingen: Psalm 17:3 Ik zet mijn treden in Uw spoor, Opdat mijn voet niet uit zou glijden; Wil mij voor struikelen bevrijden, En ga mij met Uw heillicht voor. Ik roep U aan, 'k blijf op U wachten, Omdat G', o God, mij altoos redt, Ai, luister dan naar mijn gebed, En neig Uw oren tot mijn klachten. Gebed We bidden om Gods leiding bij het lezen uit zijn Woord. Zodat het Woord van God werkelijk tot ons spreekt in deze dienst.
Schriftlezing: Johannes 18:28-40 De veroordeling door Pilatus 28 Ze brachten dan Jezus van Kajafas naar het gerechtsgebouw, en het was 's morgens vroeg. En zij gingen het gerechtsgebouw niet in, opdat zij niet bezoedeld zouden worden, maar het Pascha konden eten. 29 Pilatus dan ging naar buiten, naar hen toe en zei: Welke aanklacht brengt u tegen deze Mens in? 30 Zij antwoordden en zeiden tegen hem: Als Deze geen misdadiger was, zouden wij Hem niet aan u overgeleverd hebben. 31 Pilatus dan zei tegen hen: Neemt u Hem en oordeel Hem volgens uw wet. De Joden dan zeiden tegen hem: Het is ons niet geoorloofd iemand te doden. 32 Dat gebeurde opdat het woord vervuld zou worden dat Jezus gesproken had, toen Hij aanduidde wat voor dood Hij zou sterven. 33 Pilatus dan ging het gerechtsgebouw weer in, riep Jezus en zei tegen Hem: Bent U de Koning van de Joden? 34 Jezus antwoordde hem: Zegt u dit uit uzelf of hebben anderen het u over Mij gezegd? 35 Pilatus antwoordde: Ben ik soms een Jood? Uw eigen volk en de overpriesters hebben U aan mij overgeleverd; wat hebt U gedaan? 36 Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Als Mijn Koninkrijk van deze wereld was, zouden Mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden overgeleverd zou worden, maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier. 37 Pilatus dan zei tegen Hem: U bent dus toch een koning? Jezus antwoordde: U zegt dat Ik een Koning ben. Hiervoor ben Ik geboren en hiervoor ben Ik in de wereld gekomen: om voor de waarheid te getuigen. Iedereen die uit de waarheid is, geeft aan Mijn stem gehoor. 38 Pilatus zei tegen Hem: Wat is waarheid? En nadat hij dat gezegd had, ging hij opnieuw naar buiten naar de Joden, en zei tegen hen: Ik vind geen schuld in Hem. 39 Maar u hebt de gewoonte dat ik op het Pascha iemand voor u loslaat. Wilt u dan dat ik de Koning van de Joden voor u loslaat? 40 Zij dan schreeuwden allemaal opnieuw: Niet Deze, maar Barabbas! En Barabbas was een misdadiger.
Zingen: psalm 72:6 en 7 Ja, elk der vorsten zal zich buigen En vallen voor Hem neer; Al 't heidendom Zijn lof getuigen, Dienstvaardig tot Zijn eer. 't Behoeftig volk, in hunne noden, In hun ellend' en pijn, Gans hulpeloos tot Hem gevloden, Zal Hij ten redder zijn. Nooddruftigen zal Hij verschonen; Aan armen, uit genâ, Zijn hulpe ter verlossing tonen; Hij slaat hun zielen gâ. Als hen geweld en list bestrijden, Al gaat het nog zo hoog; Hun bloed, hun tranen en hun lijden Zijn dierbaar in Zijn oog. Collecte 1 e rondgang: Zondagschool 2 e rondgang: Hervormde Gemeente in Barneveld Verkondiging van het Evangelie Thema: Jezus doet belijdenis Naar aanleiding van vers 37b: hiervoor ben Ik geboren en hiervoor ben Ik in de wereld gekomen: om voor de waarheid te getuigen. Iedereen die uit de waarheid is, geeft aan Mijn stem gehoor.
Zingen: lied 150:1,3 en 4 (op Toonhoogte) Heer, U bent mijn leven de grond waarop ik sta Heer, U bent mijn weg de waarheid die mij leidt U woord is het pad de weg waarop ik ga Zolang U mijn adem geeft, zolang als ik besta Ik zou niet meer vrezen, want U bent bij mij Heer, ik bid U, blijf mij nabij Heer, U bent mijn kracht, de rots waarop ik bouw Heer, U bent mijn waarheid, de vrede van mijn hart En niets in dit leven zal ons scheiden Heer Zo weet ik mij veilig, want uw hand laat mij nooit los Van wat ik misdaan heb, heeft U mij bevrijd En in uw vergeving leef ik nu Vader van het leven, ik geloof in U Jezus de Verlosser, wij hopen steeds op U Kom hier in ons midden, Geest van liefde en kracht U die via duizend wegen ons hier samen bracht En op duizend wegen, zendt U ons weer uit Om het zaad te zijn van Godsrijk Openbare geloofsbelijdenis Formulier voor de openbare geloofsbelijdenis Gemeente des Heeren, enige broeders en zusters verlangen nu in uw midden persoonlijk en openlijk belijdenis van het geloof af te leggen, opdat zij mogen delen in de volle gemeenschap van de kerk. Zij worden hierdoor tot het Heilig Avondmaal toegelaten en dragen medeverantwoordelijkheid voor de opbouw van de gemeente van Christus. Wij geloven en belijden dat God in Christus Zijn kinderen vergadert uit alle rassen en volken en hen verenigt tot één lichaam, waarvan Jezus Christus het hoofd is en wij de leden zijn. In de Heilige Doop wordt ons betuigd en verzegeld, dat wij in Gods genadeverbond
opgenomen zijn. Daarom behoren wij als leden van Christus gemeente gedoopt te zijn. Daarmee dragen wij zijn merk- en veldteken. In het Heilig Avondmaal, waar Christus ons brood en wijn geeft als tekenen en zegelen van Zijn gekruisigd lichaam en Zijn vergoten bloed, verbindt Hij ons telkens opnieuw tot de waarachtige gemeenschap met Zichzelf en met elkaar. Zo verenigd met Christus, zijn wij geroepen met woord en daad Hem te belijden als Heere en Heiland, en Gods Koninkrijk te verkondigen en te verwachten. De kerkenraad heeft, na gevraagd te hebben naar uw geloof en kennis van de waarheid, met vertrouwen en blijdschap in uw voornemen toegestemd. Daarom verzoek ik u, broeders en zusters,die nu belijdenis van het geloof wilt afleggen, op te staan en in dankbare gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en in gemeenschap met de belijdenis van de vaderen te antwoorden op de volgende vragen: Ten eerste: Belijdt u te geloven in God, de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde, en in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere en in de Heilige Geest? Ten tweede: Aanvaardt u de roeping om, als lid van de gemeente, die God Zich in Christus tot het eeuwige leven verkoren heeft, door Zijn genade tegen de zonde en de duivel te strijden, uw Heiland te volgen in leven en sterven, Hem te belijden voor de mensen en met blijdschap te arbeiden in Zijn Koninkrijk? Ten derde: Wilt u, in de gemeenschap van de Protestantse Kerk in Nederland en onder haar opzicht, getrouw zijn onder de bediening van het Woord en de sacramenten, volharden in het gebed en het lezen van de Heilige Schrift, en wilt u met de u geschonken gaven meewerken aan de opbouw van de gemeente van Christus?
Belijdenis van het geloof Uit kracht van uw doop en als gevolg van uw persoonlijke belijdenis van het geloof, verklaren wij u, in de gemeenschap van de Kerk van Christus, tot belijdende leden van de Protestantse Kerk in Nederland en nodigen u tot de tafel des Heeren. De God van alle genade, die u in Christus geroepen heeft tot zijn eeuwige heerlijkheid, Hij zal u volmaken, bevestigen, sterken en grondvesten. Hem zij de kracht in alle eeuwigheid. Amen [1 Petr. 5:10,11]. Zingen (staande): Psalm 134:3 Dat 's HEEREN zegen op u daal'; Zijn gunst uit Sion u bestraal'; Hij schiep 't heelal, Zijn naam ter eer; Looft, looft dan aller heren HEER. Geliefde broeders en zusters in de Heere, nu u door uw belijdenis in alle voorrechten van het lidmaatschap van de Kerk van Christus delen mag, bedenkt te allen tijde dat u medeburgers van de heiligen bent en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Jezus Christus Zelf de hoeksteen is; in Hem wordt ook u mede gebouwd tot een woonstede van God in de Geest [Ef. 2:19-22]. Gemeente van Jezus Christus, nu u de belijdenis van deze broeders en zusters hebt gehoord (en getuige geweest bent van de doop) en hun toelating tot het Heilig Avondmaal hebt vernomen, bevelen wij hen aan in uw liefde en zorg, als leden, die met ons één zijn in de Heere. Gedenk de woorden van onze Heere Jezus Christus: Een nieuw gebod geef ik u dat u elkander liefhebt, gelijk Ik u liefgehad heb, dat u ook elkander liefhebt. Hieraan zullen allen weten, dat u discipelen van Mij zijt, indien u liefde hebt onder elkander [Joh. 13:34,45].
Getuigenis Catechisanten zingen psalm 121:1 'k Sla d' ogen naar 't gebergte heen, Vanwaar ik dag en nacht Des Hoogsten bijstand wacht. Mijn hulp is van den HEER alleen, Die hemel, zee en aarde Eerst schiep, en sinds bewaarde. Zingen (staande): psalm 121:4 De HEER zal u steeds gadeslaan, Opdat Hij in gevaar, Uw ziel voor ramp bewaar'; De HEER, 't zij g' in of uit moogt gaan, En waar g' u heen moogt spoeden, Zal eeuwig u behoeden. Persoonlijk woord Zingen: Lied 151: 1, 2 en 3 (OTH) 1 Ik bouw op U, mijn Schild en mijn Verlosser. Niet eenzaam ga ik op de vijand aan. Sterk in uw kracht, } gerust in uw bescherming. } 2x Ik bouw op U en ga in uwe naam. } 2 Gelovend ga ik, eigen zwakheid voelend. En telkens weer moet ik uw kracht verstaan. Toch rijst in mij } een lied van overwinning. } 2x Ik bouw op U en ga in uwe naam. }
3 Ik bouw op U, mijn Schild en mijn verlosser. Gij voert de strijd, de huld is U gewijd. In t laatste uur } zal k zegevierend ingaan } 2x in rust met U die mij hebt voortgeleid. } Dank en voorbede We brengen God de dank voor wat we gehoord en gezien hebben. Ook bidden we voor elkaar. Wegzending en zegen Na deze ontmoeting met God Zelf gaan we het gewone leven weer in. Maar God belooft dat Hij met ons mee gaat in het leven van elke dag. Na afloop van de dienst is er gelegenheid om de belijdeniscatechisanten de hand te geven voor in de kerk.