37007/21/1/A/2. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,



Vergelijkbare documenten
MLAV1/ /MV/lydr.

34013/110/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

36008/127/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

MLAV1/ /MV/bd

MLAV1/ /RP/si

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

Dossiernummer 7C/37011/17/2/M/1

34042/114/1/A/2. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

HOUDENDE VERGUNNING AAN MATTHIJSSEN HERMAN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2960 BRECHT, HOEKSTRAAT 26.

34042/84/1/A/2. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het M.B. d.d waarbij in beroep het besluit d.d van de Bestendige Deputatie wordt bevestigd;

Dossiernummer 7C/32030/129/1/M/1

Besluit van de Bestendige Deputatie

Besluit van de Deputatie

Dossiernummer 7C/31005/80/3/M/3

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

2/MLAV1/ /JB/AB Milieuvergunningen

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /RTH/vive

MLAV1/ /RP/bd

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

31022/22/1/A/6. De deputatie van de Provincieraad,

32030/129/1/A/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

33011/255/1/A/2. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

MLVER/ /PAG/sdv

Dossiernummer 7C/36019/48/2/M/8

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1000

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gewestdirectie Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

38002/26/3/A/2. De deputatie van de Provincieraad,

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Vlaamse Regering.:~~~= '~~ = :n~ " "~ AMV/ /1004

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10.

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

Besluit van de Deputatie

31005/80/3/W/2. De deputatie van de Provincieraad,

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

33021/21/2/A/4. De deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het horen van de aanvrager door de Provinciale Milieuvergunningscommissie;

36019/48/2/A/3. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B

Besluit van de Bestendige Deputatie

Besluit van de Deputatie

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

p r o v i n De deputatie van de provincie Limburg

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

38025/88/1/A/4. De deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

36008/11/5/W/3. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1002. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1011

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/

Besluit van de deputatie van de Provincieraad, houdende vergunning aan N.V. VOEDERS OSTYN voor het veranderen van een inrichting gelegen te ROESELARE.

MLVER/ /RTH/AG/sdv

MLAV1/ /MV/pn.

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

34027/22/2/A/3. De deputatie van de Provincieraad,

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1026

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

VLAAMSE REGERING AMV/ /1001

35006/166/2/A/2. De deputatie van de Provincieraad,

AKTENAME MELDING. Het college van burgemeester en schepenen heeft de melding ingediend door Ghys bvba, Kamiel Wautersstraat 4, 9140 Temse ontvangen.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /FL/DL

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Besluit van de Deputatie

Liersesteenweg 268 te 2800 Mechelen. Eikestraat 1 en 1A te 2800 Mechelen Afdeling 12402, sectie B, percelen 302 K, 302 L en 302 M

31012/24/1/A/4. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Datum collegevergadering: 05/11/2018

)"1 = Vlaamse Regering :~~"= , " AMV/ /1000

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

MLAV1/ /MV/lydr.

Besluit van de Deputatie

Datum collegevergadering: 03/12/2018

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

Transcriptie:

37007/21/1/A/2 Besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, houdende vergunning aan De heer NOPPE ANDRE voor het verder exploiteren en uitbreiden van een inrichting gelegen te MEULEBEKE. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990, van 12 december 1990, van 21 december 1990, van 22 december 1993, van 21 december 1994, van 8 juli 1996, van 21 oktober 1997, van 11 mei 1999, van 18 mei 1999, van 9 maart 2001, van 21 december 2001 en van 18 december 2002; Gelet op het besluit d.d. 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning; gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Executieve van 27 februari 1992, bij besluit van 28 oktober 1992, bij besluit van 27 april 1994, bij besluit van 1 juni 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 22 oktober 1996, bij besluit van 12 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 29 september 2000, bij besluiten van 20 april 2001, besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 7 september 2001, bij besluit van 5 oktober 2001 en bij besluit van 31 mei 2002 en het decreet van 18 mei 1999; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II, Belgisch Staatsblad d.d. 31 juli 1995), gewijzigd bij besluit van 6 september 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 3 juni 1997, bij besluiten van 17 december 1997, bij besluit van 24 maart 1998, bij besluit van 6 oktober 1998, bij besluit van 19 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 3 maart 2000, bij besluit van 17 maart 2000, bij besluit 17 juli 2000, bij besluit 13 oktober 2000, bij besluit 19 januari 2001, bij besluiten van 20 april 2001, bij besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 18 januari 2002, bij besluit van 25 januari 2002, bij besluit van 31 mei 2002, bij besluiten van 14 maart 2003 en bij besluit van 21 maart 2003; Gelet op de volgende vergunning(en) en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van de hierna vermelde inrichting werden getroffen, en op de datum van de indiening van de hierna vermelde milieuvergunningsaanvraag van toepassing waren; Gelet op het besluit d.d. 18/10/1990 van de Bestendige Deputatie waarbij de vergunning verleend wordt voor het verder exploiteren van 2420 mestvarkens voor een termijn tot 18/10/2000; Gelet op het besluit d.d. 18/11/1993 van de Bestendige Deputatie waarbij akte verleend wordt voor 3140 m3 mest en 3000 l mazout voor een termijn tot 01/09/2011; Gelet op het besluit d.d. 11/10/1999 van het CBS waarbij de vergunning verleend wordt voor grondwaterwinning 19 m3/d en 7000 m3/j in de Ieperiaanse zanden voor een termijn tot 15/05/2015; Gelet op het besluit d.d. 31/08/2000 van de Bestendige Deputatie waarbij de vergunning verleend wordt voor het verder exploiteren van 2420 mestvarkens voor een termijn tot 31/12/2003, het uitbreiden met 3000 l mazout voor een termijn tot 01/09/2011 (mest blijft vergund tot 01/09/2011, grondwaterwinning tot 15/05/2015); 1

Gelet op de milieuvergunningsaanvraag op 21/02/2003, ingediend door De heer NOPPE ANDRE, wonende te Kleine Roeselarestraat 13 8760 Meulebeke, strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om een inrichting gelegen te Kleine Roeselarestraat 13 te Meulebeke, kadastraal bekend : Afdeling Sectie Perceelnummer MEULEBEKE 1 AFD f 0417/f MEULEBEKE 1 AFD f 416/d MEULEBEKE 1 AFD f 416/g met als voorwerp : - verder exploiteren van een varkensbedrijf met 2420 mestvarkens, 3140 m3 mest, 6000 l mazout, grondwaterwinning 19 m3/d en 7000 m3/j in de Ieperiaanse zanden - uitbreiden met lozing HA 90 m3/j, 1 verdeelslang, mobiele mestscheider 2600 m3/jaar tot een totale capaciteit van 2420 mestvarkens, 3140 m3 mest, 6000 l mazout + 1 verdeelslang, lozing HA 90 m3/j, 1 verdeelslang, mobiele mestscheider 2600 m3/j, grondwaterwinning 19 m3/d en 7000 m3/j in de Ieperiaanse zanden Rubriek Omschrijving Kl. Advies Tijd. Coörd Audit Jv. X 3.2 Afvalwater en koelwater: het lozen van niet in de rubrieken 3.3 en 3.6 begrepen huishoudelijk afvalwater: (Totale eenheden: 90 kubieke meter per jaar) 9.4.1.c.2 9.4.1.c.2 gefokt of gehouden worden: in een agrarisch gebied: met plaatsen voor meer dan 1.000 varkens ouder dan 10 weken (Totale eenheden: 2420 Stuks (aantal)) gefokt of gehouden worden: in een agrarisch gebied: met plaatsen voor meer dan 1.000 varkens ouder dan 10 weken (Totale eenheden: 1 Stuks (aantal)) 1 A L R 0 N 1 A L R 0 N 2

9.4.1.d.1 9.4.1.d.1 17.3.6.1.b gefokt of gehouden worden: intensieve varkenshouderij met meer dan: 2.000 plaatsen voor mestvarkens van meer dan 30 kg (Totale eenheden: 1 Stuks (aantal)) gefokt of gehouden worden: intensieve varkenshouderij met meer dan: 2.000 plaatsen voor mestvarkens van meer dan 30 kg (Totale eenheden: 2420 Stuks (aantal)) Gevaarl. stoffen: opslagplaatsen vr vloeistoffen met ontvlammingspunt > 55 C en < 100 C, (uitz. deze onder rubriek 48), met tot. inhoudsverm.: 100 l tem 20.000 l voor andere dan sub a) bedoelde inrichtingen (Totale eenheden: 6000 liter) 17.3.9.1 Gevaarl. stoffen: brandstofverdeelinstall. vr motorvoertuigen (install. voor vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare KWS): inricht. voor de verdeling vd in 17.3.6.1 bedoel. vloeistoffen met max. 1 verdeelslang (Totale eenheden: 1 Stuks (aantal)) 28.2.c.1 Mest of meststoffen: opslagplaats van dierlijke mest in een agrarisch gebied: van 10 m3 tot en met 5.000 m3 (Totale eenheden: 3140 kubieke meter) 53.8.2 Winning van grondwater: boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning, andere dan deze bedoeld in rubriek 53.1 tot en met 53.7, met een opgepompt debiet : 500 m3/jaar tot 30.000 m3/jaar (Totale eenheden: 7000 kubieke meter per jaar) 1 A L R 0 N X 1 A L R 0 N X 2 W 0 N 3

Rubriek Product Hoeveelheid 3.2 huishoudelijk afvalwater 90 kubieke meter per jaar 9.4.1.c.2 mestscheider 1 Stuks (aantal) 9.4.1.c.2 mestvarkens 2420 Stuks (aantal) 9.4.1.d.1 mestvarkens 2420 Stuks (aantal) 9.4.1.d.1 mestscheider 1 Stuks (aantal) 17.3.6.1.b mazout 2000 liter 17.3.6.1.b mazout 4000 liter 17.3.9.1 verdeelslangen 1 Stuks (aantal) 28.2.c.1 mest 3140 kubieke meter 53.8.2 Verbuisde boorput op 20 m, uit Ieperiaan, voor drinken dieren, reinigen stallen Een landbouwbedrijf Hernieuwing - 2.420 mestvarkens - 3.140 m3 dierlijke mestopslag - 6.000 l mazoutopslag (2.000 l in een bovengrondse houder en 4.000 l in een ondergrondse houder) - grondwaterwinning: 19 m3/dag en 7.000 m3/jaar in de Ieperiaanse zanden Uitbreiding met - 1 verdeelslang voor mazout - mobiele mestscheider - het lozen van HA in oppervlaktewater (90 m3/jaar) zodat de inrichting voortaan zou omvatten: - 2.420 mestvarkens - 3.140 m3 dierlijke mestopslag - 6.000 l mazoutopslag (2.000 l in een bovengrondse houder en 4.000 l in een ondergrondse houder) - 1 verdeelslang voor mazout - mobiele mestscheider - het lozen van HA in oppervlaktewater (90 m3/jaar) - Een grondwaterwaterwinning max.19 m³/dag en 7000 m³/jaar uit de Iepiaanse zanden met volgende kenmerken: aard van de winning: verbuisde boorput aantal grondwaterwinningen: 1 diepte van de winning: 20 m bestemming: drinkwater voor dieren, reinigingsdoeleinden Gelet op het feit dat op datum van 06/03/2003 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning; 4

Gelet op het proces-verbaal houdende de tijdens het openbaar onderzoek ingediende schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen dd.16/04/2003 waaruit blijkt dat geen schriftelijke en mondelingen bezwaren en opmerkingen werden ingediend; Gelet op het gunstig advies dd. 28/04/2003 van het College van Burgemeester en Schepenen; Gelet op het horen van de aanvrager door de Provinciale Milieuvergunningscommissie; Gelet op het gedeeltelijk gunstig advies dd. 22/04/2003 van de afdeling Milieuvergunningen van de administratie Milieu, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de afdeling ROHM van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het departement Leefmilieu en infrastruktuur; Gelet op het gedeeltelijk gunstig advies dd. 07/04/2003 van de afdeling Water van de administratie voor Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur; Gelet op het gunstig advies dd. 24/03/2003 van de Vlaamse Landmaatschappij; Gelet op het gunstig (deels op proef) advies dd. 23/05/2003 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie Gelet op de beslissing dd. 19/06/2003 van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad om de behandelingstermijn van de milieuvergunningsaanvraag te verlengen; Gelet op de ligging van de inrichting in een agrarisch gebied van het gewestplan Roeselare-Tielt (d.d. 17/12/1979) waarvoor volgende voorschriften van toepassing zijn : "de agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. Overwegende dat (motivering vanuit oogpunt van de stedenbouwkundige en ruimtelijke aspecten) gesteld kan worden dat de verandering/verdere exploitatie van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat het een bestaande veeteeltinrichting betreft; 5

Overwegende dat er een vergunde mestproductie is van 31.460 kg N en 12.899 kg P2O5, overeenkomstig de mestproductie van 2420 mestvarkens; Dat het gaat om een hernieuwing zonder wijziging in het aantal of soort dieren; Dat er geen stijging is van de vergunde mestproductie; Overwegende dat de laatste drie kalenderjaren voldaan is aan de aangifteplicht van het mestdecreet; Overwegende dat in het verleden gemiddeld 98% van de opgegeven mestproductie afgezet werd conform de bepalingen van het mestdecreet; dat dit als voldoende beschouwd wordt; Overwegende dat de aanwezige mest via mestscheiding wordt gescheiden in een dikke en dunne fractie; dat dit op regelmatige tijdstippen gebeurt; dat het scheiden van de ruwe mest 16% dikke fractie en 84% dunne fractie oplevert; dat het scheidingapparaat een rendement haalt van 31% N en 82% P2O5 dat na de scheiding nog in de dikke fractie aanwezig is; Overwegende dat aanvankelijk een voortijdige hernieuwing gevraagd werd van een grondwaterwinning (dezelfde dag- en jaardebieten); dat de exploitant in zijn schrijven d.d. 06/08/2003 vraagt om de hernieuwingsaanvraag voor de grondwaterwinning in te trekken en om de bestaande grondwatervergunning d.d. 11/10/1999 te behouden; dat bijgevolg thans geen uitspraak hoeft te gebeuren over het aspect grondwater; Overwegende dat het huishoudelijk afvalwater geloosd wordt in oppervlaktewater; dat de exploitant de nodige maatregelen dient te treffen teneinde te voldoen aan de van toepassing zijnde voorwaarden van Vlarem II voor het lozen van HA in oppervlaktewater; Overwegende dat er niet voldaan is aan de verbods- en afstandregels; Overwegende dat de exploitant nog beschikt over een vergunning tot 31/12/2003 voor de varkens; dat de Vlaamse regering op 25/4/2003 principieel beslist heeft om de Vlarem II- verbodsen afstandsregels voor dieren te herzien; dat in afwachting van het van kracht worden van deze beslissing de vergunning ondertussen op proef kan verleend worden; dat vóór het einde van dit jaar zal nagegaan worden in welk stadium de aangekondigde wetswijziging zich bevindt en in welke mate voorliggende aanvraag in aanmerking komt voor een definitieve milieuvergunning dat het gelet op deze specifieke situatie eerder aangewezen is de vergunning te verlenen voor een termijn van 2 jaar op proef voor de varkens met een evaluatie voor 31/12/2003; dat de mest en de mestscheider onlosmakelijk verbonden zijn met de dieren; dat de op dit punt andersluidende adviezen niet kunnen bijgetreden worden; 6

Overwegende dat de elementen aangebracht door de aanvrager, gehoord door de Provinciale Milieuvergunningscommissie als volgt weergegeven kunnen worden : we vragen een termijn van 20 jaar omdat de afstandsregels toch zouden wegvallen; er is een grondwatervergunning voor 7000 m3/j voor een termijn tot 2015; nu is er een voorstel tot beperking van het debiet; uit dezelfde boorput wordt ook grondwater opgepompt voor een ander bedrijf; het is dezelfde exploitant; er is één grondwaterwinning aangevraagd voor beide bedrijven; het andere bedrijf betreft nur 11; de centrifuge staat in feite buiten in een afgesloten ruimte; Overwegende dat de exploitatie van het toelaatbare deel van de inrichting verenigbaar moet gemaakt worden met de omgeving, zowel wat betreft de risico s voor de externe veiligheid als wat betreft de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting; Dat het daarom noodzakelijk is vergunningsvoorwaarden op te leggen die technisch haalbaar zijn en voldoen aan de vereiste van best beschikbare schone technologie zonder overmatig hoge kosten; dat de technische criteria en de van toepassing zijnde normen vanuit dit uitgangspunt gehanteerd worden; dat deze voorwaarden kunnen worden geconcretiseerd als omschreven in bijlage; Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde verandering/verdere exploitatie, mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan; Gelet op het verslag van de heer Gedeputeerde Jan Durnez, gegeven in zitting van heden; Artikel 1 BESLUIT Aan De heer NOPPE ANDRE, wonende te Kleine Roeselarestraat 13 8760 Meulebeke wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend, om een inrichting gelegen te Kleine Roeselarestraat 13 te Meulebeke, kadastraal bekend : Afdeling Sectie Perceelnummer MEULEBEKE 1 AFD f 0417/f MEULEBEKE 1 AFD f 416/d MEULEBEKE 1 AFD f 416/g met als voorwerp : - verder exploiteren van een varkensbedrijf met 2420 mestvarkens, 3140 m3 mest, 6000 l mazout - uitbreiden met lozing HA 90 m3/j, 1 verdeelslang, mobiele mestscheider 2600 m3/jaar tot een totale capaciteit van 2420 mestvarkens, 3140 m3 mest, 6000 l mazout + 1 verdeelslang, lozing HA 90 m3/j, 1 verdeelslang, mobiele mestscheider 2600 m3/j, grondwaterwinning 19 m3/d en 7000 m3/j in de Ieperiaanse zanden 7

Rubriek Omschrijving Kl. Advies Tijd. Coörd Audit Jv. X 3.2 Afvalwater en koelwater: het lozen van niet in de rubrieken 3.3 en 3.6 begrepen huishoudelijk afvalwater: (Totale eenheden: 90 kubieke meter per jaar) 9.4.1.c.2 9.4.1.c.2 gefokt of gehouden worden: in een agrarisch gebied: met plaatsen voor meer dan 1.000 varkens ouder dan 10 weken (Totale eenheden: 2420 Stuks (aantal)) gefokt of gehouden worden: in een agrarisch gebied: met plaatsen voor meer dan 1.000 varkens ouder dan 10 weken (Totale eenheden: 1 Stuks (aantal)) 1 A L R 0 N 1 A L R 0 N 8

9.4.1.d.1 9.4.1.d.1 17.3.6.1.b gefokt of gehouden worden: intensieve varkenshouderij met meer dan: 2.000 plaatsen voor mestvarkens van meer dan 30 kg (Totale eenheden: 1 Stuks (aantal)) gefokt of gehouden worden: intensieve varkenshouderij met meer dan: 2.000 plaatsen voor mestvarkens van meer dan 30 kg (Totale eenheden: 2420 Stuks (aantal)) Gevaarl. stoffen: opslagplaatsen vr vloeistoffen met ontvlammingspunt > 55 C en < 100 C, (uitz. deze onder rubriek 48), met tot. inhoudsverm.: 100 l tem 20.000 l voor andere dan sub a) bedoelde inrichtingen (Totale eenheden: 6000 liter) 17.3.9.1 Gevaarl. stoffen: brandstofverdeelinstall. vr motorvoertuigen (install. voor vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare KWS): inricht. voor de verdeling vd in 17.3.6.1 bedoel. vloeistoffen met max. 1 verdeelslang (Totale eenheden: 1 Stuks (aantal)) 28.2.c.1 Mest of meststoffen: opslagplaats van dierlijke mest in een agrarisch gebied: van 10 m3 tot en met 5.000 m3 (Totale eenheden: 3140 kubieke meter) 1 A L R 0 N X 1 A L R 0 N X Rubriek Product Hoeveelheid 3.2 huishoudelijk afvalwater 90 kubieke meter per jaar 9.4.1.c.2 mestscheider 1 Stuks (aantal) 9.4.1.c.2 mestvarkens 2420 Stuks (aantal) 9.4.1.d.1 mestvarkens 2420 Stuks (aantal) 9.4.1.d.1 mestscheider 1 Stuks (aantal) 9

Rubriek Product Hoeveelheid 17.3.6.1.b mazout 2000 liter 17.3.6.1.b mazout 4000 liter 17.3.9.1 verdeelslangen 1 Stuks (aantal) 28.2.c.1 mest 3140 kubieke meter Een landbouwbedrijf Hernieuwing - 2.420 mestvarkens - 3.140 m3 dierlijke mestopslag - 6.000 l mazoutopslag (2.000 l in een bovengrondse houder en 4.000 l in een ondergrondse houder) Uitbreiding met - 1 verdeelslang voor mazout - mobiele mestscheider - het lozen van HA in oppervlaktewater (90 m3/jaar) zodat de inrichting voortaan zou omvatten: - 2.420 mestvarkens - 3.140 m3 dierlijke mestopslag - 6.000 l mazoutopslag (2.000 l in een bovengrondse houder en 4.000 l in een ondergrondse houder) - 1 verdeelslang voor mazout - mobiele mestscheider - het lozen van HA in oppervlaktewater (90 m3/jaar) - Een grondwaterwaterwinning max.19 m³/dag en 7000 m³/jaar uit de Iepiaanse zanden met volgende kenmerken: aard van de winning: verbuisde boorput aantal grondwaterwinningen: 1 diepte van de winning: 20 m bestemming: drinkwater voor dieren, reinigingsdoeleinden de vergunningen d.d. 18/11/1993 en 31/08/2000 worden opgeheven Artikel 2 1. De in artikel 1 bedoelde vergunde inrichting dient in gebruik genomen binnen een termijn van 200 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum bepaald in artikel 3,1. 2. In de mate dat voor de inrichting die het voorwerp uitmaakt van de in artikel 1 bedoelde vergunning, krachtens het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, een bouwvergunning nodig is, wordt onderhavige milieuvergunning geschorst, zolang de bouwvergunning niet is verleend. In afwijking van het bepaalde 1 wordt de aanvangsdatum van de milieuvergunning in dat geval verdaagd tot de dag dat deze bouwvergunning definitief is verworven. 3. Wordt de in 2 bedoelde bouwvergunning geweigerd, dan vervalt de in artikel 1 bedoelde milieuvergunning van rechtswege op de dag van de weigering van de bouwvergunning in laatste aanleg. 10

Artikel 3 De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn van - 2 jaar op proef voor de mestvarkens (met bijhorende mest en mestscheider) met een tussenevaluatie vóór 31/12/2003-20 jaar voor de overige inrichtingen 1. die aanvangt op behoudens wanneer : a) onderhavige milieuvergunning is geschorst omdat de bouwvergunning, vereist krachtens artikel 42 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, op datum van onderhavige milieuvergunning niet definitief is verleend; de exploitant dient de datum waarop de bouwvergunning werd verleend bij ter post aangetekend schrijven mee te delen aan de overheid die de milieuvergunning heeft verleend; b) onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, 3 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan; 2. die eindigt op - voor de mestvarkens, mest en mestscheider - voor de overige inrichtingen behoudens wanneer : - de inrichting overeenkomstig het bepaalde in sub 1. a), later werd in gebruik genomen; in dat geval wordt de einddatum van onderhavige vergunning met een termijn overeenstemmend met deze latere in gebruikname naar later verschoven, behalve wanneer de einddatum samenvalt met de eerder verleende lopende vergunning(en). De grondwaterwinning in de Ieperiaanse zanden blijft vergund voor een termijn tot 15/05/2015 Artikel 4 De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden : De algemene en sectorale voorwaarden voor nieuwe/bestaande inrichtingen van titel II van het Vlarem. Ter informatie volgt hierna een niet-limitatieve opsomming van toepasselijke algemene en sectorale bepalingen uit titel II van het Vlarem (waarvan, in voorkomend geval, enkel de aangeduide artikelen van toepassing zijn) : VO1 : Algemene Milieuvoorwaarden - Algemeen : Hoofdstuk 4.1. en bijlage 4.1.8. VO3 : Algemene milieuvoorwaarden - oppervlaktewater : Hoofdstuk 4.2 en bijlagen 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4. V32 : Dieren : hoofdstuk 5.9 en bijlage 5.9 V46 : Opslag van gevaarlijke stoffen - ondergrondse en bovengrondse houders : Afdelingen 5.17.1, 5.17.2 en 5.17.3 en bijlagen 5.17.1, 5.17.2, 5.17.3, 5.17.4, 5.17.5, 5.17.6 en 5.17.7 V57 : Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen : afdeling 5.17.5 11

bijzondere vergunningsvoorwaarden: Enkel mest van vergunde dieren en/of niet vergunningsplichtige dieren van de eigen inrichting wordt afgevoerd. De scheiding (om de dikke en dunne fractie afzonderlijk te kunnen afvoeren) gebeurt in een afgesloten ruimte waarbij de emissies worden geleid naar een efficiënte luchtwasser. Hiervan kan worden afgeweken indien een emissierapport wordt voorgelegd, opgesteld door een erkend deskundige lucht, waaruit moet blijken dat de emissies milieukundig verantwoord zijn. Het rapport is opgesteld aan de hand van effectieve emissiemetingen. Het meetprotocol wordt desgevallend vooraf voorgelegd aan de adviesverlenende instanties. Deze metingen kunnen worden uitgevoerd op deze of een gelijkaardige installatie, waarbij duidelijk de randvoorwaarden worden vermeld waarvoor de meetresultaten representatief zijn. De exploitant laat tijdens elke periode waarin de installatie op het bedrijf actief is minstens 1 maal de nodige metingen en/of analyses op de in- en uitgaande stromen doen. Indien de draaicampagne langer duurt dan 1 maand worden de metingen maandelijks herhaald. Dit opdat er steeds een correcte kennis is van de nodige gegevens voor de opmaak van de nutriëntenbalans en eventueel de bepaling van het verwerkingsaandeel en de toetsing aan de verwerkingsplicht zoals bepaald in artikel 9 van het meststoffendecreet. Stikstof- en fosfaatanalyses worden uitgevoerd door een erkend laboratorium. Staalnamen van de ingaande stroom worden genomen uit de mestopslag voor scheiding conform het compendium bemonsteringsprocedures voor mest, bodem en veevoeder in het kader van het mestdecreet. De hoeveelheid ingaande mest wordt gemeten via een geijkte debietmeter. De vaste fractie wordt gewogen. De bepaling van de hoeveelheid geproduceerde dunne fractie gebeurt bij voorkeur via een debietmeter. Eventueel mag deze ook worden berekend op basis van de debiets- en dichtheidsbepaling van de ingaande stroom en weging van de vaste fractie, indien kan worden gemotiveerd dat dit een nauwkeuriger resultaat geeft dan het gebruik van een debietmeter. Er worden de nodige voorzieningen getroffen opdat eventueel gemorste mest kan worden opgevangen en terug in de bestaande mestopslag terechtkomt. De exploitant neemt alle noodzakelijke maatregelen teneinde te voorkomen dat reinigingswater, percolaat of mest kan terechtkomen op de bodem en zeker niet in de afvoeren die bestemd zijn voor de afvoer van hemelwater. Door de exploitant wordt een werkingsboek bijgehouden, waarin tijdens de draaiperiode (minimum dagelijks) de volgende gegevens genoteerd worden: de uren van de werking, de soort en hoeveelheid behandelde mest, en de ondervonden moeilijkheden en storingen. Deze gegevens worden gedateerd en ondertekend door de exploitant of zijn afgevaardigde. Bij storingen die van invloed kunnen zijn voor de opmaak van de nutriëntenbalans, dienen onmiddellijk de nodige gegevens verzameld zodat de nutriëntenbalans correct kan opgemaakt worden. De Vlaamse Landmaatschappij dient minstens 24 uur vooraf ingelicht te worden van de periodes tijdens dewelke de installatie in werking zal zijn De geproduceerde dunne en dikke fractie dient te worden afgezet conform de afzeten vervoersreglementering zoals bepaald in het mestdecreet 12

De dikke fractie wordt bij voorkeur onmiddellijk afgevoerd in een gesloten container. Indien in geval van overmacht opslag op het bedrijf noodzakelijk blijkt, gebeurt dit conform de voorschriften voor de opslag van vaste mest zoals beschreven in Vlarem (afdeling 5.9) met als bijkomende voorwaarde dat de opslag gebeurt in een afgesloten ruimte. Er mag dierlijke mest behandeld worden tussen 7 u en 19 u. Dit doet niets af van de strikte naleving van de volgende voorwaarden: Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II, Belgisch Staatsblad dd. 31 juli 1995), gewijzigd bij besluit van 6 september 1995, bij besluit van 26 juni 1996, bij besluit van 3 juni 1997, bij besluiten van 17 december 1997, bij besluit van 24 maart 1998, bij besluit van 6 oktober 1998, bij besluit van 19 januari 1999, bij besluit van 15 juni 1999, bij besluit van 3 maart 2000, bij besluit van 17 maart 2000, bij besluit van 17 juli 2000, bij besluit van 13 oktober 2000, bij besluit van 19 januari 2001 bij besluiten van 20 april 2001, bij besluit van 13 juli 2001, bij besluit van 18 januari 2002, bij besluit van 25 januari 2002, bij besluit van 31 mei 2002, bij besluiten van 14 maart 2003 en bij besluit van 21 maart 2003; In het geval van verandering (uitbreiding) van een lopende vergunning gelden voor de tot op heden nog niet vergunde inrichtingen in principe steeds de voorwaarden voor nieuwe inrichtingen van titel II van het Vlarem (met uitzondering van de inplantingsregels indien vergroting minder dan 100 % bedraagt), en dit voor zover de sectorale voorwaarden geen afwijkende regeling bevatten. De in de vroegere vergunningen reeds opgelegde voorwaarden blijven eveneens van kracht. Artikel 5 Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Artikel 6 1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III bis van titel I van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. 2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient voor de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunning verleende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. 13

Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning uiterlijk tussen de 18 de en de 12 de maand voor het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. Brugge, de 28/08/2003 Waren aanwezig: de HH. Paul BREYNE, Gouverneur-voorzitter; de Heer Jan DURNEZ, de heer Patrick VAN GHELUWE, de heer Gabriël KINDT, de heer Dirk DE FAUW, de heer Gunter PERTRY, mevrouw Marleen TITECA-DECRAENE, leden; de Heer Hilaire OST, Provinciegriffier De provinciegriffier, De gouverneur-voorzitter, Hilaire Ost Paul Breyne AANDACHT! Ingevolge de koppeling van de bouw- aan de milieuvergunning vervalt de krachtens het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, verleende bouwvergunning in geval onderhavige milieuvergunning in beroep zou worden geweigerd, op de dag van de definitieve weigering van de milieuvergunning. Tegen onderhavige beslissing kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse Regering, overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning. Dit beroep dient binnen de 30 kalenderdagen na verzending (voor de exploitant en de betrokken adviesinstanties en besturen) of aanplakking (derden) bij ter post aangetekend schrijven ingediend, gericht aan de Vlaamse Minister bevoegd voor het leefmilieu, op het adres van de Afdeling Milieuvergunningen van AMINAL (Afdeling Milieuvergunningen, Graaf de Ferrarisgebouw (4de + 6de verdieping), Koning Albert IIlaan 20 bus 8 te 1000 BRUSSEL) of van het Kabinet van de Vlaamse Minister. Tot staving van de ontvankelijkheid dient bij het beroepschrift een voor eensluidend verklaard afschrift van het attest van verzending resp. van aanplakking en een bewijs van betaling van de verschuldigde dossiertaks gevoegd te worden. 14