Citeertitel: Landsbesluit elektrische leidingen en kabels ==================================================================== Artikel 1

Vergelijkbare documenten
==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

===================================================================== Artikel 1

************************* AB 1990 no. 24 *CENTRAAL WETTENREGISTER* May 4, 2005 ************************* ===========================================

1. Algemeen. Artikel 1

Datum ondertekening. Bron bekendmaking

Wijzigingen: AB 1997 no. 34; AB 1998 no. 18; AB 2002 no. 124; AB 2004 no. 11 (inwtr. AB 2004 no. 12); AB 2009 no. 75; AB 2012 no.

************************* AB 2013 no. 74 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 07 november 2014 *************************

==================================================================== Artikel 1

Citeertitel: Landsbesluit bijzondere rechtspositionele bepalingen gevangenispersoneel

************************* AB 2000 no. 59 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 22 oktober 2013 *************************

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

ONTWERP IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende:

==================================================================== Hoofdstuk I. Algemene bepalingen. Artikel 1

Citeertitel: Landsbesluit dagscholen v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o. ==================================================================== HOOFDSTUK I

BEGRIPSBEPALINGEN. b. breekverbod verbod voor het uitvoeren van werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel l. van dit artikel;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Verordening Werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Bunnik

: LANDSVERORDENING van 20 mei 2011 houdende het overgangsrecht in verband met de inwerkingtreding van de Landsverordening

In ieder geïsoleerd verdeelsysteem moet een automatische aardfoutcontroleinrichting met een optisch en akoestisch alarm zijn ingebouwd.

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, regelende de heffing en inning van retributies en leges door de Directie Infrastructuur en Planning

==================================================================== Artikel 1

: LANDSVERORDENING tot vaststelling van nieuwe voorschriften betreffende de meting van zeeschepen

: Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 8 van de Vergunningsverordening. Artikel 1

: Landsverordening uitvoering verdrag betreffende de burgerlijke. Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) Artikel 1

==================================================================== Artikel 1

Citeertitel: Landsverordening bijzondere rechtspositionele bepalingen Kustwachtpersoneel. Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no.

HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE BEPALINGEN

: Landsverordening Sociale Verzekeringsbank. Citeertitel: Landsverordening Sociale Verzekeringsbank

NADERE REGELS VOOR GRAFBEDEKKINGEN OP DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN IN DE GEMEENTE HOUTEN

Regeling zendvoorwaarden radioamateurs

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan

: LANDSVERORDENING houdende voorzieningen in verband met de privatisering van het Algemeen Pensioenfonds van Aruba

AB 1990 no.gt 55 KvK 10 mei 2011 ================================================================

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Barendrecht

LANDSBESLUIT monumentenregister

==================================================================== Artikel 1

Wijzigingen: AB 2000 no. 11; AB 2004 no. 47; AB 2010 no. 17; AB 2011 no. 41 ====================================================================

Verwerkingsvoorschriften breedplaatvloeren

Datum ondertekening. Bron bekendmaking A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in de grond buitenshuis

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

AB 1996 no.64 KvK 10 MEI 2011 ================================================================

Verordening Kabels en Leidingen Gemeente Eindhoven 2014

Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op

Citeertitel: Landsbesluit bewaring inbeslaggenomen voorwerpen =====================================================================

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht

Wetstechnische informatie

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Gemeente Krimpen aan den IJssel 2016

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder.

gezien het voorstel van de Voorbereidingscommissie d.d. 20 augustus 2013; vast te stellen de Algemene regels kwantiteit Keur waterschap Vechtstromen

: Landsverordening accijns minerale oliën. Citeertitel: Landsverordening accijns minerale oliën

Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34; AB 2000 no. 25; AB 2009 nos. 75 en 84 ====================================================================

IN NAAM DER KONINGIN! stellen inzake het beheer van domein gronden en van andere domaniale rechten;

Nieuwsbrief. Oirschot-Boxtel 150 kv. Inhoud. Nieuwe ondergrondse kabelverbinding van Oirschot naar Boxtel

LANDBESLUIT inrichting en werkwijze Monumentenraad

REGELS BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED HARDENBERG, WINDPARK DE VEENWIEKEN GEMEENTE HARDENBERG

Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s;

tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (aanwijzing bovengrondse elektriciteitsleiding als vergunningvrij bouwwerk)

LANDSVERORDENING houdende regels betreffende het houden van algemene volkstellingen

Eisen aan uw meterruimte en invoervoorzieningen Informatie voor aanvragers van een Lianderaansluiting

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten

************************* AB 1989 no. GT 87 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 16 januari 2014 *************************

2013 no. 31 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 17 van de IJkverordening

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

Citeertitel: Retributie- en legesbesluit Bureau Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Artikel 2: Wijze van meten. HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Bedrijf - Nutsbedrijf. 4 Artikel 4: Bedrijf - Opstijgpunt

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1

Wijzigingen: AB 1995 no. 24 (inwtr. AB 1997 no. 33); AB 1999 no. 21 ==================================================================== Artikel 1

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING WASSENAAR 2017 (Verordening precariobelasting Wassenaar 2017)

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

KONINKRIJK BELGIE. Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 242 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING WASSENAAR 2019

gemeente Eindhoven OplegvelRaadsvoorstel Vaststelling Verordening kabels en leidingen gemeente Eindhoven 2011 dvh/kd

: Werk- en diensttijdenverordening politie ==================================================================== 1. Algemene bepalingen.

Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) ===================================================================== Artikel 1

: LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving

Wijzigingen: AB 1995 no. 81 (inwtr ); AB 1997 no. 34; AB 2005 no. 10; AB 2013 no. 28; AB 2014 no. 11 (inwtr. AB 2014 no. 12); AB 2014 no.

Wijzigingen: AB 1991 no. 63; AB 1997 no. 34; AB 2008 no. 63 (inwtr no. 65) ====================================================================

Laden elektrische voertuigen op het Numansgors

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VERORDENING PRECARIOBELASTING 2016.

: Ministeriële regeling ter uitvoering van artikel 6, eerste lid, van de Landsverordening verdovende middelen (AB 1990 no. GT 7)

aan welke eisen moeten bouwkasten voldoen? Voorwaarden voor het veilig plaatsen en functioneren van bouwkasten in het voorzieningsgebied van Liander

Dijkgraaf 4 Duiven. Gemeente Apeldoorn T.a.v.: Dhr. Ing. S.J. Lubberhuizen Postbus ES Apeldoorn

Wijzigingen: AB 1995 no. 81 (inwtr ); AB 1997 no. 34; AB 2005 no. 10; AB 2013 no. 28. Artikel 1

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen. 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

- Concept doorlopende tekst - ter informatie 06 juli pag. 1 - Wion : concept doorlopende tekst incl voorgestelde wijzing d.d.

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 22ste maart 1994 ter uitvoering van artikel 358 van het burgerlijk wetboek. Datum ondertekening

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's

2018 no. 77 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

ONTWERP O M G E V I N G S V E R G U N N I N G (RCR Procedure uitgebreid) vergunningnummer: GV26887

Citeertitel: Landsbesluit kleding en uitrusting Postpersoneel ====================================================================

INSTALLATIES 12 ONAFHANKELIJKHEID VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE TEN OVERSTAAN VAN ANDERE INSTALLATIES

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

Hoofdstuk 1. Algemeen

IIIIIII III 11 llll II11IIII

Wijzigingen: AB 1988 no. 103; AB 1997 no. 34; AB 2012 no. 53; AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15)

Transcriptie:

Intitulé : Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van de artikelen 1, vierde lid, en 11, eerste lid, van de Landsverordening elektriciteitsconcessies Citeertitel: Landsbesluit elektrische leidingen en kabels Vindplaats : AB 1990 no. GT 53 Wijzigingen: Geen Artikel 1 1. Behoudens aan de in de volgende artikelen genoemde bepalingen moeten de leidingen voldoen aan de Voorschriften voor bovengrondse hoogspanningslijnen (N 1060) zoals deze het laatst zijn goedgekeurd door de Hoofdcommissie voor Normalisatie in Nederland, met dien verstande echter, dat aan de in deze voorschriften genoemde vastheidsberekeningen ten grondslag worden gelegd: een grootste winddruk van 125 K.G. per vierkante meter; een hoogste temperatuur van 50 Celsius; een laagste temperatuur van 15 Celsius. 2. Waar in dit landsbesluit van vergunninghouder wordt gesproken, wordt daaronder verstaan degene aan wie een vergunning is verleend ingevolge het bepaalde in artikel 1 van de Landsverordening elektriciteitsconcessies of diens gemachtigde. Ondergrondse kabels Artikel 2 Kabels moeten in de regel ten minste 0,60 meter diep in de grond worden ingegraven. In bijzondere gevallen en bij rotsachtige gesteldheid van de bodem kan, behoudens goedkeuring van de minister van Economische Zaken, met een geringere diepte worden volstaan. In deze gevallen kan een beveiliging worden voorgeschreven ten einde de kabels tegen mechanische beschadiging te vrijwaren. Artikel 3 1. Kruisingen met andere elektrische kabels moeten zoveel mogelijk worden vermeden. 2. Waar kruisingen niet te vermijden zijn, moeten zij zoveel mogelijk onder een rechte hoek geschieden, waarbij de afstand tussen beide soorten kabels ten minste 0,30 meter moet bedragen. 3. Zoveel mogelijk zullen de sterkstroom kabels onder de zwakstroom kabels worden gelegd. 4. Bovendien moeten bij iedere kruising de volgende beschermingen worden aangebracht: a. over de sterkstroom kabels zal, indien zij onder liggen, een bescherming uit platen of halve buizen van beton, of van een hiermede gelijkwaardig materiaal, worden aangebracht. Deze bescherming moet aan ieder einde, in de richting van de onderliggende kabels gemeten, ten minste 0,30 meter buiten de uiterste bovenliggende kabels uitsteken en ter weerszijden ten minste 0,10 meter breder zijn dan de onderliggende kabelbundel; b. om elk van de sterkstroom kabels worden, indien zij boven liggen, tweedelige ijzeren buizen aangebracht, van zodanige lengte, dat zij

aan beide einden ten minste 0,50 meter uitsteken buiten de uiterste kabels van de onderliggende bundel. 5. Desgewenst mag, ter beveiliging van de onderliggende sterkstroom kabels dezelfde bescherming worden toegepast als hierboven onder b omschreven. Artikel 4 1. Sterkstroom kabels mogen in dezelfde richting lopende zwakstroom kabels in geen geval naderen tot binnen de afstand van 0,30 meter, in horizontale projectie gemeten. 2. Wanneer de afstand tussen in dezelfde richting lopende sterk en zwakstroom kabels, in horizontale projectie gemeten, minder dan 0,80 meter bedraagt, moeten de volgende voorzieningen worden getroffen: a. de sterkstroom kabels zullen, met inachtneming van het in artikel 2 bepaalde minimum, op dezelfde diepte worden gelegd als de zwakstroom kabels; b. boven de sterkstroom kabels zal een soortgelijke bescherming worden aangebracht, als omschreven in artikel 3, vierde lid, onderdeel a, welke aan beide einden in de richting van de kabels ten minste 0,50 meter verder reikt dan de plaatsen waar de afstand tussen de kabels minder dan 0,80 meter bedraagt. Artikel 5 De in de artikelen 3 en 4 genoemde veiligheidsmaatregelen worden niet vereist, indien de sterk of de zwakstroom kabels in gemetselde kanalen of in kanalen van beton of van gelijkwaardig materiaal met een wanddikte van ten minste 0,06 meter zijn gelegd. Artikel 6 Wanneer kabelbundels aanwezig zijn, wordt onder afstand tussen de kabels verstaan: de afstand tussen de dichtst bij elkander liggende kabels van de beide bundels. Artikel 7 1. De afstand van sterkstroom kabels tot de constructiedelen (masten, schoren, ankers, enz.) van bovengrondse zwakstroom leidingen moet zo groot mogelijk zijn en, in horizontale projectie gemeten, ten minste 0,30 meter, doch bij voorkeur meer dan 0,80 meter bedragen. 2. Bedraagt deze afstand minder dan 0,80 meter dan moeten de sterkstroom kabels op doeltreffende wijze tegen mechanische beschadiging worden beschermd. Deze moeten van zodanige lengte zijn, dat zij aan beide einden ten minste 0,50 meter verder reiken dan de plaatsen, waar de afstand minder dan 0,80 meter bedraagt. Artikel 8 Indien ten behoeve van de sterkstroom kabels opgravingen moeten worden verricht in de nabijheid van zwakstroom kabels, is de vergunninghouder verplicht hiervan schriftelijk kennis te geven, zo mogelijk minstens een volle werkdag van te voren, aan de eigenaar van deze zwakstroom kabels. 2

Artikel 9 De vergunninghouder is verplicht binnen 2 maanden, nadat de aanleg van de kabels zal zijn voltooid, bij de minister van Economische Zaken in te dienen een volledige tekening in tweevoud op een duidelijke schaal waarop nauwkeurig en duidelijk is aangegeven: a. de loop en de juiste ligging van sterkstroom kabels; b. de diepte waarop de kabels zijn ingegraven; c. de plaatsen waarop andere kabels gekruist worden, onder opgave of deze laatste sterk dan wel zwakstroom kabels zijn; d. de plaatsen waar de sterk en de zwakstroom kabels elkaar binnen een afstand van 0,80 meter naderen, onder opgave van de kleinste afstand en van de onderlinge ligging van de beide kabels; e. de plaatsen waar de afstand van de sterkstroom kabels tot de constructiedelen van bovengrondse zwakstroom leidingen kleiner is dan 0,80 meter, onder opgave van de juiste afstand waarop de betreffende constructiedelen en de kabels van elkaar verwijderd zijn. Bovengrondse buitenleidingen voor lage spanning Artikel 10 Bomen mogen niet als steunpunten voor sterkstroomleidingen worden gebezigd. Artikel 11 Bij kruisingen van bovengrondse elektrische leidingen moet in de regel de leiding welke de hogere spanning voert, boven de andere komen te liggen en moet zij deze onder een zoveel mogelijk rechtehoek kruisen. Artikel 12 Waar bovengrondse sterk en zwakstroom leidingen naast elkaar lopen en elkaar tot binnen een afstand van minder dan 2 meter naderen, of waar de afstand van de sterkstroom leiding tot de constructiedelen van de zwakstroom leiding minder bedraagt dan 2 meter, alles in horizontale projectie gemeten, moeten zodanige maatregelen worden genomen dat een geleidende aanraking van beide leidingen of van de sterkstroom leiding met de constructiedelen van de zwakstroomleiding uitgesloten is. Artikel 13 In metalen trekschoren of tuidraden van houten of onvoldoend geaarde masten moeten trekisolatoren worden aangebracht op ten minste 2,5 meter boven de grond. Artikel 14 De vergunninghouder is verplicht binnen 2 maanden, nadat de eerste aanleg van de leidingen zal zijn voltooid, bij de minister van Economische Zaken in te dienen een volledige tekening in tweevoud op een duidelijk schaal, waarop nauwkeurig en duidelijk de loop en de juiste ligging van de leidingen zijn aangegeven. 3

Bovengrondse buitenleidingen voor middelhoge spanning (niet hoger dan 25000 volt) Artikel 15 1. Bij het traceren van de leidingen moeten bewoonde plaatsen zoveel mogelijk worden vermeden. 2. Wanneer bewoonde plaatsen niet vermeden kunnen worden, moeten de leidingen zich boven die plaatsen op ten minste 7 meter afstand boven de grond bevinden en te allen tijde ten minste 3 meter verwijderd blijven van de meest uitstekende delen van huizen of bomen. Bovendien moet, ter keuze van de vergunninghouder, een van de volgende maatregelen worden toegepast: a. over de gehele lengte boven de bedoelde plaatsen moet onder de leiding een vangnet worden aangebracht. Dit vangnet moet goed geleidend aan de aarde zijn verbonden en zodanig geconstrueerd zijn, dat een gebroken leiding ook bij de sterkste wind zeker wordt opgevangen; b. de leiding moet op bedoelde plaatsen zodanig worden geconstrueerd dat de zekerheid tegen breuk het dubbele bedraagt van die, welke volgens deze voorschriften elders wordt vereist. Bovendien moeten maatregelen worden getroffen, dat de leidingen bij draadbreuk niet op de grond kunnen vallen, dan wel dat de naar beneden hangende einden spanningsvrij worden gemaakt. Artikel 16 Het tracé van de leidingen moet van bomen en andere gewassen gezuiverd worden gehouden op zodanige wijze, dat het te allen tijde over de gehele lengte toegankelijk is. Aanraking van vallende bomen of takken met de leidingen of met de masten moet uitgesloten zijn. Artikel 17 1. Voor de kruising van openbare verharde wegen is het bepaalde in artikel 15 van toepassing. 2. Bij kruising van andere leidingen voor elektrische doeleinden zullen de hoogspanningsleidingen over de andere leidingen worden gevoerd en moet een vangnet worden aangebracht op de wijze, zoals in artikel 15, tweede lid, onderdeel a, is omschreven. Verder moeten kruisingen zoveel mogelijk onder een rechte hoek en met een kleinste afstand van 2 meter tussen de elkaar kruisende leidingen geschieden. De afstand van het vangnet en de verdere constructiedelen van de hoogspanningsleiding tot de te kruisen leidingen mag niet minder bedragen dan 1 meter. 3. Wanneer hoogspanningsleidingen andere leidingen voor elektrische doeleinden anders dan kruisingen tot binnen een afstand van 15 meter naderen, kunnen door de minister van Economische Zaken bijzondere voorschriften voor de uitvoering worden vastgesteld. Artikel 18 De afstand van constructiedelen van de hoogspanningsleidingen tot ondergrondse zwakstroom kabels moet zo groot mogelijk zijn en mag niet minder bedragen dan 0,80 meter. 4

Artikel 19 1. Aan alle masten moet een inrichting zijn aangebracht, welke het inklimmen door onbevoegden belemmert. 2. In metalen trekschoren of tuidraden van houten of van onvoldoend geaarde masten moeten trekisolatoren zijn aangebracht op ten minste 2,5 meter boven de grond. Artikel 20 Alle masten moeten doorlopend genummerd worden en van een duidelijk zichtbare rode bliksempijl worden voorzien. Artikel 21 De vergunninghouder is verplicht binnen 2 maanden, nadat de aanleg van de leidingen zal zijn voltooid, bij de minister van Economische Zaken in te dienen: a. een volledig plan in tweevoud, op een duidelijke schaal, waarop nauwkeurig en duidelijk is aangegeven: 1. de loop en juiste ligging van de leidingen; 2. de hoogte van de leidingen boven de grond, de nummers van de palen, de afstand tussen de masten, de grootte van de hoeken bij richtingsverandering van de leidingen en wat verder met de juiste ligging van de leidingen in verband staat; 3. de bewoonde plaatsen welke aan de hoogspanningsleiding liggen of door deze worden gekruist; 4. de kruisingen met openbare verharde wegen en met andere leidingen voor elektrische doeleinden, onder opgave van welke soort deze leidingen zijn; 5. de veiligheidsmaatregelen welke in de hiervoor onder ten derde en ten vierde aangeduide gevallen ter plaatse zijn getroffen; b. volledige tekeningen in tweevoud van de veiligheidsmaatregelen welke zijn getroffen ter plaatse van de gevallen, bedoeld in de artikelen 15 en 17. Artikel 22 Dit landsbesluit kan worden aangehaald als Landsbesluit elektrische leidingen en kabels. 5