TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1963 Nr. 150

Vergelijkbare documenten
TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1989 Nr. 96

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1987 Nr. 158

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1968 Nr. 1

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1969 Nr. 146

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1992 Nr. 135

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN- S (1975) Nr. 1. JAARGANG 1975 Nr. 65

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2009 Nr. 89

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2006 Nr. 118

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. 18 (1976) Nr. 1. JAARGANG 1976 Nr. 121

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1982 Nr. 98

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1951 No. 16 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 237

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. 42 (1975) Nr. 1. JAARGANG 1975 Nr. 158

TRACTATENBLAD. JAARGANG 1981 Nr. 62

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJKDERNEDERLANDEN. JAARGANG 1962 Nr. 139

TRACTATENBLAD .VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1965 Nr. 190

Treaty Series No. 15 (2014) Exchange of Notes

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2009 Nr. 135

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1959 Nr. 16

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1999 Nr. 27

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1996 Nr. 27

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2007 Nr. 138

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1955 No. 160

TRAGTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1992 Nr. 125

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1982 Nr. 43

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2005 Nr. 92

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2008 Nr. 145

TRACTATENBLAD/ VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1951 No. 52 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1955 No. 57

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1965 Nr. 163

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1969 Nr. 172

TRACTATENBLAD VAN HÉT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1970 Nr. 150

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 28

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1997 Nr. 23

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1979 Nr. 139

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1985 Nr. 7

TRACTATENBLAD VAN HET KON IN KRIJ K DER N E D E R LAN D EN. JAARGANG 1966 Nr. 169

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2009 Nr. 121

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1962 Nr. 65

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1969 Nr. 166

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1996 Nr. 209

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1996 Nr. 199

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2009 Nr. 145

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1955 No. 6

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1969 Nr. 165

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 13

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1990 Nr. 96

TMACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1985 Nr. 145

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1996 Nr. 9

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 130

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2000 Nr. 55

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1970 Nr. 83

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 252

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1957 Nr. 237

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1983 Nr. 100

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1996 Nr. 30

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1996 Nr. 261

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1988 Nr (1988) Nr. 1

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2017 Nr. 18

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 143

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1963 Nr. 6

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1974 Nr. 59

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1970 Nr. 134

TRACTATENBLAD VA N H E T KONINKRIJK DER NEDER LAN DEN. JAARGANG 1964 Nr. 43

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1984 Nr. 145

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. 32 (1973) Nr. 1. JAARGANG 1974 Nr. 50

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 11

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2009 Nr. 37

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 100

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 99

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag tot oprichting van het Internationaal Vaccinatie-instituut; (met bijbehorend Statuut) New York, 28 oktober 1996

TRACTATENBLAD VAN H ET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1980 Nr. 135

PRIVACYVERKLARING KLANT- EN LEVERANCIERSADMINISTRATIE

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1964 Nr. 168

TRAGTATENBLAD VAN HET KONINKR IJ K DER N E D E RLAN DEN. JAARGANG 1954 No. 87

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2006 Nr. 131

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1983 Nr. 107

Bijlagen Tweede Kamer i

TRACTATENBLAD VAN HET KONINK R IJ K DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1957 Nr. 226

TRACTATENBLAD VAN HET. Overeenkomst inzake overheidsopdrachten; Marrakesh, 15 april 1994

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2005 Nr. 294

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1994 Nr. 256

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 224

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 40

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 15. Europees Sociaal Handvest, met Bijlage; Turijn, 18 oktober 1961

TRACTATENBLAD VA N H E T KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1965 Nr. 182

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 45

Bijlage 2: Informatie met betrekking tot goede praktijkvoorbeelden in Londen, het Verenigd Koninkrijk en Queensland

Van Commissionaire naar LRD?

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1963 Nr. 14

General info on using shopping carts with Ingenico epayments

VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING UNIQURE NV. Voorgesteld wordt om de artikelen 7.7.1, 8.6.1, en te wijzigen als volgt: Toelichting:

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1986 Nr. 162

Transcriptie:

20 (1963) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1963 Nr. 150 A. TITEL Notawisseling tussen de Nederlandse en de Britse Regering inzake het overbrengen van Nederlandse oorlogsgraven naar het ereveld te Paddington (Londen), met bijlage; Londen, 27 augustus 1963 B. TEKST Nr. I ROYAL NETHERLANDS EMBASSY No. 13851 38, Hyde Park Gate, London, S.W. 7. 27th August, 1963. My Lord, I have the honour to refer to the discussions which have taken place between representatives of the Government of the Kingdom of the Netherlands and the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland concerning the graves of Netherlands servicemen who died in the United Kingdom during the Second World War. These graves are maintained by the Commonwealth War Graves Commission under existing reciprocal arrangements with the Netherlands War Graves Foundation. Certain of them are situated in war graves plots or groups established by the Commission. The remainder, however, are scattered in many different burial grounds throughout the country, and the Foundation now wishes to regroup the latter in a Field of Honour in Paddington (Mill Hill) Cemetery. In the knowledge that the Government of the United Kingdom is willing to assist the Foundation in this matter, I have the honour to suggest that this regrouping should take place in accordance with the arrangements set out in the Annex to this Note.

If the above proposal is acceptable to the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland I have the honour to suggest that this Note, together with its Annex and Your Lordship's reply to that effect should be regarded as constituting an Agreement between the two Governments in this matter, which shall enter into force on the date of receipt by the Government of the United Kingdom of a notification from the Netherlands Government stating that the approval constitutionally required in the Netherlands has been obtained. I have the honour to be, Your Lordship's obedient Servant, (For the Netherlands Ambassador), (sd.) C. W. van BOETZELAER The Right Honourable The Earl of Home. Annex 1. Netherlands war graves which are not situated in cemeteries or war graves plots for the maintenance of which the Commonwealth War Graves Commission is responsible, and which are set out in lists to be agreed between the Netherlands War Graves Foundation and the Commonwealth War Graves Commission, may be grouped together in a Field of Honour in Paddington (Mill Hill) Cemetery. 2. This regrouping and the construction and embellishment of the Field of Honour will be carried out by the Netherlands War Graves Foundation. The Government of the United Kingdom shall facilitate the work of the Foundation in every possible way. The Netherlands War Graves Foundation shall have the right to send such representatives and employees to the United Kingdom as may be required. 3. The Government of the United Kingdom shall make available to the Netherlands Government free of charge the land required for ; the Field of Honour. ' 4. In the event that this land has to be disturbed in the urgent public interest the appropriate authorities in the United Kingdom shall make available other suitable land for the same purpose and bear the expense of the transfer of the bodies as well as the preparation and construction of anew burial ground. The selection of this new land as well as the preparation and construction of the new burial ground shall be effected in agreement with the Netherlands Government. 5. The expenses incidental to the exhumation and transfer of Netherlands war dead to the Field of Honour, and to the con-

struction and embellishment of the Field of Honour itself, shall be borne by the Netherlands War Graves Foundation. 6. The Netherlands War Graves Foundation, may import into the United Kingdom free of customs duties and other charges, the goods including equipment, tools and objets d'art which are required for the preparation, construction and maintenance of the Field of Honour and for the exhumation and re-burial of the dead. 7. The Government of the United Kingdom shall grant similar facilities for the importation of trees, plants seeds and bulbs to be planted in the Field of Honour. 8. The Government of the United Kingdom shall make arrangements to enable the Netherlands War Graves Foundation to obtain a refund of duties paid in respect of hydro-carbon oil used in motor vehicles owned and used for official purposes by the Netherlands War Graves Foundation in the United Kingdom. 9. The Government of the United Kingdom shall make arrangements to enable the Netherlands War Graves Foundation to obtain articles for official use free of purchase tax; by exemption in the case of imported goods and by refund of the purchase tax paid in the case of goods bought in the United Kingdom from registered traders. 10. The exemptions and facilities provided for in paragraphs 6-9 shall be granted on application by the Netherlands War Graves Foundation. Nr. II No. CN 1851/3 Foreign Office, S.W. 1. August 27, 1963. Your Excellency, I have the honour to acknowledge receipt of Your Excellency's Note No. 13851 of the 27th of August, 1963, about the regrouping in a Field of Honour of the graves of certain Netherlands service* men buried in the United Kingdom, which reads as follows: (zoals in nr. I) In reply I have the honour to inform you that the foregoing proposal is acceptable to the Government of the United Kingdom who therefore agree that Your Excellency's Note together with its Annex and this reply shall constitute the Agreement reached between the two Governments in this matter, and that it shall enter into force on the date of receipt by the Government of the United Kingdom of a notification from the Netherlands Government stating that the

approval constitutionally required in the Netherlands has been obtained. I have the honour to be, with the highest consideration, Your Excellency's obedient Servant, (For the Secretary of State), (sd.) W. B. J. LEDWIDGE His Excellency Baron Adolph Bentinck, etc., etc., etc., 38, Hyde Park Gate, S.W. 7. _ C. VERTALING Nr. I AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN No. 13851 38, Hyde Park Gate, Londen, S.W. 7. 27 augustus 1963. My Lord, Ik heb de eer te verwijzen naar de besprekingen, welke zijn gevoerd tussen vertegenwoordigers van de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, betreffende de graven van Nederlandse militairen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Verenigd Koninkrijk zijn overleden. Deze graven worden onderhouden door de Cornmonwealth War Graves Commission" op basis van bestaande wederkerigheidsafspraken met de Nederlandse Oorlogsgravenstichting. Sommige van deze graven zijn gelegen op door de Commission" voor in de oorlog overleden militairen ingerichte erevelden of erehoven. De overige evenwel zijn verspreid over vele verschillende begraafplaatsen in het gehele land en het ligt in de bedoeling van de Stichting de stoffelijke overschotten uit deze laatste graven opnieuw bij te zetten op een erekerkhof op de begraafplaats te Paddington (Mill Hill). Ervan overtuigd dat de Regering van het Verenigd Koninkrijk bereid is de Stichting hierbij behulpzaam te zijn, heb ik de eer voor te stellen dat het opnieuw bijzetten van deze stoffelijke overschotten geschiedt overeenkomstig de in de bijlage bij deze nota gegeven richtlijnen. Indien het hierboven omschreven voorstel voor de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

aanvaardbaar is, heb ik de eer voor te stellen dat deze nota, tezamen met de bijlage en het in bovenbedoelde zin door Uwe Excellentie gegeven antwoord, wordt beschouwd een Overeenkomst terzake tussen de beide Regeringen te vormen, welke Overeenkomst in werking treedt op de dag waarop de Regering van het Verenigd Koninkrijk van de Nederlandse Regering een kennisgeving heeft ontvangen dat de in Nederland grondwettelijk vereiste goedkeuring is verkregen. Ik heb de eer te zijn, Uw Lordship's dienstwillige dienaar, (Voor de Nederlandse Ambassadeur), (w.g.) C. W. van BOETZELAER The Right Honourable The Earl of Home. Bijlage 1. De stoffelijke overschotten uit Nederlandse oorlogsgraven, welke niet zijn gelegen op begraafplaatsen of erevelden, in het onderhoud waarvan wordt voorzien door de Commonwealth War Graves Commission", en welke op in onderling overleg tussen de Nederlandse Oorlogsgravenstichting en de Commonwealth War Graves Commission" op te stellen lijsten voorkomen, kunnen tezamen worden ondergebracht op een erekerkhof op de begraafplaats te Paddington (Mill Hill). 2. Deze verplaatsing, alsmede de inrichting en verfraaiing van het erekerkhof, zal door de Nederlandse Oorlogsgravenstichting worden uitgevoerd. De Regering van het Verenigd Koninkrijk verlicht de taak van de Stichting zoveel mogelijk. De Nederlandse Oorlogsgravenstichting heeft het recht de nodige vertegenwoordigers en functionarissen naar het Verenigd Koninkrijk te zenden. 3. De Regering van het Verenigd Koninkrijk stelt de Nederlandse Regering de voor het erekerkhof benodigde grond om niet ter beschikking. 4. Ingeval uit hoofde van een dringend openbaar belang op deze grond beslag zou worden gelegd, stellen de bevoegde instanties in het Verenigd Koninkrijk andere geëigende grond voor hetzelfde doel ter beschikking en dragen zij de kosten verbonden zowel aan het overbrengen van de stoffelijke resten als aan het gereed maken en het inrichten van een nieuw kerkhof. De keuze van deze nieuwe grond, alsmede het gereed maken en inrichten van het nieuwe kerkhof, geschiedt in overleg met de Nederlandse Regering. 5. De kosten welke zijn verbonden aan het opgraven en het overbrengen naar het erekerkhof van de stoffelijke overschotten van

Nederlandse militairen, alsmede aan de inrichting en de verfraaiing van dit erekèrkhof, worden gedragen door de Nederlandse Oorlogsgravenstichting. 6. De Nederlandse Oorlogsgravenstichting is gerechtigd de goederen, met inbegrip van werktuigen, gereedschappen en kunstvoorwerpen, welke benodigd zijn voor het gereed maken, inrichten en onderhouden van het erekèrkhof, alsmede voor het opgraven en opnieuw ter aarde bestellen van de stoffelijke overschotten, in het Verenigd Koninkrijk in te voeren, zonder dat daaraan voor haar invoerrechten en andere kosten zijn verbonden. 7. De Regering van het Verenigd Koninkrijk verleent soortgelijke faciliteiten ten aanzien Van de invoer van bomen, planten, zaden en bloembollen, bestemd om op het erekèrkhof te worden geplant. 8. De Regering van het Verenigd Koninkrijk treft regelingen welke leiden tot terugbetaling aan de Nederlandse Oorlogsgravenstichting van rechten welke zijn betaald op koolwaterstofolie die is gebruikt in motorrijtuigen welke het eigendom zijn van en voor dienstdoeleinden in het Verenigd Koninkrijk gebruikt worden door de Nederlandse Oorlogsgravenstichting. 9. De Regering van het Verenigd Koninkrijk treft regelingen welke het de Nederlandse Oorlogsgravenstichting mogelijk maken artikelen voor dienstgebruik vrij van omzetbelasting aan te schaffen, hetzij in de vorm van vrijstelling, voor zover het ingevoerde goederen betreft, hetzij in de vorm van restitutie van betaalde omzetbelasting, voor zover het in het Verenigd Koninkrijk van erkende handelaren betrokken goederen betreft. 10. De in de paragrafen 6 9 bedoelde vrijstellingen en faciliteiten worden op daartoe door de Nederlandse Oorlogsgravenstichting gedaan verzoek verleend. Nr. II No. CN 1851/3 Foreign Office, S.W. 1. 27 augustus 1963. Excellentie, Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van de nota van Uwe Excellentie nr. 13851 dd. 27 augustus 1963, betreffende het opnieuw bijzetten op een erebegraafplaats van de stoffelijke resten van bepaalde, in het Verenigd Koninkrijk begraven Nederlandse militairen, welke als volgt luidt: (zoals in nr. I) In antwoord hierop heb ik de eer U mede te delen dat het vorenstaande voorstel voor de Regering van het Verenigd Koninkrijk aan-

vaardbaar is en zij er derhalve mede instemt dat de nota van Uwe Excellentie, tezamen met de bijlage en dit antwoord, de Overeenkomst vormen, welke terzake tussen de beide Regeringen is aangegaan en dat deze Overeenkomst in werking zal treden op de dag waarop de Regering van het Verenigd Koninkrijk van de Nederlandse Regering een kennisgeving heeft ontvangen dat de in Nederland grondwettelijk vereiste goedkeuring is verkregen. Ik heb de eer te zijn, met bijzondere hoogachting, Uwer Excellentie's dienstwillige dienaar, (Voor de Minister van Buitenlandse Zaken), (w.g.) W. B. J. LEDWIDGE Zijne Excellentie Baron Adolph Bentinck, etc, etc, etc, 38, Hyde Park Gate, S.W. 7.

150 8 D. GOEDKEURING De in de nota's en bijjage vervatte overeenkomst behoeft ingevolge artikel 60, lid 2, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal alvorens in werking te kunnen treden. G. INWERKINGTREDING De bepalingen van de Overeenkomst zullen overeenkomstig het gestelde in de nota's in werking treden op de dag waarop de Britse Regering van de Nederlandse Regering een kennisgeving ontvangt, dat de in Nederland grondwettelijk vereiste goedkeuring is verkregen. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal de Overeenkomst alleen voor Nederland gelqen. J. GEGEVENS Van de op 10 juli 1951 te 's-gravenhage ondertekende Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Landen van het Britse Gemenebest inzake oorlogsgraven is de tekst geplaatst in Trb. 1951, 115. Uitgegeven de twintigste september 1963. t>e Minister van Buitenlandse Zaken a.i., V. G. M. MARIJNEN.