Wakend over God (verkondiging poëzie viering, 18 februari, Mc 1: 9-13, gedichten Joost Zwagerman) In de woestijn van het leven loopt een rabbi. In verwarring en ontheemd loopt hij door een kale wereld. Leegte niets dan leegte. Gedachten schieten door zijn hoofd. Stemmen vol angst beheersen zijn brein. Paniek vreet hem langzaam op. Aan Hem, een modale rabbi uit Nazareth, is door de Eeuwige verkondigd: Jij bent mijn geliefde Zoon. Hij, Jezus, schriftgeleerde in een provinciestadje, wordt door de Eeuwige bestempeld als de Zoon van. In deze mens, niet groter van gestalte dan anderen, niet persé krachtiger of moediger, niet persé geloviger, herkent de Eeuwige, de Messias. Diegene die recht en gerechtigheid zal gaan verkondigen. Jij bent mijn geliefde Zoon. Zoals koning David zoon van genoemd werd, zoals de profeet Jesaja zoon van genoemd werd, zo wordt rabbi Joshua tot zoon van geroepen. Hij, Jezus, wordt in de rij van de allergroten gezet. De modale rabbi uit Nazareth, mag de klus gaan klaren. Namelijk: de samenleving oproepen tot bekering, tot rechtvaardigheid, tot menswaardigheid. Hij wordt door de Eeuwige als Messias, de verlosser, naar de wereld gezonden. Deze opdracht, deze roeping vliegt hem naar de keel. Hij belandt in de woestijn van het leven. Is hij hier geschikt voor? Moet hij dit gaan doen? Laat Johannes de Doper de boel maar opschudden. Dat is een rebel. Die houdt wel van een relletje. Hij, Jezus, blijft liever in Nazareth. Ver weg van Jeruzalem, op een afstand van de grachtengordel, de politiek, de beau monde. In de provincie voelt hij zich thuis. Laat mij de Thora uitleggen in de luwte van de samenleving. Veilig en comfortabel in Nazareth. Levend in een bubbel. Helaas. Zo werkt het leven niet. Roepingen gaan niet naar karakter, naar wens, naar verlangen. Geroepen worden zij, die geroepen worden. Tegen wil en dank. Saul, Jeremia, Maarten Luther, Dietrich Bonhoeffer, Simone Weil, Titus Brandsma. Ze worden geroepen. In hen heeft de Eeuwige vreugde. En dan heb je maar te gaan. Je roeping achterna. Zo ook bij Jezus. Hij wordt tot Messias geroepen. De bubbel waarin hij leeft wordt doorgeprikt. De wereld is immers groter dan Nazareth. In de wereld, op de markt van het leven ligt je roeping. Deze roeping doet Jezus twijfelen, aarzelen. De demonen vliegen door zijn hoofd. Veertig dagen en nachten lang leeft hij in de woestijn van het leven. De Eeuwige moet maar een ander kiezen. In paniek pakt hij zijn mobiel en belt. Jezus heeft behoefte aan contact. De voicemail klinkt: Hallo met God, Ik ben er niet. Laat naam noch boodschap achter, Ik bel nooit terug. Leef rustig verder, wacht desnoods tot piep, maar zwijg.
God geeft met andere woorden niet thuis. Zo gemakkelijk is het niet om in contact te komen met de Eeuwige. Jezus weet zich door God geroepen tot messiaans handelen. Hij weet zich de geliefde Zoon en is de weg gegaan. Maar deze weg is verre van gemakkelijk en duidelijk. Het is een roeping die Jezus eenzaamheid brengt. Van een niet gekend zijn. Mijn God, Mijn God, waarom hebt u mij verlaten. Klinkt dan ook uit de mond van deze rabbi. De weg van de Messias gaan, de weg van God volgen, is haast synoniem met een diepe vervreemding. God geeft niet zo maar thuis. God is vaak de afwezige. Juist in Gods afwezigheid, ligt zijn aanwezigheid. Dat is de paradox van het geloof. Uit de voorgelezen en gezongen gedichten van Joost Zwagerman klinkt een diep verlangen naar God. Maar deze laat niet van zich horen. Zwagerman bezingt in diverse toonaarden het gevecht met zijn geloof, zijn zoektocht. Zijn worsteling met de engel. Allerlei facetten van een relatie met God passeren in zijn woorden de revue: verwachting, troost, woede, verbittering, loochening en uiteindelijk berusting. Ik kan mij als zoekende gelovige goed in zijn woorden herkennen. Ze zijn eerlijk en krachtig. Ik proef in de gedichten van Zwagerman een intense zoektocht naar de zin van het leven. Een diep verlangen naar een je gekend weten door God. En die tot de conclusie komt, dat zingeving best lastig is. Ook. of juist als gelovige zoeker. Woorden zonder opsmuk. Woorden die de pijn van het leven niet verdoezelen. Niet alleen Joost Zwagerman heeft het gevoel dat God niet thuis geeft, of Jezus op Goede Vrijdag, ook wij moderne zinzoekers hebben God niet in onze broekzak zitten. In een aantal gesprekken met mensen naar aanleiding van deze gedichten kwam duidelijk naar voren dat God niet altijd ervaarbaar en invoelbaar is. Als bijvoorbeeld je relatie op de klippen loopt, de ware liefde langzaam is veranderd in schurend beton, en je roept de Eeuwige om hulp, om inzicht, dan hoor je werkelijk niet een stem vanuit de hemel. Dan klinkt er eerder een repeterende voicemail. Ervaren we iets van God als ons lichaam door ziekte wordt aangevreten? Je naasten afscheid van je moeten nemen en ze de wanhoop nabij zijn? Je hebt dan het gevoel dat het niet wordt gezien. Of in de woorden uit dat prachtige gedicht Licht, waarin een douanier heen en weer reist tussen dood en leven: Niets ziet ons nog. Ook God is blind. Ziet niets dan licht. Hij sluit zich altijd op en af. Ik ben Zijn stil verdriet. God is blind, maar toch ziet God niets dan Licht. Een mooie tegenstelling. De blinde ziet licht. Is er dan toch licht in de duisternis? Is het donker dan toch niet zo donker? Het klinkt mild en teder. Geen oordeel over God. God is blind, maar ziet het licht. God houdt de hoop op de nieuwe dag levend.
De Messias, Joost Zwagerman, Simone Weil, ik, velen met mij, zoeken contact, maar krijgen niet altijd gehoor. Regelmatig hebben we het gevoel dat God blind is. Voor ons leed, voor onze vragen en twijfel. Of moeten we een andere vraag stellen. Namelijk: Verwachten we niet te veel van God? Of anders geformuleerd: zoeken we wel op de goede plek naar God? Wellicht is God aanwezig, maar op een andere manier dan ik verwacht of hoop. Loopt God naast me over de markt van het leven, maar zie ik Hem of Haar niet. Omdat mijn beeld van de Eeuwige niet klopt. God is aanwezig in de aandacht die de ander mij schenkt, maar zie ik het niet. God is aanwezig in de vragen die ik zelf heb. Is God de aanwezige in mijn twijfel, in mijn zoeken. God is, God bestaat en wordt, zonder dat ik God zie. Joost Zwagerman dicht: Toch is Hij hier. Dagelijks staat Hij in mij op. Men ziet dat niet. De filosofe en mystica Simone Weil meent dat wij mensen bang zijn voor de leegte. Het boezemt ons angst voor de dood in, waardoor we de leegte zo snel mogelijk willen vullen. Mensen vinden het lastig om het niet ervaren van God te laten staan. Terwijl in deze afwezigheid God juist de kans kracht om deze te vullen. Over de schepping van de wereld door God schijft ze: Uit liefde voor de mens zag hij ervan af alles in allen te zijn. God kon slechts creëren door zich te verbergen, anders zou alleen hij er zijn. We moeten niet bang zijn om onze gevoelens van het niet ervaren van God te delen. We moeten juist eerlijk zijn in onze twijfels, onze angsten. Want juist in onze ervaren afwezigheid, in de leegte, is er ruimte voor de genade van God. De genade vervult, maar zij kan alleen daar binnenkomen waar er een leegte is om haar te ontvangen. Zwagerman heeft de leegte durven verwoorden. Hij heeft de vragen van de mens bij het bestaan, het lijden het leven niet goedkoop willen beantwoorden. Hij heeft ze indringend gesteld. Vragen die een leegte creëren die volgens Simone Weil met de liefde van God wordt gevuld. Het hoogst haalbare voor ons mensen, is het stellen van de juiste vraag. Het durven verwoorden van ons verdriet, ons verlangen onze hoop. De antwoorden zijn niet zo maar te geef. Die vallen ons toe. Wees niet bang voor de leegte. Durf de leegte tijdens deze veertig dagen van bezinning eens te laten staan. Zie de komende periode van inkeer als een kans om jouw vragen, twijfel te onderzoeken. Probeer deze te omarmen en je ontdekt dat deze minder leeg is dan gedacht. God ademt mij, ontdekt Zwagerman in de leegte.
Je staat dichter bij God, wanneer je jouw vragen laat staan. Wie de pijn van het leven benoemt schuift op naar God. Zeg me dat het niet zo is, alsof het niet zo is. Alsof het niet waar is. Dit lied van Frank Boeijen verwoordt de pijn van de leegte. We mogen geloven en vertrouwen dat deze leegte met Gods liefde wordt gevuld. God staat dagelijks in ons op. God ademt in ons. Met Hem en in Hem. Moge het zo zijn. Jeroen Jeroense, 15 februari 2018
Voorbeden, Zondag 18 februari 2018 Jeroen God die liefde is U vult steeds de leegte met uw aandacht. U bent aanwezig ook al ervaren wij u niet. Wij danken U dat U ons niet alleen laat. Maar omringt met Uw Geest van liefde. God die liefde is Voor hen die ziek zijn bidden wij. Die het lastig vinden om hun geloof vorm te geven wanneer hun lichaam wordt aangetast. We bidden voor hen die zich voorbereiden op de dood. Die twijfelen aan alles. Voor wie de woorden van het geloof hol en leeg klinken. Die moeilijk kunnen loslaten. Laat het hen niet ontbreken aan mensen om hen heen. Zo bidden wij zingend tezamen: Kees (gebed wordt geschreven) God die ons bij name noemt Voor uw kerk bidden wij. Voor alle mensen op deze wereld die zin proberen te geven aan hun bestaan vanuit de christelijke traditie. Voor hen bidden wij die leiding geven aan uw kerk. Dat ze steeds weer bemoedigd worden om de weg van de Messias na te volgen. Wees bij ons wanneer we ons deze 40 dagen bezinnen op ons geloof, onze vragen en twijfel. Help ons de tijd te nemen om de vragen van het leven te laten staan. In de hoop en verwachtinn dat U ons niet alleen laat. Zo bidden wij zingend tezamen:.. Stil gebed Zo bidden wij zingend tezamen:.. Onze Vader