JAARVERSLAG. Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

Vergelijkbare documenten
JAARVERSLAG. Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

JAARVERSLAG. Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

JAARVERSLAG Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

JAARVERSLAG Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

JAARVERSLAG Tel Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal

JAARVERSLAG Faunabeheereenheid Utrecht. Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal. Tel Fax.

Jaarverslag Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal Tel

Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015

JAARVERSLAG Faunabeheereenheid Utrecht Postbus AW Veenendaal. Tel

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE;

Zomerganzentelling Provincie Utrecht

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant

Fauna en wet Natuurbescherming

Nieuwsbrief 2 Juli 2015

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003

Introductie Faunabeheer. FBE Limburg - Alfred Melissen

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»;

Nota Faunabeleid Zeeland AANVULLEND VOORSTEL

PROVINCIAAL BLAD. In de regionale ganzenwerkgroepen zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd:

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - 1 mei 2014

Zomerganzentelling Provincie Utrecht. Canadese gans

Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d

maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt:

Faunaf onc l s 11 JAN 2006 PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL. Provinciale Staten Overijssel Postbus GB ZWOLLE. lojanuari 2006 bijlagen

Faunabeheereenheid Overijssel

Was-wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr.

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Beleidsregels Faunabeheer Provincie Overijssel

nummer 20 van 2005 Herziening Verordening vrijstelling grondgebruiker

Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 van de Flora- en faunawet

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 12 augustus 2014) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 10 september 2013, nr ;

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

2 Aanhangsel Handelingen nr. 1555, vergaderjaar

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 16 juni 2014) Nummer 2948

Beantwoording schriftelijke vragen van de Statenfractie PvdD over het provinciale ganzenbeleid

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden

Jaarverslag. faunabeheereenheid Utrecht 2016

AANVRAAGFORMULIER HOOFDSTUK 3 SOORTEN FAUNABEHEER

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN

Aanvraagformulier EB-2

BELEIDSKADER FAUNABEHEER DEN HAAG, 27 november Algemeen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Technische vragen over de stand van zaken van het Ganzenakkoord en het ganzenbeleid in Noord-Brabant. 2

Beleidsnotitie Flora- en faunawet 2009

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 10 januari 2010) Nummer 2340

Beleidsnota Flora- en faunawet Provincie Utrecht Vastgesteld door Provinciale Staten op 29 september 2014

Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2014 Lopikerwaard e.o.

Uitvoering Flora- en Faunawet

Documentnummer: Page 1 of 11

06 april 2004 Nr , LG Nummer 21/2004

Natuurwetgeving. Reinier van Elderen voorzitter HPG 25 september

Beleidsnota Flora- en faunawet. Gewogen Belangen. Provincie Noord-Brabant. H. van der Borg E. Deckers N. Gradisen C. Snellen M.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer Onderwerp Roeken

10 juli 2018 Documentnummer : , LGW Nummer 33/2018

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie?

Provinciale staten van Noord-Holland; besluiten. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

De nieuwe Wet natuurbescherming in vogelvlucht

Aanvraagformulier 05 EB-1

Faunabeheer Gelderland

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

PROVINCIAAL BLAD. Eerste wijzigingsregeling Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

UNIFORME TELINSTRUCTIE VOORJAARSTELLING

Faunabeheerplan Groningen

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland 28 februari 2015

1. Wie speelt welke rol in dat beleid (rijk, provincie, faunabeheereenheid, en mogelijke

Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2015 Lopikerwaard e.o.

provincie Zeeland M/V* M/V* inschrijfnummer Kamer van Koophandel: plaats van inschrijving: datum van inschrijving: Ga verder met vraag 6.

TELINSTRUCTIE VOORJAARSTELLING 6 april 2019

Schriftelijke Vragen van de fractie GroenLinks Drenthe over de jacht in Drenthe.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 21 maart 2016) Nummer 3158

Utrechtse zomerganzentelling 2011

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Faunabeheerplan Groningen

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

Titel : Verordening schadebestrijding dieren provincie Utrecht Bijlage(n): -

Nieuwsbrief edelherten Agrarische Enclave Tussenbericht, 16 december 2014

Nota Beleidsregels Faunabeheer 2008

Faunabeheerplan Fryslân Actualisatie en aanvulling 2017

Besluit Gelet op bovenstaande overwegingen hebben wij overeenkomstig het advies van de hoor en adviescommissie besloten:

1nvexo. Interreg Vlaanderen Nederland. minder invasieve planten en dieren. Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

Nota beleidsregels faunabeheer Provincie Overijssel

Vergunningverlening. I. Besluit.

FAUNABEHEERPLAN ALGEMENE SOORTEN NOORD-HOLLAND VOOR EEN PLANMATIG EN EFFECTIEF BEHEER

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

JAARVERSLAG. Stichting Valwild Utrecht. Stichting Valwild Utrecht Postbus AW Veenendaal

Transcriptie:

JAARVERSLAG 2010 Faunabeheereenheid Utrecht Postbus 870 3900 AW Veenendaal Tel. 0318 578 565 info@fbeutrecht.nl www.faunabeheereenheid.nl Jaarverslag 2009 Faunabeheereenheid Utrecht 1

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaargemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Faunabeheereenheid Utrecht.

INHOUDSOPGAVE Voorwoord 1 I. Samen actief zorgen voor een duurzaam Faunabeheer 2 II. Communicatie en Monitoring 6 III. Faunabeheer in de praktijk 8 IV. Faunaschade en Gerechtelijke procedures 10 Bijlagen 1. Overzicht ontheffingen 2009: gebruik en resultaat 13 2. Faunaschade in de provincie Utrecht: per diersoort 15 3. Resultaten faunatelling 2007-2010 17 4. Voorjaarstelling Ree 2010 18

1 VOORWOORD Dit jaarverslag geeft een impressie van de belangrijkste activiteiten en gebeurtenissen van de stichting Faunabeheereenheid Utrecht over 2010. De Faunabeheereenheid Utrecht is een samenwerkingsverband van jachthouders vertegenwoordigd door de terreinbeherende organisaties (Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en het Utrechts Landschap), de agrariërs (Gewestelijke Land- en Tuinbouworganisatie), de grondeigenaren (Utrechts Particulier Grondbezit) en de jagers (KNJV Gewest Utrecht alsmede de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer). De Faunabeheereenheid heeft een coördinerende rol bij het voorkomen en bestrijden van schade alsmede bij het beheer van beschermde inheemse diersoorten. Een planmatige aanpak moet een goede waarborg bieden voor de instandhouding en beheer van deze populaties. Met name de ontwikkeling van de populatie overzomerende ganzen en de door deze soorten veroorzaakte schade baart het bestuur zorgen. In 2011 zal in samenwerking met de provincie een breed onderzoek naar de ontwikkeling van de populatie overzomerende ganzen en het in kaart brengen van efficiënte mogelijkheden tot het reduceren van de door deze ganzen veroorzaakte schade worden opgestart. Ter voorkoming van het hoge aantal aanrijdingen met reeën heeft de Faunabeheereenheid Utrecht samen met de provincie in onderhavig verslagjaar een onderzoek naar de oorzaken hiervan uitgevoerd. Het bestuur gaat er van uit dat op basis van de aanbevelingen in dit onderzoek alle betrokken organisaties hun verantwoordelijkheid nemen teneinde reeds in 2011 maatregelen te kunnen treffen om het aantal aanrijdingen terug te dringen. Dat het goed gaat met de Utrechtse natuur moge niet alleen blijken uit de toename van het aantal reeën in de provincie maar ook uit de komst van enkele wilde zwijnen op de Utrechtse Heuvelrug. In 2010 zou blijkens de gegevens van het Faunafonds zelfs in de provincie Utrecht schade zijn uitgekeerd voor edelherten, waardoor de aanwezigheid van deze diersoort in de provincie zou zijn vastgesteld. Voor sommigen zou dit dé vervulling zijn van een lang gekoesterde wens en voor anderen een bedreiging. Hoe het ook zij de betreffende schade blijkt zich te hebben voorgedaan op de Veluwe maar door de wijze van vastlegging van de bedrijfsgegevens is de schade door het Faunafonds toegeschreven aan de provincie Utrecht. De aanwezigheid en mogelijke aanwezigheid van grote hoefdieren in de provincie maakt het volgens het bestuur noodzakelijk dat op korte termijn beleid ten aanzien van deze diersoorten wordt ontwikkeld. De Faunabeheereenheid draagt hier graag aan bij. Samenstelling bestuur per 1 januari 2010: J.J.M. Bunnik (voorzitter) T.J. Bor (vice-voorzitter) W.A.P. van der Klift (secretaris) H. Davelaar (penningmeester) L.P.M.J. Canjels (commissaris ontheffingen) J. Nuissl (adj.secretaris) Ik wens u veel leesplezier toe. Namens het bestuur van de Faunabeheereenheid Utrecht J.J.M. Bunnik voorzitter

2 I. Samen actief zorgen voor een duurzaam Faunabeheer Algemeen De Faunabeheereenheid Utrecht heeft conform de Flora- en faunawet een coördinerende rol bij schadebestrijding en beheer van in het wild levende dieren. Een planmatige aanpak moet een goede waarborg bieden voor de instandhouding van populaties van beschermde diersoorten. Daartoe beschikt zij over een Faunabeheerplan, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. De Faunabeheereenheid en het door haar opgestelde Faunabeheerplan komen voort uit regelgeving van de Flora- en faunawet die per 1 april 2002 in werking is getreden. Het primaire uitgangspunt van deze wet is de zorgplicht voor alle van nature in Nederland voorkomende soorten. De wet biedt de mogelijkheid in te grijpen in de stand van diersoorten indien het wenselijk is schade aan erkende belangen te voorkomen of te bestrijden. In het Faunabeheerplan geeft de Faunabeheereenheid aan voor welke soorten in haar werkgebied de Faunabeheereenheid duurzaam beheer en schadepreventie noodzakelijk acht en welke uitzonderingen op het beschermingsregime van de betreffende soorten nodig zijn om schade te voorkomen en te bestrijden. Het Faunabeheerplan dient als basis voor ontheffingsaanvragen ex artikel 68 van de wet. Conform artikel 69 van de wet dient een Faunabeheereenheid jaarlijks verslag uit te brengen aan gedeputeerde staten van de wijze waarop zij van ontheffingen gebruik heeft gemaakt en van de uitvoering van het Faunabeheerplan. Onderhavig verslag geeft hier nadere uitwerking aan. Landelijk beleid De uitvoering van het faunabeheer wordt sterk beïnvloed door veranderingen in wet- en regelgeving. Inspelen op deze dynamiek vereist een adequate samenwerking en afstemming tussen de landelijke overheid, de provinciale overheid en de uitvoerders in de praktijk. In het verslagjaar 2010 zijn geen wijzigingen in de wet noch in de uitvoeringsregelingen van de wet doorgevoerd die voor het functioneren van de Faunabeheereenheid van belang zijn geweest. Wel heeft de Faunabeheereenheid de ontwikkelingen op de voet gevolgd welke betrekking hebben op: de totstandkoming van de nieuwe wet natuur, de diverse door partijen uitgebrachte zomerganzenvisies en de discussies omtrent invasieve exoten. Voor wat betreft dit laatste heeft de Faunabeheereenheid tijdens een op 11 maart 2010 door het Faunafonds georganiseerd symposium over dit thema aangedrongen op de effectieve uitvoering van het huidige drie sporen beleid van: 1. voorkomen, 2. uitroeien en 3. beheren. Provincies die verantwoordelijk zijn voor het beleid ten aanzien van beheer en schadebestrijding ondervinden juridische problemen bij de onderbouwing van de maatregelen die zij nemen bij de bestrijding van exoten. Naar aanleiding van het symposium is begin 2011 een advies door het Faunafonds aan de Staatssecretaris van EL&I uitgebracht met beleidsaanbevelingen hoe de aanpak van invasieve exoten in ons land kan worden verbeterd.

3 Provinciaal beleid Provinciale Staten hebben haar beleid met betrekking tot de Flora- en faunawet vastgelegd in een Beleidsnota Flora- en faunawet. De nota beschrijft de wettelijke achtergronden en de relaties met het provinciale soortenbeleid en geeft de provinciale beleidsregels voortvloeiend uit de taken en bevoegdheden uit de wet. In 2010 hebben de provincie en de Faunabeheereenheid gezamenlijk verder uitwerking gegeven aan enkele belangrijke in deze notitie genoemde speerpunten zoals het verder vormgeven van een duurzaam, planmatig en gecoördineerd faunabeheer, een transparant rapportage- en monitoringssysteem en de digitalisering van de ontheffingverleningsprocessen. Jachtsluiting Als gevolg van winterse omstandigheden hebben Gedeputeerde Staten met ingang van 11 januari 2010 besloten de jacht helemaal te sluiten. Dit betekende dat het reeds voor deze datum afgekondigde jachtverbod niet alleen meer betrekking had op wilde eenden maar ook voor konijnen, fazanten en houtduiven. Daarnaast hebben Gedeputeerde Staten besloten om de toestemming voor het schieten van konijnen, knobbelzwanen, meerkoeten, zwarte kraaien, grauwe ganzen, kolganzen, smienten, nijlganzen en gedomesticeerde ganzen op te schorten. Het schieten van vossen en reeën blijft wel toegestaan. Het argument van de provincie om het jachtverbod uit te breiden, is dat de dieren door de aanhoudende kou kwetsbaar zijn en onnodig dierenleed voorkomen moet worden. De als gevolg hiervan optredende schade aan de landbouw is door het Faunafonds aan de gedupeerde agrariërs (ten dele) vergoed. Uitvoering Faunabeheerplan De uitvoering van het duurzaam, gecoördineerde en planmatige faunabeheer vindt plaats op basis van het door Gedeputeerde Staten van Utrecht vastgestelde Faunabeheerplan 2009-2014. Dit plan wordt gebruikt ter onderbouwing van ontheffingaanvragen en voorziet in de planmatige en gecoördineerde uitvoering van het provinciale beleid op het gebied van het beheer van beschermde diersoorten en het voorkomen en bestrijden van schade door deze soorten. In dit plan is opgenomen voor welke diersoorten een planmatige schadebestrijding noodzakelijk wordt geacht en hoe dit vormgegeven wordt. De resultaten van de inzet van de op basis van dit plan verleende ontheffingen treft u aan in bijlage 1. Meld- en rapportagestructuur Het spreekt voor zich dat een zorgvuldig faunabeheer slechts kan plaatsvinden indien de Faunabeheereenheid de beschikking heeft over adequate gegevens. Beheer is dan ook een cyclisch proces tussen beleid en planvorming enerzijds en uitvoering en evaluatie anderzijds. Om de verschillende gegevensstromen die gepaard gaan met het gebruik van ontheffingen beter aan elkaar te koppelen zijn de medio 2009 met alle partijen in gang gezette verbeteringen van

4 gegevensverzameling met betrekking tot schadebestrijding, populatiebeheer, preventie en monitoring verder voortgezet. In het Faunabeheerplan 2009-2014 zijn de afspraken hieromtrent opgenomen en uitgewerkt. De uitgangspunten voor verbetering waren: - Optimale gegevensverzameling voor de onderbouwing van beleid en beschikkingen - Eén procesketen, die transparant en controleerbaar is - (Administratieve) lasten zoveel mogelijk evenwichtig verdeeld over de belanghebbenden - Het vastleggen van verantwoordelijkheden, de uitvoerder is bekend en direct aanspreekbaar. De door partijen overeengekomen structuur is vastgelegd in voorschriften verbonden aan de nieuwe ontheffingen die op grond van het Faunabeheerplan zijn afgegeven. Om bovengenoemd proces verder te optimaliseren en gegevensstromen te kanaliseren heeft het bestuur bij de provincie aangedrongen op het instellen van een zogenaamd 1-loket-functie bij de Faunabeheereenheid. Helaas is in onderhavig verslagjaar duidelijk geworden dat deze 1-loket-functie niet kon worden geformaliseerd aangezien de hiervoor noodzakelijke herprioritering van provinciale middelen niet mogelijk bleek. In samenwerking met de provincie heeft de Faunabeheereenheid een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden om digitaal en real time inzage te verkrijgen in de voor het beheer noodzakelijke managementinformatie. Op basis van deze verkenning hebben de Faunabeheereenheid en provincie gezamenlijk besloten te participeren in het FaunaRegistratieSysteem van Natuurnetwerk. Deelnemersberaad Samenwerking tussen partijen en individuen is essentieel bij het vormgeven van een duurzaam en gecoördineerd faunabeheer. Om de samenwerking te bekrachtigen en het uitwisselen van voor het faunabeheer relevante informatie tussen Wildbeheereenheden en de Faunabeheereenheid te bespoedigen zijn zogenaamde deelnemersovereenkomsten opgesteld. Twee keer per jaar vindt er structureel overleg plaats in de vorm van een deelnemersberaad. Belangrijke bespreekpunten waren: vereenvoudiging en uniformering van ontheffingsvoorwaarden, het (zomer)ganzenbeleid, digitalisering, mogelijkheden voor gecoördineerd beheer en Natura 2000. Onderzoek naar aanrijdingen met reeën en samenwerking met het DWHC Jaarlijks verongelukken in Utrecht enkele honderden reeën door aanrijdingen met het verkeer. Veelal treedt hierbij aanzienlijke financiële schade op. Echter in een aantal gevallen is er voorts ook sprake van aanzienlijk letsel van bestuurder en/of inzittenden. Uit cijfers van de Stichting Valwild Utrecht blijkt dat de afgelopen jaren het aantal geregistreerde aanrijdingen blijvend toeneemt. Onduidelijk is of deze verhoging het gevolg is van een betere bekendheid van de stichting waardoor meer aanrijdingen worden geregistreerd of dat het aantal aanrijdingen daadwerkelijk is toegenomen. Aangezien de Faunabeheereenheid Utrecht en de provincie inzage wensten te verkrijgen in de problematiek om zodoende in staat te zijn maatregelen te treffen die er voor zorgen dat het aantal aanrijdingen met hoefdieren in de provincie wordt beperkt hebben zij een onderzoek naar deze problematiek opgestart. Een oorzaak voor meer kans op aanrijdingen zou

5 een gezondheidsprobleem bij het ree kunnen zijn. Derhalve is samenwerking gezocht met het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) te Utrecht. Het DWHC heeft in het kader van het onderzoek naar aanrijdingen met reeën post-mortaal onderzoek verricht aan in totaal 70 aangereden reeën om vast te stellen of en zo ja in welke mate de gezondheid van het dier de aanrijdingen kan hebben beïnvloed. Het definitieve onderzoeksrapport zal naar verwachting medio 2011 verschijnen. Planmatig en gecoördineerd beheer Indien beheeringrepen noodzakelijk en/of wenselijk zijn dienen deze ingrepen waar mogelijk planmatig en gecoördineerd te worden uitgevoerd. De Faunabeheereenheid heeft in haar Faunabeheerplan en de op basis van dit plan te verlenen ontheffingen ruime mogelijkheden aan Wildbeheereenheden geboden om deze taak te vervullen. Het bestuur concludeert dat het aangaan van deelnemersovereenkomsten met betrokken Wildbeheereenheden en het instellen van een deelnemersberaad de onderlinge afstemming heeft vergroot. De mate waarin gecoördineerd en anticiperend beheer plaatsvindt, verdient vanwege de vaak complexe materie evenwel verdere versterking. Bestuurszaken In 2010 is het bestuur tijdens 5 reguliere bestuursvergaderingen bij elkaar gekomen. Daarnaast hebben de bestuursleden in wisselende samenstelling deelgenomen aan diverse overleggen (w.o. begeleidingscommissie onderzoek naar aanrijdingen met reeën en het Projectteam Faunatellingen), werkgroepen en andere overlegverbanden. Voorts heeft het bestuur 4 bestuurlijke overleggen gevoerd met de provincie waarvan 2 met gedeputeerde Krol. Voor de uitwisseling van informatie en het betrachten van afstemming tussen de 16 Faunabeheereenheden in Nederland heeft de adjunctsecretaris daarnaast deelgenomen aan 5 landelijke bijeenkomsten van het zogenaamde landelijke FBE-secretarisoverleg. Regelmatig verzorgt de adjunct-secretaris inleidingen voor afdelingen van landbouworganisaties, wildbeheereenheden en overige belangstellenden.

6 II. Communicatie en Monitoring Communicatie Het plegen van ingrepen in dierpopulaties kan soms tot negatieve reacties bij het publiek leiden. Goede communicatie/voorlichting over de noodzaak van voorgestane ingrepen kunnen in de regel een aanzienlijke bijdrage leveren aan de acceptatiegraad van de te nemen beheersmaatregelen. In 2010 heeft de Faunabeheereenheid diverse keren actief de pers gezocht om uitleg te geven over de problematiek en het voorgestane beheer. Tevens heeft zij in samenwerking met de provincie eind 2010 opdracht gegeven voor de realisatie van een korte digitale film waarin de belangrijkste resultaten van het onderzoek naar aanrijdingen met reeën op een toegankelijke wijze werden gepresenteerd. Het bestuur heeft de wens om de ingezette koers betreffende een brede publieksvoorlichting in de komende jaren voor te zetten dan wel te versterken. Faunatelling 2010 Op zaterdag 10 april 2010 heeft er voor de vijfde maal onder auspiciën van de Faunabeheereenheid Utrecht een provinciedekkende faunatelling plaatsgevonden. Uitvoering van deze grootschalige faunatelling vond plaats door Wildbeheereenheden in samenwerking met de terreinbeherende organisaties (UL, SBB en NM), de KNJV, het Utrechts Particulier Grondbezit en LTO Noord. De realisatie van deze telling is mede mogelijk gemaakt door de actieve inzet en bijdrage van de provincie. Aan de provinciedekkende faunatelling hebben in totaal 13 WBE s deelgenomen met samen ruim 650 actieve tellers. In bijlage 3 treft u het resultaat van de Faunatelling, gesommeerd per diersoort, aan. Realisatie van voornoemde faunatelling vloeit voort uit het gezamenlijk door FBE en provincie opgestelde Plan van Aanpak Monitoring. De uit de telling voortkomende gegevens leveren zeer waardevolle informatie over de omvang en populatiegrootte van bepaalde schadeveroorzakende diersoorten en exoten. Deze gegevens zijn van belang voor de onderbouwing van het Faunabeheerplan en, in het verlengde daarvan, voor het faunabeheer en de daaraan verbonden ontheffingen. Een verantwoord Faunabeheer kan dan ook alleen plaatsvinden indien over betrouwbare gegevens kan worden beschikt, vandaar dat er veel belang aan wordt gehecht deze telling jaarlijks te

7 herhalen. Uitbreiding van het aantal onder de auspiciën van de FBE uit te voeren tellingen lijkt voor wat betreft de toekomst zinvol, hierbij kan onder andere gedacht worden aan de organisatie van een zomerganzentelling. Ook vanuit de pers was er bijzonder veel belangstelling voor de door de FBE georganiseerde faunatelling.

8 III. Faunabeheer in de praktijk Faunabeheer In stand houden van onze inheemse wilde diersoorten en gelijktijdig de schade die zij kunnen veroorzaken voorkomen of beperken. Dat is duurzaam faunabeheer! Dit kunnen we alleen bereiken door goed samen te werken. Faunabeheereenheid Utrecht helpt grondgebruikers, jacht(akte)houders en andere betrokkenen bij het nemen van de juiste maatregelen. Het Faunabeheerplan biedt hiervoor de basis. Het Faunabeheerplan is gericht op het duurzaam beheer van diersoorten in het werkgebied van de Faunabeheereenheid. Het betreft diersoorten waarvan verwacht wordt dat zij in de toekomst schade kunnen veroorzaken aan erkende belangen. Duurzaam beheer betekent in dit verband een planmatig beheer voor de lange termijn, waarbij schade voorkomen of teruggebracht wordt naar een aanvaardbaar niveau en waarbij de populatieomvang van de betrokken soort niet in gevaar komt. Beheer en schadebestrijding Wij wonen in een klein en dichtbevolkt land. De mens heeft steeds meer ruimte nodig om te wonen en te werken. Dit gaat vaak ten koste van ons groene landschap: hét leefgebied van het grootste deel van de in ons land levende wilde dieren. Deze verandering maakt dat sommige soorten in hun voortbestaan worden bedreigd. Voor andere soorten geldt dat niet. Hiermee gaat het zelfs zo goed dat zij voor grote overlast kunnen zorgen. Niet alleen schade voor boeren, maar ook aan andere bedrijven en particulieren. Ook kunnen zij een bedreiging vormen voor andere - zeldzame - dieren en planten. Menselijk ingrijpen kan dan noodzakelijk zijn. Uitgangspunt daarbij is dat in principe altijd eerst preventieve middelen dienen te worden ingezet ter verjaging alvorens op basis van ontheffingen afschot kan plaatsvinden. Hoewel het doden van dieren ter voorkoming van belangrijke schade in alle gevallen wordt ingegeven door rationele overwegingen, gaat het doden van dieren altijd gepaard met emotie. Degenen die verantwoordelijk zijn voor de concrete uitvoering ervaren emotie. Maar natuurlijk ook omstanders die, al dan niet gewenst, worden geconfronteerd met deze beheersmaatregelen. Respect voor elkaars gevoelens en weet hebben van elkaars belangen is van uitermate groot belang. Alléén op deze wijze kan een constructieve dialoog worden gevoerd. Alternatieve beheersvormen De Faunabeheereenheid Utrecht hecht bijzonder veel waarde aan een duurzaam en maatschappelijk verantwoord faunabeheer. Zij is voortdurend op zoek naar alternatieve beheersvormen of beheersvormen die zo min mogelijk verstoring opleveren voor het gebied en de aldaar aanwezige fauna. Legselreductie vormt een waardevolle aanvulling op het beschikbare beheersinstrumentarium. Het reduceren van ganzen en/of knobbelzwaanlegsels kan, mits consequent uitgevoerd en bij herhaling ingezet, een effectieve methode zijn om lokaal de betreffende populatie te verminderen.

9 Met ondersteuning van LTO Noord en de TBO s heeft de FBE in verschillende regio s actieve grondgebruikers en agrarische natuurverenigingen bereid gevonden om gecoördineerd uitvoering te geven aan dit middel. De Faunabeheereenheid heeft voorts de mogelijkheden van habitatbeheer, zijnde het ongeschikt maken van nest- en opgroeihabitat, verkend. Habitatbeheer is potentieel effectief en duurzaam en verdient nader onderzoek in samenwerking met terreinbeheerders en landbouwers. De provincie heeft derhalve besloten in 2011 een concrete proef hiertoe op te starten. Inzet en gebruik van ontheffingen Ontheffingen kunnen door de provincie aan de Faunabeheereenheid worden verleend op basis van een door de provincie goedgekeurd Faunabeheerplan indien bepaalde maatschappelijke belangen in het geding zijn. De belangrijkste zijn: het voorkomen van belangrijke schade aan de landbouw, schade aan flora en fauna, het belang van de openbare veiligheid of de volksgezondheid en de veiligheid van het vliegverkeer. Voor een gecoördineerde en gestructureerde wijze van uitvoering van ontheffingen werkt de Faunabeheereenheid Utrecht nauw samen met Wildbeheereenheden. Deze lokale samenwerkingsverbanden van jacht(akte)houders spelen voorts een belangrijke rol bij o.a. het doorschrijven van ontheffingen aan individuele gebruikers, de coördinatie van gezamenlijke beheersmaatregelen en de rapportage. Zij vormen op lokaal niveau een belangrijke oog en oor functie voor de Faunabeheereenheid. In bijlage I treft u een overzicht van de in 2010 ingezette ontheffingen en het daarmee gerealiseerde resultaat.

10 IV. Faunaschade en Gerechtelijke procedures Faunaschade In artikel 84 van de Flora- en faunawet is bepaald dat een belanghebbende die schade lijdt veroorzaakt door dieren behorende tot beschermde inheemse diersoorten aan landbouwgewassen, vee, bossen of bedrijfsmatige visserij en die in redelijkheid niet tot zijn rekening dient te blijven zich tot het Faunafonds kan wenden met een verzoek een tegemoetkoming in de schade te verlenen. Uit gegevens van het Faunafonds blijkt dat de door het Faunafonds uitgekeerde schadebedragen in de provincie Utrecht de afgelopen jaren een wisselvallig beeld laten zien. Zie voor meer informatie tabel 1. Tabel 1 Faunaschade in de provincie Utrecht Boekjaar Gegevens 2006 2007 2008 2009 2010 Totaal getaxeerde schade 256.888 372.990 612.585 393.400 585.813 Totaal uitgekeerd bedrag 233.817 333.341 539.658 311.504 480.775 Na een duidelijke piek in 2008 leek de schade door beschermde inheemse diersoorten in Utrecht in 2009 weer te zijn gestabiliseerd. Door met name de toename van gewasprijzen in 2010 is het totaal aan schade uitgekeerde bedrag wederom fors gestegen. Een belangrijke toename van de schade ten opzichte van 2009 is te zien bij de soorten: grauwe gans (2010: 306.635, 2009: 222.004), mees (2010: 130.698, 2009: 50.581), zwarte kraai* (2010: 5.025, 2009: 3.614), roek (2010: 1.631 en 2009: 130) alsmede ekster (2010: 3.735, 2009: 1.485). Schade door de soorten kolganzen (2010: 56.819, 2009: 51.800), knobbelzwaan (2010: 13.938, 2009: 14.423) en smient (2010: 31.635, 2009: 35.145) zijn op een nagenoeg vergelijkbaar niveau gebleven. Opmerkelijk is de schade toegebracht door wilde zwijnen in Utrecht (2010: 717) en edelhert (2010: 2.370).

11 Tabel 2 Belangrijkste schadeveroorzakende diersoorten in 2010 in Utrecht Boekjaar 2010 Soort Gr. gans Totaal getaxeerde schade 306.635 130.698 56.819 31.717 13.938 Zw. Kraai 5.025 Totaal uitgekeerd bedrag 255.740 118.603 44.845 25.105 7.608 0 Mees Kolgans Smient Kn. Zwaan Lijster 4.757 4.135 Kader: Faunafonds Indien grondgebruikers worden geconfronteerd met schade door beschermde inheemse diersoorten kan het Faunafonds op verzoek van de gedupeerde grondgebruiker een tegemoetkoming toekennen voor de ontstane schade, die naar redelijkheid niet of niet geheel voor rekening moet blijven van die grondgebruiker. Alvorens een grondgebruiker van deze voorziening gebruik kan maken moet hij kunnen aantonen dat hij een aantal afweermaatregelen heeft getroffen. De schade wordt vastgesteld door een door het Faunafonds aangewezen taxateur. Een tegemoetkoming in de schade wordt verminderd met 5% van de door de taxateur vastgestelde schade, waarbij een drempel wordt gehanteerd van 250,00 per bedrijf per jaar. Tegemoetkomingen lager dan 50,00 worden niet uitgekeerd. Uitsluitend aanvragers die hun hoofdbestaan of een substantieel gedeelte van hun bestaan vinden of plegen te vinden in de landbouw komen voor schadetegemoetkoming in aanmerking. Geen tegemoetkoming wordt o.a. verleend: - Indien de schade is aangericht door een beschermde inheemse diersoort aan bedrijfsmatig geteelde - Indien schade is aangericht aan gebouwen, installaties, bouwwerken, geoogste gewassen, opgeslagen gewassen of bedrijfsmatig gehouden landbouwhuisdieren in een stal; of verpakte voedergewassen; - Indien schade is aangericht aan voertuigen, (lucht)vaartuigen of overige vervoermiddelen. Gerechtelijke procedures De Faunabeheereenheid is, als gevolg van de afwikkeling van eerdere juridische procedures, in 2010 slechts bij welgeteld 1 juridische procedure betrokken geweest. Dit betrof een zitting in beroep tegen een ontheffing voor het vangen en doden van ganzen in de rui. Tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht is hoger beroep ingesteld.

12 BIJLAGEN 1. Overzicht ontheffingen 2010 - Gebruik en Resultaat 2. Faunaschade in de provincie Utrecht per diersoort 3. Resultaten faunatelling 2005-2010 4. Voorjaarstelling Ree 2010

13 Bijlage 1 Overzicht ontheffingen 2009- Gebruik en Resultaat Onth. nr.: 2009INT242317 Diersoort: Vos in minimale en overgangszones zones m.b.v. kunstlicht Periode: 9 maart t/m 31 december 2010 WBE's : Eem, Noorderpark, Lopikerwaard, Vecht en Veenstreek, Tussen Vecht en Oude Rijn, Amstelland, Gooi- en Vechtstreek Resultaat: 58 expl. Onth. nr.: 2009INT242312 / 2009INT247783 Diersoort: Vos bij freilandbedrijven m.b.v. kunstlicht Periode: 9 maart t/m 31 december 2010 WBE's : De Schaffelaar en De Vallei Resultaat: 21 expl. Onth. nr.: 2009INT239622 Diersoort: Overzomerende grauwe gans - afschot Periode: 1 april tot en met 1 september 2010 WBE's: Amstelland, Gooi- en Vechtstreek, Vecht en Veenstreek, Noorderpark, Kromme Rijn, Vallei, Vijfheerenlanden, Tussen Vecht en Oude Rijn, Eem en Lopikerwaard Resultaat: 4.347 expl. Onth. nr.: 2009INT239622 Diersoort: Overzomerende grauwe gans - legselreductie Periode: 1 april tot en met 1 september 2010 WBE's: Amstelland, Gooi- en Vechtstreek, Vecht en Veenstreek, Noorderpark, Kromme Rijn, Vallei, Vijfheerenlanden, Tussen Vecht en Oude Rijn, Eem en Lopikerwaard Resultaat: 678 legsels Onth. nr.: 2009INT245890 Diersoort: roek Periode: 1 mei tot 1 november 2010 WBE's: Kromme Rijn Resultaat: 9 expl.

14 Onth. nr.: 2009INT237897 Diersoort: meerkoet Periode: 9 maart 2010 tot 1 april 2011 WBE's: Tussen Vecht en Oude Rijn, Lopikerwaard, Vijfheerenlanden, Kromme Rijn, De Eem Resultaat: 1.161 expl. Onth. nr.: 2007int208031 Diersoorten: overwinterende grauwe gans, kolgans en smient Periode: 1 oktober 2010 tot 1 april 2011 WBE's: Amstelland, De Eem, De Vallei, Driebruggen, Gooi- en Vechtstreek, Kromme Rijn, Lage Vuursche, Lopikerwaard, Noorderpark, Tussen Vecht en Oude Rijn, Vecht en Veenstreek, Vijfheerenlanden Resultaat: 9.069 expl. Onth. nr.: 2009INT236930 Diersoort: knobbelzwaan Periode: 1 december 2009 tot 1 mei 2010 WBE's: Vecht en Veenstreek, Gooi- en Vechtstreek, Noorderpark, Tussen Vecht en Oude Rijn, Lopikerwaard, De Eem, Kromme Rijn, Amstelland Resultaat: 775 expl. Legselreductie: 210 legsels Onth. nr.: 2009INT239647 Diersoort: ree Periode: 1 april 2009 tot en met 31 augustus 2009: reebokken 1 december 2009 tot en met 31 maart 2010: reegeiten en reekalveren WBE's: De Vallei, De Schaffelaar, Kromme Rijn, Vijfheerenlanden, Lage Vuursche, De Eem, Noorderpark Resultaat: 411 expl. (bok: 165, geit: 168, kalf: 78) Onth. nr.: 2009INT245893 Diersoort: wilde eend Periode: 1 juli tot 15 augustus 2010 WBE's: Kromme Rijn en Lopikerwaard Resultaat: 104 expl.

15 Bijlage 2

16

17 Bijlage 3 Resultaten Faunatelling 2007 2010 2010 2009 2008 2007 Kn.zwaan 5.335 5.684 5.139 3.966 Grauwe gans 15.594 12.558 10.824 12.279 Canadese gans 1.902 1.487 1.823 1.386 Nijlgans 4.379 4.553 4.112 3.213 Kolgans 742 641 922 719 Brandgans 3.136 2.744 2.002 1.008 Indische gans 193 295 115 241 Verw. boerengans 1.838 1.745 2.699 1.727 Meerkoet 12.270 12.815 14.188 10.062 Roek 917 932 1.191 1.167 Zw. kraai 7.803 8.010 7.646 7.530 Kauw 6.911 6.755 7.332 7.045 Ekster 2.552 2.563 2.567 2.393

18 Bijlage 4 Voorjaarstelling Ree - 2010 Ree 2010 Voorjaarstelling 2010 Onbekend/ Bok Geit Kalf NA Mnl. Vr. Totaal De Schaffelaar 196 271 92 112 57 728 Kromme Rijn 327 438 85 126 43 1019 De Vallei 14 22 5 5 2 48 Vijfheerenlanden 27 41 9 16 33 126 Lage Vuursche 92 153 46 55 20 366 De Eem 11 18 11 14 1 55 Noorderpark 110 92 21 17 0 240 TOTAAL UTRECHT 777 1035 269 345 156 2582