Verwerkingsrichtlijnen Siliconen Buitengevelisolatiesystemen

Vergelijkbare documenten
Verwerkingsrichtlijnen Brick Buitengevelisolatiesystemen

Buitengevelisolatie systemen standaard detailboek

REDArt Brick verwerkingsrichtlijnen Voor u start. Keuring bestaande situatie Voorbehandeling & inspectie van de ondergrond

WILLCO Isolatiesystemen

. Verwerkingsvoorschriften DAAS Isomo.

Inleiding. Isolatie. Spouwvulling Binnenisolatie. Buitenisolatie. Dakisolatie Bouwknopen

NIEUW. Rigips TopStuc. Stap-voor-stap handleiding. Zelf stukadoren is nu gemakkelijker dan ooit door de unieke receptuur van Rigips TopStuc.

S.A.M. Advies STRIKOLITH ADVIES MODULE

Beamix Vloervlak Egalisatie 770

WILLCO Fassade Profil

PS EIS 60/90/120. Brandwerende bekleding van horizontale ronde luchtkanalen (Ø < 356 mm)

Armatop L - Aero. Technisch informatieblad. Armatop L - Aero / Pagina 1. Lichte minerale mortel voor het verlijmen en wapenen van gevelisolatieplaten

Buitengevelisolatiesystemen

Technisch informatieblad Armatop A Pagina 1 van 5 PD 0018/0816/002

Sterke hechting op vrijwel alle soorten ondergrond. Ruwdichtheid vaste mortel ca. 1,4 g/cm³ conform DIN 18555

WM EIS 60. Brandwerende bekleding van ronde luchtkanalen

Steelprotect Board. Brandwerend bekleden van staalconstructies

3.4 Waterdichting Opkanten

S.A.M. Advies STRIKOLITH ADVIES MODULE

Iso&Stripes, duurzaam isoleren én vertrouwd afwerken.

Leveringsprogramma. Buitengevel en gevelisolatie systemen.

met betonsteenstrippen

Waterdichting. Pas weber.dry inject toe. Controleer op waterdoorslag naar bovenliggende verdieping of fundering.

Decoratieve stenen elementen voor binnen en buiten

Technisch informatieblad Sto-Speedlamelle Type II

Inspirerende gevelsystemen

BINNENBOUWPLATEN VIDI. board -PRO NIEUW. Versie

Breng het sokkelprofiel aan. Hoeken Klik het randprofiel erop.

Handleiding. Coprox hecht niet op! Rubber/siliconen/bitumen

TECHNISCHE FICHE. Leempleisters van Wanlin. Samenstelling van de pleistermaterialen. Verpakking en opslag. Fysieke eigenschappen.

REV:02-18/07/13. RapidRoof Waterproof Anti-Skid Specificaties op metaal

HANDLEIDING AANLEGGEN VAN KUNSTGRAS

onderhoudsadvies Daalder 15, 5753 SZ Deurne, Postbus 133, 5750 AC Deurne, T , F ,

Handleiding verwerking Beton Ciré Originale

Montage-instructie Systeem Q met VertiQ panelen C

WERKBESCHRIJVING. tel (0) ,

Installatierichtlijnen. Rockfon Eclipse

Desimpel. Geveloplossingen. Steenstrippen: voorbeeldig met energie, ruimte en esthetiek

Tegelen op hout.

Detailboek Gevelisolatie

Handleiding EPDM dakbedekking. Kenmerken: * Synthetische EPDM rubber (ethyleenpropyleendieen-monomeer)

Inblaaswol. Losse steenwolvulling voor na-isolatie van spouwmuren

MAXON EPDM BESTEKTEKSTEN

Infoblad 203 Afdichten van teakhouten scheepsdekken met Sabacaulk en Sabatack 780

Handleiding Mosa Panel

MODULAIRE ALUMINIUM WATERKERING MURO Installatie Voor de Dagkanten

Desimpel. Geveloplossingen. Steenstrippen: voorbeeldig met energie, ruimte en esthetiek

MODULAIRE ALUMINIUM WATERKERING MURO Installatie Tussen de Dagkanten

MONTAGEVOORSCHRIFT LEIDINGDRAGERS

Kleurkeuze van de Stuc?

PUBLICATIE Strikotherm gevelisolatie Strikotherm BGI Lijmschuim. 1 van 6 Definitief CEV. Blad: Status: Supervisor: 1.

TRIDEX: lastenboeken

Technisch informatieblad StoArmat Classic plus

Infoblad 323 Aanbrengen van het SABA Sealflex systeem

Montage-instructie Systeem Q met VertiQ panelen C

1 SET VOOR GEMIDDELD 9 M²

REV:02-18/07/13. RapidRoof Waterproof Anti-Skid Specificaties op hout

ALSAN 870 RS / TXS 10 / TXS 20

PORTA WATERSCHOT HANDLEIDING

Inblaaswol. Losse rotswolvulling voor na-isolatie van spouwmuren

ROCKWOOL SOUNDMAXX Akoestisch isolatiesysteem

INFOBLAD 16 STRIKOTHERM GEVELISOLATIE APU-profielen

bouw- & tegelelementen handleiding

MONTAGEHANDLEIDING. :metselwerk of beton

Twee laags afwerking met korreldikte 0.3 mm (BASWAphon Classic): totale afgewerkte dikte 30 / 40

REV:02-18/07/13. RapidRoof Waterproof Anti-Skid Specificaties op asfalt

Handleiding PVC-trapleuningprofielen. Installatie instructies Afwerking

Plano. Het tegelelement voor de wandafwerking. Verwerkingsinstructies

PUBLICATIE Strikotherm gevelisolatie 100 FLEX Felxibele gemodificeerde steenstripafwerking. Blad: Status: Versie: Supervisor:

Productinformatieblad

Handleiding PVC-kliktegels. Leginstructies Reiniging en onderhoud

Bouwbesluit. KOMO attest. Buitengevelisolatiesysteem «naam systeem»

REV:02-18/07/13. RapidRoof Waterproof Anti-Skid Specificaties op beton

Productblad ROCKPANEL Ply

Productinformatieblad

PUBLICATIE Strikotherm Gevelisolatie APU-profielen. 1 van 10 Definitief CEV. Blad: Status: Supervisor: 1. INLEIDING:

fermacell Technische tip

Verwerkingshandleiding Sikaflex brugvoegsysteem / VERSIE 1 / SIKA NEDERLAND B.V. / RENS BURGHGRAAFF

Montagehandleiding voor vrijhangend ondermeubel Type: wandmontage voor een cellenbeton- of gipsblokkenmuur

LC240 Snellijm voor tegels

Infoblad 202 Verlijmen van scheepsdekken met Sabatack 750 (XL) en Sabadeck (Fast)

Uw verdeler: Niveka Thuiscomfort Goormansstraat Pulderbos Tel: Mail:

ProGold Glasweefsel. Hoogwaardig, decoratief Glasweefsel, waarop diverse Sigma afwerkingen aangebracht kunnen worden. OMSCHRIJVING

PUBLICATIE Strikotherm Systeem 300S Ceramique Minerale Steenstripafwerking. 1 van 9 Definitief RCE. Blad: Status: Versie nr: Supervisor:

APU-sokkelsysteem SOLI-TEX Sokkelprofiel uit kunststof met opsteekprofielen met glasvezelweefsel

Klik op of om onze site te bezoeken.

ROCKFON System Contour Ac Baffle

Binnenisolatiesysteem Aerorock ID

Sto Isoned bv Gevels. Verwerkingsrichtlijnen

Productinformatieblad

1 Voorbereiden van de werkplek.

Montagehandleiding voor vrijhangend ondermeubel Type: wandmontage voor een holle bouwstenenmuur

Montagehandleiding voor vrijhangend ondermeubel Type: wandmontage voor een holle wand

Handleiding. Metal stud wand. montage

Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: Afdichting in de spouwmuur Conform EN 14967:2006

MONTAGEHANDLEIDING. :cellenbeton of gipsblokken

Montage-instructies nora plinten en hoekplinten

Productinformatieblad

Gevels Gevelisolatiesystemen. Gevelisolatiesystemen Gebruik en onderhoud

Gevels StoMiral Traditioneel stucwerk. StoMiral Een volledig mineraal assortiment voor traditioneel stucwerk

Transcriptie:

Verwerkingsrichtlijnen Siliconen Buitengevelisolatiesystemen

Inhoudsopgave 1 : Voorbehandeling van de ondergrond... 4 2 : Plaatsing van de profielen... 5 3 : Plaatsing van de ECOROCK isolatieplaten... 6 Inleiding In deze uitgave vindt u de verwerkingsrichtlijnen voor REDArt TM buitengevelisolatiesystemen met gepleisterde siliconen afwerking. Zorg ervoor dat u altijd beschikt over de meest recente versie van de verwerkingsrichtlijnen en relevante technische productbladen. Meer informatie over deze en andere ROCKWOOL producten vindt u op www.rockwool.nl en www.rockwool.be. 4 : Het aanbrengen van het wapeningsnet en de bekledingsmortel... 10 5 : De afwerklaag... 12 5 6 2 1 1 2 3 Ondergrond ROCKWOOL steenwol isolatie REDArt Lijm- en wapeningsmortel 4 REDArt Siliconen Pleister 3 5 6 Hoekprofiel met wapeningsnet Isolatie ankers voor mechanische bevestiging 4 2 3

1. Voorbehandeling van de ondergrond 2. Plaatsing van de profielen 01 Reiniging van de ondergrond 01 03 De ondergrond dient droog, vlak en draagkrachtig te zijn, vrij van stof, algengroei en overige verontreinigingen. Een vervuilde ondergrond kan de hechting van de lijmmortel en ECOROCK isolatieplaat verminderen. De ondergrond onder hoge druk met water (Fig. 01) of mechanisch (bijvoorbeeld met behulp van een staalborstel) reinigen. Indien nodig kan de ondergrond worden gereinigd met een algenreinigingsmiddel. 03 Bevestiging van de profielen n De sokkelprofielen worden gemonteerd vóór de plaatsing van de isolatieplaten. n Deze mogen niet onder en moeten minstens 15 cm boven het maaiveld worden bevestigd (tenzij anders gespecificeerd). n Bevestig de sokkelprofielen met slagpluggen - met een maximale onderlinge afstand van 30 cm - waterpas aan de ondergrond, eventueel uitvullen met opvulstukjes (Fig. 03). 02 02 Inspectie van de ondergrond Controleer de ondergrond op oneffenheden en losse delen. Bestaande, gepleisterde ondergronden controleren op blazen en losse delen met een hamertest (Fig. 02). Deze dienen te worden verwijderd alvorens het oppervlak te egaliseren met een egalisatiemortel. 04 n De profielen met een onderlinge afstand van 3 mm laten aansluiten met behulp van verbindingsstukjes. n In- en uitwendige hoeken op verstek afzagen (Fig. 04). Let op dat de profielen niet afbreken. Bestaande pleisterlagen rond raam- en deurstijlen verwijderen, zodat het isolatiesysteem goed op de ondergrond kan hechten. Ook geverfde oppervlakken moeten worden gecontroleerd. Loszittende verfdelen verwijderen en de ondergrond grondig reinigen. 4 5

3. Plaatsing van de ECOROCK isolatieplaten 04 Het aanmaken van de lijmmortel 05 08 De volgende lijmmortels kunnen in het REDArt TM systeem worden toegepast: REDArt Lijmmortel, aanmaken met 5,5 liter zuiver water. 05.02 Lamel Breng de lijmspecie met een getande spaan volgens de volvlak verlijming aan. Verdeel de lijmspecie over de gehele plaat. Het is van belang de lijmspecie goed in de plaat te drukken voor een optimale hechting op de ondergrond. 06 REDArt Lijm- en wapeningsmortel, aanmaken met 6,5 liter zuiver water. n Meng de lijmmortel met een mixer door toevoeging van zuiver water tot een homogene, klontvrije lijmspecie. Na ca. 10 minuten opnieuw doormengen (Fig. 05). Maak niet meer aan dan binnen 2 à 3 uur kan worden verwerkt en meng deze elke 30 minuten nog eens door. Voeg na het mengen geen water meer toe aan de lijmspecie. 05 Het aanbrengen van de lijmmortel Plaats de isolatieplaten alleen op stofvrije en draagkrachtige ondergronden. 05.01 ECOROCK 09 06.01 Plaatsing van de isolatieplaten Breng de gelijmde isolatieplaat aan door deze met een schuivende beweging strak aan te sluiten op de gewenste positie (Fig. 08). Vervolgens de isolatieplaat goed aankloppen voor een vlakke aansluiting en verlijming. Lijmspecieresten die achterblijven op de ondergrond of tussen de plaatnaden naar buiten gedrukt worden verwijderen, zodat koudebruggen of scheurvorming in de afwerklaag worden voorkomen. Bij lichte krommingen van de ondergrond kan worden volstaan met het inkepen of het verticaal plaatsen van de isolatieplaten. Inkepingen zijn alleen toegestaan aan de zijde van de isolatieplaat die op de ondergrond wordt verlijmd. Maak bij sterke krommingen van de ondergrond gebruik van vormstukken met extra mechanische bevestigingen. 07 Breng de lijmspecie met een laagdikte van 3-5 mm aan op de achterzijde (zachte zijde) van de isolatieplaat. Bij vlakke ondergronden: breng de lijmspecie aan volgens de volvlak verlijming. Gebruik hiervoor een getande spaan. Breng de lijmspecie met de getande spaan aan en verdeel deze over de gehele plaat. Het is van belang de lijmspecie goed in de plaat te drukken voor een optimale hechting op de ondergrond (Fig. 06). Bij minder vlakke ondergronden of waar egalisatie nodig is: breng de lijmspecie aan volgens de puntrand verlijming. Breng de lijmspecie worstvormig langs alle zijkanten (minimaal 50 mm verwijderd van de rand) van de isolatieplaat en minstens driemaal over de breedte aan (minimaal 40% verlijming van het oppervlak). Breng de lijmspecie aan met een laagdikte die niet dikker is dan 15 mm voor een optimale hechting op de ondergrond (Fig. 07). BELANRIJK: Isolatieplaten die al enige minuten zijn verlijmd, kunnen NIET meer worden verplaatst, omdat de lijmverbinding dan breekt. 06.02 Plaatsing van de isolatieplaten rondom gevelopeningen Er mogen zich geen plaatnaden rond hoeken om gevelopeningen bevinden. Isolatieplaten rondom kozijnen en deuropeningen moeten daarom altijd op maat worden gesneden. Houd tussen de isolatieplaat en de gevelopening minstens 200 mm vrij. Vermijd details waarbij kozijnen vlak in de gevel zijn ontworpen (Fig. 09). De isolatie wordt altijd overlappend over het afdichtingsmateriaal van raam- en deurstijlen aangebracht. Breng de lijmspecie langs de zijkanten op uniforme wijze aan om te voorkomen dat deze bij plaatsing in de voegen tussen de isolatieplaten wordt gedrukt. 6 7

10 11 06.03 Plaatsing van de isolatieplaten rondom hoeken Start bij de plaatsing van de isolatieplaten vanaf het sokkelprofiel en werk verder naar boven. De isolatieplaten dienen altijd in verband te worden aangebracht. Op de hoeken de isolatieplaten gelijk aan de dikte van de isolatie om en om over laten steken. Dit voorkomt snijdafval (Fig. 10). Plaats geen isolatieplaten met een breedte of hoogte van minder dan 200 mm. 06.04 Controle of de isolatieplaten vlak zijn aangebracht Controleer tijdens voorgaande verwerkingsstappen regelmatig met een waterpas of de isolatieplaten vlak zijn aangebracht (Fig. 11). 07 Afdichtingstape Aansluitingen met niet te isoleren gebouwdelen, zoals raam- en deuropeningen dienen waterdicht te worden uitgevoerd met behulp van afdichtingstape. Deze dient ook te worden aangebracht rondom doorvoeringen zoals luchtafvoeren e.d. 13 14 48h Laat de lijmmortel tenminste 48 uur drogen alvorens mechanische bevestiging toe te passen. 09 Mechanische bevestiging De isolatieplaten worden naast verlijming ook additioneel mechanisch bevestigd. n Bevestigingsgaten worden door de isolatie in de ondergrond geboord (Fig. 13). Let op dat u het juiste type boor voor de betreffende ondergrond gebruikt. De juiste boordiepte is afhankelijk van het gekozen bevestigingsmateriaal. Boor altijd 10 mm dieper dan voorgeschreven om te voorkomen dat boormeel het boorgat blokkeert. Controleer hoeveel bevestigingspunten per isolatieplaat worden voorgeschreven. Bij 5 bevestigingspunten per isolatieplaat boort u de bevestigingspunten op de hoeken 100 150 mm uit de hoek naar binnen. n Plaats de plug in het boorgat tot de bovenkant van de schotel gelijk is met het oppervlak van de isolatieplaat en schroef of sla (afhankelijk van het type plug) deze vast (Fig. 14). Let op dat de plug de isolatieplaat niet insnoert en niet meer dan 5 mm onder het oppervlak van de isolatieplaat ligt. Een te diep bevestigde plug moet worden verwijderd en vervangen. Bevestig een nieuwe plug op een naastgelegen plek. 08 Kierafdichting Kieren tussen isolatieplaten groter dan 2 mm dienen te worden opgevuld met repen steenwol (Fig. 12). 12 Vul eventuele kieren niet met specie omdat dit koudebruggen of scheurvorming in de afwerklaag kan veroorzaken. 8 9

4. Het aanbrengen van het wapeningsnet en de bekledingsmortel 15 10 Het aanmaken van de lijm- en wapeningsmortel 18 Er zijn 2 manieren om het wapeningsnet en de lijmspecie aan te brengen. Let op dat de toegepaste bekledingsmortel geschikt is voor de gekozen eindafwerking. Controleer voor aanvang of het isolatiemateriaal vrij van stof en loszittende delen is. 16 n Meng een hele zak REDArt Lijm-en wapeningsmortel met een mixer door toevoeging van zuiver water tot een homogene, klontvrije specie. Na ca. 10 minuten opnieuw doormengen (Fig.15). n Maak niet meer aan dan binnen 3 uur kan worden verwerkt en meng deze elke 30 minuten nog eens door. Voeg na het mengen geen water meer toe aan de lijmspecie. 11 Hoeken en hoekprofielen Alvorens het wapeningsnet en de lijmmortel aan te brengen dienen enkele geveldelen extra te worden beschermd. Hoeken n Gebruik stroken wapeningsnet met een minimale afmeting van 30 x 30 cm. n Bij elke hoek van ramen en deuren diagonaal (45 C) een extra strook wapeningsnet aanbrengen. n Deze strook aanbrengen met een dunne laag lijmspecie. Druk de specie goed in de isolatie voor een optimale hechting (Fig. 16). Extra stroken wapeningsnet dienen ook te worden aangebracht rond inbouwdozen of doorvoeren. Deze moeten de wapeningslaag daaronder met minimaal 10 cm overlappen en worden diagonaal (45 C) aangebracht. 19 Wapeningsnet n Deze wordt gelijkmatig aangebracht in de natte specie. n Oneffenheden dienen te worden voorkomen of gladgestreken. n ROCKWOOL wapeningsnet is elke 10 cm voorzien van een rode band. Breng het wapeningsnet over het gehele geveloppervlak en bij elke hoek van gevelopeningen met een overlap van minstens 10 cm aan (Fig.19). Het wapeningsnet niet direct op de isolatieplaten, maar ingebed in de lijmspecie aanbrengen. Enkele laag n De lijmspecie aanbrengen in een laagdikte van ca. 5 mm met behulp van een spaan. n Vervolgens het wapeningsnet inbedden (Fig. 20). Dubbele laag 17 Hoekprofielen n Hoekprofielen worden vol en zat in de specie gesteld. n Controleer of het hoekprofiel vlak en in het lood is geplaatst (Fig. 17). n Als het hoekprofiel niet standaard voorzien is van een wapeningsnet, adviseren wij deze aan te brengen in een losse strook van 15 cm. 20 n De lijmspecie aanbrengen in een laagdikte van ca. 5 mm met behulp van een spaan. n Vervolgens het wapeningsweefsel inbedden. n Na uitharding van de eerste laag (na ca. 24 tot 48 uur), de tweede laag overzetten tot een totale dikte van ca. 6 à 8 mm. Gebruik geen sponsbord. Gebruik voor het uitvlakken van het oppervlak GEEN extra laag lijmspecie, deze zal tijdens het uitharden loslaten. 12 Het aanbrengen van de lijmspecie en het wapeningsnet Tijdens en na het aanbrengen van de specie mag de omgevingstemperatuur niet lager zijn dan 5 C. Deze mag niet worden aangebracht bij risico op vorst binnen 48 uur. 10 11

5. De afwerklaag 21 REDArt TM Siliconen Afwerking 13 Het aanbrengen van de REDArt Siliconenprimer De bekledingslaag moet met een primer worden voorbehandeld voor een optimale hechting met de afwerklaag. Bij gekleurde afwerkpleisters dient ook deze tussenlaag in dezelfde kleur te worden aangebracht. 23 15 Het aanbrengen van de REDArt Siliconen Pleister Let op weersinvloeden, de sierpleister hard uit door de verdamping van vocht. Tijdens en na het aanbrengen van de sierpleister mag de omgevingstemperatuur niet lager zijn dan 5 C en er mag geen risico op vorst zijn binnen 48 uur na het aanbrengen. De aangebrachte sierpleister beschermen tegen zeer felle zon, wind en slagregen. 22 Laat de bekledingslaag minstens 48 uur uitharden (evt. langer, afhankelijk van de weersomstandigheden). n De primer kan met een borstel of met een roller worden aangebracht (Fig. 21). n De primer egaal over het gehele oppervlak aanbrengen en niet verdunnen, omdat dit ten koste gaat van de hechting. 14 Voorbereiding van de REDArt Siliconen Pleister Laat de primer ten minste gedurende 24 uur drogen alvorens de sierpleister aan te brengen. 24 n Breng de sierpleister met een spaan op korreldikte aan. Gebruik voor het gehele geveloppervlak hetzelfde type spaan (Fig. 23). n Zorg voor voldoende dekking. n Let op dat voor het nat-in-nat aanbrengen het gehele oppervlak in 1 arbeidsgang kan worden afgewerkt. n De korrels gelijkmatig verdelen met een spaan in een licht draaiende beweging tot de gewenste structuur is bereikt (Fig. 24). n Overvloedig materiaal verwijderen en niet opnieuw gebruiken. n Laat de afwerklaag vervolgens 12 tot 48 uur drogen. n Zorg voor een schone en stofvrije omgeving bij het aanbrengen van de sierpleister. n Gebruik per steigerhoogte enkel sierpleister van eenzelfde productiepartij om kleurverschillen te voorkomen. n Bij gebruik van diverse productiepartijen, deze samenvoegen en mixen. n Pleister voor gebruik goed doorroeren met een mixer (Fig. 22). 12 13

14 15

ABFNL11, November 2013 Create and protect De ROCKWOOL Group is een betrouwbare partner bij het creëren van efficiënte en esthetische oplossingen die gebouwen beschermen tegen het milieu en het milieu tegen de impact van gebouwen. De ROCKWOOL Group levert wereldwijd producten en services die het mogelijk maken esthetisch verantwoorde gebouwen te creëren die zorgen voor comfortabele woon-, werk- en leefomstandigheden. ROCKWOOL B.V. Postbus 1160, 6040 KD Roermond Industrieweg 15, 6045 JG Roermond T: 0475 35 35 35 E-mail: info@rockwool.nl www.rockwool.nl ROCKWOOL N.V. Cluster Park - Romboutsstraat 7 1932 Zaventem T: 02 715 68 05 E-mail: info@rockwool.be www.rockwool.be Productwijzigingen zijn voorbehouden zonder voorafgaande berichtgeving. ROCKWOOL kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de eventuele aanwezigheid van (zet)fouten en onvolledigheden.