Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II

Vergelijkbare documenten
Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

Eindexamen wiskunde B havo II (oude stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Eindexamen wiskunde B1 havo 2002-II

Examen HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-I

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl)

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde B (oude stijl) Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak 2

De twee schepen komen niet precies op hetzelfde moment in S aan.

leeftijd kwelder (in jaren)

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-II

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:00 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B havo 2016-I

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-I

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

Examen HAVO. wiskunde B 1,2

Examen havo wiskunde B 2016-I (oefenexamen)

wiskunde B havo 2015-II

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-II

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 22 juni uur

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B1,2

Vraag Antwoord Scores. Het verschil is (0,0017 uur, dat is) 6 seconden (of nauwkeuriger) 1

Eindexamen wiskunde B havo II (oude stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1,2

wiskunde B pilot havo 2016-I

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B pilot havo 2015-II

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-II

Eindexamen havo wiskunde B I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2004-I

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2004-II

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Het gewicht van een paard

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B havo II (oude stijl)

Examen HAVO. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2001-I

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Examen VWO. wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Met behulp van deze gegevens kan worden berekend welke maximale totale behoefte aan elektrische energie in Nederland er voor 2050 wordt voorspeld.

Examen HAVO. wiskunde B1,2

Eindexamen wiskunde B havo 2001-I (oude stijl)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B havo I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2001-II

Examen HAVO. Wiskunde B1,2

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2000-I

Examen VWO. wiskunde B1,2

Eindexamen wiskunde B1 havo 2002-II

Eindexamen wiskunde B havo II

Eindexamen wiskunde B havo II

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B

Met behulp van deze gegevens kan worden berekend welke maximale totale behoefte aan elektrische energie in Nederland er voor 2050 wordt voorspeld.

Eindexamen wiskunde B havo I

wiskunde B bezem havo 2017-I

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2004-II

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 20 mei uur

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2004-II

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-I

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B vwo I

Eindexamen wiskunde B1 havo 2002-I

Extra opgaven Aanzichten, oppervlakte en inhoud

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

Eindexamen havo wiskunde B pilot II

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. tijdvak 1 dinsdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 maandag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2002-II

In een zware tornado worden maximale windsnelheden van ongeveer 280 km/u bereikt.

Transcriptie:

Pompen of... Een cilindervormig vat met een hoogte van 32 dm heeft een inhoud van 8000 liter (1 liter = 1 dm 3 ). figuur 1 4p 1 Bereken de diameter van het vat. Geef je antwoord in gehele centimeters nauwkeurig. Het vat is geheel gevuld met water. Aan de kraan onder aan het vat (zie figuur 1) wordt een pomp aangesloten. Hiermee wordt per minuut 60 liter water uit het vat gepompt. Daardoor zal de waterspiegel met constante snelheid dalen. De hoogte h in decimeter van de waterspiegel is afhankelijk van de tijd t in minuten vanaf het moment waarop de pomp wordt aangezet. Op tijdstip t = 0 geldt dus h = 32. 4p 2 Teken in de figuur op de bijlage de grafiek die het verband weergeeft tussen de hoogte h en de tijd t bij het leegpompen van het vat. Men kan ook de kraan open draaien zonder de pomp aan te sluiten. Het vat stroomt dan leeg. Tijdens het leegstromen geldt voor de hoogte h van de waterspiegel op tijdstip t bij benadering de formule: h(t) = 0,0008t 2 0,32t + 32 Hierin is t de tijd in minuten vanaf het moment waarop de kraan wordt opengedraaid en h de hoogte van de waterspiegel in decimeter. De snelheid waarmee de waterspiegel daalt, neemt voortdurend af. Volgens bovenstaande formule valt het tijdstip waarop deze snelheid gelijk aan 0 is samen met het tijdstip waarop het vat leeg is. 5p 3 Toon dit met behulp van differentiëren aan. Op een gegeven moment is het vat geheel gevuld met water en laat men het leeg stromen. De tijd die nodig is om de eerste 4000 liter te laten wegstromen is korter dan de tijd die nodig is voor de tweede 4000 liter. 5p 4 Bereken hoeveel minuten korter het laten wegstromen van de eerste 4000 liter duurt dan het laten wegstromen van de tweede 4000 liter. Geef je antwoord in gehele minuten nauwkeurig. www. - 1 -

In figuur 2 is de grafiek van h als functie van t getekend als men het vat leeg laat stromen. Deze figuur staat ook op de bijlage. figuur 2 35 h 25 15 10 5 0 0 10 40 50 60 70 80 90 100 110 1 1 140 t Als men het vat leeg pompt, daalt de waterspiegel met een constante snelheid. Als men het vat laat leeg stromen, neemt de snelheid waarmee de waterspiegel daalt voortdurend af. 5p 5 Geef op de bijlage het grafiekdeel aan waar geldt dat de waterspiegel bij leeg stromen sneller daalt dan bij leeg pompen. Licht je werkwijze toe. Een exponentiële functie Gegeven is de functie f(x) = 150 1,2 x. 4p 6 Bereken met behulp van differentiëren de exacte waarde van de richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de grafiek van f in het snijpunt met de y-as. De grafiek van f wordt 2 naar links verschoven. Zo ontstaat de grafiek van een functie g. De grafiek van g kan ook verkregen worden door een vermenigvuldiging van de grafiek van f ten opzichte van de x-as. 4p 7 Toon dat algebraïsch aan. www. - 2 -

Broeibak In een folder van een tuincentrum staat de hiernaast afgebeelde foto van een broeibak. De broeibak heeft een glazen deksel in de vorm van een gelijkbenig trapezium. Op de foto is te zien dat de deksel open staat. foto In figuur 3 is een model van deze broeibak getekend. De glazen deksel FGLK is hierbij gesloten. Vlak EFGH is evenwijdig aan het grondvlak ABCD. KL ligt cm boven EFGH. In figuur 4 is het bovenaanzicht van de gesloten broeibak getekend. AD is evenwijdig aan BC. AB is even lang als DC. figuur 3 K L E H A F G D B C figuur 4 E,A 160 H,D K 40 L 50 F,B 80 G,C Alle afmetingen zijn gegeven in cm. De dikte van het hout en van het glas worden verwaarloosd. Uit de gegevens is af te leiden dat de ribbe FK ongeveer 62 cm lang is. 4p 8 Toon dit met een berekening aan. De glazen deksel FGLK wordt vanuit gesloten stand zo gedraaid om KL, dat de deksel horizontaal staat. 4p 9 Bereken de hoek waarover de deksel gedraaid is. Geef je antwoord in gehele graden nauwkeurig. Iemand doet 0 liter potgrond (1 liter = 1000 cm 3 ) in de broeibak. Hij verdeelt de potgrond gelijkmatig. Neem bij de volgende vraag aan dat de bovenkant van deze hoeveelheid potgrond een horizontaal vlak vormt. 5p 10 Bereken hoe hoog de potgrond komt. Geef je antwoord in gehele centimeters nauwkeurig. Van een schaalmodel van deze broeibak, met schaal 1 :, staat op de bijlage het begin van een uitslag. 7p 11 Maak de uitslag op de bijlage af en zet de letters erbij. Licht je werkwijze toe. www. - 3 -

Vliegen Vogels en vliegtuigen kunnen vliegen, onder andere omdat ze vleugels hebben. Voor de vliegtuigbouw is het van belang te weten welk gewicht een stel vleugels kan dragen en welke snelheid er nodig is om te kunnen vliegen. In deze opgave gaan we in op de relatie tussen het gewicht, het vleugeloppervlak, de kruissnelheid en de luchtdichtheid. Hierbij is de kruissnelheid de snelheid die een vogel of vliegtuig heeft tijdens een lange vlucht. Voor vogels en vliegtuigen geldt bij benadering de volgende formule: W = 0,03 d V 2 S Hierin is W het gewicht in kilogram, S het vleugeloppervlak in vierkante meter, d de luchtdichtheid in kilogram per kubieke meter en V de kruissnelheid in meter per seconde. Een merel van 90 gram heeft een vleugeloppervlak van 0 cm 2. Deze vogel vliegt dicht bij de grond, waarbij d = 1,25. 5p 12 Bereken de kruissnelheid van een merel. Geef je antwoord in meter per seconde afgerond op een geheel getal. In de vliegtuigbouw wordt gewerkt met het begrip vleugelbelasting; dat is het gewicht (in kilogram) per W vierkante meter vleugeloppervlak, in formulevorm. S Een Boeing 747 heeft een vleugeloppervlak van 511 m 2 en heeft een kruissnelheid van 900 km per uur op een hoogte waar de luchtdichtheid d gelijk is aan 0,3125. 4p 13 Bereken de vleugelbelasting van deze Boeing 747. Rond je antwoord af op een geheel getal. Voor vliegende objecten met dezelfde vorm is er een lineair verband tussen log(w) en log(s). Voor vliegende objecten van dezelfde vorm als de Boeing 747 geldt de formule: log(w) = 1 2 + 1 1 log(s). Deze formule is om te werken tot: W = p S q. 5p 14 Bereken p en q. Rond je antwoorden af op twee decimalen. 2 www. - 4 -

Een verzameling functies Gegeven is de functie f(x) = 27x x. De grafiek van f heeft met de x-as twee punten gemeen, de oorsprong O en een punt S. Op de grafiek van f liggen twee punten T en U zodanig, dat de oppervlakte van driehoek OST en van driehoek OSU gelijk zijn aan 6. Zie figuur 5. 4 figuur 5 y T U 6p 15 Bereken de coördinaten van T en U. Rond in je antwoord getallen die niet geheel zijn, af op twee decimalen. O S x Gegeven is de functie g(x) = 8x x. In figuur 6 zijn de grafieken van f en g en een verticale lijn met vergelijking x = p getekend. De verticale lijn snijdt de grafiek van f in A en de grafiek van g in B. De lengte van lijnstuk AB is 3. 4p 16 Bereken p. Rond je antwoord af op twee decimalen. 4 figuur 6 y A f B g O S x Een verzameling van functies is gegeven door h(x) = cx x voor elk positief getal c. Voor c = 27 krijg je de functie f en voor c = 8 krijg je de functie g. Voor een bepaalde waarde van c is het domein van h gelijk aan [0, 10]. 5p 17 Bepaal het bereik van h bij die waarde van c. Rond in je antwoord getallen die niet geheel zijn af op twee decimalen. Het maximum van de functies h wordt niet telkens voor dezelfde waarde van x bereikt. Eén van de functies h heeft een maximum voor x = 1,5. 5p 18 Bereken met behulp van differentiëren de exacte waarde van c van deze functie. 4 www. - 5 -

Bijlage bij de vragen 2, 5 en 11 Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Examen HAVO 02 Tijdvak 2 Woensdag 19 juni 13. 16. uur Vraag 2 35 h Examennummer Naam 25 15 10 5 0 0 10 40 50 60 70 80 90 100 110 1 1 140 t Vraag 5 35 h 25 15 10 5 0 0 10 40 50 60 70 80 90 100 110 1 1 140 t www. - 6 -

Bijlage bij de vragen 2, 5 en 11 Vraag 11 K L E H A D B C www. - 7 -