Boerderijnummer Erfnaam. erve Iemker-Groot Aalbrink Oudste vermelding 1381 Huidig adres Kemperweg 6. Historie boerderij

Vergelijkbare documenten
Boerderijnummer Erfnaam. erve Klein Aalbrink Oudste vermelding ca 1625 Afgebroken. 1939, was gelegen achter Groot Aalbrink. Historie boerderij

Albert Jan Mensink( ) met zijn zoon Jan Willem Mensink( )

NEUTENBERG-NOTTEBERG. Generatie I. Generatie II

Voor meer informatie van de boerderij Hoestink zie op onze website onder historisch overzicht per pand: Stokkum boerderijnr. 2.2.

Boerderijnummer Oudste vermelding 1379 Huidig adres Herikerweg 15. Historie boerderij

Het erve Meenderink gelegen aan Zonneweg 1 gelegen aan de rand van het dorp wordt voor het eerst vermeld in 1385.

Boerderijnummer Oudste vermelding ca 1630 Huidig adres Worsinkweg 6. Historie boerderij

HUNGERINK. Generatie I

Onderstaande personen zijn vernoemd naar het nog bestaande erve Bussink aan de Dijkerhoekweg; het werd voor het eerst genoemd in 1645.

Rijssen, index ref. dopen

De Weldammer boerderij Hoevink, nu ook wel Bello genoemd, gelegen aan Sligsweg 2 in Stokkum wordt voor het eerst vermeld in 1349.

Oudste vermelding ca , stond op de hoek Kloppertstraat/Korthals Alteslaan

Interieur erve Wolters

Boerderijnummer Oudste vermelding 1379 Huidig adres Stationsweg 2

Boerderijnummer Erfnaam. erve en herberg de Kemper Oudste vermelding ca 1765 Huidig adres Kemperweg 4. Historie boerderij

Boerderijnummer Scholte in t Hoff/Heuver Oudste vermelding 1188 ca 1897, lag ca 100 mt ten Z. van Loppink a/d Brinkweg

Zie markeboek mei 1663 over een nieuw getimmerte van Hendr Wichman Jr welke afgebroken moet worden; bewoont door Evert in 't Broek.

Boerderijnummer Erfnaam. erve Klein Aaftink-de Keujer Oudste vermelding ca 1670 Huidig adres Bovenbergweg 4. Historie boerderij

MOERWINKEL. Generatie I. Generatie II

zie ook inv. archief Burgerweeshuis nrs 462 t/m 468 over meerdere verkopen van het erve.

In 1475 bedroeg de aanslag van Roloff van Bevervoorde voor het goed 2 schild, te betalen met 3 golden Rijnse guldens.

ROELVINK. Generatie I

Bouwhuis Groot Kevelham

In het vuurstedenregister van 1751 staat vermeld: Gebruiker Sligman Arent. Eigenaar: Heer Surenbergh.

Boerderijnummer Oudste vermelding 1298 Huidig adres Herikerweg 16. Historie boerderij

SENKELDAM. Generatie I. Generatie II

Boerderijnummer Erfnaam. erve Huisken-Klompjan Oudste vermelding ca 1600 Huidig adres Herikerweg 31. Historie boerderij

Boerderijnummer Erfnaam. erve Lentfert Oudste vermelding 1475 Huidig adres Bovenbergweg 10. Historie boerderij

E95 Koks (kleine) Moezebrinkweg 4

Boerderijnummer Oudste vermelding 1367 Huidig adres Bolinkweg 7

1612. Archief kasteel Weldam. Inv.nr. 49. Aankomsttitel voor Unico Ripperda van het erve Oelberinck gelegen in de buurschap Stokkum.

Boerderijnummer Hiddink/restaurant Kopp ren Smorre Oudste vermelding 1395 Huidig adres Holterweg 20

Oudste vermelding , was gelegen nabij de Scheper aan de Herikerweg

I.1 Johan/Jan ten Colhoep, houtskoolbrander/landb. op Kolhoop te Wiene. Kind: 1. Lubbert ten Colhoop (zie II.1).

In 1475 wordt het maximale belastingtarief betaald: Luding 2 s., bet. 3 golden r.g.

Gehuwd voor de kerk circa 1490 met Gese Mensynck, overleden na Dg. van Egbert en Jutte Mensynck.

In de rekeningen van het bisdom Utrecht wordt het Everdinc genoemd in de periode

Boerderijnummer Erfnaam. erve Kluppels-Vinkers Oudste vermelding. 16 e eeuw Huidig adres Enterbroekweg 14. Historie boerderij

ZWIERINK. Generatie I. Generatie II

1651. De tienden van Ikkink in bezit van Van Hoevell op Westerflier zie boek van Hoevell blz 235.

MEULENKOLK. Generatie I. Generatie II

De nakomelingen van Jan Wesseldijk

Johan ter Eeze verklaart het erve Mensinck voor 6 jaar verpacht te hebben aan Henrick Mensinck en zijn vrouw Catherina.

STAMREEKS BELDMAN. Tweede Generatie

Boerderijnummer Luttike Worse-Bekker Oudste vermelding 1395 Huidig adres Worsinkweg 4. Historie boerderij

SLIGMAN. Generatie I. Generatie II

LUTTIKHEDDE. Generatie I. Generatie II

Boerderijnummer Oudste vermelding ca 1530 Huidig adres Stationsweg 24

SCHULTE EEBBIJNCK (ZUIDLOON)

In 1601 behoort het met zijn 10 mudde landes en 3 mudde woeste en 2 dachwerck hooiland tot de grootste boerderijen en men had 4 paarden.

De nakomelingen van Hendrick Vreeman (Freeman) (Vremans)


Jan Hendrick Vos (1656-ca1696)

Het werd in 1475 reeds genoemd in het schattingsregister: 2 s., bet. 3 golden r.g.

In 1737 is er een veiling van het erve te Deventer geweest maar de verkoop is aangehouden.

1475. Schattingsregister. Een gewart erve. 2 s., em dach geven to Mey, want syn korn verdorven is, borge Dirick ter Kohorst.

Verpondingsregister. Wessels 6 mudde landes, als tom dele gebouwet, dan gar weinig.

Boerderijnummer Erfnaam. erve Ribbers-Ribbertink Oudste vermelding 1475 Huidig adres Rijssenseweg 48. Historie boerderij

Boerderijnummer Erfnaam. erve Klein Rotman-Kant nheer Oudste vermelding 1609 Huidig adres Enterveenweg 6. Historie boerderij

ZANDVLIET (onder Schijndel)

ZWOFERINK. Generatie I. Generatie II

Genealogie Van Eyndhoven 's-hertogenbosch 1606 tot 1787

Boerderijnummer Erfnaam. erve Assink Oudste vermelding 1468 Huidig adres Rijssenseweg 60. Historie boerderij

Café Kerkemeijer te Rekken

Notariële Akten na Overlijden Klaas Breedijk (172 )

WIEMERINK TAK A. Generatie I. Generatie II

Inventaris van het archief van. familie De Vor te Vianen,

Stationsweg 4, nu woonhuis

Boerderijnummer Erfnaam. erve Odink-Oonk Oudste vermelding 1381 Huidig adres Seinenweg 2. Historie boerderij

Boerderijnummer Erfnaam. erve Megelink/Vasters Oudste vermelding 1297 Huidig adres Bovenbergweg 3. Historie boerderij


OLIJDAM - OLIEDAM. Generatie I. Generatie II

Aaltje d Gerrit van de Beld Schipper Hendrikje Eikelboom

VENNEBEKKEN. Generatie I. Generatie II. Generatie III

Voor meer informatie van de boerderij Klumpers zie op onze website onder historisch overzicht per pand: Buitengebied boerderijnr. 1.3.

BOMANS. Generatie I. Generatie II. Generatie III

KNOPERS - KNOPERT. Generatie I. Generatie II. Generatie III

STOELHORST. Generatie I. Generatie II

Boerderijnummer Peters/Langenicking Oudste vermelding 1379 Huidig adres Petersweg 1

Rijssen, index ref. trouwen

G23 Kortschot Nieuwhuis Vredenseweg 146

Verpondingsregister. 9 mudde landes, 3 dachwerck, noch ein mudde landes woeste.

Oudste vermelding 1188 Afgebroken in 1975; was gelegen a/d Stokkumerweg schuin voor erve Kooyers/Pinkert

Historie boerderij Het is het stamhuis van de vele Markelose Klumpers'en en zal omstreeks de eerste helft der 16e eeuw zijn gesticht.

Inschrijving in het Doopboek van de Broederkerk (Broerkerk) te Kampen op 2 februari 1729 van Gretien, dochter van Dirk Harms en Claasien Jans

Boerderijnummer Erfnaam. erve Seinen-Effink Oudste vermelding 1188 Huidig adres Seinenweg 12. Historie boerderij

LEFERINK. Generatie I. Generatie II

GORKINK. Generatie I. Generatie II

Bewoners van de Kapraol.

den 18de [oktober 1795] is geboren en den 25 gedoopt Hendrik zoon van Daniel Appelo en Nelligje van Raalte getuige Hilligje Appelo.

1602. Verpondingsregister. 10 mudde landes, darvan niet mehr als 6½ mudde gebruicket weren.

Cornelis Appelo Aaltje van de Beld Hendrik Appelo Egbertdina Smit Gerrit Appelo Anna van Dijk Anna van Dijk

LE(E)TINK - KLEIN LEETINK. A. Leetink in Stokkum. Generatie I

Cornelis van Huijk(Huik) ( )

Warder in Gevelstenen. De oude huizen van Warder met hun gevelstenen

Parenteel van Hendrik Splinterink

Boerderijnummer Oudste vermelding 1379 Huidig adres Herikerweg 9. Historie boerderij

In 1947 woonden er 14 personen met de naam Leusman in Nederland en in personen.

ca 1808 was gelegen a/d Seinenweg

Transcriptie:

Boerderijnummer 5.2.510 Erfnaam erve Iemker-Groot Aalbrink Oudste vermelding 1381 Huidig adres Kemperweg 6 Historie boerderij De boerderij Aalbrink (Aelberinc) was vroeger een eigengeërfde boerderij die rond 1380 tot het Utrechts Bisschoppelijk bezit behoorde (zoals vermeld in de lijst van Bisschoppelijke leenmannen, opgemaakt in 1381/1382, zie ook bij pand 5.3.150). 1475 Schattingsregister. Alberting een gewart erve, 1 s., bet. 1½ golden r.g. 1601/1602 Verpondingsregister. 6 mudde landes, gifft den 4 gast. 1675 Vuurstedenregister; er waren 2 vuursteden (haarden) op het erve. Het was tegen het eind van de middeleeuwen een niet al te grote boerderij. In de eerste helft van de 17 e eeuw werd het erf opgesplitst in twee zogenaamde halve erven, naderhand aangeduid als het hier beschreven Groot Aalbrink en het bij pand 5.2.520 beschreven Klein Aalbrink. In het markeboek van Elsen werden de Albertincks geregeld bij name genoemd. 1688, gekwiteerd 1729. Akte waarbij Ida van Ittersum, weduwe van Ernst van Ittersum tot Oosterhof, een hypothecaire geldlening aangaat ten bedrage van 1.500 gulden en ten behoeve van Hendrik Dapper en het erve en goed Aalberink, gelegen in het gericht Kedingen, buurschap Elsen, tot zekerheid wordt gesteld. In 1752 kopen Jan Dikkers (Schultus van Rijssen) en Jan Brouwer van de Hoog Welgeb. Gestr. Heere Baron van Voerst, Heere van Overbergen, voor f 2200,- de beide Aalberink plaatsen. In 1754 geeft Jan Alberink aan van scholte Jan Dikkers gekogt te hebben voor f 2000,- de plaatse (Groot) Alberink. In 1767 lenen Jan en Janna Groot Aalbrink f 2500,- van de Weled. Gestr. Heer en Mr. Hendrik Crans, Burgermr. der stad Swol met als onderpand hun eygendoemelijke toebehorende vrije en allodiale erve en goed het Groot Aalberink genaamd met alle onderhorige hoge en lage landerien, behuysingen en houtgewassen, alsmede een stuk vrij bouwland groot 1 mudde, het Kruisloo genaamt en nog 2 dagwerk hooygrond het Agterste Slag int Broek, zijnde tezamen groot 17 mudde bouwland en 14 dagwerk hooyland. In 1774 is deze lening afgelost. In 1774 lenen zij opnieuw f 2500,- nu van Jan en Christina Mentink in Goor wonende. In 1796 is deze lening afgelost door Jan Alberink en Aaltjen ten Hagen. In 1782 geeft Aaltjen Hagen aan dat door het versterf van haar man Jannes Aalberink, is toegevallen ⅓ van het erve (Groot) Aalberink. In 1796 lenen Jan en Aaltjen f 1800,- van Antony van Dijk en vrouw Aaltjen Baan te Rijssen wonende, met als onderpand de volgende onroerende goederen: huis, schoppe en daarbij gelegen gaarden groot 1 mudde gesaay; een gaarden groot 3 schepel gelegen aan de schoppe van Gerrit Daalwig; 3 dagwerken hooyland liggende bij het huis tussen de landen van G.J. Daalwig en Eeftink; een kamp bouwland groot 2 mudde gezaay langs de landen van G.J. Daalwig; een stukke bouwland genaamd het Steenstukke, groot 5 schepel gezaay naast de landen van Teemker; een stukke bouwland het Kruisstukke genaamd, groot 1 mudde gezaay liggende agter het land van de Kemper; een stuk bouwland den Bree Einde genaamd, groot 5 schepel gezaay liggende tussen de landen van G.J. Daalwig en de Meyer; een stuk bouwland, genaamd het Creutels, groot 5 schepel gezaay langs de landen van Oink; een stuk bouwland genaamd de Slag, groot 3 schepel gezaay tusschen de landen van Eeftink en de Meyer; een stuk bouwland, genaamd de Boerte, groot 1 mudde gezaay aan de Lenfers weide en langs het land van G.J. Daalwig gelegen; een stuk

bouwland, genaamd de Hooge Braak, groot 3 schepel gezaay liggende tusschen de landen van G.J. Daalwig; een stuk bouwland, ook de Hoog Braak genaamd, zijnde 7 schepel gezaay langs het veld gelegen; een stuk bouwland, de Lage Braak genaamd, groot 3 mudde gezaay gelegen langs de landen van G.J. Daalwig en 't eindens die van Wilgerink; de halfscheid van 12 dagwerken, de Groote Hooymaate genaamd, waarvan de wederhelft toebehoord aan G.J. Daalwig gelegen tusschen de hooylanden van Plas en Jan Wolters nabij 't Verdriet in 't Elsener Broek; de halfscheid van 5 dagwerken mede voor de wederhelft aan Gerrit Jan Daalwig gehorende en gelegen tusschen de hooylanden van Lenferts en Hegeman en de halfscheid van 4 dagwerken hooyland, het Meeken genaamd, mede gedeeltelijk aan Daalwig toebehorende en aan de Holtdijk gelegen. In 1788 werd er een maagscheiding opgemaakt wegens het overlijden van Jan Gelink; de weduwe Aaltjen Aalberink (= ten Hagen) blijft achter met een dochter Janna en zij zal hertrouwen met Jan Effink. Aaltjen zal de boerderij, vaste goederen, inboedel, gewassen en vhee behouden. Dochter Janna krijgt voor vaderlijk goed f 500,-, alsmede een uitset bestaande in een nieuwe goede kist van 5 voet groot, een koe naast de beste, een gust beest, een paar twilburen bedden met kussens, lakens en sijn volle toebehoor, een swart rasemarokken kleed soo als een bruid behoort te hebben, wijders nog 30 ellen hemde linnen en 25 ellen vijfveendel doek. De moeder sal het kind versorgen en verplegen in behoorlijk eeten, drinken en kledinge nae staadsgelegentheid tot ter tijd dat hetselve bekwaam of in staadt is sijn kost te winnen en wijders hetselve te laaten leesen en schrijven en in de vrese des Heeren op te voeden. Het gemelde dogtertien zal buiten huis sijnde, siek of suchtig wordende, altoos een vrijen ingang in het het huys oft plaats Aalberink hebben. Inventaris: het erve Aalberink, een hooylandje, inboedel des huises, vhee en bouwgereedschappen en gewassen op den lande. Totale waarde f 3450,-. Schulden: een capitaal ten profijte van Berent Mentink wegens een lening van hem uit het jaar 1783, een jaar verschenen interesse en lopende schulden alsmede landsmiddelen. Totaal f 2244,-. De tienden van Groot Aalberink waren vanaf 1707 in het bezit van verschillende families zoals Holterman (Holtman), Dikkers (Rijssen), Van Voorst tot Grimberg en Van de Capellen tot Rijsselt: Een vierde part van de tiendens groff en smal over het erve Alberinck in de boerschap Elsen gelegen. 15-3-1707. Gerrit Jan Holterman, zoon van Henrik Holterman, wonende te Almelo, onder hulderschap van oud-burgemeester Albert Smit; tevens verkrijgt hij toestemming om het leen te bezwaren met een hypotheek ten behoeve van burgemeester Abraham Regter. 1710. Archief fam. van Ittersum. Boerderij 'n Iemker in 1968 Akte waarbij Ida Charlotte van Ittersum aan haar leenman Hendrik Holtman en zijn vrouw Maria ter Keurst toestemming geeft tot bezwaring van de tienden uit het erve Aalberink in Elsen. 25-5-1725. Wilhelm Hendrik Crop verkrijgt toestemming om de hypotheek op het leen te cederen aan Jan Dickers, schout te Rijssen. 1-2-1742. Arend Smit, testamentair erfgenaam van Maria ter Keurst, weduwe Holtmans, verklaart dit leen niet te hebben aangetroffen in de nalatenschap van Maria ter Keurst. 5-12-1742. Jan Dikkers, onderschout van Rijssen, nadat het leen ledig was geworden en hij eigenaar van de hypotheek, die op 6-2-1710 was gevestigd door wijlen burgemeester Henrik Holtman en zijn vrouw Maria ter Keurst ten behoeve van wijlen burgemeester Abraham Rechteren en die in 1725 door Willem Hendrik Crop en zijn vrouw Anna Gaillard, die de hypotheek door "huwelijk en maegscheyt" hadden verkregen, aan Dikkers was overgedragen. Oudheidkamer Twente 05-12-1742. Leenbrief, waarbij Willem van Ittersum, heer van den Oosterhof, beleent Jan Dikkers, onderschout van Rijssen met ¼ part in de tiende grof en smal uit Aelbrinck in Elsen, gericht Kedingen, alle, uitgezonderd het laatste, leenroerig aan den Oosterhof, welke tienden door erfenis uit den boedel van Hendrik Crop en zijn vrouw Anna Gaillard op Dikkers zijn gedevolveerd. Oorspr. perk., leenzegel verdwenen. Charter aanwezig. In sept. 1770 laten Jan Dikkers en Derkjen Hermelink hun testament opmaken: Zij legateren o.a. de tienden van de erven Aalberink te Elsen, leenroerig aan het huis Oosterhof, aan hun dochter Geertruid. 5-1-1771.

Jan Dikkers, schout te Rijssen, krijgt toestemming om over het leen bij testament te beschikken. Oudheidkamer Twente 05-01-1771. Approbatie van Willem van Ittersum, heer van den Oosterhoff, op de testamentaire beschikking die Jan Dikkers 20 Sept. 1770 gemaakt heeft ten aanzien van ¼ van de tiende grof en smal uit de beide erven Aalbrink in de boerschap Elssen, gericht Kedingen, leenroerig aan den Oosterhoff. Oorspr., met opgedr. zegel Ittersum. 17-7-1777. Hendricus Dikkers na de dood van zijn vader Jan Dikkers. 9-2-1781. Hindrik Dikkers met de ledige hand. Oudheidkamer Twente 09-02-1781. Leenbrief, waarbij F.A. van Ittersum tot den Oosterhoff beleent Hendrik Dikkers te Rijssen met ledigen hand in recognitionem novi domini met ¼ van de tiende grof en smal uit de beide ervan Aalbrink in de broerschap Elsen, gericht Kedingen, leenroerig aan den Oosterhoff. Oorspr., met opgedr. zegel Ittersum. Het vierde part van de tiendens groff en smal over het erve Alberinck in de boerschap Elsen gelegen. 14-5-1707. Arent Stockers. 1731. Hendrik Stokkers. 1735. Hendrik Stokkers met de ledige hand. 29-7-1758. Wolter Bruggink, als hulder van Jan Stokker, na de dood van Hendrik Stokkers. 26-1-1771. Jan Stokkers met de ledige hand, zoals hij daarmee in 1758, onder hulderschap van wijlen Wolter Brugens, was beleend. 20-6-1780. Jan Stokkers met de ledige hand. De halve tienden groff en small, gaende uyt d' beyde (Groot en Klein) Aalbrinksplaatsen tot Elsen, gerigts Kedingen. 5-10-1752. Willem Reinier van Voerst, heer van de Grimberg, generaal-majoor, krachtens akte van overdracht van 21-4- 1752 van de Hoog Welgeb. Gestr. Heere van Ittersum tot den Oosterhof voor f 670,-. 27-8-1759. Gerhardus ter Horst, secretaris van Rijssen, als volmacht van Peter Willem van Voerst tot de Grimberg, na de dood van zijn vader Willem Reinier van Voerst tot de Grimberg. 28-12-1766. Johanna Isabella Bentinck, als ergenamen van wijlen P.W. van Voerst tot de Grimberg, onder hulderschap van Fredrik Benjamin van der Capellen tot Rijsselt. 20-9-1779. Johanna Isabella baronesse Bentink onder hulderschap van haar man Frederik Benjamin baron van der Capellen tot Rijsselt. 3-6-1794. Mr. Carel Frederik Herman Cramer, richter te Delden, als volmacht van Frederik Benjamin van der Capellen, heer tot Rijsselt, als testamentair erfgenaam van zijn vrouw Johanna Isabella Bentink; tevens verkrijgt hij toestemming om het leen te verkopen. 1794 Collectie ter Kuile Acte van belening door de stadhouder van de lenen van de Oosterhof van Carel Frederik Herman Cramer, richter van Delden, als gemachtigde van Frederik Benjamins van der Cappelen tot Rijsselt met de tienden uit beide erven Elberink te Eisen gericht Kedingen, de leenman aangekomen van zijn vrouw Johanna Isabella Bentinck. 20-9-1794. Burgemeester Hendrik Dikkers, na opdracht door dr. Cramer, als volmacht van baron van der Capellen tot Rijsselt. In 1794 geeft Burgemeester Hendrik Dikkers aan van den Heer F.B. Baron van der Capellen tot Rijsselt te hebben aangekogt de halve tiende grof en smal gaande uit de beide erven Alberink voor f 700,-. 1789-1790 Processtukken Richterambt Kedingen. Proces tussen Marten van de Bijsterije tegen Jan Alberink te Elsen, den Imker bijgenaamd, inzake vordering tot betaling van knechtenloon. De zaak is behandeld te Rijssen.

In 1790 boerde Jan Effink, nu Jan Alberink, op Groot Aalbrink. Hij had de bijnaam den Imker. Bij de veetelling van 1811 waren er 1 ruin, 1 merrie, 1 hengstveulen, 5 koeien en 6 kalveren op de boerderij. In 1830 was Jan Schreurs de eigenaar van de boerderij n Imker. De huurwaarde bedroeg toen 15 gulden terwijl de bedrijfsomvang toen ongeveer 8 ha bedroeg. Door een toedeling bij de markeverdeling van 15½ ha, voornamelijk bestaande uit heidevelden, ging de grondoppervlakte in totaal naar 24 ha. Boven de niendure is in 1849 na een verbouwing een sluitsteen geplaatst met de initialen IA IM HM IDM van de bewoners Janna Aalbrink, Jan Mensink, Jan Hendrik Mensink en Everdina Mensink. De bedrijfsomvang bleef lang ongewijzigd. Echter vanaf 1912 vonden er periodiek grondverkopen plaats, zodat in 1939 de oppervlakte was gedaald tot 10 ha. Omstreeks 1979/1980 werd op de boerderij n Iemker gestopt met de agrarische activiteiten. Anno 2015 zijn Henk en Alie Mensink de bewoners van de boerderij, waarbij Henk zijn arbeidzame periode beëindigd heeft en Alie in de gezondheidszorg werkzaam is. Bewoners: In het markeboek van Elsen wordt in 1554, 1559 en in 1561 genoemd de bewoner Jan Alber(t)inck en in 1636 Hans Alberinck. Zij waren gezworenen in de marke. In 1642 trouwde Berent Jansen in op de boerderij Aalbrink met Gerijtien Alberink. Uit dit huwelijk zijn 5 kinderen bekend. De dochter Wijsse (*ca. 1644) trouwde in 1663 met de weduwnaar Herman ten Bouhuis in Verwolde en in 1683 met Henric Slaghman. Jenken (*1646) trouwde in 1667 met Rolef Freriksen Nisink (5.2.190). Grete (*1649) ging wonen op Klein Aalbrink (5.2.520); zij trouwde ca. 1672 met Hendrick NN en in haar tweede huwelijk met weduwnaar Jan Vinckers van Vosgezang in Herike (Hericke 3.3.110). Geessien (*ca. 1655) trouwde in 1679 in Wierden met Hendrick Hegeman. De zoon Rolef werd de opvolger. Rolef Alberink (1660-na 1751) was naast landbouwer ook kerkmeester van Elsen. Hij trouwde omstreeks 1716 met Derkje Meyers (1693-na 1751), dochter van Hendrick Meyer (pand 5.2.200). Het paar kreeg 5 kinderen: Janna (*1718) die jong overleed, Hendrick (*1724) die in 1747 trouwde met Jenneken Aalberts Reilink op erve Overmeen in Holten, Harmijne (*1728) die in 1746 trouwde met Garrit Lefers in Rijssen, Jan (*1732) en dochter Janna (*1720) die de opvolgster werd. Janna Alberink (*1720) trouwde in 1742 met Jan Broers (*1718) zoon van Jan Broers in de buurtschap Neerdorp te Holten. Er werden 4 kinderen geboren: Hendrikus (*1745) die in 1784 trouwde met Gerridina Bronshuys in Diepenheim, Aeltje (1748-1780) die in 1770 trouwde met Gerrit Breuking en naar de Biesterij vertrok, Hendrik (*1756) en oudste zoon Jannes (*1743) die de opvolger werd. Jannes Aalbrink (1743-1782) werkte voor zijn trouwen in Eibergen. In 1777 trouwde hij in Winterswijk met Aaltjen ten Hagen (1752-1810) dochter van Jan ten Hagen in Meddo. Het paar vestigde zich op Groot Aalbrink, maar al na 5 jaar overleed Jannes. Aaltjen hertrouwde in 1783 met Jan Gelink, afkomstig uit Boekelo, die echter ook al na 3 jaar overleed. In 1788 trouwde Aaltjen voor de derde keer. Jan Seijne/Effink (1750-1809), zoon van Derk Effink (5.3.050) werd toen haar 24-05-1896 Heden nacht overleed plotseling in de buurt Elsen, in den ouderdom van 82 jaren, Jan Mensink, die tijdens de Belgische onlusten in Militairen dienst zijnde, blind geworden was. Sedert 1840 genoot hij een jaarlijksch pensioen van f. 136.-. echtgenoot; deze werd toen Jan Alberink genoemd, bijgenaamd den Imker. Alleen uit het tweede huwelijk werd 1 dochter geboren. Deze dochter, Janna genaamd, werd de opvolgster. Janna Aalbrink (1785-1855) trouwde in 1810 met Gerrit Jan Mensink (1773-1822), zoon van Jan Mensink op Mensink. Uit het huwelijk werden 5 kinderen geboren, Aalken (1812-1844) die in 1843 trouwde met Arend Jan Schreurs en ging inwonen op de Schreur (5.3.080), Jan (1814-1896) die als soldaat in Belgie vocht en ongehuwd bleef, Frederikdina (1816-1896) die in 1840 trouwde met Hendrik Jan Lohuis op t Loos in Notter,

Gerritdina (1823-1899) die in 1865 trouwde met Gerrit Jan Jansen in Wierden en Jan Hendrik (*1819) die de opvolger werd. In 1822 overleed Gerrit Jan Mensink. Janna Aalbrink hertrouwde toen op 38-jarige leeftijd met de 23-jarige Jan Schreurs (1800-1838), zoon van Gerrit Jan Schreurs op de Schreur. Uit dit tweede huwelijk van Janna werd nog de dochter Berendina (*1827) geboren die echter op haar geboortedag al overleed. Jan Hendrik Mensink (*1878) en Hendrika Schreurs (*1884) Jan Hendrik Mensink (1819-1890) trouwde in 1849 met Everdina Mensink (1822-1887), dochter van Jan Mensink op Mensink. Het paar kreeg 8 kinderen, waarvan er 3 levenloos werden geboren. De andere kinderen (allen zonen) waren: Jan (1852-1930) die in 1883 trouwde met Johanna Hendrika Assink op de boerderij de Mösker (5.2.340), Jan Hendrik (1856-1859) die slechts 3 jaar werd, Arend Jan (1858-1859) die maar 1 jaar oud werd, Jan Hendrik (1861-1936) die in 1905 trouwde met weduwe Aleida Mensink van de Plashinne (5.2.410) en oudste zoon Gerrit Jan (*1849) die de opvolger werd. Gerrit Jan Mensink (1849-1912) trouwde in 1875 met Jenneken Assink (1854-1920) van de Mösker. Ze kregen 5 kinderen. Dochter Everdina Johanna (1876-1949) trouwde in 1901 met Hendrik Jan Klein Leetink op de boerderij Rika Mensing (*1915) en Jan Mensink (*1918) Wissink (5.3.120). Berendina (1881-1883) overleed op bijna 2-jarige leeftijd. Berend Jan (1884-1964) bleef ongehuwd. Jan (1889-1961) trouwde in 1915 met Johanna Hartgerink, woonde tot 1931 op Klein Aalbrink en vestigde zich daarna aan de Klokkendijk in Notter op ImkersJan. Jan Hendrik (*1878) werd de opvolger. Jan Hendrik Mensink (1878-1953) trouwde in 1904 met Hendrika Schreurs (1884-1961), geboren op de boerderij Tjoonk (5.2.170). Ook zij kregen 5 kinderen: Jenneke (1905-1923) die maar 18 jaar oud werd, Jan Hendrik (1908-1961, de timmerman), die in 1933 trouwde met de in Kerspel Goor geboren Willemina Johanna Vunderink en dicht bij de weg een nieuwe woning stichtte (5.2.515), Gerrit Jan (1910-1911) die bijna 1 jaar oud werd, Gerritdina Johanna (Dina, 1913-1985) die in 1942 trouwde met Johan ten Zende van Zaandjan in Herike (Hericke 3.2.240) en geruime tijd aan de Apenberg (5.2.530) woonde en Jan (*1918) die de opvolger werd. Jan Mensink (1918-1979) trouwde in 1944 met Rika Mensing (1915-1989), geboren te Rijssen. Zij kregen de zoon Jan Hendrik (Henk, *1951). Henk Mensink (*1951) zocht zijn heil buiten het eigen boerenbedrijf. Hij werkte bij enkele loonwerkers en bij het staalbedrijf Holterman. In 1980 trouwde hij met Alie Wesseldijk (*1956), afkomstig uit Laren. Zij hebben geen kinderen.