Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitosol 200-F type SVK Vlakke plaatcollector voor schuine daken, opbouwmontage VITOSOL 200-F 3/2013 Na montage deze handleiding recyclen!
Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Opgelet! Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden de nationale installatievoorschriften, de ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming, EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften. Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen (bijvoorbeeld met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren. Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. 2
Inhoudsopgave Gebruik conform het doel van de installatie... 4 Montageverloop Montage met spanthaak... 5 Onderdelen... 5 Bevestigingssysteem monteren... 5 Montage met dakhaken/bevestigingsijzer... 11 Onderdelen... 11 Dakhaak monteren... 12 Bevestigingsijzer monteren... 16 Montagerails monteren... 17 Montage met spant-anker... 18 Onderdelen... 18 Bevestigingssysteem monteren... 18 Collectoren monteren en aansluiten... 23 Collectortemperatuursensor monteren... 25 Inbedrijfstelling... 26 3
Gebruik conform het doel van de installatie Het apparaat mag conform het doel enkel geïnstalleerd en gebruikt worden in gesloten systemen volgens EN 12828 / DIN 1988 resp. solarinstallaties volgens EN 12977, rekening houdend met de bijbehorende montage-, service- en bedieningshandleidingen. Verwarmingswaterbuffers en warmwaterboilers zijn uitsluitend bedoeld voor de voorziening en opwarming van water met tapwaterkwaliteit. Zonnecollectoren mogen enkel gebruikt worden met warmtedragende media die door de fabrikant worden vrijgegeven. Gebruik volgens de voorschriften houdt in dat een stationaire installatie in combinatie met installatiespecifieke en toegelaten componenten werd uitgevoerd. Gebruik in bedrijven of industrie voor andere doeleinden dan voor gebouwverwarming of tapwaterverwarming, geldt als strijdig met de voorschriften. De fabrikant kan dergelijk gebruik eventueel vrijgeven. Verkeerd gebruik van het toestel resp. ondeskundige bediening (bijv. wanneer de gebruiker het toestel opent) is verboden en leidt tot aansprakelijkheidsuitsluiting. Van verkeerd gebruik is eveneens sprake wanneer de voorziene functie van componenten van het systeem gewijzigd wordt (bijv. door directe tapwaterverwarming in de collector). De wettelijke bepalingen, in het bijzonder inzake hygiëne van tapwater, moeten nageleefd worden. 4
Montage met spanthaak Onderdelen 1 2 3 4 2240 5 6 7 1 Spanthaak 2 Hoeksteun 3 Schroeven 4 Montagerail 5 Montageplaat 6 Klemblokje, buiten 7 Klemblokje, binnen Bevestigingssysteem monteren Afhankelijk van de afstand tussen de dakspanten moet een bepaald aantal dakspanten voor de montage worden gebruikt. 5
Montage met spanthaak (vervolg) Sparafstand 600 mm 700 mm, 1000 mm A1 2 3 4 A1 2 3 A Positie van de spanthaken (4 stuks) 6
Montage met spanthaak (vervolg) Variant I: Montage van de spanthaak 1 op de contralat C met hoeksteun 2 Variant II: Montage van de spanthaak 1 direct op de dakspant B De dakpannen met een hoekslijpmachine aanpassen, bijv. regenrand verwijderen.! Opgelet Voorkomen dat de pannen breken. De spanthaak mag niet op de dakpannen liggen. Afmetingen respecteren. 1 1 2 B C 75 B 20 4. 1 3. 2. 2 1. 5 C B 7
Montage met spanthaak (vervolg) 7. 5. 6. 5 8
Montage met spanthaak (vervolg) 8. 9. 9
Montage met spanthaak (vervolg) x y 106 106 923 182 923 2240 1600-1800 11. 90 10. Afwijking van de maten x en y max. 10 mm. Verder met Collectoren monteren op pagina 23. 10
Montage met dakhaken/bevestigingsijzer Onderdelen 1 2 3 4 385 5 6 7 8 9 280 325 119 94 qp qq qw qe qr 2240 1 Montagehout 38 x 58 x 2430/1570 mm 30 x 100 x 2430/1570 mm 2 Dakhaak voor dakpanbedekking 3 Verzinkte platkop-spaanplaatschroef (Spax-s) 6 x 80 mm 4 Verzinkte platkop-spaanplaatschroef (Spax-s) 5 x 30 mm 5 Dakhaak voor leidakbedekking 6 Verzinkte platkop-spaanplaatschroef (Spax-s) 6 x 30 mm 7 Dakhaak voor integratie met beverstraat-singles 8 Dakhaak voor golfplaatprofiel 5 en 6 9 Dakhaak voor golfplaatprofiel 8 qp Montagerail qq Bevestigingsijzer voor montage op plaatdaken qw Montageplaat qe Klemblokje buiten qr Klemblokje binnen 11
Montage met dakhaken/bevestigingsijzer (vervolg) Dakhaak monteren Dakhaak met het voorbeeld van dakpanbedekking 2066 x 160 160 y 1600-1800 x Maat x volgens de breedte van de dakpankop. y = 440 mm 12
Montage met dakhaken/bevestigingsijzer (vervolg) Dakhaak met het voorbeeld van bedekking met beverstaart-singles 2066 y 1600-1800 Dakbedekking y in mm Lei 348 Beverstaart-singles 380 Golfplaten 207 13
Montage met dakhaken/bevestigingsijzer (vervolg) Dakpanbedekking 2. 5. 2 4 3 30x100 1 38x58 1 1. 4. 3. 160 Verder met Montagerails monteren op pagina 17. Dakbedekking met leipannen 6 1. Opmerking Tegen binnendringend vocht gebruikelijke ommanteling van lood aanbrengen. Verder met Montagerails monteren op pagina 17. 2. 5 14
Montage met dakhaken/bevestigingsijzer (vervolg) Bedekking met beverstaartpannen 7 4 1. 30 2. Opmerking Dakpan aanpassen, ca. 30 mm met doorslijper afsnijden. Verder met Montagerails monteren op pagina 17. Golfplaatbedekking Ø8 A Verder met Montagerails monteren op pagina 17. 8, 9 B A Afdichtschijf (door installateur) B Aanwezige daklat 15
Montage met dakhaken/bevestigingsijzer (vervolg) Bevestigingsijzer monteren bijv. op plaatdaken. 2066 103 1600-1800 Voor de montage van de bevestigingsijzers zijn ter plaatse bevestigingselementen A nodig. De montage van de klemblokjes wordt met een voorbeeld van felsprofielen weergegeven. A Schroeven door de installateur te voorzien. 16
Montage met dakhaken/bevestigingsijzer (vervolg) Montagerails monteren x y 87 106 106 1033 1033 2066 923 182 2240 923 87 C 2. B 1. A Afwijking van de maten x en y max. 10 mm. A Dakhaken B Bevestigingsijzer bij montage op plaatdaken C Montagerail 17
Montage met dakhaken/bevestigingsijzer (vervolg) Verder met Collectoren monteren op pagina 23. Montage met spant-anker Onderdelen 1 2 2240 3 4 5 6 1 Spantanker 2 Montagerail 3 Afdichting 4 Montageplaat 5 Klemblokje, buiten 6 Klemblokje, binnen Bevestigingssysteem monteren Afhankelijk van eventuele sneeuwlasten en van de afstand van de dakspanten moet een bepaald aantal dakspanten voor de montage worden gebruikt. 18
Montage met spant-anker (vervolg) Sparafstand 600 mm Sneeuwlasten tot 1,25 kn/m 2 700 mm, 1000 mm A1 2 3 4 A1 2 3 Sneeuwlasten > 1,25 kn/m 2, 2,55 kn/m 2 A1 2 3 4 A1 2 3 A Positie van de spant-ankers (4 stuks) 19
Montage met spant-anker (vervolg) 2. C ~40 1. 1600-1800 ~40 B B Dakspant C Daklat 3. 4. 20
Montage met spant-anker (vervolg) 5. 6. 7. 21
Montage met spant-anker (vervolg) x y 923 2240 182 923 106 9. 90 8. Afwijking van de maten x en y max. 10 mm. 22
Collectoren monteren en aansluiten! Opgelet Aansluitbuizen mogen geen beschadigingen vertonen. O-ring afdichtingen uitsluitend met het meegeleverde speciale armaturenvet invetten. 90 2. 1. 27 3. 90 23
Collectoren monteren en aansluiten (vervolg) 5. A B 4. A Aansluiting aanvoer met dompelhuls voor collectortemperatuursensor B Aansluiting retour 58 27 7. 90 8. 6. A 9. 4x A Typeplaatje 24
Collectortemperatuursensor monteren De collectortemperatuursensor is bij de levering van de zonne-energieregeling inbegrepen. 1. 2. 3.! 25
Collectortemperatuursensor monteren (vervolg) 4. 12 5. 6. 7. Inbedrijfstelling Servicehandleiding Vitosol-F. 26
27
28 Viessmann Nederland B.V. Postbus 322 2900 AH Capelle a/d IJssel Tel. : 010-458 44 44 Fax : 010-458 70 72 e-mail : info-nl@viessmann.com www.viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.