Referentiewaarden Algemeen Klinisch Laboratorium

1/36 1 11-Desoxycortisol (Nijmegen) 0.2-4.3 nmol/l 14 Serum (geel) 23,26 UMC Radboud 17-hydroxy progesteron (Nijmegen) Man < 10 jaar 0.2-7.4 nmol/l 14 Serum (geel) 22,09 UMC Radboud 17-hydroxy progesteron (Nijmegen) Man 10-18 jaar zie opm. nmol/l 14 prepuberaal: 0.2-7.4 nmol/l Serum (geel) 22,09 UMC Radboud postpuberaal: 2.0-10.8 nmol/l 17-hydroxy progesteron (Nijmegen) Man 18-50 jaar zie opm. nmol/l 14 2.0-10.8 nmol/l Serum (geel) 22,09 UMC Radboud 17-hydroxy progesteron (Nijmegen) Man 50 jaar nmol/l 14 Serum (geel) 22,09 UMC Radboud 17-hydroxy progesteron (Nijmegen) Vrouw < 10 jaar 0.2-7.4 nmol/l 14 Serum (geel) 22,09 UMC Radboud 17-hydroxy progesteron (Nijmegen) Vrouw 10-18 jaar zie opm. nmol/l 14 prepuberaal: 0.2-2.4 nmol/l Serum (geel) 22,09 UMC Radboud postpuberaal: afhankelijk van cyclus of zwangerschap 17-hydroxy progesteron (Nijmegen) Vrouw 18-50 jaar zie opm. nmol/l 14 folliculair: 0.45-3.8 nmol/l Serum (geel) 22,09 UMC Radboud luteaal: 1.0-12.7 nmol/l zwanger 1e trimester: 4.0-28 nmol/l 17-hydroxy progesteron (Nijmegen) Vrouw 50 jaar nmol/l 14 Serum (geel) 22,09 UMC Radboud 5 5 HIAA in 24u urine 16-50 µmol/24 u 17 Urinebokaal Maxima Medisch Centrum 5 HIAA in 24u urine µmol/l 17 Urinebokaal 41,75 Maxima Medisch Centrum A ACE < 6 maand zie opm. U/L 7 zeer laag Serum (geel) ACE 6 maand - 18 jaar 29-112 U/L 7 Serum (geel) ACE 18 jaar 12-82 U/L 7 Serum (geel) ACTH 1.6-13.9 pmol/l 1 EDTA (paars) acylcarnitine Man < 6 maand 3-10 µmol/l 7 Heparine (donkergroen) 93,26 Erasmus Medisch Centrum acylcarnitine Man 6 maand 5-20 µmol/l 7 Heparine (donkergroen) 93,26 Erasmus Medisch Centrum acylcarnitine Vrouw < 6 maand 3-10 µmol/l 7 Heparine (donkergroen) 93,26 Erasmus Medisch Centrum acylcarnitine Vrouw 6 maand 4-19 µmol/l 7 Heparine (donkergroen) 93,26 Erasmus Medisch Centrum ADAMSTS13-activiteit > 30 % 28 Citraat (licht blauw) 341,58 Sanquin (CLB) ADCC test Vrouw < 10 % 10 Indien ADCC van Rhesus D tot partus < 10 %, EDTA (paars) 46,14 Sanquin (CLB) zal geen hemolyse bij het kind optreden. Voor de ADCC van andere antistoffen is dit nog niet geheel duidelijk. ALAT Man < 45 U/L 1 ALAT Vrouw < 34 U/L 1 albumine 35-50 g/l 1 albumine in 24u urine < 25 mg/24 u 1 Urinebokaal albumine in 24u urine < 25 mg/l 1 Urinebokaal albumine in liquor 0.1-0.3 g/l 1 Glazen buis albumine in urineportie < 13 mg/l 1 Urinepotje (blauw) albumine ratio < 3 dag < 0.028 1 albumine ratio 3-30 dag < 0.015 1 albumine ratio 30 dag - 2 maand < 0.01 1 albumine ratio 2 maand - 15 jaar < 0.005 1 albumine ratio 15-40 jaar < 0.0065 1 albumine ratio 40 jaar < 0.008 1 albumine/kreat ratio in urineportie Man < 2.5 mg/mmol 1 Urinepotje (blauw) albumine/kreat ratio in urineportie Vrouw < 3.5 mg/mmol 1 Urinepotje (blauw) aldosteron 56-720 pmol/l 3 EDTA (paars) alfa-1-antitrypsine 0.9-2 g/l 7 Serum (geel) alfa-1-antitrypsine in feces < 1.1 mg/g 17 Feces 11,57 UMC Utrecht alfa-foetoproteine (AFP) < 1 maand zie opm. µg/l 1 < 100000 µg/l (schatting op basis van literatuur) alfa-foetoproteine (AFP) 1 maand - 1 jaar zie opm. µg/l 1 < 1000 µg/l (schatting op basis van literatuur) alfa-foetoproteine (AFP) 1 jaar < 7 µg/l 1 alfa-galactosidase A 1.4-22.3 µmol/uur/l 28 Heparine (donkergroen) UMC Utrecht alkalische fosfatase Man < 12 jaar 60-420 IU/L 1

2/36 alkalische fosfatase Man 12-15 jaar 90-600 IU/L 1 alkalische fosfatase Man 15-19 jaar 90-250 IU/L 1 alkalische fosfatase Man 19 jaar 43-115 IU/L 1 alkalische fosfatase Vrouw < 12 jaar 60-420 IU/L 1 alkalische fosfatase Vrouw 12-15 jaar 50-300 IU/L 1 alkalische fosfatase Vrouw 15-19 jaar 40-160 IU/L 1 alkalische fosfatase Vrouw 19 jaar 33-98 IU/L 1 ammoniak < 30 dag 21-95 µmol/l 1 Heparine (donkergroen) ammoniak 30 dag - 1 jaar 18-74 µmol/l 1 Heparine (donkergroen) ammoniak 1-14 jaar 17-68 µmol/l 1 Heparine (donkergroen) ammoniak 14 jaar < 54 µmol/l 1 Heparine (donkergroen) amyloid beta 40 proteine in liquor < 15 jaar ng/l 21 Kunstofbuis 68,68 UMC Radboud amyloid beta 40 proteine in liquor 15 jaar > 3200 ng/l 21 Kunstofbuis 68,68 UMC Radboud amyloid beta 42 proteine in liquor < 15 jaar > 400 ng/l 21 Kunstofbuis 68,68 UMC Radboud amyloid beta 42 proteine in liquor 15 jaar > 500 ng/l 21 Kunstofbuis 68,68 UMC Radboud ANA (anti nucleaire antistoffen) Negatief 7 Serum (geel) ANCA Negatief 7 Serum (geel) androsteendion Man < 4 jaar < 0.6 nmol/l 36 Serum (geel) 16,04 Erasmus Medisch Centrum androsteendion Man 4-7 jaar < 0.6 nmol/l 36 Serum (geel) 16,04 Erasmus Medisch Centrum androsteendion Man 7-18 jaar zie opm. nmol/l 36 Tannerstadium G1: 0,12-1,1 nmol/l Tannerstadium G2: 0,03-1,7 nmol/l Tannerstadium G3: 0,49-3,0 nmol/l Tannerstadium G4: 0,94-3,7 nmol/l Tannerstadium G5: 0,94-3,7 nmol/l Serum (geel) 16,04 Erasmus Medisch Centrum androsteendion Man 18-54 jaar 0.9-4.3 nmol/l 36 Serum (geel) 16,04 Erasmus Medisch Centrum androsteendion Man 54 jaar 0.9-4.3 nmol/l 36 Serum (geel) 16,04 Erasmus Medisch Centrum androsteendion Vrouw < 4 jaar < 0.5 nmol/l 36 Serum (geel) 16,04 Erasmus Medisch Centrum androsteendion Vrouw 4-7 jaar < 1 nmol/l 36 Serum (geel) 16,04 Erasmus Medisch Centrum androsteendion Vrouw 7-18 jaar zie opm. nmol/l 36 Tannerstadium M1:0,16-1,78 nmol/l Serum (geel) 16,04 Erasmus Medisch Centrum Tannerstadium M2: 0,52-4,80 nmol/l Tannerstadium M3: 1,20-7,80 nmol/l Tannerstadium M4: 1,20-7,80 nmol/l Tannerstadium M5: 1,20-7,80 nmol/l androsteendion Vrouw 18-54 jaar zie opm. nmol/l 36 pre-menopausaal: 0,90-5,70 nmol/l Serum (geel) 16,04 Erasmus Medisch Centrum post-menopausaal: 0,30-2,70 nmol/l androsteendion Vrouw 54 jaar zie opm. nmol/l 36 pre-menopausaal: 0,9-5,7 nmol/l post-menopausaal: 0,3-2,7 nmol/l Serum (geel) 16,04 Erasmus Medisch Centrum androsteendion (Nijmegen) Man < 7 dag 0.7-10.13 nmol/l 14 Serum (geel) 16,04 UMC Radboud androsteendion (Nijmegen) Man 7 dag - 5 maand 0.21-2.79 nmol/l 14 Serum (geel) 16,04 UMC Radboud androsteendion (Nijmegen) Man 5 maand - 7 jaar 0.03-1.05 nmol/l 14 Serum (geel) 16,04 UMC Radboud androsteendion (Nijmegen) Man 7-17 jaar zie opm. nmol/l 14 Tanner 1 0,12-1,12 nmol/l Tanner 2 0,28-1,68 nmol/l Tanner 3 0,49-3,04 nmol/l Tanner 4 0,94-3,74 nmol/l Serum (geel) 16,04 UMC Radboud androsteendion (Nijmegen) Man 17-39 jaar 1.15-4.68 nmol/l 14 Serum (geel) 16,04 UMC Radboud androsteendion (Nijmegen) Man 39 jaar 0.8-3.11 nmol/l 14 Serum (geel) 16,04 UMC Radboud androsteendion (Nijmegen) Vrouw < 7 dag 0.7-10.13 nmol/l 14 Serum (geel) 16,04 UMC Radboud androsteendion (Nijmegen) Vrouw 7 dag - 5 maand 0.21-2.79 nmol/l 14 Serum (geel) 16,04 UMC Radboud androsteendion (Nijmegen) Vrouw 5 maand - 7 jaar 0.07-0.98 nmol/l 14 Serum (geel) 16,04 UMC Radboud androsteendion (Nijmegen) Vrouw 7-17 jaar zie opm. nmol/l 14 Tanner 1 0,16-1,78 nmol/l Tanner 2 0,52-4,78 nmol/l Tanner 3 1,29-7,82 nmol/l Tanner 4 1,22-7,16 nmol/l Serum (geel) 16,04 UMC Radboud androsteendion (Nijmegen) Vrouw 17-39 jaar 0.91-7.47 nmol/l 14 Serum (geel) 16,04 UMC Radboud

3/36 androsteendion (Nijmegen) Vrouw 39 jaar 0.45-2.86 nmol/l 14 Serum (geel) 16,04 UMC Radboud anti acetylcholine receptoren Negatief 33 Serum (geel) 33,64 Sanquin (CLB) anti Ara h2 (pinda) IgE < 0.35 kua/l 7 Ara h2 is een 2S albumine eiwit met hitte stabiele eigenschappen. Sensibilisatie voor Ara h2 is geassocieerd met ernstige pinda allergie. Bovendien kunnen patiënten reageren op noten (amandel en paranoot), ondanks dat de pinda een peulvrucht is. Serum (geel) anti Ara h8 (pinda) IgE < 0.35 kua/l 7 Ara h8 is een PR10-eiwit en vertoont homologie met Bet v1. Serum (geel) Sensibilisatie voor Ara h8 is geassocieerd met kruisreactiviteit voor berkenpollen. anti aspergillus fumigatus IgG < 40 mg/l 14 Serum (geel) anti aspergillus niger IgG < 60 mg/l 14 Serum (geel) anti beta-2-gpi IgG < 7 U/mL 31 Serum (geel) anti bijnierschors Negatief 33 Serum (geel) 32,41 Sanquin (CLB) anti boompollenmengsel IgE < 0.35 kua/l 7 Serum (geel) anti candida albicans IgG < 70 mg/l 14 Serum (geel) anti cardiolipine IgG < 10 U/mL 8 Serum (geel) anti CCP (ACPA) < 10 U/mL 8 Serum (geel) anti centromeren Negatief 14 Serum (geel) anti DNA (Farr assay) < 6 IU/L 16 dubieus: 6-10 IU/L Serum (geel) 33,64 Sanquin (CLB) positief: >10 IU/L anti DNAse B < 200 IE/mL 33 Serum (geel) 9,13 Sanquin (CLB) anti dsdna (ELIA) 0-10 IU/mL 14 Serum (geel) anti duif IgG (serum/veer/feces) < 10 mg/l 14 Serum (geel) anti dwarsgestreepte spieren Negatief 33 Serum (geel) 32,41 Sanquin (CLB) anti eiwit (kippenei) IgE < 0.35 kua/l 7 Serum (geel) anti ENA (ELIA) Negatief 14 Serum (geel) anti endomysium IgA Negatief 14 Serum (geel) anti fosfolipase A2 receptor Negatief 36 Serum (geel) 33,64 UMC Radboud anti GAD65 < 5 U/mL 33 Serum (geel) 33,64 Sanquin (CLB) anti gladspierweefsel Negatief 25 Serum (geel) 11,57 Maxima Medisch Centrum anti gliadine IgA < 7 U/mL 7 Serum (geel) 29,92 AML Antwerpen anti gliadine IgG < 7 U/mL 14 Resultaat tussen 7-10 U/mL is zwak-positief. Serum (geel) anti glomerul. basaalmembraan < 7 U/mL 33 dubieus: 7-10 U/mL positief: > 10 U/mL Serum (geel) 33,64 Sanquin (CLB) anti graspollenmengsel IgE < 0.35 kua/l 7 Bestaat uit: reukgras, Engels raaigras, timothee gras, rogge, echte Serum (geel) witbol anti hazelnoot IgE < 0.35 kua/l 7 Serum (geel) anti heparine/pf4 (HIT) Negatief 1 Serum (geel) anti hondenroos IgE < 0.35 kua/l 7 Serum (geel) anti huid (basaal membraan) Negatief 16 Serum (geel) 33,64 Sanquin (CLB) anti huid (bulleus pemfigoid 180) Negatief 16 Serum (geel) Sanquin (CLB) anti huid (bulleus pemfigoid 230) Negatief 16 Serum (geel) Sanquin (CLB) anti huid (desmogleine 1) Negatief 16 Serum (geel) Sanquin (CLB) anti huid (desmogleine 3) Negatief 16 Serum (geel) Sanquin (CLB) anti huid (intercell. subst.) Negatief 16 Serum (geel) 32,41 Sanquin (CLB) anti huisstofmijt < 0.35 kua/l 7 Serum (geel) anti IgA < 3 U/mL 33 dubieus: 3-10 U/mL Serum (geel) 33,81 Sanquin (CLB) positief: > 10 U/mL anti insuline Negatief 21 Serum (geel) 9,87 IJsselland Ziekenhuis anti intrinsic factor (anti-if) Negatief 21 Serum (geel)

4/36 anti Jo-1 Negatief 14 Serum (geel) anti kabeljauw IgE < 0.35 kua/l 7 Serum (geel) anti kanariefeces IgG Negatief 33 Serum (geel) 29,92 Sanquin (CLB) anti kattenroos IgE < 0.35 kua/l 7 Serum (geel) anti kip IgG 0-10 mg/l 14 Serum (geel) 14,87 Elkerliek anti kruidpollenmengsel IgE < 0.35 kua/l 7 Bestaat uit: bijvoet, smalle weegbree, witte-of melganzevoet, guldenroede, brandnetel (grote) Serum (geel) anti LKM-1 (lever nier micros.as) Negatief 33 Serum (geel) 33,64 Sanquin (CLB) anti melk IgE < 0.35 kua/l 7 Serum (geel) anti micropolyspora faeni IgG < 10 mg/l 14 Serum (geel) anti MPO < 5 IU/mL 14 Serum (geel) anti Mullerian hormoon < 30 jaar 0.52-12.01 µg/l 14 Serum (geel) 8,07 Erasmus Medisch Centrum anti Mullerian hormoon 30-35 jaar 0.35-11.84 µg/l 14 Serum (geel) 8,07 Erasmus Medisch Centrum anti Mullerian hormoon 35-40 jaar 0.33-9.68 µg/l 14 Serum (geel) 8,07 Erasmus Medisch Centrum anti Mullerian hormoon 40-45 jaar 0.26-8.78 µg/l 14 Serum (geel) 8,07 Erasmus Medisch Centrum anti Mullerian hormoon 45-50 jaar 0.22-6.34 µg/l 14 Serum (geel) 8,07 Erasmus Medisch Centrum anti Mullerian hormoon Man < 21 jaar µg/l 14 Serum (geel) 8,07 Erasmus Medisch Centrum anti Mullerian hormoon Man 21 jaar 2-14 µg/l 14 Serum (geel) 8,07 Erasmus Medisch Centrum anti MuSK Negatief 33 Serum (geel) 33,64 Sanquin (CLB) anti neur.as. anti-cv2 Negatief 36 Serum (geel) 11,57 Erasmus Medisch Centrum anti neur.as. anti-hu Negatief 36 Serum (geel) 11,57 Erasmus Medisch Centrum anti neur.as. anti-ma2 Negatief 36 Serum (geel) 11,57 Erasmus Medisch Centrum anti neur.as. anti-ri Negatief 36 Serum (geel) 11,57 Erasmus Medisch Centrum anti neur.as. anti-tr Negatief 36 Serum (geel) 11,57 Erasmus Medisch Centrum anti neur.as. anti-yo Negatief 36 Serum (geel) 11,57 Erasmus Medisch Centrum anti paardenroos IgE < 0.35 kua/l 7 Serum (geel) anti pancreas (eil.v. Langerhans) Negatief 33 Serum (geel) 32,41 Sanquin (CLB) anti papegaai IgG < 30 mg/l 14 Serum (geel) anti papegaaifeces IgG Negatief 33 Serum (geel) 29,92 Sanquin (CLB) anti parietale cellen Negatief Serum (geel) anti parkiet IgG (serum/veer/feces) < 20 mg/l 14 Serum (geel) anti pinda IgE < 0.35 kua/l 7 Serum (geel) anti PR3 < 3 IU/mL 14 Serum (geel) anti rcor a8 (Hazelnoot) IgE < 0.35 kua/l 7 Serum (geel) anti RNP Negatief 14 Serum (geel) anti ruwe berk IgE < 0.35 kua/l 7 Serum (geel) anti schimmelmengsel IgE < 0.35 kua/l 7 Bestaat uit: penicillium notatum, Cladosporium herbarum, Serum (geel) aspergillus fumigatus, Alternaria tenuis anti Scl-70 Negatief 14 Serum (geel) anti SLA/LP Negatief 33 Serum (geel) 33,64 Sanquin (CLB) anti Sm Negatief 14 Serum (geel) anti soja IgE < 0.35 kua/l 7 Serum (geel) anti SS-A (RO) Negatief 14 Serum (geel) anti SS-B Negatief 14 Serum (geel) anti streptolysine titer < 6 jaar < 150 kiu/l 7 Serum (geel) 9,13 AML Antwerpen anti streptolysine titer 6-18 jaar < 240 kiu/l 7 Serum (geel) 9,13 AML Antwerpen anti streptolysine titer 18 jaar < 200 kiu/l 7 Serum (geel) 9,13 AML Antwerpen anti tarwe IgE (voedsel) < 0.35 kua/l 7 Serum (geel) anti thermoactinomyces vulg. IgG < 40 mg/l 14 Serum (geel) anti thyreoglobuline Negatief 14 Serum (geel) 22,89 UMC Radboud anti thyreoglobuline percentage < 1.65 % 14 Serum (geel) UMC Radboud anti transglutaminase IgA < 7 U/mL 14 Serum (geel) anti transglutaminase IgG < 7 U/mL 7 Serum (geel) 29,92 AML Antwerpen anti TSH receptor < 0.4 U/L 17 11,57 Maxima Medisch Centrum

5/36 anti tubulair basaalmembraan Negatief 33 Serum (geel) 32,41 Sanquin (CLB) anti voedselscreening IgE Negatief 7 Bestaat uit: eiwit, melk, vis (kabeljauw), tarwe, pinda, soja Serum (geel) anti wesp (blokkerend) IgG 0-0 BE/mL 16 Serum (geel) 29,92 Sanquin (CLB) anti wesp (blokkerend) IgG4 0-0 BE/mL 16 Serum (geel) 29,92 Sanquin (CLB) anti-interleukine-2 receptor < 3154 ng/l 20 Serum (geel) 33,64 AZM Maastricht anti-interleukine-2 receptor < 600 U/mL 20 Serum (geel) 33,64 AZM Maastricht antistoffen Adalimumab < 12 AU/mL 33 Serum (geel) 29,86 Sanquin (CLB) antistoffen Infliximab < 12 AU/mL 33 Serum (geel) 29,86 Sanquin (CLB) anti-tpo < 34 ku/l 1 antitrombine activiteit 0.8-1.15 ku/l 14 Citraat (licht blauw) anti-xa activiteit zie opm. U/mL 1 Bij therapeutische dosering is de streefwaarde bij toediening eenmaal daags tussen 1,0 en 2,0 U/ml bij toediening tweemaal daags tussen 0,6 en 1,0 U/ml. Bij kinderen bedraagt de therapeutische streefwaarde 0,5 tot 1 U/ml. Bij profylactische dosering ligt de streefwaarde rond 0,5 (0,2-0,6) U/mL. Citraat (licht blauw) Api m1 (component bij) < 0.35 kua/l 7 Serum (geel) apolipoproteine A-I Man 1.04-2.02 g/l 7 Apolipoproteine B/A-I ratio: 0.4-1.2. Serum (geel) apolipoproteine A-I Vrouw 1.08-2.25 g/l 7 Apolipoproteine B/A-I ratio: 0.4-1.2. Serum (geel) apolipoproteine B Man 0.66-1.33 g/l 7 Serum (geel) apolipoproteine B Vrouw 0.6-1.17 g/l 7 Serum (geel) apolipoproteine B/A-I ratio 0.4-1.2 7 Serum (geel) APTT Cephascreen 24-33 sec 1 Citraat (licht blauw) ASAT Man < 35 U/L 1 ASAT Vrouw < 31 U/L 1 ASCA IgA Negatief 36 Serum (geel) 11,57 Erasmus Medisch Centrum ASCA IgG Negatief 36 Serum (geel) 11,57 Erasmus Medisch Centrum azathioprine metabolieten (6-TG) 500-1000 pmol EDTA (paars) 44,52 Apotheek B base excess in art.bloed -2-3 mmol/l 1 Bloedgasspuit basofielen < 0.2 /nl 1 EDTA (paars) beta hydroxy butyraat < 0.3 mmol/l 1 Heparine (donkergroen) beta-2 microglobuline 0.9-2 mg/l 3 Serum (geel) beta-2 microglobuline in 24u urine < 0.3 mg/l 14 Urinebokaal beta-2 microglobuline in urineportie < 0.3 mg/l 14 Urinepotje (blauw) beweeglijk in semen Man > 40 % 1 Semenpot (100ml) bezinking erytrocyten (BSE) Man < 50 jaar < 15 mm/uur 1 EDTA (paars) bezinking erytrocyten (BSE) Man 50 jaar < 20 mm/uur 1 EDTA (paars) bezinking erytrocyten (BSE) Vrouw < 50 jaar < 20 mm/uur 1 EDTA (paars) bezinking erytrocyten (BSE) Vrouw 50 jaar < 30 mm/uur 1 EDTA (paars) bicarbonaat in art.bloed 22-28 mmol/l 1 Bloedgasspuit bilirubine geconjugeerd < 5 µmol/l 1 bilirubine in liquor < 0.2 µmol/l 1 Glazen buis bilirubine in urineportie Negatief 1 Urinepotje (blauw) bilirubine totaal < 1 dag < 87 µmol/l 1 bilirubine totaal 1-2 dag < 123 µmol/l 1 bilirubine totaal 2 dag - 1 maand < 176 µmol/l 1 bilirubine totaal 1 maand < 17 µmol/l 1 C C1 esteraseremmer 0.63-1.82 IU/mL 35 EDTA (paars) 67,62 Sanquin (CLB)

6/36 CA 19.9 < 34 ku/l 1 Iemand die negatief is voor de Lewis-bloedgroep (a en b) kan Serum (geel) nooit CA19.9 maken. Om te discrimineren tussen een lage CA19.9 expressie en een Lewis-negatieve bloedgroep kunt u een Lewis-bloedgroep fenotypering aanvragen. CA125 < 35 ku/l 1 Serum (geel) CA15.3 nieuw < 30 ku/l 3 Serum (geel) calcitonine < 15 ng/l 7 EDTA (paars) 19,06 AML Antwerpen calcitonine (nieuw) Man < 11.8 ng/l 14 Serum (geel) IJsselland Ziekenhuis calcitonine (nieuw) Vrouw < 4.8 ng/l 14 Serum (geel) IJsselland Ziekenhuis calcium Man < 1 maand 2.12-2.64 mmol/l 1 calcium Man 1 maand - 1 jaar 2.17-2.62 mmol/l 1 calcium Man 1-4 jaar 2.19-2.64 mmol/l 1 calcium Man 4-7 jaar 2.19-2.64 mmol/l 1 calcium Man 7-10 jaar 2.17-2.57 mmol/l 1 calcium Man 10-13 jaar 2.17-2.54 mmol/l 1 calcium Man 13-16 jaar 2.12-2.54 mmol/l 1 calcium Man 16-18 jaar 2.1-2.57 mmol/l 1 calcium Man 18 jaar 2.1-2.55 mmol/l 1 calcium Vrouw < 1 maand 2.1-2.64 mmol/l 1 calcium Vrouw 1 maand - 1 jaar 2.22-2.62 mmol/l 1 calcium Vrouw 1-4 jaar 2.12-2.59 mmol/l 1 calcium Vrouw 4-7 jaar 2.12-2.64 mmol/l 1 calcium Vrouw 7-10 jaar 2.12-2.57 mmol/l 1 calcium Vrouw 10-13 jaar 2.15-2.64 mmol/l 1 calcium Vrouw 13-16 jaar 2.1-2.5 mmol/l 1 calcium Vrouw 16-18 jaar 2.15-2.45 mmol/l 1 calcium Vrouw 18 jaar 2.1-2.55 mmol/l 1 calcium in 24u urine 2.5-7.5 mmol/24 u 1 Urinebokaal calcium in 24u urine mmol/l 1 Urinebokaal calcium in urineportie 1-10 mmol/l 1 Urinepotje (blauw) calcium ionen in art.bloed 1.1-1.3 mmol/l 1 Bloedgasspuit calciumpyrofosfaat in synovia Negatief 1 Kunstofbuis calprotectine in feces zie opm. µg/g 3 negatief: < 50 µg/g dubieus: 50-100 µg/g positief: 100-200 µg/g sterk positief: > 200 µg/g Feces carboxyhemoglobine in art.bloed < 1.5 % 1 Bloedgasspuit carnitine vrij Man < 6 maand 19-23 µmol/l 7 Heparine (donkergroen) 93,26 Erasmus Medisch Centrum carnitine vrij Man 6 maand 20-55 µmol/l 7 Heparine (donkergroen) 93,26 Erasmus Medisch Centrum carnitine vrij Vrouw < 6 maand 19-23 µmol/l 7 Heparine (donkergroen) 93,26 Erasmus Medisch Centrum carnitine vrij Vrouw 6 maand 19-43 µmol/l 7 Heparine (donkergroen) 93,26 Erasmus Medisch Centrum CD3+ (abs) < 7 dag 0.9-5 /nl 7 EDTA (paars) CD3+ (abs) 7 dag - 2 maand 2.8-6.5 /nl 7 EDTA (paars) CD3+ (abs) 2-5 maand 2.3-6.5 /nl 7 EDTA (paars) CD3+ (abs) 5-9 maand 2.4-6.9 /nl 7 EDTA (paars) CD3+ (abs) 9 maand - 1,25 jaar 1.6-6.7 /nl 7 EDTA (paars) CD3+ (abs) 1,25-2 jaar 1.4-8 /nl 7 EDTA (paars) CD3+ (abs) 2-5 jaar 0.9-4.5 /nl 7 EDTA (paars) CD3+ (abs) 5-10 jaar 0.7-4.2 /nl 7 EDTA (paars) CD3+ (abs) 10-16 jaar 0.8-3.5 /nl 7 EDTA (paars) CD3+ (abs) 16 jaar 0.7-2 /nl 7 EDTA (paars) CD4+ (abs) < 7 dag 0.5-3.4 /nl 7 EDTA (paars) CD4+ (abs) 7 dag - 2 maand 2.1-4.9 /nl 7 EDTA (paars)

7/36 CD4+ (abs) 2-5 maand 1.5-5 /nl 7 EDTA (paars) CD4+ (abs) 5-9 maand 1.4-5.1 /nl 7 EDTA (paars) CD4+ (abs) 9 maand - 1,25 jaar 1-4.6 /nl 7 EDTA (paars) CD4+ (abs) 1,25-2 jaar 0.9-5.5 /nl 7 EDTA (paars) CD4+ (abs) 2-5 jaar 0.5-2.4 /nl 7 EDTA (paars) CD4+ (abs) 5-10 jaar 0.3-2 /nl 7 EDTA (paars) CD4+ (abs) 10-16 jaar 0.4-2.1 /nl 7 EDTA (paars) CD4+ (abs) 16 jaar 0.4-1.4 /nl 7 EDTA (paars) CD4+/CD8+ ratio < 7 dag 1-3.5 7 EDTA (paars) CD4+/CD8+ ratio 7 dag - 2 maand 1.5-5 7 EDTA (paars) CD4+/CD8+ ratio 2-9 maand 1.2-4 7 EDTA (paars) CD4+/CD8+ ratio 9 maand - 1,25 jaar 1-3.4 7 EDTA (paars) CD4+/CD8+ ratio 1,25-2 jaar 0.7-3 7 EDTA (paars) CD4+/CD8+ ratio 2-5 jaar 0.6-2.6 7 EDTA (paars) CD4+/CD8+ ratio 5-10 jaar 0.5-1.9 7 EDTA (paars) CD4+/CD8+ ratio 10-16 jaar 0.8-3 7 EDTA (paars) CD4+/CD8+ ratio 16 jaar 0.8-2.9 7 EDTA (paars) CD8+ (abs) < 7 dag 0.3-1.9 /nl 7 EDTA (paars) CD8+ (abs) 7 dag - 5 maand 0.5-1.6 /nl 7 EDTA (paars) CD8+ (abs) 5-9 maand 0.6-2.2 /nl 7 EDTA (paars) CD8+ (abs) 9 maand - 1,25 jaar 0.4-2.1 /nl 7 EDTA (paars) CD8+ (abs) 1,25-2 jaar 0.4-2.3 /nl 7 EDTA (paars) CD8+ (abs) 2-5 jaar 0.3-1.6 /nl 7 EDTA (paars) CD8+ (abs) 5-10 jaar 0.3-1.8 /nl 7 EDTA (paars) CD8+ (abs) 10-16 jaar 0.2-1.2 /nl 7 EDTA (paars) CD8+ (abs) 16 jaar 0.25-0.75 /nl 7 EDTA (paars) CDT (carbohydr. def. transferrine) 1.29-2.6 % 17 De bij deze bepaling vermelde bovengrens is de getalsmatige uitslag vanaf waar met 95% zekerheid gesteld mag worden dat de uitslag niet bij de normale verdeling binnen de referentiepopulatie behoort. Serum (geel) 21,21 Maxima Medisch Centrum CEA < 20 jaar µg/l 1 CEA 20-40 jaar < 3.8 µg/l 1 referentiewaarden rokers : < 5,5 µg/l CEA 40 jaar < 5 µg/l 1 referentiewaarden rokers : < 6,5 µg/l ceruloplasmine Man 0.15-0.3 g/l 7 Serum (geel) ceruloplasmine Vrouw 0.16-0.45 g/l 7 Serum (geel) chloride 96-107 mmol/l 1 chloride in 24u urine 110-250 mmol/24 u 1 Urinebokaal chloride in 24u urine mmol/l 1 Urinebokaal chloride in art.bloed 96-107 mmol/l 1 Bloedgasspuit chloride in urineportie 50-150 mmol/l 1 Urinepotje (blauw) chloride in zweet zie opm. mmol/l 29 zweettest negatief: Cl- <30 mmol/l en Na+ <30 mmol/l zweettest dubieus: 30 <Cl- <60 mmol/l en 30 <Na+ <60 mmol/l zweettest positief : Cl- >60 mmol/l en Na+ >60 mmol/l en Cl- /Na+ ratio >1 Alleen poli 66 13,93 AZM Maastricht chol/hdl ratio 1 cholesterol Man < 5 jaar mmol/l 1 cholesterol Man 5-10 jaar < 4.9 mmol/l 1 cholesterol Man 10-15 jaar < 5.3 mmol/l 1 cholesterol Man 15-20 jaar < 5.1 mmol/l 1 cholesterol Man 20 jaar < 5 mmol/l 1 Streefwaarde < 5.0 mmol/l cholesterol Vrouw < 5 jaar mmol/l 1 cholesterol Vrouw 5-10 jaar < 5.1 mmol/l 1

8/36 cholesterol Vrouw 10-15 jaar < 5.3 mmol/l 1 cholesterol Vrouw 15-20 jaar < 5.1 mmol/l 1 cholesterol Vrouw 20 jaar < 5 mmol/l 1 Streefwaarde < 5.0 mmol/l cholinesterase Man 5.4-13.2 ku/l 5 3,13 St. Anna Ziekenhuis cholinesterase Vrouw 4.9-11.9 ku/l 5 3,13 St. Anna Ziekenhuis chromogranine A 27-94 µg/l 21 Serum (geel) 12,26 St. Antonius Ziekenhuis chroom < 40.38 nmol/l 14 Sporenvrij (donkerblauw) 18,70 Medlon chylomicronen sneltest in pleura Negatief 5 Glazen buis chymotrypsine in feces > 11.5 U/g 7 Feces 22,68 AZM Maastricht circulerende immuuncomplexen < 8 % 16 Serum (geel) 14,93 Sanquin (CLB) citraat in 24u urine 0.4-3.4 mmol/24 u 14 Urinebokaal Medlon citraat in 24u urine mmol/l 21 Urinebokaal 15,31 Medlon citraat in 24u urine Man 2.12-6.26 mmol/24 u 14 Urinebokaal Medlon citraat in 24u urine Vrouw 2.3-8.42 mmol/24 u 14 Urinebokaal Medlon CK Man < 171 U/L 1 CK Vrouw < 145 U/L 1 CK-MB < 25 U/L 1 complement activiteit alternatief 30-113 % 14 Serum (geel) complement activiteit klassiek 69-129 % 14 Serum (geel) complement factor C1q 81-128 IU/mL 16 Serum (geel) 18,63 Sanquin (CLB) complement factor C3 0.9-1.8 g/l 1 Serum (geel) complement factor C3d 0.5-3.1 % 35 EDTA (paars) 37,26 Sanquin (CLB) complement factor C4 0.1-0.4 g/l 1 Serum (geel) Coombs direct (C3d) Negatief 1 EDTA (paars) Coombs direct IgA Negatief 1 EDTA (paars) Coombs direct IgG Negatief 1 EDTA (paars) Coombs direct IgM Negatief 1 EDTA (paars) coproporfyrine 1/kreat in 24u urine 1-5.8 nmol/mmol 7 Urinebokaal 4,79 AML Antwerpen coproporfyrine 3/kreat in 24u urine 2.9-19.3 nmol/mmol 7 Urinebokaal 4,79 AML Antwerpen coproporfyrine in feces 14-45 nmol/g 50 Feces Erasmus Medisch Centrum coproporfyrine in urineportie < 26 nmol/mmol Urinepotje (blauw) 65,00 Erasmus Medisch Centrum coproporfyrine/kreat in 24u urine 3.9-25.1 nmol/mmol 7 Totaal van coproporfyrine I en III. Urinebokaal 4,79 AML Antwerpen coproporfyrine/kreat in urineportie 3.9-25.1 nmol/mmol 7 Totaal van coproporfyrine I en III. Urinepotje (blauw) 4,79 AML Antwerpen Cor a1 (component Hazelnoot) < 0.35 kua/l 7 Cor a1 is een PR10-eiwit en vertoont homologie met Bet v1. Serum (geel) Sensibilisatie voor Cor a1 is geassocieerd met kruisreactiviteit voor berkenpollen. Cor a14 (component Hazelnoot) < 0.35 kua/l 7 Cor a14 is een 2S albumine eiwit met hitte stabiele Serum (geel) eigenschappen. Sensibilisatie voor Cor a14 is geassocieerd met ernstige hazelnootallergie in Noord-Europa (en Amerika). Bovendien kunnen patiënten reageren op andere noten. Cor a9 (component Hazelnoot) < 0.35 kua/l 7 Cor a9 is een 11S globuline eiwit met hitte stabiele Serum (geel) eigenschappen. Sensibilisatie voor Cor a9 is geassocieerd met ernstige hazelnootallergie in Noord-Europa (en Amerika). cortisol 130-540 nmol/l 1 08:00-10:00 uur : 130-540 nmol/l 16:00 uur : 70-330 nmol/l Dexamethason : <40 nmol/l (uitsluiten hypercortisolisme) Synachten : >420 nmol/l (uitsluiten hypocortisolisme) cortisol (Nijmegen) zie opm. umol/l 15 Ochtend: 0.19-0.55 17:00 uur: 0.06-0.38 Serum (geel) 23,26 UMC Radboud

9/36 cortisol /kreatinine in 24u urine 1.4-12.4 nmol/mmol 1 Urinebokaal cortisol in 24u urine 15-133 nmol/24 u 1 Urinebokaal cortisol in 24u urine nmol/l 1 Urinebokaal cortisol in speeksel zie opm. nmol/l 8 2.0-16 nmol/l (afname 08:00 uur) Salivette/Sorbette 0.3-10 nmol/l (afname 16:00 uur) < 3 nmol/l (afname 23:00 uur) < 3 nmol/l (afname na dexa) cortison in speeksel zie opm. nmol/l 8 10-55 nmol/l (afname 08:00 uur) 4.5-40 nmol/l (afname 16:00 uur) <20 nmol/l (afname 23:00 uur) <20 nmol/l (afname na dexa) Salivette/Sorbette C-peptide 0.26-1.39 nmol/l 3 Serum (geel) CRP < 6 mg/l 1 cryoglobuline Negatief 7 Stolbloed (rood) Cryptosporidium parvum PCR in feces Negatief 7 Crypstosporidium veroorzaakt bij immuuncompetente patiënten Feces passagere diarree die niet behandeld hoeft te worden. Bij immuungecomprommitteerde patiënten (b.v. AIDS) kan ernstige, waterige diarree ontstaan. Behandeling kan eventueel geschieden met paromomycine. D dabigatran zie opm. ng/ml 1 In geval van eenmaal daags 220 mg doseren (VTE preventie): piek na 2-4 uur 30-450 ng/ml dal na 12 uur 10-100 ng/ml In geval van tweemaal daags 150 mg doseren (atriumfibrilleren): piek na 2-4 uur 60-450 ng/ml dal na 12 uur 30-225 ng/ml In geval van tweemaal daags 110 mg doseren (atriumfibrilleren): piek na 2-4 uur 80-300 ng/ml dal na 12 uur 40-150 ng/ml Citraat (licht blauw) dabigatran (UPLC-MS/MS) zie opm. ng/ml 8 In geval van eenmaal daags 220 mg doseren (VTE preventie): piek na 2-4 uur 30-450 ng/ml dal na 12 uur 10-100 ng/ml In geval van tweemaal daags 150 mg doseren (atriumfibrilleren): piek na 2-4 uur 60-450 ng/ml dal na 12 uur 30-225 ng/ml In geval van tweemaal daags 110 mg doseren (atriumfibrilleren): piek na 2-4 uur 80-300 ng/ml dal na 12 uur 40-150 ng/ml Citraat (licht blauw) dagelijkse dosis Rekovelle zie opm. µg Maximale dagelijkse dosis is 12 µg. D-dimeren < 51 jaar < 0.5 mg/l 1 Afkapwaarde d-dimeren < 0.5 mg/l Voor uitsluiten longembolie bij een niet-hoge a priori kans en leeftijd < 51 jr: < 0,5 mg/l. Voor uitsluiten longembolie bij een niet-hoge a priori kans en leeftijd > 50 jr: < leeftijd in jaren * 0,01 mg/l. Citraat (licht blauw) D-dimeren 51-52 jaar < 0.51 mg/l 1 Citraat (licht blauw)

10/36 D-dimeren 52-53 jaar < 0.52 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 53-54 jaar < 0.53 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 54-55 jaar < 0.54 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 55-56 jaar < 0.55 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 56-57 jaar < 0.56 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 57-58 jaar < 0.57 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 58-59 jaar < 0.58 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 59-60 jaar < 0.59 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 60-61 jaar < 0.6 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 61-62 jaar < 0.61 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 62-63 jaar < 0.62 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 63-64 jaar < 0.63 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 64-65 jaar < 0.64 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 65-66 jaar < 0.65 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 66-67 jaar < 0.66 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 67-68 jaar < 0.67 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 68-69 jaar < 0.68 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 69-70 jaar < 0.69 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 70-71 jaar < 0.7 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 71-72 jaar < 0.71 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 72-73 jaar < 0.72 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 73-74 jaar < 0.73 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 74-75 jaar < 0.74 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 75-76 jaar < 0.75 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 76-77 jaar < 0.76 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 77-78 jaar < 0.77 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 78-79 jaar < 0.78 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 79-80 jaar < 0.79 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 80-81 jaar < 0.8 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 81-82 jaar < 0.81 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 82-83 jaar < 0.82 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 83-84 jaar < 0.83 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 84-85 jaar < 0.84 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 85-86 jaar < 0.85 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 86-87 jaar < 0.86 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 87-88 jaar < 0.87 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 88-89 jaar < 0.88 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 89-90 jaar < 0.89 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 90-91 jaar < 0.9 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 91-92 jaar < 0.91 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 92-93 jaar < 0.92 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 93-94 jaar < 0.93 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 94-95 jaar < 0.94 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 95-96 jaar < 0.95 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 96-97 jaar < 0.96 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 97-98 jaar < 0.97 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 98-99 jaar < 0.98 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 99-100 jaar < 0.99 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 100-105 jaar < 1 mg/l 1 Citraat (licht blauw) D-dimeren 105-115 jaar < 1.1 mg/l 1 Citraat (licht blauw)

11/36 D-dimeren 115-125 jaar < 1.25 mg/l 1 Afkapwaarde d-dimeren < 0.5 mg/l Voor uitsluiten longembolie bij een niet-hoge a priori kans en leeftijd < 51 j: < 0,5 mg/l. Voor uitsluiten longembolie bij een niet-hoge a priori kans en leeftijd > 50 j: < leeftijd in jaren * 0,01 mg/l. Citraat (licht blauw) delta-ala/kreat in urineportie < 4.6 µmol/mmol 28 Urinepotje (blauw) 69,21 Erasmus Medisch Centrum delta-ala/kreat in urineportie < 3.9 mmol/mol 7 Bij professionele lood blootstelling < 8.64 mmol/mol Urinepotje (blauw) 6,15 AML Antwerpen delta-aminolevulinezuur < 74 nmol/l 21 6,15 Erasmus Medisch Centrum DHEA < 6 jaar < 4 nmol/l 70 Serum (geel) 23,26 UMC Utrecht DHEA 6-40 jaar 4-27 nmol/l 70 Serum (geel) 23,26 UMC Utrecht DHEA Man < 1 jaar < 9 nmol/l 70 Serum (geel) 23,26 UMC Utrecht DHEA Man 1-9 jaar < 7 nmol/l 70 Serum (geel) 23,26 UMC Utrecht DHEA Man 9-11 jaar < 8 nmol/l 70 Serum (geel) 23,26 UMC Utrecht DHEA Man 11-12 jaar 1-13 nmol/l 70 Serum (geel) 23,26 UMC Utrecht DHEA Man 12-13 jaar 2-18 nmol/l 70 Serum (geel) 23,26 UMC Utrecht DHEA Man 13-18 jaar 4-25 nmol/l 70 Tannerstadium P1: 0.4-8 Serum (geel) 23,26 UMC Utrecht Tannerstadium P2: 1.3-13 Tannerstadium P3: 2.6-18 Tannerstadium P4: 4.2-25 Tannerstadium P5: 4.2-25 DHEA Man 18 jaar 2-16 nmol/l 70 Serum (geel) 23,26 UMC Utrecht DHEA Vrouw < 1 jaar < 7 nmol/l 70 Serum (geel) 23,26 UMC Utrecht DHEA Vrouw 1-8 jaar < 8 nmol/l 70 Serum (geel) 23,26 UMC Utrecht DHEA Vrouw 8-10 jaar < 10 nmol/l 70 Serum (geel) 23,26 UMC Utrecht DHEA Vrouw 10-12 jaar 3-17 nmol/l 70 Serum (geel) 23,26 UMC Utrecht DHEA Vrouw 12-13 jaar 3-27 nmol/l 70 Serum (geel) 23,26 UMC Utrecht DHEA Vrouw 13-18 jaar 4-25 nmol/l 70 Tannerstadium M1: 0.5-10 Serum (geel) 23,26 UMC Utrecht Tannerstadium M2: 2.9-17 Tannerstadium M3: 3.7-27 Tannerstadium M4: 4.2-25 Tannerstadium M5: 4.2-25 DHEA Vrouw 18-50 jaar 2-16 nmol/l 70 Serum (geel) 23,26 UMC Utrecht DHEA Vrouw 50 jaar 2-20 nmol/l 70 Serum (geel) 23,26 UMC Utrecht DHEA-sulfaat Man < 7 dag 2.71-20.42 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Man 7 dag - 1 maand 0.79-13.64 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Man 1 maand - 1 jaar 0.06-6.74 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Man 1-5 jaar 0.01-0.71 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Man 5-10 jaar 0.06-2.63 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Man 10-15 jaar 0.41-7.54 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Man 15-20 jaar 1.41-14.29 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Man 20-25 jaar 5.14-13.58 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Man 25-35 jaar 3.97-13.91 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Man 35-45 jaar 1.81-12.58 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Man 45-55 jaar 1.04-9.98 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Man 55-65 jaar 1.14-8.63 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Man 65-75 jaar 0.88-6.98 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Man 75 jaar 0.41-5.68 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Vrouw < 7 dag 2.7-20 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Vrouw 7 dag - 1 maand 0.79-13.64 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Vrouw 1 maand - 1 jaar 0.06-6.74 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Vrouw 1-5 jaar 0.01-0.71 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Vrouw 5-10 jaar 0.06-2.63 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum

12/36 DHEA-sulfaat Vrouw 10-15 jaar 0.68-8.77 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Vrouw 15-20 jaar 1.47-11.47 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Vrouw 20-25 jaar 3.91-11.54 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Vrouw 25-35 jaar 1.89-10.33 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Vrouw 35-45 jaar 1.51-10.89 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Vrouw 45-55 jaar 0.8-8.7 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Vrouw 55-65 jaar 0.44-6.08 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Vrouw 65-75 jaar 0.23-7.47 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum DHEA-sulfaat Vrouw 75 jaar 0.19-4.51 µmol/l 25 8,04 Maxima Medisch Centrum Dientamoebe fragilis PCR in feces Negatief 7 Dientamoeba fragilis wordt vaak gevonden bij kinderen. Een relatie met buikpijn en diarree is meestal niet aanwezig. Daarom wordt terughoudendheid geadviseerd t.a.v. behandeling. Als toch gekozen wordt voor behandeling kan gekozen worden voor paromomycine of metronidazol. Paromomycine is mogelijk wat effectiever. Bij positieve dientamoebe fragilis: Mate van infectie, ct= (ct<20=hoog, ct>30=laag) Feces dihydrotestosteron Man 1-3 nmol/l 80 Serum (geel) 8,30 Erasmus Medisch Centrum dihydrotestosteron Vrouw < 0.75 nmol/l 80 Serum (geel) 8,30 Erasmus Medisch Centrum DNA op CF delta508 mutatie zie opm. 21 In de nederlandse populatie komt de delta-f508 mutatie het EDTA (paars) meest voor, met een allelfrequentie van 77.6% bij CF patienten en 20% bij CBAVD patienten. Bij een negatieve uitslag maar met blijvende klinisch verdenking, kunt u een uitgebreider onderzoek naar meerdere CFTR varianten (CFvervolgonderzoek) aanvragen. DNA op CYP1A2 mutatie detectie zie opm. 15 CYP1A2 is betrokken bij het metabolisme van o.a antidepressiva EDTA (paars) en clozapine. CYP1A2*1F(*1F/*1F) is geassocieerd met een verhoogde inductie van CYP1A2 bij roken (~ factor 1.5). De CYP1A2*1C en *1K variant resulteren in een traag metabolisme. Er is getest op de meest voorkomende klinisch relevante varianten: *1C, *1F, *1K DNA op CYP2B6 mutatie detectie zie opm. 31 CYP2B6 is betrokken bij het metabolisme van oa bupropion, EDTA (paars) efavirenz, nevirapine. Het effect van de CYP2B6 polymorfismen kan per geneesmiddel sterk verschillen. Het 516G>T polymorfisme (CYP2B6 *6, *7) is significant geassocieerd met een verminderde omzetting van efavirenz en nevirapine. Er is getest op de meest voorkomende klinisch relevante varianten: *4, *5, *6, *7 DNA op CYP2C19 mutatie detectie zie opm. 21 CYP2C19 metaboliseert ~8% van de geneesmiddelen waaronder amitryptiline, clomipramine, clopidogrel (activering), diazepam, fenytoïne, imipramine, omeprazol, pantoprazol. Er is getest op de meest voorkomende klinisch relevante varianten: *2, *3, *4, *8, *17 EDTA (paars)

13/36 DNA op CYP2C9 mutatie detectie zie opm. 31 CYP2C9 metaboliseert 10-20% van de geneesmiddelen waaronder acenocoumarol, diclofenac, ibuprofen, fenprocoumon,fenytoïne, glipizide, naproxen, tolbutamide, warfarine. Er is getest op de meest voorkomende klinisch relevante varianten: *2, *3 DNA op CYP2D6 mutatie detectie zie opm. 21 CYP2D6 metaboliseert ~25% van de geneesmiddelen o.a. antidepressiva, antipsychotica, beta-blokkers en pijnmedicatie. Er is getest op de meest voorkomende klinisch relevante varianten: *3, *4, *5, *6, *9, *10, *19, *41, duplicatie EDTA (paars) EDTA (paars) DNA op CYP3A4 mutatie detectie zie opm. 21 Er is getest op de meest voorkomende klinisch relevante varianten: *1B, *22 CYP3A4 is betrokken bij het metabolisme van ~50% van de geneesmiddelen waaronder tacrolimus, cyclosporine, erytromycine, statines en midazolam. Deze uitkomst is gebaseerd op het resultaat van de *22 variant. Deze variant geeft een verminderde CYP3A4 activiteit. De *1B variant kan een matig verhoogde CYP3A4 activiteit geven maar de klinische relevantie lijkt beperkt. CYP3A5 heeft een overlap met CYP3A4 in substraat specificiteit maar is bij ~80% van de kaukasische bevolking is CYP3A5 activiteit afwezig. DNA op CYP3A5 mutatie detectie zie opm. 21 CYP3A5 is betrokken bij het metabolisme van o.a. Tacrolimus. Deze uitkomst is gebaseerd op het resultaat van de *3 variant. Deze variant geeft een sterk verminderde CYP3A5 activiteit en is bij ~80% van de kaukasische bevolking aanwezig in beide allelen. CYP3A5 heeft een overlap met CYP3A4 in substraat specificiteit. Er is getest op de meest voorkomende klinisch relevant variant: *3 EDTA (paars) EDTA (paars) DNA op DPyD zie opm. 14 Er is getest op de meest voorkomende klinisch relevante varianten: *2A, c.2846a>t, *13, c.1129-5923c>g en c.1236g>a. EDTA (paars) DNA op factor V Leiden 28 EDTA (paars) DNA op hemochromatose zie opm. 21 geen mutatie EDTA (paars) DNA op JAK-2 V617F zie opm. 31 Met de huidige techniek is een allel frequentie van 0,4% JAK2 EDTA (paars) V617F detecteerbaar. DNA op protrombine G20210A 28 EDTA (paars) DNA op SLCO1B1 zie opm. 15 De T521C variant (*5, *15) is geassocieerd met een verlaagde EDTA (paars) activiteit van de SLCO1B1 transporter wat het risico op een simvastatine geassocieerde myopathie aanzienlijk verhoogd (bron CPIC). Ook voor andere statines geldt een verhoogd kans op bijwerkingen. Er is getest op de meest voorkomende klinisch relevante varianten: *1B, *5, *15 DNA op TPMT zie opm. 14 Er is getest op de meest voorkomende klinisch relevante varianten: *2, *3A, *3B, *3C. EDTA (paars)

14/36 DNA op UGT1A1 mutatie detectie zie opm. 31 UGT1A1 is betrokken bij de glucuronidering van diverse EDTA (paars) geneesmiddelen, waaronder de actieve metaboliet van irinotecan, SN38 Extra TA-repeats in het promotergebied van het UGT1A1 (*28, *37) zijn geassocieerd met een verminderde activiteit van het gen. Ongeveer 15% van bevolking is UGT1A1*28 homozygoot. Er is getest op de meest voorkomende klinisch relevante varianten: *28, *37, *93 DNA op VKORC1 C1173T G1639A zie opm. 31 Op basis van het -1639G>A en 1173 C>T DNA varianten EDTA (paars) (gekoppeld) kan een verhoogde coumarine gevoeligheid worden vastgesteld. Ongeveer 14% van de kaukasische en 78% van de aziatische mensen heeft deze varianten in beide allelen van het VKORC1 gen. DNA SLCO1B1 in speeksel zie opm. 15 De T521C variant (*5, *15) is geassocieerd met een verlaagde Salivette/Sorbette activiteit van de SLCO1B1 transporter wat het risico op een simvastatine geassocieerde myopathie aanzienlijk verhoogd (bron CPIC) Ook voor andere statines geldt een verhoogd kans op bijwerkingen. Er is getest op de meest voorkomende klinisch relevante varianten: *1B, *5, *15 dysmorfe erytrocyten in urineportie < 60 % 1 Urinepotje (blauw) E eiwit (screening) in urineportie Negatief 1 Urinepotje (blauw) eiwit totaal Man < 1 maand 41-63 g/l 1 eiwit totaal Man 1-6 maand 47-67 g/l 1 eiwit totaal Man 6 maand - 1 jaar 55-70 g/l 1 eiwit totaal Man 1 jaar 63-83 g/l 1 eiwit totaal Vrouw < 1 maand 42-62 g/l 1 eiwit totaal Vrouw 1-6 maand 44-66 g/l 1 eiwit totaal Vrouw 6 maand - 1 jaar 56-79 g/l 1 eiwit totaal Vrouw 1 jaar 63-83 g/l 1 eiwit totaal in 24u urine < 0.14 g/24 u 1 Urinebokaal eiwit totaal in 24u urine g/l 1 Urinebokaal eiwit totaal in liquor 0.2-0.5 g/l 1 Glazen buis eiwit totaal in urineportie < 0.15 g/l 1 Urinepotje (blauw) eiwit/kreatinine in urineportie < 15 mg/mmol 1 Urinepotje (blauw) elastase in feces > 0.2 mg/g 36 Referentiewaarden: Feces 5,67 Erasmus Medisch Centrum Vanaf de leeftijd van 1 maand >0,200 mg (pancreas)elastase 1 per gram feces Lichte pancreasinsufficientie: 0,100 tot 0,200 mg (pancreas)elastase 1 per gram feces Ernstige pancreasinsufficientie: <0,100 mg (pancreas)elastase 1 per gram feces Entamoeba hystolytica PCR in feces Negatief 7 E. histolytica is de verwekker van amoeben-dysentrie en amoeben-abces. Invasive E. histolytica amoebiasis dient te worden behandeld met metronidazol gevolgd door paromomycine. Asymptomatische darmkolonisatie wordt behandel met paromomycine. Cystendragers met clioquinol. Feces eosinofielen < 1 dag 0.1-1 /nl 1 EDTA (paars) eosinofielen 1-2 dag 0.1-1 /nl 1 EDTA (paars)

15/36 eosinofielen 2 dag - 1 maand 0.1-1 /nl 1 EDTA (paars) eosinofielen 1-6 maand 0.1-0.9 /nl 1 EDTA (paars) eosinofielen 6 maand - 2 jaar 0.1-0.8 /nl 1 EDTA (paars) eosinofielen 2-6 jaar 0.1-0.8 /nl 1 EDTA (paars) eosinofielen 6-15 jaar 0.1-0.6 /nl 1 EDTA (paars) eosinofielen 15 jaar 0.1-0.5 /nl 1 EDTA (paars) erytroblasten < 5 dag /nl 1 EDTA (paars) erytroblasten 5 dag < 0.2 /nl 1 EDTA (paars) erytrocyten < 1 dag 4-6 /pl 1 EDTA (paars) erytrocyten 1-2 dag 4-5.5 /pl 1 EDTA (paars) erytrocyten 2 dag - 1 maand 3.5-5 /pl 1 EDTA (paars) erytrocyten 1-6 maand 3-4.5 /pl 1 EDTA (paars) erytrocyten 6 maand - 2 jaar 3.5-5.3 /pl 1 EDTA (paars) erytrocyten 2-6 jaar 3.5-5.3 /pl 1 EDTA (paars) erytrocyten 6-15 jaar 3.8-5.6 /pl 1 EDTA (paars) erytrocyten Man 4.5-5.5 /pl 1 EDTA (paars) erytrocyten Vrouw 4-5 /pl 1 EDTA (paars) erytrocyten (Hb) in urineportie < 10 /µl 1 Urinepotje (blauw) erytrocyten in liquor < 6 /nl 1 Glazen buis erytropoetine zie opm. IU/L 7 referentiewaarden als functie van het hematocriet: Serum (geel) 33,81 St. Anna Ziekenhuis bij Ht: 0.20 Erytropoetine: 500 ( 120 - >1000 ) bij Ht: 0.25 Erytropoetine: 180 ( 35-700 ) bij Ht: 0.30 Erytropoetine: 65 ( 16-250 ) bij Ht: 0.35 Erytropoetine: 24 ( 6-90 ) F ferritine Man 30-400 µg/l 1 ferritine Vrouw 13-200 µg/l 1 fibrinogeen 2-4 g/l 1 Citraat (licht blauw) foliumzuur > 10.4 nmol/l Een folaatconcentratie boven de 10,4 nmol/l maakt een folaat deficiëntie (zeer) onwaarschijnlijk. De 2,5e percentiel van de algehele (gezonde) populatie is echter 8,8 nmol/l. Serum (geel) fosfaat Man < 1 maand 1.25-2.25 mmol/l 1 fosfaat Man 1 maand - 1 jaar 1.15-2.15 mmol/l 1 fosfaat Man 1-4 jaar 1-1.95 mmol/l 1 fosfaat Man 4-7 jaar 1.05-1.8 mmol/l 1 fosfaat Man 7-10 jaar 0.95-1.75 mmol/l 1 fosfaat Man 10-13 jaar 1.05-1.85 mmol/l 1 fosfaat Man 13-16 jaar 0.95-1.65 mmol/l 1 fosfaat Man 16-18 jaar 0.85-1.6 mmol/l 1 fosfaat Man 18 jaar 0.8-1.5 mmol/l 1 fosfaat Vrouw < 1 maand 1.4-2.5 mmol/l 1 fosfaat Vrouw 1 maand - 1 jaar 1.2-2.1 mmol/l 1 fosfaat Vrouw 1-4 jaar 1.1-1.95 mmol/l 1 fosfaat Vrouw 4-7 jaar 1.05-1.8 mmol/l 1 fosfaat Vrouw 7-10 jaar 1-1.8 mmol/l 1 fosfaat Vrouw 10-13 jaar 1.05-1.7 mmol/l 1 fosfaat Vrouw 13-16 jaar 0.9-1.55 mmol/l 1 fosfaat Vrouw 16-18 jaar 0.8-1.55 mmol/l 1 fosfaat Vrouw 18 jaar 0.8-1.5 mmol/l 1 fosfaat in 24u urine 12.9-42 mmol/24 u 1 Urinebokaal fosfaat in 24u urine mmol/l 1 Urinebokaal fosfaat in urineportie 15-35 mmol/l 1 Urinepotje (blauw)

16/36 FSH < 10 jaar zie opm. U/L 1 circa 25% tot 50% van volwassene (schatting op basis van literatuur) FSH Man < 18 jaar zie opm. U/L 1 postpuberale mannen: 1,5-12,4 U/L. Bij prepuberale jongens is is de concentratie circa 25-50 % lager. FSH Man 18 jaar 1.5-12.4 U/L 1 FSH Vrouw < 18 jaar zie opm. U/L 1 Prepuberale waarden zijn circa 50% van de folliculaire fase. Folliculaire fase 3,5-12,5 U/L Mid Cycle piek 4,7-21,5 U/L Luteale fase 1,7-7,7 U/L FSH Vrouw 18 jaar zie opm. U/L 1 Folliculaire fase 3,5-12,5 U/L Mid Cycle piek 4,7-21,5 U/L Luteale fase 1,7-7,7 U/L Postmenopause 26-135 U/L ft3 (vrij T3) 3.5-6.4 pmol/l 3 Serum (geel) ft4 (vrij T4) < 6 dag 11-32 pmol/l 1 ft4 (vrij T4) 6 dag - 3 maand 11.5-28.3 pmol/l 1 ft4 (vrij T4) 3 maand - 1 jaar 11.9-25.6 pmol/l 1 ft4 (vrij T4) 1-6 jaar 12.3-22.8 pmol/l 1 ft4 (vrij T4) 6-11 jaar 12.5-21.5 pmol/l 1 ft4 (vrij T4) 11-18 jaar 12.6-21 pmol/l 1 ft4 (vrij T4) 18 jaar 10-24 pmol/l 1 func. spermaconcentratie (FSC) in semen > 10 x10^6/ml 1 Semenpot (100ml) G galzuren < 10 µmol/l 1 Serum (geel) galzuren in feces 200-900 µmol/100gr 36 Feces 37,62 Atrium Medisch Centrum galzuren in feces 0.3-1.2 mmol/24 u 36 Feces 37,62 Atrium Medisch Centrum gamma GT < 2 maand < 250 U/L 1 gamma GT 2-5 maand < 165 U/L 1 gamma GT Man < 55 U/L 1 gamma GT Vrouw < 38 U/L 1 gastrine < 0.13 µg/l 32 Serum (geel) 11,99 IJsselland Ziekenhuis Giardia lambliae PCR in feces Negatief 7 Behandelen met metronidazol. Feces altijd ongeveer 3 tot 4 Feces weken na kuur controleren d.m.v. feces parasieten PCR. glucose < 7.8 mmol/l 1 glucose (screening) in urineportie Negatief 1 Urinepotje (blauw) glucose in art.bloed 4.5-5.6 mmol/l 1 Bloedgasspuit glucose nuchter 4.5-5.6 mmol/l 1 glucose-6-fosfaatdehydrogenase < 3 maand 5-7.8 IU/g Hb 90 EDTA (paars) 35,14 Sanquin (CLB) glucose-6-fosfaatdehydrogenase 3 maand 3.8-5.9 IU/g Hb 90 EDTA (paars) 35,14 Sanquin (CLB) glutathion reductase Man < 3 maand 3.6-7.4 IU/g Hb 90 EDTA (paars) 70,28 Sanquin (CLB) glutathion reductase Man 3 maand 3.2-6.5 IU/g Hb 90 EDTA (paars) 70,28 Sanquin (CLB) glutathion reductase Vrouw < 3 maand 3.6-7.4 IU/g Hb 90 EDTA (paars) 70,28 Sanquin (CLB) glutathion reductase Vrouw 3 maand 3.2-6.5 IU/g Hb 90 EDTA (paars) 70,28 Sanquin (CLB) groeihormoon < 20 mu/l 3 Serum (geel) H haptoglobine < 14 dag 0.05-0.5 g/l 1 haptoglobine 14 dag 0.3-2 g/l 1 hcg (+ beta-subunits) Man < 2.6 U/L 1 hcg (+ beta-subunits) Vrouw < 5.3 U/L 1 Afhankelijk zwangerschap HDL-cholesterol Man < 5 jaar mmol/l 1 HDL-cholesterol Man 5-10 jaar > 1.89 mmol/l 1 HDL-cholesterol Man 10-15 jaar > 1.89 mmol/l 1 HDL-cholesterol Man 15-20 jaar > 1.76 mmol/l 1

17/36 HDL-cholesterol Man 20 jaar > 1 mmol/l 1 man streefwaarde: > 1,0 mmol/l HDL-cholesterol Vrouw < 5 jaar mmol/l 1 HDL-cholesterol Vrouw 5-10 jaar > 1.87 mmol/l 1 HDL-cholesterol Vrouw 10-15 jaar > 1.81 mmol/l 1 HDL-cholesterol Vrouw 15-20 jaar > 1.92 mmol/l 1 HDL-cholesterol Vrouw 20 jaar > 1 mmol/l 1 vrouw streefwaarde: > 1,2 mmol/l hematocriet Man < 1 dag 0.45-0.65 L/L 1 EDTA (paars) hematocriet Man 1-2 dag 0.45-0.6 L/L 1 EDTA (paars) hematocriet Man 2 dag - 1 maand 0.38-0.5 L/L 1 EDTA (paars) hematocriet Man 1-6 maand 0.3-0.42 L/L 1 EDTA (paars) hematocriet Man 6 maand - 2 jaar 0.3-0.42 L/L 1 EDTA (paars) hematocriet Man 2-6 jaar 0.3-0.42 L/L 1 EDTA (paars) hematocriet Man 6-15 jaar 0.35-0.5 L/L 1 EDTA (paars) hematocriet Man 15 jaar 0.4-0.5 L/L 1 EDTA (paars) hematocriet Vrouw < 1 dag 0.45-0.65 L/L 1 EDTA (paars) hematocriet Vrouw 1-2 dag 0.45-0.6 L/L 1 EDTA (paars) hematocriet Vrouw 2 dag - 1 maand 0.38-0.5 L/L 1 EDTA (paars) hematocriet Vrouw 1-6 maand 0.3-0.42 L/L 1 EDTA (paars) hematocriet Vrouw 6 maand - 2 jaar 0.3-0.42 L/L 1 EDTA (paars) hematocriet Vrouw 2-6 jaar 0.3-0.42 L/L 1 EDTA (paars) hematocriet Vrouw 6-15 jaar 0.35-0.5 L/L 1 EDTA (paars) hematocriet Vrouw 15 jaar 0.35-0.45 L/L 1 EDTA (paars) hemoglobine Man < 1 dag 10-14 mmol/l 1 EDTA (paars) hemoglobine Man 1-2 dag 9.5-13 mmol/l 1 EDTA (paars) hemoglobine Man 2 dag - 1 maand 9-11 mmol/l 1 EDTA (paars) hemoglobine Man 1-6 maand 6-9 mmol/l 1 EDTA (paars) hemoglobine Man 6 maand - 2 jaar 6-9 mmol/l 1 EDTA (paars) hemoglobine Man 2-6 jaar 6-9 mmol/l 1 EDTA (paars) hemoglobine Man 6-15 jaar 6.5-10 mmol/l 1 EDTA (paars) hemoglobine Man 15 jaar 8.5-11 mmol/l 1 EDTA (paars) hemoglobine Vrouw < 1 dag 10-14 mmol/l 1 EDTA (paars) hemoglobine Vrouw 1-2 dag 9.5-13 mmol/l 1 EDTA (paars) hemoglobine Vrouw 2 dag - 1 maand 9-11 mmol/l 1 EDTA (paars) hemoglobine Vrouw 1-6 maand 6-9 mmol/l 1 EDTA (paars) hemoglobine Vrouw 6 maand - 2 jaar 6-9 mmol/l 1 EDTA (paars) hemoglobine Vrouw 2-6 jaar 6-9 mmol/l 1 EDTA (paars) hemoglobine Vrouw 6-15 jaar 6.5-10 mmol/l 1 EDTA (paars) hemoglobine Vrouw 15 jaar 7.5-10 mmol/l 1 EDTA (paars) hemoglobine A > 90 % 14 EDTA (paars) hemoglobine A1c (IFCC) 20-42 mmol/mol 4 Streefwaarden diabetici: <18 jaar < 58 mmol/l >18 jaar < 53 mmol/l EDTA (paars) hemoglobine F < 3 maand 60-90 % 14 EDTA (paars) hemoglobine F 3-5 maand < 10 % 14 EDTA (paars) hemoglobine F 5 maand - 1 jaar < 2 % 14 EDTA (paars) hemoglobine F 1 jaar < 1 % 14 EDTA (paars) hemoglobine in liquor < 0.2 µmol/l 1 Glazen buis hemoglobine S < 0.5 % 14 EDTA (paars) hepcidine Man 1-15.7 ng/ml 31 heptaporfyrine in feces < 0.5 nmol/g 50 Feces 55,67 Erasmus Medisch Centrum heptaporfyrine in urineportie < 1.6 nmol/mmol Urinepotje (blauw) 65,00 Erasmus Medisch Centrum hexaporfyrine in feces < 0.5 nmol/g 50 Feces 55,67 Erasmus Medisch Centrum hexaporfyrine in urineportie < 2.4 nmol/mmol Urinepotje (blauw) Erasmus Medisch Centrum

18/36 HLA-B57 zie opm. 28 HLA-B*5701 positieve patiënten hebben een sterk verhoogde kans op ernstige bijwerkingen bij gebruik van Abacavir. 4% van de populatie is HLA-B*5701 positief. EDTA (paars) homocysteine < 15 µmol/l 8 EDTA (paars) hscrp < 6 mg/l 1 HVA in 24u urine < 55 µmol/24 u 7 Urinebokaal AML Antwerpen HVA in 24u urine µmol/l 7 Urinebokaal 21,28 AML Antwerpen I ifobt (hemoglobine in feces) in feces < 100 ng/ml Feces IgA < 14 dag 0.01-0.04 g/l 1 Serum (geel) IgA 14 dag - 3 maand 0.05-0.5 g/l 1 Serum (geel) IgA 3-6 maand 0.08-0.7 g/l 1 Serum (geel) IgA 6 maand - 1 jaar 0.1-1 g/l 1 Serum (geel) IgA 1-6 jaar 0.1-1.6 g/l 1 Serum (geel) IgA 6-12 jaar 0.3-2.7 g/l 1 Serum (geel) IgA 12-16 jaar 0.8-2.4 g/l 1 Serum (geel) IgA 16 jaar 0.7-4 g/l 1 Serum (geel) IgD < 1 jaar < 90 mg/l 16 Serum (geel) 33,81 Sanquin (CLB) IgD 1-3 jaar < 140 mg/l 16 Serum (geel) 33,81 Sanquin (CLB) IgD 3-6 jaar < 160 mg/l 16 Serum (geel) 33,81 Sanquin (CLB) IgD 6-9 jaar < 260 mg/l 16 Serum (geel) 33,81 Sanquin (CLB) IgD 9-12 jaar < 310 mg/l 16 Serum (geel) 33,81 Sanquin (CLB) IgD 12-18 jaar < 230 mg/l 16 Serum (geel) 33,81 Sanquin (CLB) IgD 18 jaar < 120 mg/l 16 Serum (geel) 33,81 Sanquin (CLB) IgE totaal < 4 maand < 2 ku/l 7 Serum (geel) IgE totaal 4 maand - 1 jaar < 5 ku/l 7 Serum (geel) IgE totaal 1-4 jaar < 10 ku/l 7 Serum (geel) IgE totaal 4-7 jaar < 25 ku/l 7 Serum (geel) IgE totaal 7-10 jaar < 50 ku/l 7 Serum (geel) IgE totaal 10 jaar < 100 ku/l 7 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man < 2 jaar 1.8-10 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 2-3 jaar 1.9-11.8 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 3-4 jaar 2.4-15.2 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 4-5 jaar 3.2-19.6 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 5-6 jaar 4.1-24.9 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 6-7 jaar 5.1-31 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 7-8 jaar 6.4-38.2 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 8-9 jaar 7.7-45.7 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 9-10 jaar 9.1-53.2 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 10-11 jaar 10.5-60 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 11-12 jaar 11.9-65.9 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 12-13 jaar 13.2-70.4 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 13-14 jaar 14.3-73.1 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 14-15 jaar 15.3-73.5 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 15-16 jaar 15.9-71.8 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 16-17 jaar 16.3-68.2 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 17-18 jaar 16.5-63.4 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 18-19 jaar 16.5-58.2 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 19-20 jaar 16.4-53.4 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 20-21 jaar 16.3-49.2 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 21-22 jaar 16.1-45.8 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 22-23 jaar 15.8-43 nmol/l 3 Serum (geel) IGF-1 (geharmoniseerd) Man 23-24 jaar 15.3-39.6 nmol/l 3 Serum (geel)