Het Toelatingsbeleid en de beschikbaarheid van middelen in de toekomst Themadag Gewasgezondheid 8 maart 2012
Inhoud Gewasbeschermingsmiddelen: van ontwikkeling tot gebruik Het toelatingsbeleid De nieuwe GBM verordening Nieuwe Wettelijke gebruiksvoorschriften
Gewasbeschermingsmiddelen: van ontwikkeling tot gebruik Ontwikkeling nieuw middel EU Registratie van actieve stof Onderzoek naar werkzaamheid en risico s van specifieke toepassingen Zonale beoordeling van toepassing Nationale toelating Deskundig gebruik Toezicht op naleving gebruiksvoorwaarden
Toegelaten in Nederland 766 gewasbeschermingsmiddelen 252 verschillende werkzame stoffen 829 biociden 92 verschillende werkzame stoffen
Aantal toelatingen over de jaren Stoffen, middelen en toelatingen 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 1988 1992 1996 2000 2004 2008 totaal aantal middelen Nieuwe originele toelatingen Toelaatbaar geachte werkzame stoffen per 31/12
Toelatingsbeleid EC Richtlijnen en Verordeningen Nationale Wetten en Maatregelen van Bestuur EL&I I&M VWS SZW Ministeriele Regelingen Bestuursregels en Werkinstructies
Beoordeling op basis van de wet Gewasbeschermingsrichtlijn 91/414 Gewasbeschermingsverordening EEG 1107/2009 Wgb Ctgb Biocidenrichtlijn 98/8/EG Richtsnoeren Richtlijn Duurzaam Gebruik Gewasbeschermingsmiddelen Kaderrichtlijn Water
Wgb art. 28 lid 1 Een gewasbeschermingsmiddel wordt alleen toegelaten als het: voldoende werkzaam is, geen onaanvaardbare uitwerking heeft op planten of plantaardige producten, geen onnodig lijden of pijn veroorzaakt bij te bestrijden gewervelde dieren, geen directe of indirecte schadelijke uitwerking heeft op de gezondheid van mens of dier via drinkwater, voedsel, voer of welke andere wijze dan ook geen directe of indirecte schadelijke uitwerking heeft op het grondwater, geen voor het milieu onaanvaardbaar effect heeft, waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met de volgende aspecten: de plaats waar het middel in het milieu terechtkomt en wordt verspreid, met name voor wat betreft besmetting van het water, waaronder drinkwater en grondwater, de gevolgen voor niet-doelsoorten,
Risicobeoordeling Identiteit van het product Fysische en chemische eigenschappen Analysemethoden Toxicologie (mens en zoogdier) Milieu-lotgevallen en gedrag Ecotoxicologie Werkzaamheid Classificatie en labelling
Nota Duurzame gewasbescherming Nota Duurzame Gewasbescherming 2004 Evaluatie Gewasbescherming is duurzamer geworden maar de doelen voor milieukwaliteit en arbeidsveiligheid zijn niet gehaald Minder residuen in voedsel Kwaliteit oppervlakte water verbeterd Veelvuldig te hoge concentraties in oppervlaktewater Onvoldoende aandacht voor risico s van werken met bestrijdingsmiddelen Concurentiepositie van nederlandse land en tuinbouw door gewasbeschermingsmiddelenbeleid niet in gevaar
Overschrijdingen residuenormen 25 % voedselpakket 20 15 10 5 EU Niet EU Nederland Doelstelling 0 2002 2004 2006 2008 2010 Bron: Boon et al. (2012)
Milieubelasting van oppervlaktewater door gewasbeschermingsmiddelen 1997-1999 2004-2005 2008-2010 100 80 60 40 20 0 Totaal Open teelten Bedekte teelten Bron: Van der Linden et al (2012)
Oorzaken van veranderde milieubelasting 2004-2005 2008-2010 Nieuwe stoffen Vervallen stoffen Verandering gebruik stoffen Emissie reducerende maatregelen -60-40 -20 0 20 Bron: Van der Linden et al. 2012
Onvoldoende te bestrijden ziekten, plagen en onkruiden Akkerbouw Bloembollenteelt Boomteelt Fruitteelt Glastuinbouw Paddestoelenteelt Aantal ziekten, plagen en onkruiden 0 5 10 15 20 25 Geheel of gedeeltelijk door ontoerijkend middelenpakket Overig Bron PD 2009; bewerking PBL
Europese harmonisatie Drie zones Zonale basisbeoordeling Nationaal addendum Nationale toelating
Nationaal Specifieke aspecten Blootstelling bij het mengen en vullen Blootstelling beroepsmatig aanwezige omstander Uitspoeling Drift Concentratie in drinkwater
Kleine Toepassingen Hoogwaardige specialistische teelten Beperkt areaal akkerbouw < 5000 ha overig onbedekt < 1000 ha bedekt <500ha of < 5% van DTG groep Voorziet in uitzonderlijke behoefte bij grote teelt
EU Verordening 1107/2009 Art 51 lid 3 Lidstaten kunnen maatregelen nemen om toelating te vergemakkelijken of aan te moedigen
WGGA A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het gebruik als: a. onkruidbestrijdingsmiddel - op tijdelijk onbeteeld land, alsmede op akkerranden; - voor de opkomst van uien, bieten, aardappelen, witlof en bloembollen; - in de teelt van graangewassen en droog te oogsten erwten en bonen, mits toegepast kort voor de oogst op een afgerijpt gewas; - in de teelt van zetmeel- en consumptie-aardappelen, mits toegepast wanneer het loof volledig is afgestorven; - in weilanden, waarin geen vee aanwezig is, ten behoeve van doorzaai of herinzaai, dan wel inzaai of planten van een ander gewas; - in de fruitteelt onder appel- en perenbomen; - in de teelt van asperges; - in de meerjarige teelt van narcissen; Veiligheidstermijn In afgerijpte graangewassen en droog te oogsten erwten en bonen mag de toepassing niet later dan 7 dagen voor de oogst plaatsvinden. In de overige consumptiegewassen, behalve asperges en aardappelen, waarvoor geen veiligheidstermijn geldt, mag de toepassing niet later dan 4 weken voor de oogst plaatsvinden. GEBRUIKSAANWIJZING Algemeen Het middel heeft geen werking via de grond. Het werkt tegen éénjarige en overblijvende grasachtige en tweezaadlobbige onkruiden zoals: kweekgras, riet, fioringras, aardappelopslag, klein hoefblad, akkerdistel, akkermunt, veenwortel, knolcyperus, kleefkruid, muur, varkensgras. Minder gevoelig zijn: paardestaart, klaver en wikkesoorten en moerasandoorn. Mossen worden niet bestreden. Dosering Tegen éénjarige onkruiden: 1,5-3 liter middel/ha Tegen overblijvende grassen: 2,25-3 liter middel/ha Tegen overblijvende tweezaadlobbige onkruiden: 3-4,5 liter middel/ha Bij pleksgewijze toepassing: 1,5% spuitconcentratie (15 ml in 1 liter water) Overige selectieve toepassingen: zie het betreffende toepassingsgebied. Watervolume 200-400 liter water per ha is aan te bevelen code 2M-4G. Lagere watervolumes kunnen worden gebruikt, als de spuitapparatuur hiervoor geschikt is. Bereiding spuitvloeistof - De tank half vullen met water, de roerinrichting starten, de juiste hoeveelheid middel toevoegen, en al roerend de tank verder vullen.
Het nieuwe WG Toepassingsgebied Type toepassing Te bestrijden organisme Dosering (middel) per toepassing Maximale dosering (middel) per toepassing Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus of per 12 maanden Maximaal aantal liter/kg middel per ha per teeltcyclus of per 12 maanden Minimum interval tussen toepassingen in dagen Veiligheidstermijn in dagen of uiterst gewasstadium waarop toegepast mag worden
Aanpassing Wettelijk Gebruiksvoorschrift Eenduidiger voor de gebruiker en beter naleefbaar en handhaafbaar 2012: Herbiciden 2013: Insecticiden & Groeiregulatoren 2014: Fungiciden
Tenslotte