STATUTEN stichting Reggewoon

Vergelijkbare documenten
IB / blad 1 DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN: WONINGSTICHTING BARNEVELD GEVESTIGD TE BARNEVELD PER 6 NOVEMBER 2018 Hoofdstuk I. AL

STATUTEN Stichting Reggewoon

STATUTENWIJZIGING. d.d. 25 januari Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten met onmiddellijke ingang als volgt:

De stichting heeft als werkgebied alle gemeenten in Nederland.

STATUTEN STICHTING STADGENOOT

Stichting TBV STICHTINGSSTATUTEN

Statuten Stichting MeerWonen

Statuten Veluwonen Versie december 2018

STATUTEN stichting Woonforte

STATUTEN STICHTING WONION

Naam en Zetel Doel Vermogen Bestuur

STATUTEN STICHTING 3B Wonen

Volledige tekst van de statuten van Woningstichting Weststellingwerf na statutenwijziging d.d. 31 december 2018.

Specimen STATUTEN. Datum: 01 januari Statuten Krijtland Wonen 1

Stichting Oost Flevoland Woondiensten

CONCEPT STATUTEN WONINGSTICHTING REEUWIJK

statuten Stichting Wonen Zuid

statuten Stichting Wonen Zuid

Statuten Veluwonen Versie januari 2017

Doorlopende tekst van de statuten van. Stichting Mooiland

STATUTEN RAAD VAN COMMISSARISSEN STICHTING ACTIUM

Statuten Stichting Destion. Statuten Stichting Destion

Statuten Elan Wonen 1 Statuten Elan Wonen

S T A T U T E N van: Stichting deltawonen per 1 juli 2016

STATUTEN WOONSTICHTING ETTEN-LEUR

: Statuten Stichting Parteon

STATUTEN WONINGSTICHTING ACCOLADE (zoals deze luiden met ingang van 1 januari 2017)

~ De~Haan DOORLOPENDE TEKST van de statuten van de in de gemeente Leeuwarden gevestigde stichting Stichting WoonFriesland, na de laatste statutenwijzi

Statuten Vereniging Brederode Wonen

/ blad 1

dossier : behandelaar : DH

Statuten Woningstichting Gulpen

AB/JB/ /STATUTEN Stichting Wooninvest

Statuten Viveste: versie januari

Statuten Woningstichting Nijkerk Goedgekeurd door de RvC op 19 juni 2018

Statuten Stichting Brederode Wonen

STATUTEN. April 2016 STATUTEN 1

Statuten Christelijke Woonstichting Patrimonium Urk

Statuten Stichting MeerWonen

CONCEPTSTATUTEN WONINGSTICHTING DE KOMBINATIE d.d. 23 maart 2016

a. het ontwikkelen van retailactiviteiten gericht op de verstrekking en het beheer van bedrijfskredieten aan ondernemers,

AB/JB/ /STATUTEN Stichting Vidomes

STATUTEN WONINGSTICHTING WOCOM

Statuten Christelijke Woningstichting Patrimonium

Blad 1 Naam en Zetel Artikel 1 1. De stichting draagt de naam: Stichting Oud-Zeilend-Hout 2. Zij heeft haar zetel te Slochteren Doel Artikel 2 Het doe

Statuten LEK EN WAARD WONEN Versie 10 november Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

D O O R L O P E N D E T E K S T

K o p i e oktober Dossiernummer: /LW/PV AKTE VAN STATUTENWIJZIGING

AKTE VAN STATUTENWIJZIGING

S T A T U T E N HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

STATUTEN STICHTING TENNISPARK EINSTEIN

Stichting Kwaliteit Haptotherapie Nederland

ONTWERP STATUTENWIJZIGING STICHTING * *

S T A T U T E N: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1: Definities Artikel 2: Naam, toelating en zetel Stichting BrabantWonen Artikel 3: Doel

/FB/AM/versie1 STATUTEN STICHTING

K o p i e december Dossiernummer: /LW/PS STATUTENWIJZIGING

STATUTEN NAAM EN ZETEL ARTIKEL

DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN DE STICHTING

AFSCHRIFT. Ref.: K STATUTENWIJZIGING STICHTING "Woningstichting Voerendaal" - 1 -

STATUTEN WONINGBOUWVERENIGING DE GOEDE WONING NEERIJNEN

STATUTEN Artikel 1 - Naam en zetel Stichting Het Nutshuis Artikel 2 - Doel Artikel 3 - Bestuur: samenstelling, benoeming, beloning, ontslag

Oprichting van een Stichting

STATUTEN NAAM EN GESCHIEDENIS Artikel 1 1. De stichting is genaamd: Woonstichting Lieven de Key. 2. De stichting is de rechtsopvolger van onder

STATUTEN. Statuten van de Stichting Vrienden van Harmonie St. Caecilia, zoals vastgesteld in de oprichtingsakte op 24 september 2010

Woningbouwvereniging Samenwerking Slikkerveer

STATUTEN. Dit is een uitgave van: WSG Markt 32/34 Postbus AC Geertruidenberg Tel. (0162) Fax. (0162)

AANPASSING AAN VEEGWET WONEN CONCEPT (Versie ALV 17 oktober 2018)

atuten Stichting Vrienden van het Reformatorisch Theologisches Predigerseminar

benoemingsbesluit is benoemd. g. door het verstrijken van de tijd waarvoor hij is benoemd. 7. Het bestuur kan besluiten een bestuurder te schorsen. Ee

Artikel 2 - Naam en zetel 1. De vereniging is genaamd: Woningbouwvereniging Arnemuiden. 2. De vereniging heeft haar zetel in de gemeente Middelburg.

dossiernummer LP/GF/ STATUTENWIJZIGING

Afschrift van de statuten van Stichting Fedra. Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

STATUTENWIJZIGING STICHTING TBV

Van de statuten van de stichting: Stichting Providebit te Utrecht

jongeren te (doen) voorkomen, casu quo beperken met als uiteindelijk doel tabaksgebruik tot geschiedenis te maken;

STATUTENWIJZIGING Stichting Woningcorporaties Het Gooi en omstreken Hoofdstuk I. Algemene bepalingen Artikel 1 - Definities

Governance Woonkracht10

STATUTEN WONINGSTICHTING DOMUS. (statutenwijziging 8 mei 2018)

AKTE VAN STATUTENWIJZIGING VAN WONINGSTICHTING DE VESTE AK/dk

STATUTEN CASADE WOONSTICHTING. Casade Woondiensten

15382 STATUTENWIJZIGING

CONCEPT STATUTEN van STICHTING OBLIGATIEHOUDERS OLD LIQUORS INVEST

Governance Woonkracht10

STATUTEN Naam en Zetel Artikel 1 1. De stichting draagt de naam: Stichting tot Bevordering en Stimulering van Onderzoek, Beschrijving en Publiceren

STATUTEN STICHTING PARTICIPATIE CERTIFICAAT 2017

Van Rhijn notarissen te Zeist

STATUTEN WONINGBOUWVERENIGING BETER WONEN Goedgekeurd door de Algemene Ledenvergadering dd 7 december 2016

tweeduizend zestien, verscheen voor mij, negentienhonderd zevenenzeventig ( ). De verschenen persoon gaf te kennen:

S T A T U T E N : 1. Naam. Zetel. 1.1 De stichting draagt de naam: Stichting Solus Non Solus. 1.2 Zij is gevestigd te Amsterdam. 2. Doel. 2.

dossier : 1 behandelaar :

STATUTEN Begripsbepalingen Naam en zetel Stichting HuurdersAdviesRaad Houten Doel

STATUTENWIJZIGING. Stichting Pré wonen

STATUTEN. Dit is een uitgave van: WSG Markt 32/34 Postbus AC Geertruidenberg Tel. (0162) Fax. (0162)

NAAM EN ZETEL Artikel 1 DOEL Artikel 2 VERMOGEN Artikel 3 BESTUUR Artikel 4

Nijmegen 1 mei Mr H. Oosterdijk, notaris

STATUTENWIJZIGING. Blad 1

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen... 1 Artikel 1- Naam en Zetel... 1 Artikel 2- Werkgebied, doel... 1

C O N C E P T. blad 1 OPRICHTING STICHTING

periode van ten hoogste vier jaar worden herbenoemd. 4. Alvorens de Raad van Commissarissen een lid van het bestuur (her)benoemt, verzoekt de

Transcriptie:

Pagina 1 van 14 JT/SB/201650643 01/04/2017 STATUTEN stichting Reggewoon Naam en zetel. Toegelaten instelling. Artikel 1. 1. De stichting draagt de naam: stichting Reggewoon. 2. De stichting heeft haar zetel te Nijverdal, gemeente Hellendoorn. 3. In deze statuten wordt verstaan onder toegelaten instelling een stichting of vereniging in de zin van artikel 19 van de Woningwet. Doel. Artikel 2. De stichting heeft ten doel uitsluitend werkzaam te zijn op het gebied van de volkshuisvesting zoals omschreven in artikel 45 van de Woningwet. Organen. Begrippen. Artikel 3. 1. De stichting kent de volgende organen: - de raad van commissarissen; - het bestuur. 2. Een lid van de raad van commissarissen wordt in deze statuten aangeduid als: commissaris. Een lid van het bestuur wordt in deze statuten aangeduid als: bestuurder. Taken en bevoegdheden raad van commissarissen. Artikel 4. 1. De raad van commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting en de door haar in stand gehouden onderneming. Hij staat het bestuur met raad ter zijde. De raad van commissarissen onderschrijft de Governancecode voor woningcorporaties en is verplicht deze Governancecode na te leven. 2. Bij de vervulling van hun taak richten de commissarissen zich naar het belang van de stichting en de door haar in stand gehouden onderneming, naar het te behartigen maatschappelijk belang en naar het belang van de betrokken belanghebbenden. 3. De raad van commissarissen voorziet in het behouden en ontwikkelen van de kennis en de vaardigheden die met inachtneming van het bij en krachtens de Woningwet bepaalde noodzakelijk zijn voor het geschikt blijven van personen voor het lidmaatschap van de raad van commissarissen. 4. Commissarissen vervullen hun taak zonder mandaat van degene door wie ze zijn voorgedragen en onafhankelijk van bij de onderneming betrokken deelbelangen. 5. De raad van commissarissen is bevoegd tot het nemen van maatregelen die voor de uitoefening van dat toezicht nodig zijn. De raad van commissarissen is niet gehouden over zijn handelingen verantwoording af te leggen aan het bestuur.

Pagina 2 van 14 6. De raad van commissarissen is bevoegd om zich bij de uitvoering van zijn taken op kosten van de stichting te laten bijstaan door één of meer deskundigen. 7. Het bestuur verschaft de raad van commissarissen tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens. Samenstelling raad van commissarissen. Artikel 5. 1. De raad van commissarissen van de stichting bestaat uit ten minste drie (3) leden. Slechts natuurlijke personen kunnen commissaris zijn. Het aantal leden wordt, met inachtneming van het minimum, door de raad van commissarissen vastgesteld. 2. De raad van commissarissen kiest uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter. Wijze van benoeming commissarissen. Artikel 6. 1. De commissarissen worden benoemd door de raad van commissarissen, een en ander met inachtneming van hetgeen is bepaald in dit artikel 6. 2. De in het belang van de huurders van woongelegenheden van de stichting werkzame huurdersorganisaties hebben gezamenlijk het recht om een bindende voordracht te doen voor ten minste een derde van het aantal commissarissen, hetgeen onder meer met zich mee brengt een voordracht van één commissaris, indien de raad van commissarissen uit drie personen bestaat, danwel een bindende voordracht voor twee commissarissen, indien de raad van commissarissen uit vier of meer commissarissen bestaat. Het aantal op grond van dit lid voorgedragen commissarissen is zodanig, dat zij tezamen ten minste een derde deel en niet de meerderheid van de raad van commissarissen kunnen uitmaken. Indien er geen zodanige huurdersorganisatie is, komt het hiervoor genoemde voordrachtsrecht toe aan de bewonerscommissies als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g van de Wet op het overleg huurders verhuurder gezamenlijk. Indien geen voordracht is gedaan op grond van dit lid 2, draagt de raad van commissarissen er zorg voor dat de huurders van de woongelegenheden in de gelegenheid worden gesteld om een zodanige voordracht te doen. 3. De raad van commissarissen gaat bij de benoeming van commissarissen niet aan de voordracht als hiervoor genoemd in lid 2 voorbij, tenzij door die benoeming in strijd met artikel 30 van de Woningwet danwel in strijd met de profielschets als genoemd in lid 8 van dit artikel zou worden gekomen, in welk geval de raad van commissarissen uit de kring van huurders van de woongelegenheden van toegelaten instellingen of uit de kring van huurdersorganisaties tot benoeming overgaat van evenveel commissarissen als het aantal vacante zetels waarop de voordracht betrekking had. 4. De raad van commissarissen deelt aan de in de hiervoor in lid 2 genoemde huurderorganisaties, dan wel, indien zij ontbreken, de bewonerscommissies of voor zover van toepassing aan de huurders van de woongelegenheden van de stichting zo spoedig mogelijk schriftelijk mee wanneer een zetel, bestemd voor een persoon als bedoeld in lid 2 vrijkomt. De raad van commissarissen nodigt hen daarbij uit een voordracht te doen. 5. De voordracht dient binnen zes weken na dagtekening van de hiervoor in lid 4 bedoelde uitnodiging te worden gedaan. De termijn kan door de raad van

Pagina 3 van 14 commissarissen, op een daartoe strekkend verzoek van de huurdersorganisaties, dan wel indien deze ontbreken, de huurders van de woongelegenheden van de stichting gezamenlijk, de in dit lid vermelde termijn met ten hoogste zes weken verlengen. 6. Indien geen voordracht als bedoeld in lid 4 wordt gedaan, draagt de raad van commissarissen er zorg voor dat hetzelfde aantal commissarissen uit de huurders van de woongelegenheden van de stichting wordt benoemd als waarop die voordracht betrekking zou kunnen hebben gehad, met dien verstande dat die benoeming niet in strijd mag zijn met het bepaalde bij of krachtens artikel 30 van de Woningwet. 7. Alvorens de raad van commissarissen een persoon tot commissaris (her)benoemt, verzoekt de stichting aan de minister belast met de zorg voor de volkshuisvesting om zijn zienswijze op de geschiktheid van de desbetreffende persoon voor het lidmaatschap van de raad van commissarissen en de betrouwbaarheid van die persoon aan haar kenbaar te maken. 8. De raad van commissarissen stelt voor vacatures een profielschets op voor een te benoemen persoon, rekening houdend met de volgende uitgangspunten: - de raad van commissarissen dient zodanig te zijn samengesteld dat een constructieve besluitvorming mogelijk is; - de commissarissen dienen zowel ten opzichte van elkaar als ten opzichte van de bestuurders danwel het bestuur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch te kunnen opereren; - er dient in de raad van commissarissen voldoende deskundigheid aanwezig te zijn op bestuurlijk en maatschappelijk terrein; - de raad van commissarissen dient pluriform te zijn samengesteld en de commissarissen dienen deskundig te zijn; - de commissarissen hebben geen persoonlijk belang in de stichting of de door haar in stand gehouden onderneming. 9. De commissarissen delen aan de stichting mede hun functies en maatschappelijke betrekkingen en wijzigingen daarin. 10. Degene die voor benoeming in de raad van commissarissen in aanmerking wenst te komen, kan niet daarin worden benoemd, dan nadat hij aan de raad van commissarissen een verklaring heeft overgelegd, die inhoudt dat hij niet eerder een bestuurlijke of toezichthoudende functie heeft bekleed bij enige rechtspersoon of vennootschap die op het maatschappelijke belang gerichte werkzaamheden verricht ten aanzien waarvan, als gevolg van zijn handelen of nalaten, een aanwijzing of maatregel wegens falend toezicht, falend bestuur of falend beleid is opgelegd en dat hij nooit voor een financieel-economisch delict is veroordeeld. 11. De raad van commissarissen zal binnen twee maanden nadat een vacature is ontstaan, daarin voorzien, een en ander met in achtneming van het in dit artikel bepaalde. Indien één of meer commissarissen ontbreken, is de niet- voltallige raad van commissarissen niettemin bevoegd. 12. Commissarissen worden benoemd voor een termijn van ten hoogste vier jaar. Zij treden af volgens een door de raad van commissarissen vast te stellen rooster van aftreden. Een aftredende commissaris is éénmaal herbenoembaar voor een (al dan

Pagina 4 van 14 niet) aansluitende periode van vier (4) jaar. 13. Aan de commissarissen kan een redelijke vergoeding worden toegekend. De hoogte van deze vergoeding wordt door de raad van commissarissen vastgesteld, met inachtneming van de ter zake geldende wettelijke bepalingen en/of ministeriële regelingen. Onverenigbaarheden commissarissen. Artikel 7. 1. Het lidmaatschap van de raad van commissarissen is niet verenigbaar met: a. het lidmaatschap van een bestuur van een toegelaten instelling; b. het eerdere lidmaatschap van het bestuur van de stichting of haar directe rechtsvoorganger; c. het eerdere lidmaatschap van de raad van commissarissen van een toegelaten instelling of haar directe rechtsvoorganger, indien ten tijde van dat lidmaatschap in verband met een ondeugdelijke bedrijfsvoering aan die toegelaten instelling een aanwijzing als bedoeld in artikel 61d van de Woningwet is gegeven of een maatregel als bedoeld in artikel 48 zevende lid, 61g eerste, tweede of derde lid, of 61h eerste lid, 104a eerste lid, 105 eerste lid of 120b van de Woningwet is opgelegd; d. het lidmaatschap van enig raad van toezicht, raad van commissarissen of dienovereenkomstige andere toezichthoudende instantie, indien een andere commissaris van de stichting zitting heeft in zodanige raad of instantie; e. het lidmaatschap van een orgaan van, of een functie bij, een andere rechtspersoon of vennootschap die op het maatschappelijke belang gerichte werkzaamheden verricht, indien een bestuurder van de stichting bestuurder is van die rechtspersoon of vennootschap; f. het lidmaatschap van een college van burgemeester en wethouders van een gemeente waar de stichting haar zetel heeft of feitelijk werkzaam is, of van een orgaan van een organisatie die zich ten doel stelt de belangen van de gemeenten te behartigen; g. het lidmaatschap van een college van gedeputeerde staten van een provincie waar de stichting haar zetel heeft of feitelijk werkzaam is, of van een orgaan van een organisatie die zich ten doel stelt de belangen van provincies te behartigen; h. het lidmaatschap van een dagelijks bestuur van een waterschap waar de stichting haar zetel heeft of feitelijk werkzaam is, of van een orgaan van een organisatie die zich ten doel stelt de belangen van waterschappen te behartigen; i. een functie als ambtenaar bij het Rijk, een provincie, een gemeente of een waterschap en enige andere functie, indien de aan die functie verbonden werkzaamheden meebrengen dat een betrokkenheid ontstaat of kan ontstaan bij de werkzaamheden van de stichting of bij de ontwikkeling of de uitvoering van het overheidsbeleid op het terrein van de volkshuisvesting; j. een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek met de stichting; k. een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek met of functionele betrokkenheid bij een bedrijf of

Pagina 5 van 14 organisatie waarvan de belangen strijdig zouden kunnen zijn met die van de stichting; l. een eerste of tweede graad van bloed-/aanverwantschap, huwelijk, geregistreerd partnerschap of het voeren van een duurzame gemeenschappelijke huishouding met een bestuurder, een commissaris of een werknemer van de stichting; m. een bestuurderslidmaatschap van of een arbeidsovereenkomst met een werknemersorganisatie welke pleegt betrokken te zijn bij de vaststelling van arbeidsvoorwaarden van werknemers van toegelaten instellingen. 2. Een commissaris ten aanzien van wie zich een onverenigbaarheid voordoet als bedoeld in lid 1 van dit artikel, meldt dit onmiddellijk aan de voorzitter of de plaatsvervangende voorzitter van de raad van commissarissen, en treedt, tenzij de onverenigbaarheid onmiddellijk ongedaan wordt gemaakt, af als commissaris. Ontstentenis of belet raad van commissarissen. Artikel 8. 1. Bij ontstentenis of belet van een of meer commissarissen behoudt de raad van commissarissen zijn bevoegdheden. 2. Van belet is sprake bij vermissing of gebleken onbereikbaarheid gedurende ten minste twee weken alsmede indien de commissaris door ziekte, ongeval of welke oorzaak ook duurzaam in een lichamelijke en/of geestelijke toestand bevindt waardoor hij zich op grond van onvoldoende bewustzijn of onvermogen niet kan uiten. 3. De raad van commissarissen wijst jaarlijks in zijn laatste vergadering van het kalenderjaar twee personen van buiten zijn kring aan die ingeval van belet of ontstentenis van de gehele raad van commissarissen tijdelijk de functie van commissaris op zich nemen en die, ingeval van ontstentenis van alle leden van de raad, zo spoedig mogelijk voorzien in de benoeming van een voltallige raad van commissarissen met inachtneming van het bepaalde in de statuten. De door de raad van commissarissen aan te wijzen personen dienen te voldoen aan de eisen die de wet en de statuten stellen aan commissarissen van de stichting. Indien de aangewezen personen niet in staat zijn om in voorkomend geval tijdelijk de functie van commissaris op zich te nemen, verzoekt de stichting de rechtbank om twee personen als commissaris aan te wijzen. Schorsing/ontslag commissarissen. Einde lidmaatschap raad van commissarissen. Artikel 9. 1. De commissarissen kunnen worden geschorst door (i) de raad van commissarissen, bij besluit genomen met ten minste twee derde meerderheid van stemmen in een vergadering waarin alle commissarissen aanwezig of vertegenwoordigd zijn (betrokkene niet meegerekend) of (ii) door de minister belast met de zorg voor de volkshuisvesting. 2. Tot schorsing van een commissaris door de raad van commissarissen kan slechts worden besloten nadat de commissaris in de gelegenheid is gesteld zich tegenover de raad van commissarissen te verklaren. Een besluit tot schorsing dient onverwijld aan deze commissaris schriftelijk en gemotiveerd te worden medegedeeld. 3. Een commissaris die is geschorst, is niet bevoegd de in deze statuten en indien van toepassing een reglement toegekende taken uit te oefenen.

Pagina 6 van 14 4. Een schorsing van een commissaris die niet binnen een maand na aanvang van de schorsing is gevolgd door het indienen van een verzoek tot ontslag bij de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam, vervalt door het enkele verloop van die termijn. 5. De ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam kan een commissaris of de raad van commissarissen ontslaan wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen of wegens ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond waarvan het aanblijven als commissaris of als raad van commissarissen redelijkerwijs niet van de stichting kan worden verlangd. Het verzoek kan worden ingediend door de stichting, te dezen vertegenwoordigd door het bestuur of de raad van commissarissen of door de minister belast met de zorg voor de volkshuisvesting. 6. Het lidmaatschap van de raad van commissarissen eindigt: a. door overlijden van de commissaris; b. door aftreden van de commissaris; c. door het verstrijken van de termijn waarvoor de commissaris is benoemd; d. door ontslag door de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam als in lid 5 van dit artikel is bepaald. Vergaderingen en besluiten raad van commissarissen. Artikel 10. 1. Elk jaar worden ten minste vier vergaderingen gehouden. 2. Vergaderingen zullen voorts worden gehouden wanneer de voorzitter van de raad van commissarissen dit wenselijk acht of indien één van de andere commissarissen danwel één van de bestuurders daartoe schriftelijk en onder opgave van de onderwerpen aan de voorzitter het verzoek richt. Indien de vergadering niet binnen drie weken wordt gehouden, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen mits met inachtneming van de vereiste formaliteiten. 3. De oproep tot de vergadering geschiedt schriftelijk ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproep en die van de vergadering niet meegerekend. 4. De oproep vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de agenda. 5. Indien in een vergadering alle commissarissen aanwezig zijn, kunnen over alle onderwerpen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen. 6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de raad van commissarissen; bij diens afwezigheid door de plaatsvervangende voorzitter en bij ook diens afwezigheid door een andere commissaris aan te wijzen door de raad van commissarissen. 7. De raad van commissarissen kan alleen besluiten nemen indien de meerderheid van de commissarissen ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Een commissaris kan zich door een andere commissaris laten vertegenwoordigen na overlegging van een volmacht, met dien verstande dat de gevolmachtigde maximaal van één volmacht gebruik kan maken. 8. Stemmingen geschieden mondeling, tenzij een commissaris schriftelijke stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.

Pagina 7 van 14 9. Iedere commissaris heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voorzover de statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle besluiten genomen met volstrekte meerderheid van stemmen. 10. Het door de voorzitter van de vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van de stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde een commissaris dit verlangt, waarbij het te nemen besluit schriftelijk wordt vastgelegd. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. 11. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden. Deze notulen worden door degene die de vergadering heeft geleid en een andere commissaris die op de betreffende vergadering aanwezig was, vastgesteld en ondertekend. 12. De raad van commissarissen kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle toezichthouders in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk hun mening te uiten en schriftelijk bevestigd hebben geen bezwaar te hebben tegen deze wijze van besluitvorming. Onder schriftelijk worden in deze statuten steeds begrepen alle via gangbare communicatiekanalen overgebrachte en op schrift te ontvangen stukken. 13. De raad van commissarissen vergadert ten minste één keer per jaar ten aanzien van: - het eigen functioneren; - het functioneren van de individuele commissarissen; - het functioneren van het bestuur en de individuele bestuursleden. 14. Eens per twee jaar beoordeelt de raad van commissarissen het functioneren van de raad van commissarissen onder externe begeleiding door één of meer van de stichting en commissarissen onafhankelijke deskundigen, die dienen te beschikken over aantoonbare expertise op het gebied van en ervaring met het beoordelen van toezichthoudende organen in het algemeen en van raden van commissarissen van toegelaten instellingen in het bijzonder. 15. De raad van commissarissen kan het bestuur uitnodigen een vergadering van de raad van commissarissen bij te wonen. Het bestuur en de bestuurders zijn, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, verplicht aan de uitnodiging gevolg te geven. Taken en bevoegdheden bestuur. Artikel 11. 1. Behoudens beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de stichting. Het bestuur onderschrijft de Governancecode voor woningcorporaties en is verplicht deze Governancecode na te leven. 2. Het bestuur stelt een overzicht op van voorgenomen werkzaamheden, waaruit de gemeenten waar zij feitelijk werkzaam is kunnen afleiden welke werkzaamheden op hun grondgebied zijn voorzien, en welke bijdrage daarmee is beoogd aan de uitvoering van het volkshuisvestingsbeleid dat in die gemeenten geldt. Het overzicht heeft betrekking op de eerstvolgende vijf kalenderjaren en heeft mede betrekking op de met de stichting verbonden ondernemingen.

Pagina 8 van 14 3. Het bestuur voorziet in het behouden en ontwikkelen van de kennis en de vaardigheden die met inachtneming van het bij en krachtens de Woningwet bepaalde noodzakelijk zijn voor het geschikt blijven van personen voor het lidmaatschap van het bestuur. 4. Het bestuur stelt ten minste een maal per jaar de raad van commissarissen schriftelijk op de hoogte van de hoofdlijnen van het strategische beleid, de algemene en financiële risico s en het beheers- en controlesysteem van de toegelaten instelling. 5. Aan de goedkeuring van de raad van commissarissen zijn onderworpen besluiten van het bestuur die betreffen: a. de overdracht of overgang van de door de stichting in stand gehouden onderneming danwel een overwegend deel van die onderneming aan een derde; b. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de stichting met een andere rechtspersoon of vennootschap danwel als volledig aansprakelijke vennoot in een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de stichting; c. het vervreemden van onroerende zaken en hun onroerende en infrastructurele aanhorigheden van de stichting, het daarop vestigen van een recht van erfpacht, opstal of vruchtgebruik, en het overdragen van de economische eigendom daarvan, voor zover daarmee een bedrag van meer dan vijfhonderd duizend euro ( 500.000) per jaar, exclusief omzetbelasting, mee gemoeid is; d. het doen van een investering ten behoeve van de volkshuisvesting, indien daarmee ten minste drie miljoen euro ( 3.000.000) per jaar, exclusief omzetbelasting, mee gemoeid is; e. het doen van overige investeringen en/of het aangaan van rechtshandelingen, indien daarmee ten minste tweehonderdvijftig duizend euro ( 250.000) per jaar, exclusief omzetbelasting, mee gemoeid is en eveneens niet is opgenomen in de begroting; f. het wijzigen van de statuten en de vaststelling, wijziging of opheffing van een bestuursreglement van de stichting; g. het ontbinden van de stichting of wijziging van de rechtsvorm; h. het aanvragen van surseance van betaling of aangifte van faillissement van de stichting; i. de gelijktijdige beëindiging of beëindiging binnen een kort tijdsbestek van de arbeidsovereenkomst van een aanmerkelijk aantal werknemers van de stichting; j. een ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers van de stichting of van personen die als zelfstandigen of in een rechtspersoon of vennootschap daarin werkzaam zijn; k. het vaststellen van het overzicht als bedoeld in lid 2 van dit artikel; l. de vaststelling van het volkshuisvestingsverslag; m. de vaststelling dan wel wijziging van de begroting; n. de vaststelling van meerjarenprognoses en de financiële meerjarenplanning; o. het uitgeven van schuldbrieven;

Pagina 9 van 14 p. het bezwaren van de onder sub c bedoelde zaken; q. het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt; r. het vaststellen dan wel wijzigen van een reglement voor het financiële beleid en beheer, inclusief het investerings-, beleggings- en treasurystatuut; s. het oprichten van andere rechtspersonen; t. het vaststellen dan wel wijzigen van het beleid van de stichting op hoofdlijnen; u. het uitoefenen van stemrecht op aandelen in een dochtermaatschappij van de stichting alsook op aandelen die een deelneming van de stichting vormen; v. de opdracht tot het uitvoeren van visitatie bij de stichting en de wijze van uitvoering van en verslaglegging over de visitatie. 6. Het ontbreken van goedkeuring als bedoeld in lid 5 van dit artikel tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur niet aan. Vertegenwoordiging. Artikel 12. 1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting, voorzover uit de wet of deze statuten niet anders voortvloeit. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt bovendien toe aan iedere bestuurder afzonderlijk. 2. De bestuurder die voorziet dat een tegenstrijdig belang met de stichting aanwezig is of kan ontstaan, stelt hiervan de raad van commissarissen terstond op de hoogte. Indien de stichting een tegenstrijdig belang heeft met een bestuurder, wordt de stichting vertegenwoordigd door een bijzonder vertegenwoordiger, daartoe door de raad van commissarissen, al dan niet uit zijn midden, aangewezen. 3. Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt, een en ander met inachtneming van artikel 11 lid 5. Samenstelling en wijze van benoeming bestuurders. Artikel 13. 1. Het bestuur bestaat uit een of meer bestuurders. Bestuurders zijn natuurlijke personen. 2. De raad van commissarissen stelt het aantal bestuurders vast. Indien het bestuur uit meerdere bestuurders bestaat, wijst de raad van commissarissen een bestuurder als voorzitter aan. 3. De bestuurders worden benoemd door de raad van commissarissen. De bezoldiging en verdere arbeidsvoorwaarden van iedere bestuurder worden vastgesteld door de raad van commissarissen conform de vigerende wettelijke kaders. Het beleid aangaande de bezoldiging en verdere arbeidsvoorwaarden, inclusief beloning, wordt zowel in het jaarverslag als op de website van de stichting gepubliceerd. 4. Bestuurders worden benoemd voor een termijn van ten hoogste vier jaar. Een aftredende bestuurder is terstond herbenoembaar. 5. Alvorens de raad van commissarissen een bestuurder (her)benoemt, verzoekt de

Pagina 10 van 14 stichting aan de minister belast met de zorg voor de volkshuisvesting om zijn zienswijze op de geschiktheid van de desbetreffende persoon voor het lidmaatschap van het bestuur en de betrouwbaarheid van die persoon aan haar kenbaar te maken. 6. Degene die voor benoeming van het bestuur in aanmerking wenst te komen, kan niet daarin worden benoemd, dan nadat hij aan de raad van commissarissen een verklaring heeft overgelegd, die inhoudt dat hij niet eerder een bestuurlijke of toezichthoudende functie heeft bekleed bij enige rechtspersoon of vennootschap die op het maatschappelijke belang gerichte werkzaamheden verricht ten aanzien waarvan, als gevolg van zijn handelen of nalaten, een aanwijzing of maatregel wegens falend toezicht, falend bestuur of falend beleid is opgelegd en dat hij nooit voor een financieel-economisch delict is veroordeeld. Onverenigbaarheden bestuurders. Artikel 14. 1. Het lidmaatschap van het bestuur is niet verenigbaar met: a. het lidmaatschap van een bestuur van een andere toegelaten instelling; b. het lidmaatschap van een ander orgaan van, of een andere functie bij, een toegelaten instelling; c. het lidmaatschap van het bestuur van een andere rechtspersoon of vennootschap, tenzij die rechtspersoon of vennootschap: - een dochtermaatschappij van de stichting is; - op het maatschappelijke belang gerichte werkzaamheden verricht, en de raad van commissarissen met dat lidmaatschap heeft ingestemd. De raad van commissarissen kan aan zijn instemming voorwaarden verbinden; d. het eerdere lidmaatschap van het bestuur of de raad van commissarissen van een toegelaten instelling of haar directe rechtsvoorganger, indien ten tijde van dat lidmaatschap in verband met een ondeugdelijke bedrijfsvoering aan die toegelaten instelling een aanwijzing als bedoeld in artikel 61d van de Woningwet is gegeven of een maatregel als bedoeld in de artikelen 48 zevende lid, 61g eerste, tweede of derde lid, of 61h eerste lid, 104a eerste lid, 105 eerste lid of 120b van de Woningwet is opgelegd; e. het lidmaatschap van een college van burgemeester en wethouders of van een orgaan van een organisatie die zich ten doel stelt de belangen van de gemeenten te behartigen; f. het lidmaatschap van een college van gedeputeerde staten of van een orgaan van een organisatie die zich ten doel stelt de belangen van provincies te behartigen; g. het lidmaatschap van een dagelijks bestuur van een waterschap of van een orgaan van een organisatie die zich ten doel stelt de belangen van waterschappen te behartigen; h. een functie als ambtenaar bij het Rijk, een provincie, een gemeente of een waterschap en enige andere functie, indien de aan die functie verbonden werkzaamheden meebrengen dat een betrokkenheid ontstaat of kan ontstaan bij de werkzaamheden van de stichting of bij de ontwikkeling of de uitvoering van het overheidsbeleid op het terrein van de volkshuisvesting; i. een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610, eerste lid, van Boek 7 van

Pagina 11 van 14 het Burgerlijk Wetboek met of functionele betrokkenheid bij een bedrijf of organisatie waarvan de belangen strijdig zouden kunnen zijn met die van de stichting; j. een eerste of tweede graad van bloed-/aanverwantschap, huwelijk, geregistreerd partnerschap of het voeren van een duurzame gemeenschappelijke huishouding met een bestuurder, een commissaris of een werknemer van de stichting; k. een bestuurderslidmaatschap van of een arbeidsovereenkomst met een werknemersorganisatie welke pleegt betrokken te zijn bij de vaststelling van arbeidsvoorwaarden van werknemers van toegelaten instellingen; l. een eerder lidmaatschap, in de drie jaar voorafgaand aan de beoogde datum van diens benoeming tot bestuurder, van de raad van commissarissen van de stichting, tenzij de desbetreffende persoon in die periode tijdelijk de bestuurstaken heeft waargenomen. Schorsing/ontslag bestuurders. Einde lidmaatschap bestuur. Artikel 15. 1. Iedere bestuurder kan te allen tijde door de raad van commissarissen worden geschorst en ontslagen. Elke schorsing kan een of meer malen worden verlengd. Een schorsing (inclusief eventuele verlengingen) kan in totaal niet langer duren dan drie maanden. Is na verloop van die tijd geen beslissing genomen omtrent opheffing van de schorsing of ontslag, dan eindigt de schorsing. 2. Tot schorsing of ontslag van een bestuurder kan slechts worden besloten nadat de bestuurder in de gelegenheid is gesteld zich tegenover de raad van commissarissen te verklaren. 3. Een besluit tot schorsing of ontslag van een bestuurder dient onverwijld aan deze bestuurder schriftelijk en gemotiveerd te worden medegedeeld. 4. Een bestuurder die is geschorst, is niet bevoegd de in deze statuten en indien van toepassing een bestuursreglement toegekende taken uit te oefenen. 5. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt: a. door overlijden van de bestuurder; b. door schriftelijke ontslagneming van de bestuurder; c. door het verstrijken van de termijn waarvoor benoeming heeft plaatsgevonden; d. door ontslag door de raad van commissarissen wegens het intreden van een onverenigbaarheid als bedoeld in artikel 14; e. door ontslag door de raad van commissarissen om andere redenen; f. door ontslag door de rechtbank overeenkomstig artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek. 6. Bij ontstentenis of belet van een bestuurder is de overblijvende bestuurder of zijn de overblijvende bestuurders tijdelijk met het besturen van de stichting belast. Bij ontstentenis of belet van alle bestuurders of de enige bestuurder is de persoon of zijn de personen, daartoe door de raad van commissarissen al dan niet uit zijn midden te benoemen, tijdelijk met het besturen van de stichting belast. Is de aangewezen persoon een persoon uit de raad van commissarissen, dan is hij/zij gedurende de periode dat hij tijdelijk met bestuur is belast niet bevoegd om de in deze statuten en indien van toepassing reglement van de raad van

Pagina 12 van 14 commissarissen toegekende bevoegdheden uit te oefenen. Van belet is sprake bij vermissing of gebleken onbereikbaarheid gedurende ten minste twee weken alsmede indien de bestuurder door ziekte, ongeval of welke oorzaak ook duurzaam in een lichamelijke en/of geestelijke toestand bevindt waardoor hij zich op grond van onvoldoende bewustzijn of onvermogen niet kan uiten. Is er sprake van ontstentenis (ontbreken) van alle bestuurders of de enige bestuurder dan dient de raad van commissarissen binnen drie maanden een nieuw bestuur te benoemen. Vergaderingen en besluiten van het bestuur. Artikel 16. Voor het geval het bestuur bestaat uit meerdere leden, stelt het bestuur een reglement op waarin nadere regels worden opgenomen omtrent de verdeling van werkzaamheden, de werkwijze, de vergaderwijze alsmede het functioneren van het bestuur. Dit reglement behoeft de goedkeuring van de raad van commissarissen. Boekjaar. Jaarstukken. Begroting. Artikel 17. 1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Het bestuur stelt binnen drie maanden na afloop van het boekjaar een jaarrekening, een jaarverslag, een volkshuisvestingsverslag en een overzicht van de overige verantwoordingsgegevens op, die moeten voldoen aan de voorschriften die ter zake voor toegelaten instellingen gelden. 3. De raad van commissarissen laat de in het hiervoor genoemde lid 2 bedoelde stukken onderzoeken door een door hem aangewezen registeraccountant, Accountant- Administratieconsulent als bedoeld in de Woningwet of door een organisatie waarin accountants, die mogen worden aangewezen, samenwerken. 4. De opdrachtverlening tot beoordeling van deze stukken kan door de raad van commissarissen te allen tijde worden ingetrokken. 5. De jaarrekening en het jaarverslag worden door de bestuurders en de commissarissen ondertekend. Ontbreekt de handtekening van één of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. 6. De jaarrekening wordt door de raad van commissarissen vastgesteld binnen vier maanden na afloop van het boekjaar. 7. Het verlenen van decharge aan het bestuur geschiedt bij afzonderlijk besluit van de raad van commissarissen. 8. Voor het begin van het boekjaar stelt het bestuur de begroting voor het komende jaar vast. De vaststelling behoeft de voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen. Reglement. Artikel 18. 1. Het bestuur is bevoegd een reglement voor het bestuur vast te stellen, waarin onderwerpen (zoals taakverdeling, werkwijze) worden geregeld die niet in de statuten zijn opgenomen. Het bestuur is eveneens bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen. 2. Het vaststellen, wijzigen of opheffen van een reglement door het bestuur behoeft de goedkeuring van de raad van commissarissen.

Pagina 13 van 14 3. De raad van commissarissen is bevoegd een reglement voor de raad van commissarissen vast te stellen, waarin onderwerpen (zoals taakverdeling, werkwijze) worden geregeld, die niet in de statuten zijn opgenomen. De raad van commissarissen is eveneens bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen. 4. Een reglement mag niet met de wet of de statuten in strijd zijn. Statutenwijziging. Artikel 19. 1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen. Het besluit tot statutenwijziging behoeft de goedkeuring van de raad van commissarissen welke goedkeuring dient te worden verleend met een meerderheid van twee derde gedeelte van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste twee derde gedeelte van het aantal in functie zijnde commissarissen aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien in de vergadering minder dan twee derde gedeelte van het aantal in functie zijnde commissarissen aanwezig of vertegenwoordigd is, kan een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen en gehouden, te houden niet eerder dan twee weken na de eerste vergadering en niet later dan zes weken na de eerste vergadering, in welke nieuwe vergadering over hetzelfde voorstel tot statutenwijziging kan worden besloten, ongeacht het ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde aantal commissarissen. In de oproeping voor die nieuwe vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen ongeacht het ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde aantal commissarissen. 2. Voor wijziging van de statuten behoeft de stichting de goedkeuring van de minister belast met de zorg voor volkshuisvesting. De stichting legt hiertoe ieder voorgenomen wijziging van de statuten aan hem voor. 3. De wijziging dient op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand te komen. Tot het doen verlijden van die akte is iedere bestuurder bevoegd. 4. Het bepaalde in de vorige leden van dit artikel is van overeenkomstige toepassing op besluiten tot juridische fusie en op besluiten tot juridische splitsing. Ontbinding en vereffening. Artikel 20. 1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het besluit van ontbinding is hetgeen is bepaald in artikel 19 lid 1 van deze statuten van overeenkomstige toepassing. Bij het besluit tot ontbinding wordt een bewaarder van de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers aangewezen. 2. Bij ontbinding dient het bestuur van de stichting de minister belast met de zorg voor de volkshuisvesting hiervan onverwijld in kennis te stellen. 3. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voorzover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. 4. De vereffening geschiedt door de minister belast met de zorg voor de volkshuisvesting of een door hem daartoe aangewezen persoon of instantie, die optreedt als vereffenaar van het vermogen van de stichting, een en ander met in achtneming van de Woningwet. 5. De vereffening leidt ertoe dat dat vermogen uitsluitend bestemd blijft voor het

Pagina 14 van 14 behartigen van het belang van de volkshuisvesting. 6. De vereffenaar verkoopt het overschot (als bedoeld in artikel 23 lid 1 Boek 2 Burgerlijk Wetboek), voor zover daartoe iets anders dan geld behoort en een rechtelijke beschikking geen nadere aanwijzing behelst. De verkoop geschiedt in het openbaar naar de plaatselijke gewoonten en op de gebruikelijke voorwaarden. De vereffenaar kan bepalen in welke volgorde woongelegenheden als bedoeld in artikel 46 eerste lid, onderdeel b, van de Woningwet en gebouwen als bedoeld in artikel 45, tweede lid, onderdeel d, van de Woningwet ter verkoop worden aangeboden aan de verschillende categorieën mogelijke verkrijgers van die woongelegenheden of gebouwen. 7. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht. 8. Na afloop van de vereffening dienen de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de stichting gedurende zeven jaren te worden bewaard door de in lid 1 bedoelde bewaarder. Overgangsbepaling Artikel 21. 1. Het bepaalde in artikel 14 Lid 1 sub a tot en met d, g en h is niet van toepassing - tot een eventuele herbenoeming - op de bestuurders die voor één juli tweeduizend vijftien waren benoemd, met dien verstande dat voor deze persoon/personen de bepalingen betreffende de onverenigbaarheden blijven gelden zoals deze luidden in de statuten welke direct vooraf gingen aan de onderhavige statuten. 2. Het bepaalde in artikel 7 Lid 1 sub a tot en met e, h en i is niet van toepassing - tot een eventuele herbenoeming - op commissarissen die voor één juli tweeduizend vijftien waren benoemd, met dien verstande dat voor deze persoon/personen de bepalingen betreffende de onverenigbaarheden blijven gelden zoals deze luidden in de statuten welke direct vooraf gingen aan de onderhavige statuten. *****