Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw Carola Schouten;

Vergelijkbare documenten
Wijziging Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Evaluatie CO2-sturing glastuinbouw Onderdelen afspraken CO2 convenant, CO2-emissieruimte 2020 en CO2-sectorsysteem

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw

Behoort bij agendapunt 5 Cie. Voedingstuinbouw dd

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 4 december 2018 Betreft Resultaten 2017 Meerjarenafspraken energie-efficiëntie MJA3 en MEE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ENERGIE BESPAREN EN VERDUURZAMEN IN DE GLASTUINBOUW

Datum 23 december 2016 Betreft Voortgangsrapportage Energieakkoord 2016 en uitvoering Urgendavonnis

Energiebelasting en de glastuinbouw

Partijen, overwegende dat:

Programma Kas als Energiebron

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Van gas los! Dialoog In een breder perspectief: Klimaatakkoord Landbouw en Landgebruik Huidige situatie Opgave Klimaatakkoord Ambitie Glastuinbouw

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 2.9, vijfde lid, van het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging;

Nulmeting Regionale Energiemonitor Glastuinbouw Greenport West-Holland

Jaarplan Energie Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

C-165 Green Deal Trias onderzoeksboring Westland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

B-85 Green Deal verduurzamen dierenbeschermingcentra

Datum 20 december 2017 Betreft Resultaten 2016 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE

Programma Kas als Energiebron

Tweede Kamer der Staten-Generaal

C-163 Green Deal CO 2 -voorziening Glastuinbouw Noord-Holland

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De aansturing van het programma Kas als Energiebron

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Convenant uitwerking amendement cofinanciering opruiming drugsafvaldumpingen

Regionaal Energie Convenant

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw 2016

C-153 Green Deal Groen Bouwen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Berekening van de standaard CO 2 -emissiefactor aardgas t.b.v. nationale monitoring 2016 en emissiehandel 2016

B-140 Green Deal: Groene Gevangenis Veenhuizen: naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio

Berekening van de standaard CO 2 -emissiefactor aardgas t.b.v. kalenderjaar 2011 en emissiehandel 2012

Gevraagd besluit. Besluit. Partijen:

Nationale Energieverkenning 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Berekening van de standaard CO 2 -emissiefactor aardgas t.b.v. nationale monitoring 2014 en emissiehandel 2014

Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw Nico van der Velden en Pepijn Smit ENERGIE MONITOR

Lijst van vragen en antwoorden - wijziging van het Bouwbesluit 2012 inzake de aansluiting op het distributienet voor gas

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Convenant betreffende een financiële impuls ten behoeve van de Kwaliteitssprong Rotterdam Zuid ( ).

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw 2017

Geothermie en Glastuinbouw Partners voor een duurzame toekomst? Nico van Ruiten Amsterdam, 31 maart

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

1 Bent u bekend met het artikel Stem en geweten van de wetenschap van Martijn Katan uit de NRC van 9 maart 2018?

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regionale Energie Strategie

tig 7 M E I 7015 Ministerie van Financiën LTO Nederland Albert Jan Maat postbus LT Den Haag Datum

Convenant tussen de Staat der Nederlanden en de Bve Raad over de. gevolgen van de invoering van de Wet inburgering

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Regionale Energie Strategie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Datum 9 oktober 2015 Betreft Resultaten 2014 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 81, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000;

VR MED.0081/1

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Emissiehandel in Europa

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

32627 (Glas)tuinbouw Gewasbeschermingsbeleid. Nr. 19 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

CO 2 -uitstootrapportage 2011

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Emissiehandel in Europa

Achtergronddocument bij doorrekening Energieakkoord - sectoren industrie en land- en tuinbouw

C-179 Energiebesparing door de Energie Prestatie Keuring (EPK): Green Deal EPK Pilot

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van

Prognose CO 2. -emissie glastuinbouw Nico van der Velden en Pepijn Smit

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Europese lidstaten in het kader van de Lissabon-afspraken de EU tot de meest innovatieve economie ter wereld willen maken;

Hierna tezamen ook genoemd: Partijen; 1 Green Deal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gelet op artikel 5.14, derde lid, aanhef en onderdeel a, en achtste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw

Intentieverklaring biomassa uit bos, natuur, landschap en de houtketen

Wijziging Uitvoeringsregeling milieuverslaglegging

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HOOFDLIJNENAKKOORD WATERZUIVERING IN DE GLASTUINBOUW

Green Deal C-227 SEA RANGER SERVICE

Bestuursovereenkomst betreffende de operationalïteït voor civiel medegebruïk van de militaire radar bij Soesterberg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Transcriptie:

STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 66263 26 november 2018 Wijziging Convenant CO 2 emissieruimte binnen het CO 2 -sectorsysteem glastuinbouw voor de periode 2013 2020 Partijen: 1. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw Carola Schouten; 2. De Minister van Economische Zaken en Klimaat, de heer Eric Wiebes; 3. De Staatssecretaris van Financiën, de heer Menno Snel; Partijen 1 tot en met 3 handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en hierna samen te noemen: Rijksoverheid; 4. De vereniging LTO Nederland, te dezen vertegenwoordigd door de heer Marc Calon, hierna te noemen: LTO; 5. De vereniging Ondernemersorganisatie Glastuinbouw LTO-Noord/Glaskracht, te dezen vertegenwoordigd door de heer Sjaak van der Tak, hierna te noemen: LTO Glaskracht; Partijen 4 en 5 hierna samen te noemen: Glastuinbouwsector; Alle Partijen hierna samen te noemen: Partijen; Aanleiding: In februari 2012 is het Convenant CO 2 emissieruimte binnen het CO 2 -sectorsysteem glastuinbouw voor de periode 2013 2020 (CO 2 -convenant glastuinbouw) getekend door de toenmalige Staatssecretarissen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Infrastructuur en Milieu, en Financiën, de vereniging LTO Nederland, LTO Glaskracht Nederland en het inmiddels opgeheven Productschap Tuinbouw. Conform artikel 9 van het CO 2 -convenant glastuinbouw is de uitvoering van dit convenant geëvalueerd. Deze evaluatie van de CO 2 -sturing in de glastuinbouw voor de periode 2011 2016 is op 6 juli 2017 aan de Tweede Kamer aangeboden (hierna: Evaluatie). 1 De hoofdconclusie is dat de gemaakte afspraken door alle Partijen zijn nagekomen met uitzondering van de uitbreiding van het CO 2 - kostenvereveningssysteem (CO 2 -sectorsysteem) met individuele emissieruimtes. In artikel 11, lid 2, van het CO 2 -convenant glastuinbouw is bepaald dat indien de verwachting is dat de totale ETS- en non-ets-emissies uitkomt boven 7,1 Mton of onder 5,7 Mton en indien uit een evaluatie blijkt dat een vergaande verandering van areaal van de glastuinbouwsector of van de inzet van warmtekrachtkoppeling een bepalende factor is voor deze ontwikkeling, in gezamenlijk overleg besproken wordt of het CO 2 -convenant glastuinbouw aangepast moet worden. Uit de prognose van Wageningen Economic Research 2 gemaakt in het kader van de Evaluatie is gebleken dat beide factoren zich voordoen en dat de CO 2 -emissie van glastuinbouwbedrijven in 2020 naar verwachting uitkomt op 4,3 Mton (midden scenario). Partijen hebben het volgende overwogen: 1. Uit de Evaluatie blijkt dat de gemaakte afspraken uit het CO 2 -convenant glastuinbouw door Partijen zijn nagekomen met uitzondering van de uitbreiding van het CO 2 -sectorsysteem met individuele emissieruimtes. De Glastuinbouwsector heeft voor dit onderdeel van het CO 2 - convenant glastuinbouw een privaat systeem opgezet in lijn met afspraken daarover in het Energieakkoord. Voor dit systeem is een aanvraag voor een algemeen verbindendverklaring ingediend bij de Minister van Economische Zaken. De aanvraag is thans in behandeling waarbij diverse aspecten moeten worden beoordeeld die een zorgvuldige afweging behoeven. 1 Kamerstukken II, 2016/17, 32 813, nr.149. 2 Velden, N.J.A. van der en P. Smit, Prognose CO 2 -emissie glastuinbouw 2020, Wageningen Economic Research, rapport 2016 067, 2016. 1 Staatscourant 2018 nr. 66263 26 november 2018

2. Wageningen Economic Research raamt voor de periode 2014 2020 een daling van de CO 2 -emissie (4,3 Mton in 2020 in midden scenario). Deze daling wordt in het midden scenario veroorzaakt door een daling van de verkoop van elektriciteit (-37%), krimp van het areaal (25%), meer inkoop van elektriciteit (-16%), toename van het gebruik van duurzame energie (-14%), afname van het energiegebruik per m 2 kas (-9%) en minder inkoop van warmte (+1%). De prognose voor de CO 2 -emissie van de glastuinbouw in 2020 komt als gevolg hiervan onder het doel en onder de in het CO 2 -convenant afgesproken bandbreedte van 5,7 Mton. Dit is ook het geval wanneer alleen naar het effect van de verwachte verminderde elektriciteitsverkoop en krimp van het areaal gekeken wordt. 3. De partijen hebben op basis van deze resultaten besloten de emissieruimte voor de glastuinbouw technisch te corrigeren voor de verwachte verminderde elektriciteitsverkoop en krimp van het areaal, aangezien de hiermee gepaard gaande CO 2 -reductie geen inspanning van de glastuinbouw vraagt. 4. De technische correctie van de basis CO 2 -emissieruimte voor 2020 is als volgt bepaald. Uitgangswaarde is de in 2010 3 verwachte CO 2 emissie voor 2020 van 6,6 Mton die is gehanteerd bij het vaststellen van de basis CO 2 -emissieruimte voor 2020 in het Convenant. Deze waarde is gecorrigeerd voor het verschil tussen de prognoses uit 2010 en uit 2016 voor de omvang van het areaal en de verkoop van elektriciteit (midden varianten. Omgerekend betreft het 1,95 Mton CO 2. Een deel van de lagere verwachting van de inzet van warmtekrachtkoppeling hoort echter in een technische correctie niet meegenomen te worden. Dit betreft het indirecte effect dat een hoger gebruik van duurzame energie leidt tot minder inzet van de warmtekrachtkoppeling voor warmte en daardoor ook minder elektriciteit wordt geproduceerd en verkocht. Dit is te zien als inspanning van de sector. Het betreft volgens de prognose uit 2016 0,21 Mton. Het resultaat van deze correcties is vervolgens, net als in het Convenant, verminderd met 6% en afgerond op één decimaal. Dit leidt tot een technisch gecorrigeerde basis CO 2 -emissieruimte voor 2020 van (6,6-(1,95-0,21))*0,94=4,6 Mton CO 2. 5. De basis CO 2 -emissieruimte voor 2015 is op eenzelfde wijze technisch gecorrigeerd. De uitgangswaarde is bepaald op basis van de lineaire lijn tussen de verwachte emissies in 2013 en 2020 uit de prognose uit 2010. Deze is gecorrigeerd voor het verschil tussen de prognose uit 2010 en de realisatie 4 voor de omvang van het areaal en de verkoop van elektriciteit. Omgerekend betreft het 0,98 Mton CO 2. Het indirecte effect duurzame energie betreft 0,07 Mton 5. Het resultaat van deze correcties is vervolgens aangescherpt met een factor op de lijn tussen 0% in 2013 en 6% in 2020. Dit leidt tot een technisch gecorrigeerde basis CO 2 -emissieruimte voor 2015 van (7,2-(0,98-0,07))*0,98=6,2 Mton CO 2. 6. Voor de tussenliggende jaren wordt de basis CO 2 -emissieruimte bepaald op basis van een lineaire lijn tussen de technisch gecorrigeerde emissieruimtes van 2015 en 2020 7. De jaar emissieruimte voor het CO 2 -sectorsysteem wordt in het Convenant bepaald door de basis CO 2 -emissieruimte te verminderen met de berekende emissieruimte van de EU-ETS bedrijven. Deze berekende emissieruimte van de EU-ETS bedrijven wordt ook gecorrigeerd voor de veranderingen in de omvang van het areaal en de verkoop van elektriciteit. Aangezien voor deze bedrijven geen gebruik gemaakt kan worden van prognoses die specifiek deze groep betreffen, wordt als correctiefactor gehanteerd de verhouding oorspronkelijke basis emissieruimte gedeeld door de technisch gecorrigeerde basis emissieruimte. Deze factor verschilt per jaar en wordt voor elk jaar bepaald. 8. Voor 2015 en 2016 is de CO 2 -emissieruimte voor het CO 2 -sectorsysteem reeds gepubliceerd op basis van de oorspronkelijke lineaire afname tot 6,2 Mton in 2020. Deze besluiten worden niet met terugwerkende kracht aangepast. 9. Het jaarlijkse emissiesaldo vanaf 2015 is het verschil tussen de technisch gecorrigeerde jaaremissieruimte en de feitelijke emissie van de deelnemers aan het CO 2 -sectorsysteem. Wanneer het gecorrigeerde emissiesaldo voor de periode 2015 t/m 2016 negatief is, dan wordt het emissiesaldo bepaald op basis van de niet gecorrigeerde jaaremissieruimte voor 2015 en 2016, verminderd met de feitelijke emissie van de deelnemers aan het CO 2 -sectorsysteem in deze jaren, om te voorkomen dat de correctie achteraf een hogere betaling zou betekenen, terwijl de sector hier geen rekening mee heeft kunnen houden. 10. De bandbreedte in het Convenant is bepaald op 0,5 Mton buiten de raming en de basis CO 2 emissieruimte in 2020. Deze werkwijze wordt voorgezet, waarbij de omvang van de bandbreedte wordt gecorrigeerd met de verhouding tussen de oude en technisch gecorrigeerde basis CO 2 -emissieruimte voor 2020 en afgerond op één decimaal. De bovengrens van de bandbreedte wordt daarmee 4,6 + (0,5 x 4,6/6,2) = 5,0 Mton CO 2, de onder bandbreedte wordt 4,3 (0,5 x 4,6/6,2) = 3,9 Mton CO 2. 3 Velden, N.J.A., Quick scan prognose CO 2 -emissie glastuinbouw, LEI Wageningen UR, LEI-Nota 10-045, 2010. 4 Velden, N.J.A. van der en P. Smit, Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw 2015, Wageningen Economic Research, rapport 2016 099, 2016. 5 Mededeling N.J.A. van der Velden, Wageningen Economic Research, 23 november 2017. 2 Staatscourant 2018 nr. 66263 26 november 2018

11. Wageningen Economic Research is bij de raming uitgegaan van voortzetting van de activiteiten van het innovatie- en actieprogramma Kas als Energiebron, het uitvoeringsprogramma van de Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw 2014 2020 en de overige stimuleringsmaatregelen. Daarom zal een wijzigingsgrond worden opgenomen, zodat wanneer veranderingen in het stimuleringskader optreden de convenantspartijen in gezamenlijk overleg zullen bespreken of het convenant aangepast moet worden. 12. Partijen zullen ook bezien of het Convenant moet worden aangepast of vernieuwd naar aanleiding van het nog tot stand te brengen Klimaatakkoord. Dit akkoord vloeit voort uit het regeerakkoord van het kabinet Rutte III waarin is afgesproken de nationale emissies van onder meer CO 2 verder terug te dringen. Met medeoverheden, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven wordt onder verantwoordelijkheid van de Minister van Economische Zaken en Klimaat gewerkt aan het Klimaatakkoord waarin nieuwe sectorale doelstellingen worden opgenomen. De totstandkoming van het Klimaatakkoord en de maatregelen ter uitvoering daarvan wordt voorzien in 2019. Bij de sectortafel Landbouw en landgebruik zal in dit verband gekeken worden naar onderwerpen die de omstandigheden voor glastuinders raken. Partijen constateren dat dit mogelijk effect op dit Convenant zou kunnen hebben en (de instrumentering van) de opgave voor de glastuinbouw waaronder de energiebelasting. 13. Door het afschaffen van de publieke bedrijfsorganisaties (PBO) is het bevoegd gezag en de uitvoering die in medebewind was opgedragen aan het Productschap Tuinbouw vanaf 2015 overgenomen door het Ministerie van Economische Zaken (vanaf oktober 2017 het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). 14. Partijen hebben de verrekenprijs bij overschrijding van de emissieruimte bepaald. Partijen komen overeen als volgt: I. Het Convenant CO 2 -emissieruimte binnen het CO 2 -sectorsysteem glastuinbouw voor de periode 2013 2020 wordt op grond van artikel 11, lid 3, van dat convenant als volgt gewijzigd: A In artikel 1, lid 1 en onderdeel h, wordt verordening van het Productschap Tuinbouw over het CO 2 -sectorsysteem vervangen door: Regeling kostenverevening reductie CO 2 -emissies glastuinbouw. B In artikel 1, lid 1 en onderdeel j wordt PT: Productschap Tuinbouw vervangen door: RVO: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. C Het eerste lid van artikel 2 komt te luiden: D 1. De basis van de jaar emissieruimte voor de glastuinbouw voor het boekjaar 2015 is 6,2 Megaton. Deze basis CO 2 -emissieruimte neemt in de periode 2016 2020 lineair af naar 4,6 Megaton in 2020. In artikel 2, lid 2, wordt Staatssecretaris van IenM vervangen door: Minister van Economische Zaken en Klimaat. E In artikel 2, lid 2, wordt Staatssecretaris van EL&I vervangen door: de Minister van LNV. F Aan artikel 2, lid 2, wordt toegevoegd: De jaar emissieruimte wordt afgerond op één decimaal. 3 Staatscourant 2018 nr. 66263 26 november 2018

G Artikel 2, lid 3, onderdeel 4, komt te luiden: H 4) De totale gemiddelde allocatie 2010 2012 wordt verminderd met een factor 0,0174 maal het aantal jaren na 2010. Aan artikel 2, lid 3, wordt toegevoegd: I 5) De uitkomst van de berekening in onderdeel 4 wordt vermenigvuldigd met de verhouding tussen de basis CO 2 -emissie voor dat jaar als bedoeld in lid 1 en het getal voor het betreffende jaar op een lijn die loopt van 7,5 in 2013 naar 6,2 in 2020. In artikel 3, lid 1, wordt Productschap Tuinbouw vervangen door: RVO. J In artikel 3, lid 1, wordt Dit emissiesaldo wordt uiterlijk 1 december van het volgende jaar gerapporteerd vervangen door: Dit emissiesaldo wordt uiterlijk 1 december van het tweede volgende jaar gerapporteerd. K In artikel 3, lid 2, wordt uiterlijk op 31 december van het jaar volgend op het jaar waarover gerapporteerd wordt vervangen door: uiterlijk op 31 december van het tweede jaar volgend op het jaar waarover gerapporteerd wordt. L In artikel 3, lid 2, wordt een hoeveelheid emissierechten die overeenkomt met de omvang van het emissiesaldo inleveren bij de overheid vervangen door: de waarde van de omvang van het emissiesaldo in euro betalen aan de overheid. M Aan artikel 3, lid 2, wordt toegevoegd: N Indien het emissiesaldo voor 2015 t/m 2016 negatief is, dan wordt voor de bepaling van het emissiesaldo uitgegaan van de oorspronkelijke basis van de jaar emissieruimte voor 2015 van 7,1 Mton en voor 2016 van 6,9 Mton. In artikel 3, lid 3, wordt alvorens emissierechten worden ingeleverd vervangen door: de waarde van de emissierechten in euro wordt betaald. O Artikel 3, lid 4, komt te luiden: P Voor de waarde van een emissierecht in een bepaald kalenderjaar, wordt de gemiddelde closing price van 1 tot en met 16 december van dat jaar met betrekking tot de EUA futures voor december van dat jaar zoals verhandeld door Intercontinental exchange, Inc. (ICE ) gehanteerd 6 Aan artikel 11, lid 1, wordt toegevoegd: Veranderingen in het stimuleringskader; 6 ICE website: https://www.theice.com/products/197/eua-futures 4 Staatscourant 2018 nr. 66263 26 november 2018

Veranderingen voortvloeiend uit het nog tot stand te brengen Klimaatakkoord. Q In artikel 11, lid 2, wordt 7,1 Mton vervangen door: 5,0 Mton. R In artikel 11, lid 2, wordt 5,7 Mton vervangen door: 3,9 Mton. Q Aan artikel 13 wordt toegevoegd: II. Binnen vier weken na ondertekening van de aanvulling van het convenant wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant. Deze wijziging mag getekend worden in elk aantal afschriften, die gezamenlijk een en dezelfde wijziging van het Convenant CO 2 -emissieruimte binnen het CO 2 -sectorsysteem glastuinbouw voor de periode 2013 2020, vormen. Aldus overeengekomen en in drievoud opgemaakt en ondertekend Den Haag, 7 november 2018 De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel De vereniging LTO Nederland, M. Calon LTO Glaskracht Nederland, S. van der Tak 5 Staatscourant 2018 nr. 66263 26 november 2018