Plastische Chirurgie Hidradenitis Voorbereiding, nazorg en leefregels na het verwijderen van hidradenitis
Algemeen Binnenkort wordt u opgenomen in het Diaconessenhuis, omdat u een operatie zal ondergaan, waarbij de hidradenitis wordt verwijderd. Voor de opname De verpleegkundige U heeft voor de opname een afspraak met een verpleegkundige. Zij geeft u informatie over de operatie en neemt de vragenlijst (anamnese) met u door. Deze vragenlijst heeft u meegekregen bij uw bezoek aan de arts en thuis ingevuld. De anesthesist Voor de operatie wordt u verwacht op het Preoperatief Spreekuur (POS) van de anesthesioloog. Dit inloopspreekuur vindt plaats van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 12.15 uur en van 13.00 tot 16.15 uur. De anesthesioloog geeft u informatie over de narcose, en vertelt wanneer u voor de operatie niets meer mag eten en drinken (nuchterbeleid). Het is belangrijk dat u een lijst van alle geneesmiddelen die u gebruikt, meeneemt naar deze afspraak. Voorbereiding op de operatie U moet twee dagen voor de operatie beginnen met een antibioticakuur. Het recept voor de antibiotica krijgt u van de arts. Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt (bijvoorbeeld Coumarine, Marcoumar, Sinaspril, Sintrom, Ascal, APC), moet u dit melden tijdens het eerste gesprek met de plastisch chirurg. Het gebruik van deze medicijnen moet drie tot tien dagen voor de operatie worden gestaakt. U krijgt hierover instructies van de behandelend arts. Nicotine vergroot de kans op problemen bij de wondgenezing. Uw arts raadt u daarom aan om enkele weken voor de operatie volledig te stoppen met roken. De dag van de operatie U wordt op de ochtend van de operatie opgenomen. Bij opname bent u nuchter. Als u op de afdeling komt, brengt een verpleegkundige u naar uw kamer. Daar moet u de ingevulde vragenlijst (anamnese) bij de verpleegkundige inleveren. De verpleegkundige zal uw bloeddruk, pols en temperatuur meten. Daarna krijgt u speciale operatiekleding aan. Er wordt voor de operatie gestart met pijnmedicatie; soms krijgen patiënten een rustgevend middel. Als u sieraden draagt, een (gebits-)prothese heeft of contactlenzen in heeft, moet u deze uitdoen en of afdoen. De verpleegkundige brengt u in uw bed naar de operatieafdeling. Eerst komt u in de voorbereidingsruimte (holding) waar u een infuus krijgt. Dit wordt meestal aan de bovenkant van de hand ingebracht. Vervolgens wordt u naar de operatiekamer gebracht. Hier wordt de verdoving/narcose toegediend. De operatie De ingreep kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Dit is afhankelijk van de afmeting en locatie van het aangedane gebied. De aangedane huid wegnemen en de huid sluiten. Bij deze operatie wordt het afgesproken gebied verwijderd. U zult na de operatie nog één dag in het ziekenhuis verblijven. 2
De aangedane huid wegnemen en de huid openlaten Bij deze operatie zal ervoor worden gekozen om de wond open te laten. Omdat het een open wond is, zal de huid van binnen uit genezen. Een enkele keer is een blaascatheter noodzakelijk. De arts bepaalt wanneer deze verwijderd wordt. Na de operatie zult u nog enkele dagen in het ziekenhuis verblijven. De aangedane huid wegnemen en sluiten met een huidtransplantaat. Met uw arts heeft u besproken dat de wond door middel van een huidtransplantaat wordt gesloten. De arts zal op een andere plaats op uw lichaam een stukje huid verwijderen. De arts bespreekt samen met u de plaats af van dit huidtransplantaat. De plaats waar het huidtransplantaat wordt afgenomen, wordt voor de operatie geschoren. In sommige situaties wordt het huidtransplantaat vastgezet met behulp van negatieve druk therapie (zie ook kopje aanleggen van de negatieve druk therapie ). Een enkele keer is een blaascatheter noodzakelijk. De arts bepaalt wanneer deze wordt verwijderd. De aangedane huid wegnemen en sluiten met verschuivingsplastiek Bij de operatie wordt de huid van het naastgelegen gebied verschoven. Dit betekent dat er ook littekens buiten het oorspronkelijke wondgebied ontstaan. U zult na de operatie nog minimaal twee dagen in het ziekenhuis verblijven. Na de operatie zit er meestal een drain in de wond, en een enkele keer is een blaascatheter noodzakelijk. De arts bepaalt wanneer deze verwijderd worden. De aangedane huid wegnemen en aanleggen van negatieve druk therapie De arts heeft ervoor gekozen om na de operatie negatieve druk therapie aan te leggen. Door middel van een apparaat wordt er voor gezorgd dat er een negatieve druk bij de wond ontstaat. Hierdoor zal de wond sneller genezen. Een enkele keer is een drain of een blaascatheter noodzakelijk. De arts bepaalt wanneer deze verwijderd worden. Na drie tot vier dagen wordt de negatieve druk therapie op de afdeling gewisseld. Na de operatie Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Als u pijn heeft of misselijk bent, kunt u dit aangeven. Hier kunt u medicijnen voor krijgen. Wanneer alle controles goed zijn en de pijn en misselijkheid onder controle zijn, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Als u niet misselijk bent en wat heeft gedronken, mag u gewoon eten. Risico s en complicaties: De kans op complicaties is bij een operatie altijd aanwezig. De arts bespreekt van te voren de risico s en complicaties van de operatie met u. 3
Neem contact op met de polikliniek wanneer: de pijn toeneemt; u hoge koorts krijgt (boven 38,5 C); er zwelling of roodheid rondom de wond ontstaat. Polikliniek plastische chirurgie: 071 517 86 84 (tijdens kantooruren). Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met uw huisarts of de huisartsenpost. Nazorg Voor elke manier van opereren is er een ander soort nazorg. De aangedane huid wegnemen en de huid sluiten Wanneer de huid na de operatie weer gesloten is, wordt de wond verbonden met een pleister. U moet de wond blijven verbinden tot deze geen vocht meer afgeeft. Met de wond mag u douchen. U moet na het douchen de wond goed droogdeppen met een schone handdoek. U moet de antibioticakuur die u thuis gestart bent, afmaken; de arts schrijft eventueel een recept. Na twee weken wordt de wond op de polikliniek gecontroleerd. De hechtingen worden dan verwijderd. De aangedane huid wegnemen en de huid openlaten Wanneer de huid na de operatie wordt opengelaten, zal de wond in overleg met de arts worden verbonden. Het is van belang dat het verband elke dag verwisseld wordt. Bij het wisselen is het belangrijk dat de wond eerst wordt uitgespoeld, dit kan onder de douche. De wond moet u vervolgens goed droogdeppen met een schone handdoek. De verpleegkundige bespreekt met u hoe u de wond thuis moet verbinden. U moet de antibioticakuur die u thuis bent gestart, afmaken. De arts schrijft eventueel een recept. De eerste wondcontrole op de polikliniek is na twee weken. De aangedane huid wegnemen en de huid sluiten met een huidtransplantaat. Na de operatie verblijft u nog minimaal vijf dagen in het ziekenhuis. In een enkel geval wordt het huidtransplantaat vastgezet met behulp van negatieve druk therapie (zie ook kopje aanleggen van de negatieve druk therapie ). De plaats van het huidtransplantaat zal verbonden moeten worden tot deze geen vocht meer afgeeft. De arts bepaalt wanneer het verband van de het huidtransplantaat wordt gewisseld. Na het verwijderen van het verbandmateriaal, zal de verpleegkundige de wond in overleg met de arts opnieuw verbinden. De verpleegkundige bespreekt met u hoe u de wond thuis moet verbinden. U moet de antibioticakuur die u thuis bent gestart, afmaken. De arts schrijft eventueel een recept. De aangedane huid wegnemen en de huid sluiten met verschuivingsplastiek Na de operatie wordt de wond verbonden met een pleister. U mag gewoon douchen. Het is belangrijk dat u na het douchen de wond goed droogdept met een schone handdoek. De verpleegkundige bespreekt 4
met u hoe u de wond thuis moet verbinden. U moet de antibioticakuur die u thuis gestart bent, afmaken. De arts schrijft eventueel een recept. De eerste wondcontrole op de polikliniek is na twee weken, daar zullen de hechtingen worden verwijderd. De aangedane huid wegnemen en aanleggen van negatieve druk therapie Wanneer de arts ervoor heeft gekozen om negatieve druk therapie aan te sluiten, wordt na drie tot vier dagen het systeem gewisseld. Meestal mag u na deze wissel met ontslag. U krijgt het apparaat/pomp mee naar huis en er wordt thuiszorg voor u geregeld. De wisselingen van het systeem zullen op de polikliniek of door de thuiszorg verzorgd worden. De arts bepaalt hoe lang deze behandeling duurt. Dit is lastig in te schatten, maar u kunt ervan uitgaan dat deze zeker enkele weken zal duren. U moet de antibioticakuur die u thuis gestart bent, afmaken. Algemene leefregels. In het behandelde gebied zult u niet meer kunnen zweten. Dit levert gelukkig geen problemen op. Wij adviseren u de eerste vier weken niet in bad of naar de sauna te gaan. U mag deodorant gebruiken wanneer de wond volledig genezen is. Wanneer u weer mag tillen en autorijden, hangt af van de wondgenezing en de gebruikte operatietechniek. U kunt dit vragen bij het eerste controlebezoek bij de plastisch chirurg. Wanneer u lichaamsoefeningen mag doen, hangt af van hoe snel de wond geneest. U kunt dit vragen bij het eerste controlebezoek bij de plastische chirurg. Hidradenitis is een chronische ziekte. Mensen die een chronische ziekte hebben, lopen een groter risico depressief te worden. Er zijn enkele observaties die u kunt doen om te controleren of u depressief bent. U heeft dan bijvoorbeeld last van somberheid, vermoeidheid of verlies van energie, slaapstoornissen, verminderde interesse in activiteiten, verminderde eetlust, minderwaardigheidsgevoel, schuldgevoelens, negatief zelfbeeld. Mocht dit enige tijd aanhouden, dan adviseren wij u om naar de huisarts te gaan. Patiëntenvereniging Voor vragen of contact met lotgenoten kunt u terecht bij de patiëntenvereniging. Heeft u interesse? Dan kunt u kijken op www.hidradenitis.nl. Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met de polikliniek Plastische Chirurgie. Heeft u nog opmerkingen of suggesties over de informatie in deze folder, laat het ons dan weten. Wij zijn tijdens kantooruren bereikbaar. Polikliniek Plastische Chirurgie; telefoonnummer: 071-517 86 84 Secretariaat Plastische Chirurgie; telefoonnummer: 071-517 85 75 0810/5020999/DIA1250 5