RECHTSPOSITIEREGELING HEIST-OP-DEN-BERG

Vergelijkbare documenten
RECHTSPOSITIEREGELING (gecoördineerde tekst GR d.d. 21/09/2015)

Gemeente Sint-Martens-Latem INFORMATIEBERICHT VRIJETIJDSCONSULENT

Gemeente Sint-Martens-Latem INFORMATIEBERICHT DESKUNDIGE PATRIMONIUM

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 116, 2;

Gemeente Sint-Martens-Latem INFORMATIEBERICHT STEDENBOUWKUNDIG AMBTENAAR B1-B3

HOOFDSTUK II. DE AANWERVING

INFORMATIEBERICHT. Begeleider buitenschoolse kinderopvang Pimpernel Graad C1 C2

INFORMATIEBERICHT. Directeur Dienstenchequebedrijf. Contractuele tewerkstelling - onbepaalde duur - voltijds

INFORMATIEBERICHT. Directeur Dienstenchequebedrijf. Contractuele tewerkstelling - onbepaalde duur - voltijds

RECHTSPOSITIEREGELING. Gemeente Rijkevorsel

Rechtspositieregeling

INFORMATIEBERICHT. Toeristisch ambtenaar Graad B1 B3

INGELMUNSTER OCMW RECHTSPOSITIEREGELING VAN HET OCMW-PERSONEEL VAN INGELMUNSTER PROVINCIE WEST-VLAANDEREN

HOOFDSTUK I - De indeling van de graden en de procedures voor de vervulling van de betrekkingen... 7

Rechtspositieregeling

Uittreksel uit de RPR

RPR 1 Lokale ambtenaren

Versie Rechtspositieregeling voor het personeel van het OCMW Maaseik

DEEL 2 TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN

Rechtspositieregeling voor het personeel van OCMW Zedelgem. De indeling van de graden en de procedures voor de vervulling van de betrekkingen

INFORMATIEBERICHT. Stafmedewerker/jurist Graad A1a-A3a

Rechtspositieregeling OCMW Anzegem versie RECHTSPOSITIEREGELING

Informatiebericht Maatschappelijk werker

Rechtspositieregeling gemeente Zulte

RECHTSPOSITIEREGELING voor het PERSONEEL VERMELD IN ARTIKEL 104, 2 en 6, VAN HET OCMW-DECREET

OCMW Maldegem. Rechtspositieregeling personeel. Artikel 104 1

Gemeente Maldegem. Rechtspositieregeling gemeentepersoneel

RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL

SELECTIEPROCEDURE BIJ AANWERVING... 2 AFDELING I. DE ALGEMENE TOELATINGSVOORWAARDEN EN DE ALGEMENE ...

INHOUDSTABEL... 1 TITEL I: TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN Afdeling I. Toepassingsgebied... 5 Afdeling II. Algemene bepalingen...

Rechtspositieregeling van het OCMW-personeel

RPR 2 Thuiszorgdiensten

Rechtspositieregeling voor het personeel van Gemeente Zedelgem

INFORMATIEBERICHT Bibliotheekassistent Graad C1 C3

RECHTSPOSITIEREGELING VAN HET GE- MEENTEPERSONEEL VAN INGELMUNSTER

RECHTSPOSITIEREGELING PERSONEEL STAD EEKLO

INFORMATIEBERICHT Maatschappelijk werker

RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL

INFORMATIEBERICHT HOOFDVERPLEEGKUNDIGE

OCMW KORTEMARK RECHTSPOSITIEREGELING Soc. Dienst en decretale graden. Inhoudstafel

INFORMATIEBERICHT DIENSTHOOFD SOCIALE DIENST

- RECHTSPOSITIEREGELING.

INFORMATIEBERICHT ADMINISTRATIEF HOOFDMEDEWERKER FINANCIËN C4-C5. statutaire tewerkstelling - onbepaalde duur - voltijds

Rechtspositieregeling van OCMW Bree ( Categorie 3)

RECHTSPOSITIEREGELING

INFORMATIEBERICHT TECHNISCH ASSISTENT OPENBARE WERKEN/GROEN. contractuele tewerkstelling - onbepaalde duur - voltijds

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op (datum);

ADMINISTRATIEF CENTRUM "PRAETORIUM" MAASTRICHTERSTRAAT TONGEREN RECHTSPOSITIEREGELING STAD TONGEREN

RECHTSPOSITIEREGELING GEMEENTEBESTUUR BOECHOUT

Gezien en goedgekeurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van Wuustwezel in zitting van 15 november 2016

RECHTSPOSITIEREGELING OCMW WAARSCHOOT TITEL I. TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN... 4 TITEL II. DE LOOPBAAN... 6

INFORMATIEBERICHT. Secretaris

Provincie Vlaams-Brabant Personeel & Organisatie RECHTSPOSITIEREGELING PERSONEEL GEMEENTE ZEMST

INFORMATIEBERICHT ADMINISTRATIEF MEDEWERK(ST)ER C1-C3

RECHTSPOSITIEREGELING personeel DLB art personeel DLB art , 1 en 2

Rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel

OCMW Maldegem. Rechtspositieregeling personeel. Artikel 104 2

RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL

RECHTSPOSTIEREGELING OCMWPERSONEEL

Rechtspositieregeling Stad Bree

- RECHTSPOSITIEREGELING.

STADSBESTUUR SINT-TRUIDEN RECHTSPOSITIEREGELING

GELIJKAARDIGE FUNCTIES AAN GEMEEN- TE en SPECIFIEKE FUNCTIES VOOR OCMW

Gemeente Maldegem. Rechtspositieregeling gemeentepersoneel

OCMW HOUTHULST RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET PERSONEEL VAN HET OCMW. Goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn d.d.

Afdeling II. De duur van de proeftijd en de evaluatie tijdens de proeftijd HOOFDSTUK VIII. DE EVALUATIE TIJDENS DE LOOPBAAN...

RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET STADSPERSONEEL

Het gaat om contractuele functies (E1/E3) bij het gemeentebestuur of het OCMW-bestuur. Het kan om zowel voltijdse als deeltijdse functies gaan.

rechtspositieregeling

RECHTSPOSITIEREGELING GEMEENTE BRECHT

PLAATSELIJKE RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL

Inhoudsopgave. Titel I. Toepassingsgebied en algemene bepalingen Titel II. De loopbaan... 6

Inhoudsopgave. Titel I. Toepassingsgebied en algemene bepalingen Titel II. De loopbaan... 6

INFORMATIEBERICHT ZORGKUNDIGE

RECHTSPOSITIEREGELING OCMW-PERSONEEL

Rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel van de gemeente Wachtebeke

RECHTSPOSITIEREGELING PERSONEEL STAD EEKLO

Rechtspositieregeling voor gemeentepersoneel Langemark-Poelkapelle Goedgekeurd op de gemeenteraad van 28 mei 2018

GEMEENTE HOESELT RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL

RECHTSPOSITIEREGELING GEMEENTE WAARSCHOOT

RECHTSPOSITIEREGELING

Rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel van As

GEMEENTE LENDELEDE RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL GOEDGEKEURD GR 22/01/2009 GEWIJZIGD GR 25/06/2009 GEWIJZIGD GR 17/12/2009

INFORMATIEBERICHT. Financieel beheerder

De kandidaten worden persoonlijk gecontacteerd i.v.m. het verdere verloop van de procedure.

INFORMATIEBERICHT Coördinator Woonpunt (Graad A1a-A3a)

RECHTSPOSITIEREGELING STAD en OCMW Bree

OCMW SINT-PIETERS-LEEUW

Rechtspositieregeling Gemeenteraad 24 juni 2019

Rechtspositieregeling gemeentepersoneel vanaf 1 november 2017

RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL

RECHTSPOSITIEREGELING. van het stadspersoneel

HERZIENINGEN... 6 TITEL 1. TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN... 7

RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL

TITEL I. TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN...

GEMEENTE WIELSBEKE RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL

Rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel Langemark-Poelkapelle

Rechtspositieregeling Gemeente Rotselaar Gecoördineerd

GEMEENTE EN OCMW TREMELO

GEMEENTE PITTEM RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL GOEDGEKEURD GR 22/12/2008 GEWIJZIGD GR 23/02/2009 GEWIJZIGD GR 29/06/2009

Transcriptie:

Personeel en Organisatie Stationsstraat 2 2220 Heist-op-den-Berg 015 22 86 83 RECHTSPOSITIEREGELING HEIST-OP-DEN-BERG RPR Protocol Syndicaal Overlegcomité van 8 november 2013 Gemeenteraad van 12 november 2013 OCMW Raad van 28 november 2013 Aanpassing: De federale thematische verloven van loopbaanonderbreking en het Vlaams Zorgkrediet Protocol Syndicaal Overlegcomité van 18 november 2016 Gemeenteraad van 13 december 2016 OCMW Raad van 24 november 2016 Aanpassing: Bevordering Protocol Syndicaal Overlegcomité van 12 mei 2017 Gemeenteraad van 23 mei 2017 OCMW Raad van 18 mei 2017 Aanpassing: Dienstvrijstelling Protocol Syndicaal Overlegcomité van 8 december 2017 Gemeenteraad van 26 december 2017 OCMW Raad van 25 januari 2018 Rechtspositieregeling Heist-op-den-Berg v. 201802 1

Inhoudstafel Titel I. Toepassingsgebied en algemene bepalingen... 5 Hoofdstuk 1. Toepassingsgebied... 5 Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen... 6 Titel II. De loopbaan... 7 Hoofdstuk 1. Indeling van de graden en de procedures voor de vervulling van de betrekkingen... 7 Hoofdstuk 2. Aanwerving... 9 Afdeling I. Algemene toelatingsvoorwaarden en de algemene aanwervingsvoorwaarden... 9 Afdeling II. Specifieke aanwervingsvoorwaarden... 10 Afdeling III. Aanwervingsprocedure... 11 Hoofdstuk 3. Selectieprocedure... 13 Afdeling I. Algemene regels voor de selecties... 13 Afdeling II. Het verloop van de selectie... 14 Afdeling III. Wervingsreserves... 15 Afdeling IV. Specifieke bepalingen voor de aanwerving van de secretaris en de financieel beheerder... 15 Hoofdstuk 4. Specifieke bepalingen voor de aanwerving in de betrekkingen die ingesteld werden ter uitvoering van werkgelegenheidsmaatregelen van de hogere overheid en in sommige tijdelijke betrekkingen... 16 Afdeling I. Aanwervings- en de selectieprocedure voor aanwerving in sommige betrekkingen die ingesteld worden ter uitvoering van werkgelegenheidsmaatregelen van de hogere overheden... 16 Afdeling II. Aanwervings- en selectieprocedure voor vervangers... 16 Afdeling III. Aanwervings- en selectieprocedure voor de aanwerving in contractuele betrekkingen waarvan de tewerkstellingsduur tot maximum 1 of 2 jaar beperkt is, andere dan contractuele betrekkingen in een tewerkstellingsmaatregel van de hogere overheid... 17 Hoofdstuk 5. Aanwerving van personen met een arbeidshandicap... 18 Hoofdstuk 6. Aanwerving van personen met overeenkomst voor studentenarbeid... 18 Hoofdstuk 7. Indiensttreding... 19 Hoofdstuk 8. De proeftijd met het oog op de vaste aanstelling in statutair verband... 19 Afdeling I. Algemene Bepalingen... 19 Afdeling II. Duur van de proeftijd en de evaluatie tijdens de proeftijd... 19 Afdeling III. Proeftijd voor contractuelen... 21 Afdeling IV. Vaste aanstelling in statutair verband... 21 Hoofdstuk 9. Evaluatie tijdens de loopbaan... 22 Afdeling I. Algemene bepalingen... 22 Afdeling II. Duur van de evaluatieperiode en de evaluatiecriteria... 23 Afdeling III. Evaluatoren en het verloop van de evaluatie... 23 Afdeling IV. Evaluatieresultaten en de gevolgen van de evaluatie... 24 Afdeling V. Beroep tegen de ongunstige evaluatie... 25 Afdeling VI. Specifieke bepalingen voor de evaluatie van de secretaris en de financieel beheerder 27 Hoofdstuk 10. Vormingsreglement... 31 Afdeling I. Algemene bepalingen... 31 Afdeling II. Vormingsplicht.... 31 Afdeling III. Vormingsrecht... 32 Hoofdstuk 11. Administratieve anciënniteit... 33 Hoofdstuk 12. Functionele loopbaan... 35 Afdeling I. Algemene bepalingen... 35 Afdeling II. Functionele loopbanen per niveau... 35 Hoofdstuk 13. Bevordering... 35 Afdeling I. Algemene bepalingen... 35 Afdeling II. Selectie... 37 Afdeling III. Bevorderingsvoorwaarden per niveau en per rang... 37 Afdeling IV. Proeftijd van het statutaire personeelslid na bevordering... 39 Hoofdstuk 14. Vervulling van een vacature door interne personeelsmobiliteit... 39 Afdeling I. Algemene bepalingen... 39 Rechtspositieregeling Heist-op-den-Berg v. 201802 2

Afdeling II. Voorwaarden en de procedures voor de interne personeelsmobiliteit... 40 Hoofdstuk 15. Vervulling van een vacature door externe personeelsmobiliteit:... 41 Afdeling I. Externe personeelsmobiliteit voor personeelsleden van overheden met hetzelfde werkingsgebied... 41 Titel III. Mandaatstelsel, het opdrachthouderschap en de waarneming van een hogere functie... 44 Hoofdstuk 1. Mandaatstelsel... 44 Afdeling I. Algemene bepalingen... 44 Afdeling II. Toegang tot de mandaatfuncties en de selectie... 44 Afdeling III. Dienstverband, proeftijd, beloning en functionele loopbaan van de mandaathouder.. 44 Afdeling IV. Evaluatie, de verlenging en de beëindiging van het mandaat... 45 Hoofdstuk 2. Opdrachthouderschap... 46 Hoofdstuk 3. Waarneming van een hogere functie... 46 Titel IV. Ambtshalve herplaatsing... 47 Hoofdstuk 1. Ambtshalve herplaatsing van het vast aangestelde statutaire personeelslid in een functie van dezelfde rang... 47 Hoofdstuk 2. Ambtshalve herplaatsing van het vast aangestelde personeelslid in een functie van een lagere graad... 48 Titel V. Verlies van de hoedanigheid van statutair personeelslid en de definitieve ambtsneerlegging... 49 Hoofdstuk 1. Verlies van de hoedanigheid van statutair personeelslid... 49 Hoofdstuk 2. Definitieve ambtsneerlegging van het statutaire personeelslid... 50 Titel VI. Salaris... 51 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 51 Hoofdstuk 2. Toekenning van periodieke salarisverhogingen door opbouw van geldelijke anciënniteit 52 Afdeling I. Diensten bij een overheid... 52 Afdeling II. Diensten in de privésector of als zelfstandige... 53 Afdeling III. Valorisatie van de diensten... 53 Hoofdstuk 3. Bijzondere bepalingen... 54 Hoofdstuk 4. Betaling van het salaris... 55 Titel VII. Toelagen, vergoedingen en sociale voordelen... 56 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 56 Hoofdstuk 2. Verplichte toelagen... 56 Afdeling I. Haard- en standplaatstoelage... 56 Afdeling II. Vakantiegeld... 57 Afdeling III. Eindejaarstoelage... 59 Hoofdstuk 3. Onregelmatige prestaties... 60 Afdeling I. Nachtprestaties en prestaties op zaterdagen, zondagen en feestdagen... 60 Afdeling II. Overuren... 61 Hoofdstuk 4. Andere toelagen... 62 Afdeling I. Toelage voor het waarnemen van een hogere functie.... 62 Afdeling II. Gevarentoelage... 62 Afdeling III. Permanentietoelage... 62 Afdeling IV. Mandaattoelage... 63 Afdeling V. Toelage voor opdrachthouderschap... 63 Afdeling VI. Attractiviteitspremie... 63 Afdeling VII. Functiecomplement... 63 Afdeling VIII. Premie voor verpleegkundigen die houder zijn van een bijzondere beroepstitel... 63 Hoofdstuk 5. Vergoedingen... 64 Afdeling I. Algemene bepalingen... 64 Afdeling II. Vergoeding voor reiskosten... 64 Afdeling III. Vergoeding voor andere kosten... 65 Hoofdstuk 6. Sociale voordelen... 65 Afdeling I. Maaltijdcheques... 65 Afdeling II. Hospitalisatieverzekering... 65 Afdeling III. Vergoeding van de kosten voor het woon-werkverkeer... 65 Afdeling IV. Begrafenisvergoeding... 66 Afdeling V. Lidmaatschap Gemeenschappelijke Sociale Dienst Vlaanderen (GSD-V)... 67 Afdeling VI. Ambulancevervoer... 67 Afdeling VII. Omniumverzekering voor dienstverplaatsingen... 67 Afdeling VIII. Tweede pensioenpijler... 67 Titel VIII. Verloven en afwezigheden... 68 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 68 Hoofdstuk 2. Jaarlijkse vakantiedagen... 68 Hoofdstuk 3. Feestdagen... 70 Rechtspositieregeling Heist-op-den-Berg v. 201802 3

Hoofdstuk 4. Moederschapsverlof, geboorteverlof en opvangverlof... 70 Afdeling I. Moederschapsverlof... 70 Afdeling II. Geboorteverlof... 71 Afdeling III. Verlof voor adoptie of pleegvoogdij... 71 Hoofdstuk 5. Ziekteverlof en verlof wegens arbeidsongeschiktheid... 72 Hoofdstuk 6. Disponibiliteit... 74 Afdeling I. Algemene bepalingen... 74 Afdeling II. Disponibiliteit wegens ziekte of invaliditeit... 75 Hoofdstuk 7. Verlof voor deeltijdse prestaties... 75 Hoofdstuk 8. Verlof voor opdracht... 76 Hoofdstuk 9. Omstandigheidsverlof... 76 Hoofdstuk 10. Onbetaald verlof... 77 Hoofdstuk 11. De federale thematische verloven van loopbaanonderbreking en het Vlaams Zorgkrediet... 78 Hoofdstuk 12. Politiek verlof... 79 Hoofdstuk 13. Federale verlofregelingen... 81 Hoofdstuk 14. Dienstvrijstellingen... 81 Hoofdstuk 15. Maatregelen inzake vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek voor het personeel van het Woonzorgcentrum Berkenhof... 83 Titel IX. slotbepalingen... 84 Hoofdstuk 1. Overgangsbepalingen... 84 Afdeling I. Geldelijke waarborgen... 84 Afdeling II. Overgangsbepalingen over diverse lopende procedures en lopende periodes... 84 Afdeling III. Overgangsbepalingen met betrekking tot de jaarlijkse vakantiedagen en de feestdagen... 85 Hoofdstuk 2. Opheffingsbepalingen... 85 Hoofdstuk 3. Inwerkingtredingsbepalingen... 85 Titel X. Bijlagen... 86 Rechtspositieregeling Heist-op-den-Berg v. 201802 4

Titel I. Toepassingsgebied en algemene bepalingen Hoofdstuk 1. Toepassingsgebied Artikel 1. 1. Deze rechtspositieregeling is van toepassing op: 1) het personeel van de gemeente, zowel dat in statutair dienstverband als dat in contractueel dienstverband (voortaan gemeenschappelijk personeel genoemd), tenzij met gebruik van de definities in de punten 6 tot en met 11 van artikel 2 een specifieke personeelscategorie bedoeld wordt; 2) het niet-gesubsidieerd onderwijzend personeel, onder voorbehoud van de afwijkingen opgelegd door de decretale bepalingen betreffende het onderwijs; 3) de gemeentesecretaris en de financieel beheerder van de gemeente, tenzij anders bepaald; 4) het personeel van het OCMW in een betrekking die ook bestaat bij de gemeente zoals vermeld in artikel 104 1 van het OCMW-decreet (voortaan gemeenschappelijk personeel genoemd); 5) het specifiek OCMW-personeel, zoals vermeld in artikel 104 2 van het OCMW-decreet (voortaan specifiek personeel genoemd); 6) de OCMW-secretaris en de financieel beheerder van het OCMW, tenzij anders bepaald; 7) het personeel van de verzorgende, verplegende en dienstverlenende instellingen en diensten van het OCMW, waarvan de werking gebaseerd is op federale of gewestelijke financiering met bijbehorende werkings- en erkenningsregels en voor het voltallig personeel dat wordt ingezet voor activiteiten die hoofdzakelijk verricht worden in mededinging met andere marktdeelnemers zoals vermeld in artikel 104 6 van het OCMW-decreet (voortaan personeel van de bijzondere diensten genoemd) namelijk: het woonzorgcentrum Berkenhof de dienst voor gezins- en aanvullende thuishulp (DGAT) de poetsdienst in het kader van de dienstencheques de dienst buitenschoolse kinderopvang; het kinderdagverblijf; alle personeelsleden van eventueel in de toekomst op te richten instellingen of diensten die onder de toepassing van artikel 104 6 van het OCMW-decreet vallen; 2. Deze rechtspositieregeling is van toepassing op het personeel van eventueel in de toekomst op te richten: 1) gemeentelijke gezondheidsinstellingen die door de federale overheid gefinancierd worden, onder voorbehoud van de afwijkingen op basis van artikel 1, 1, tweede lid BVR; 2) erkende en gesubsidieerde instellingen voor de opvang, de behandeling en begeleiding van personen met een handicap, onder voorbehoud van de afwijkingen op basis van artikel 1, 1, derde lid, BVR. 3. Deze rechtspositieregeling is niet van toepassing op: 1) het beroepspersoneel en de vrijwilligers van de brandweer 2) het personeel van de politie 3) het gesubsidieerd personeel van het gemeentelijk onderwijs 4) OCMW-cliënten die met toepassing van artikel 60 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 tijdelijk worden tewerkgesteld in een betrekking bij het OCMW of ter beschikking worden gesteld van een derde 4. De gemeenteraad is enkel bevoegd voor de vaststelling van de artikels van toepassing op de personeelsleden vermeld in artikel 1, 1, nummer 1, 2 en 3. 5. De OCMW-raad is enkel bevoegd voor de vaststelling van de artikels van toepassing op de personeelsleden vermeld in artikel 1, 1, nummer 4, 5, 6 en 7. Rechtspositieregeling Heist-op-den-Berg v. 201802 5

Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen Artikel 2. Voor de toepassing van de rechtspositieregeling wordt verstaan onder: 1) OCMW: het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn; 2) het gemeentedecreet: het gemeentedecreet van 15 juli 2005, voortaan afgekort als GD; 3) het OCMW-decreet: het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voortaan afgekort als OD; 4) BVR: het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; 5) BVR O: het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de OCMW s en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de OCMW s; 6) het personeelslid: zowel het statutaire personeelslid als het contractuele personeelslid 7) het statutaire personeelslid: zowel het vast aangestelde statutaire personeelslid als het statutaire personeelslid op proef; 8) het vast aangestelde statutaire personeelslid: elk personeelslid dat bij eenzijdige beslissing van de overheid vast is aangesteld in statutair dienstverband, ook genoemd in vast verband benoemd in afdeling 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; 9) het statutaire personeelslid op proef: elk personeelslid dat bij eenzijdige beslissing van de overheid toegelaten is tot de proeftijd met het oog op een vaste aanstelling in statutair dienstverband; 10) het contractuele personeelslid: elk personeelslid dat in dienst is genomen bij arbeidsovereenkomst, conform de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; 11) het contractuele personeelslid op proef: het contractuele personeelslid in de proeftijd; 12) graad: benaming voor een groep van gelijkwaardige functies of benaming voor een specifieke functie; 13) rang: bij de opsomming van de graden wordt de rangindeling ervan vermeld, met de ermee overeenkomende salarisschalen, vb. de salarisschaal C1-C3 = Cv; 14) functiebeschrijving: de weergave van de functie-inhoud en van het functieprofiel, waaronder de competenties; 15) competenties: de kennis, vaardigheden, persoonlijkheidskenmerken en attitudes die nodig zijn voor de uitoefening van een functie; 16) het uitvoerend orgaan van de gemeente: het college van burgemeester en schepenen, (voortaan schepencollege); 17) het uitvoerend orgaan van het OCMW-bestuur: de voorzitter van het OCMW, voortaan (OCMWvoorzitter); 18) het hoofd van het gemeentepersoneel: de gemeentesecretaris; 19) het hoofd van het OCMW-personeel: de OCMW-secretaris; 20) aanstellende overheid voor de gemeente: het schepencollege, gemeenteraad voor de betrekkingen van gemeentesecretaris en financieel beheerder; 21) aanstellende overheid voor het OCMW: het vast bureau, voor statutaire en contractuele personeelsleden met contract van onbepaalde duur, de secretaris voor vervangingscontracten en contracten van bepaalde duur, de OCMW raad voor de aanstelling van de OCMW-secretaris en de financieel beheerder; 22) voltijdse en volledige prestaties: prestaties van 38 uren per week; 23) toelage: een geldelijk voordeel dat het personeelslid ontvangt dat welbepaalde prestaties levert; 24) vergoeding: een geldelijke tegemoetkoming ter compensatie van kosten die het personeelslid werkelijk maakt; 25) sociale voordelen: alle voordelen in natura of in contanten die toegekend worden aan het personeel; 26) index: het salaris volgt het verloop van het indexcijfer van de consumptieprijzen in overeenstemming met de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Het salaris wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 13 december 1989; 27) overloon: toeslag boven het gewone loon; Rechtspositieregeling Heist-op-den-Berg v. 201802 6

28) arbeidstijdwet: de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector; 29) arbeidswet: de wet van 16 maart 1971; 30) arbeidsovereenkomstenwet: de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; 31) bestuur: voor zover niet verder gespecifieerd geldt dit zowel voor de gemeente als het OCMWbestuur. 32) raad: voor zover niet gespecifieerd geldt dit zowel voor de gemeente- als de OCMW-raad. Titel II. De loopbaan De bepalingen van titel II zijn niet van toepassing op de gemeente- en OCMW-secretaris en de financieel beheerder van de gemeente en het OCMW, tenzij dit expliciet wordt vermeld. Hoofdstuk 1. Indeling van de graden en de procedures voor de vervulling van de betrekkingen Artikel 3. 1. De functies worden ingedeeld in vijf niveaus. De niveaus stemmen, met uitzondering van de niveaus D en E, overeen met een diplomavereiste van een bepaald onderwijsniveau. De niveaus en de daarmee overeenstemmende diploma s of getuigschriften zijn: 1) niveau A: ofwel een masterdiploma, ofwel een diploma van het universitair onderwijs of een diploma van het hoger onderwijs van twee cycli dat gelijkgesteld werd met universitair onderwijs; 2) niveau B: ofwel een bachelordiploma, ofwel een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus of daarmee gelijkgesteld onderwijs; 3) niveau C: een diploma van het secundair onderwijs of daarmee gelijkgesteld onderwijs; 4) niveau D: geen diplomavereiste, tenzij anders bepaald; 5) niveau E: geen diplomavereiste. 2. Per niveau worden de functies ingedeeld in graden. De graden worden hiërarchisch gerangschikt in rangen. Elke rang wordt aangeduid met 2 of 3 letters. De hoofdletter geeft het niveau weer. De kleine letter situeert de rang in dat niveau. De rangen geven de functiezwaarte binnen het niveau weer. Volgende graden worden onderscheiden: administratieve graden technische graden verzorgende graden algemene graad (eventueel) paramedische graden De rangen per niveau zijn: Niveau A: voor de administratieve en technische basisgraad: Av; voor de hogere administratieve en technische graad: Ax; Niveau B: voor de administratieve en technische basisgraad: Bv; voor de hogere administratieve, technische en verzorgende graad: Bx; Niveau C: voor de administratieve, technische en verzorgende basisgraad: Cv; voor de hogere administratieve en technische graad: Cx; Niveau D: voor de administratieve, technische en verzorgende basisgraad: Dv; voor de hogere technische graad: Dx; Niveau E: de algemene basisgraad: Ev. Schematische voorstelling voor gemeente: Rechtspositieregeling Heist-op-den-Berg v. 201802 7

Niveau graad rang schalen E 1 basisgraad Ev E1-E2-E3 D 1 basisgraad Dv D1-D2-D3 1 technische hogere graad Dx D4 D5 C 1 basisgraad Cv C1-C2-C3 1 hogere graad Cx C4-C5 B 1 basisgraad Bv B1-B2-B3 1 hogere graad Bx B4-B5 A 1 basisgraad Av A1a-A1b-A2a 1 hogere graad Ax A4a-A4b Schematische voorstelling voor OCMW: Niveau graad rang schalen E basisgraad Ev E1-E2-E3 D administratieve of technische basisgraad Dv D1-D2-D3 basisgraad van begeleider buitenschoolse kinderopvang zonder diploma secundair onderwijs of daarmee gelijkgesteld onderwijs Dv D1-D2-D3 basisgraad van verzorgende in de ouderenzorg en in de thuiszorg zonder Dv diploma secundair onderwijs of daarmee gelijkgesteld onderwijs D1-D2-D3 (technische) hogere graad Dx D4-D5 C administratieve of technische basisgraad Cv C1-C2-C3 Basisgraad van begeleider erkend kinderdagverblijf Cv C1-C2 basisgraad van verzorgende in de ouderenzorg en in de thuiszorg met diploma secundair onderwijs of daarmee gelijkgesteld onderwijs Cv C1-C2 basisgraad van gebrevetteerd/gediplomeerd verpleegkundige Cv C3-C4 hogere graad Cx C4-C5 B basisgraad Bv B1-B2-B3 basisgraad van verpleegkundige en van paramedicus in een federaal gefinancierde gezondheidsinstelling Bv BV1-BV2-BV3 hogere graad Bx B4-B5 A basisgraad Av A1a-A1b-A2a eerste hogere graad Ax A4a-A4b 3. Een functie wordt in een graad en rang gesitueerd op basis van de functiebeschrijving. 4. De personeelsformatie vermeldt per graad het aantal betrekkingen, uitgedrukt in voltijds equivalenten. Artikel 4. 1. Met behoud van de toepassing van de specifieke regels per procedure, wordt een vacante betrekking, ongeacht haar rangindeling, vervuld op een van de volgende manieren: 1) door een aanwervingsprocedure; 2) door een bevorderingsprocedure; 3) door een procedure van interne personeelsmobiliteit; 4) door een procedure van externe personeelsmobiliteit; 5) door een combinatie van hogervermelde procedures. De personeelsformatie, geeft in voorkomend geval, het onderscheid weer tussen de statutaire betrekkingen enerzijds en de contractuele betrekkingen anderzijds, ingesteld met toepassing van artikel 104, 2, 3 tot 6 van het GD en van artikel 103, 2, punt 3 tot en met 9 van het OD anderzijds. De contractuele betrekkingen behelzen zowel bestendige betrekkingen als tijdelijke betrekkingen die ingesteld worden voor projecten. Bij de aanwervingsprocedure worden tegelijk personen extern aan het bestuur en personeelsleden van het eigen bestuur uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de betrekking. Rechtspositieregeling Heist-op-den-Berg v. 201802 8

Bij de bevorderingsprocedure en bij de procedure van interne personeelsmobiliteit worden alleen leden van het personeel van het eigen bestuur uitgenodigd om zich voor de vacante betrekking kandidaat te stellen. Bij de procedure van externe personeelsmobiliteit worden zowel leden van het eigen als het andere bestuur uitgenodigd om zich voor de vacante betrekking kandidaat te stellen. De aanstellende overheid bepaalt bij de vacantverklaring van de betrekking volgens welke procedure of procedures ze vervuld wordt. 2. De aanstellende overheid verklaart de betrekking open. Hoofdstuk 2. Aanwerving Afdeling I. Algemene toelatingsvoorwaarden en de algemene aanwervingsvoorwaarden Artikel 5. 1. Om toegang te hebben tot een functie bij het bestuur, moeten de kandidaten: 1) een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor ze solliciteren; 2) de burgerlijke en politieke rechten genieten; 3) medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen functie, in overeenstemming met de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Het passend gedrag vermeld in punt 1), wordt getoetst aan de hand van een uittreksel uit het strafregister. Als daarop een ongunstige vermelding voorkomt, mag de kandidaat daarover een schriftelijke toelichting voorleggen. De medische geschiktheid van de kandidaat, vermeld in punt 3), moet in overeenstemming met artikel 26 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers vaststaan vóór de effectieve tewerkstelling bij het bestuur. 2. De volgende statutaire functies zijn voorbehouden voor Belgen, omdat uit de functiebeschrijving blijkt dat ze een rechtstreekse of onrechtstreekse deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag inhouden of werkzaamheden omvatten die strekken tot de bescherming van de belangen van het bestuur: secretaris; financieel beheerder; stedenbouwkundig ambtenaar; milieu-inspecteur; bouwinspecteur controleur van werken; stafmedewerker OCMW ICT-verantwoordelijke OCMW Voor de overige statutaire functies moeten de kandidaten onderdaan zijn van één van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte (EER) of Zwitserland. De volgende contractuele functies zijn voorbehouden voor Belgen omdat uit de functiebeschrijving blijkt dat ze een rechtstreekse of onrechtstreekse deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag inhouden of werkzaamheden omvatten die strekken tot de bescherming van de belangen van het bestuur: 1) indien mandaathouder, na externe procedure: secretaris; financieel beheerder; 2) andere: stedenbouwkundig ambtenaar; milieu-inspecteur; bouwinspecteur controleur van werken; stafmedewerker OCMW ICT-verantwoordelijke OCMW Rechtspositieregeling Heist-op-den-Berg v. 201802 9

Voor de overige contractuele functies moeten de kandidaten tot het wettig verblijf in België zijn toegelaten en algemene toegang hebben tot de arbeidsmarkt. Artikel 6. 1. Om in aanmerking te komen voor aanwerving, moeten de kandidaten: 1) voldoen aan de vereiste over de taalkennis opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966. De taalvereisten dienen strikt nageleefd te worden. Indien een kandidaat zijn diploma niet in het Nederlandstalig onderwijs heeft behaald, is enkel Selor (het Selectiebureau van de Federale Overheid) bevoegd om de taalkennis vast te stellen. Voor de functies waarvoor geen diplomavereiste wordt vastgesteld, wordt de taalkennis tijdens de selectieprocedure beoordeeld door het bestuur; 2) slagen voor de selectieprocedure. 2. Het personeelslid dat tewerkgesteld is in een deeltijdse functie nadat het geslaagd is voor selectieproeven, is vrijgesteld van nieuwe selectieproeven wanneer de wekelijkse prestaties binnen die functie uitgebreid worden of wanneer de functie voltijds wordt. In afwijking van 1, 2), kan een kandidaat die eerder heeft deelgenomen aan een gelijkwaardige selectieprocedure, die niet ouder is dan twee jaar voor een functie in dezelfde graad als de vacante functie, gedeeltelijk of volledig vrijgesteld worden van de deelname aan de nieuwe selectie, als hij daarvoor al slaagde of geschikt bevonden werd. Voor de nieuwe selectie gelden in dat geval de resultaten die de kandidaat behaalde voor de eerder afgelegde overeenstemmende proeven. De kandidaat vraagt de vrijstelling aan. De aanstellende overheid beslist over de vrijstelling en deelt ze schriftelijk mee aan de kandidaat en aan de selectiecommissie. Artikel 7. Naast het beantwoorden aan de voorwaarden in artikel 6, moeten de kandidaten ook: 1) voldoen aan de diplomavereiste die geldt voor het niveau waarin de functie gesitueerd is voor de functies van niveau A, B en C. 2) voldoen aan de diplomavereiste die geldt voor het niveau waarin de functie gesitueerd is en een minimum aantal jaren relevante beroepservaring hebben voor functies van hogere graden of rangen. 3) voldoen aan een minimum aantal jaren relevante beroepservaring voor een functies van de technische graad D4-D5. De lijst van erkende diploma s of getuigschriften per niveau wordt door de Vlaamse minister bevoegd voor binnenlandse aangelegenheden vastgesteld. Alleen de erkende diploma s op die lijst komen bij aanwerving in aanmerking. Afdeling II. Specifieke aanwervingsvoorwaarden Artikel 8. De aanstellende overheid kan, indien nodig of gewenst, volgende aanvullende aanwervingsvoorwaarden vaststellen: 1) een bepaalde vorming, training of opleiding; 2) een aantal jaren relevante beroepservaring, al dan niet in een bepaalde functie; 3) bepaalde getuigschriften, attesten of brevetten; 4) bepaalde relevante competenties; 5) bepaalde expertise. Artikel 9. 1. In uitzonderlijke gevallen kan het schepencollege voor functies bij de gemeente en de OCMW-raad voor functies bij het OCMW bij de vacantverklaring van een betrekking van niveau A, B, C beslissen om de diplomavereiste die als regel geldt voor dat niveau te schrappen. Die schrapping kan, op voorwaarde dat de functie op basis van de functiebeschrijving, noch krachtens een reglementering van de hogere overheid een specifiek diploma vergt en het algemene capaciteitsniveau en het potentieel van de kandidaten belangrijker zijn dan een diploma. 2. Voor de toepassing van 1 komt een kandidaat die niet over het vereiste diploma beschikt, in aanmerking als hij, ofwel: Rechtspositieregeling Heist-op-den-Berg v. 201802 10

1) voldoet aan een vereiste inzake relevante beroepservaring en slaagt voor een niveau- of capaciteitstest; 2) beschikt over een op de functie afgestemd ervaringsbewijs, uitgereikt overeenkomstig de Vlaamse regelgeving over de titels van beroepsbekwaamheid; 3) beschikt over een op de functie afgestemd attest van een beroepsopleiding die hij gevolgd heeft bij een door de Vlaamse Regering erkende instelling voor beroepsopleiding. De beslissing om geen diplomavereiste op te leggen, moet steunen op objectieve criteria, als: 1) gegevens van de regionale overheid over schaarste op de arbeidsmarkt om bepaalde betrekkingen te vervullen; 2) cijfergegevens die de ondervertegenwoordiging in de plaatselijke tewerkstelling aantonen van bepaalde, in de tewerkstellingsmaatregelen van de hogere overheden genoemde kansengroepen in relatie tot regionale indicatoren over de aanwezigheid van die kansengroepen in de werkloosheid; 3) bepaalde functiespecifieke criteria. In voorkomend geval beslist het schepencollege voor functies bij de gemeente en de OCMW-raad voor functies bij het OCMW of kandidaten die niet aan de diplomavereisten beantwoorden, in aanmerking komen voor aanwerving. Afdeling III. Aanwervingsprocedure Artikel 10. 1. Aan elke aanwerving gaat een externe bekendmaking van de vacature met een oproep tot kandidaten vooraf. De vacatures worden ten minste via één persorgaan of tijdschrift bekendgemaakt. De vacature wordt daarnaast ook intern bekendgemaakt. 2. De aanstellende overheid kiest de wijze van externe bekendmaking uit de volgende mogelijkheden, rekening houdend met de minimale regel van 1, tweede lid, en met de aard van de vacature: 1) nationaal verschijnende kranten of weekbladen; 2) regionaal verschijnende kranten of weekbladen; 3) gespecialiseerde tijdschriften van beroepsgroepen of beroepsorganisaties; 4) de VDAB; 5) de gemeentelijke website; 6) de OCMW-website; 7) zelf geproduceerde media (affiches, folders, bericht voor lichtkrant); 8) de plaatselijke radio of een regionale televisiezender; 9) het Belgisch Staatsblad. Het vacaturebericht voor het persorgaan of tijdschrift bevat minstens: 1) de naam van de betrekking; 2) de vermelding of de betrekking in statutair dan wel in contractueel dienstverband vervuld wordt; 3) de vermelding of de betrekking voltijds dan wel deeltijds vervuld wordt; 4) de wijze waarop de kandidaturen worden ingediend en de uiterste datum voor de indiening ervan; 5) de vermelding of al dan niet een wervingsreserve wordt vastgesteld en de duur daarvan; 6) de vermelding van het contactpunt voor meer informatie over de functie, de arbeidsvoorwaarden en de selectieprocedure. Elke kandidaat krijgt een ontvangstmelding van zijn kandidatuur. Bij het gebruik van een vluchtig medium, als vermeld in 2, eerste lid, 7) en 8), bevat het vacaturebericht ten minste: 1) de naam van de betrekking; 2) de vermelding of de betrekking in statutair dan wel in contractueel dienstverband vervuld wordt; 3) de vermelding van het contactpunt voor nadere informatie over de functie, de arbeidsvoorwaarden en de selectieprocedure. Rechtspositieregeling Heist-op-den-Berg v. 201802 11

3. De bepalingen van 1 en 2, zijn niet van toepassing als de aanstellende overheid bij de vacantverklaring beslist een beroep te doen op een bestaande wervingsreserve die geldig is voor de vacature. De bepalingen van 1 en 2, zijn evenmin van toepassing als de wekelijkse prestaties van een deeltijdse betrekking in de personeelsformatie uitgebreid worden of als die betrekking omgezet wordt in een voltijdse betrekking. Als er meerdere personeelsleden deeltijds werken in een betrekking van dezelfde graad, richt de aanstellende overheid een oproep tot die personeelsleden voor de vervulling van de extra uren en maakt het zijn keuze op basis van een vergelijking van de kandidaturen. Artikel 11. Tussen de bekendmaking van een vacature en de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen, verlopen minstens veertien kalenderdagen. De dag van de bekendmaking van de vacature is niet in de termijn begrepen, de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen wel. De datum van de ontvangst van de kandidatuur wordt beschouwd als de datum waarop de kandidatuur is ingediend. De datum van ontvangst, meegedeeld in de ontvangstmelding geldt als datum van indiening van de kandidatuur. Artikel 12. Aan elke aanwerving gaat een selectieprocedure vooraf. Artikel 13. 1. Tenzij anders bepaald, moeten de kandidaten voor de deelname aan de selectieprocedure voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan de aanwervingsvoorwaarden, de selectie uitgezonderd. Ze leveren het bewijs daartoe aan de voorwaarden vastgesteld in 2 en 3. 2. De kandidaten leveren het bewijs dat ze voldoen aan de diplomavereiste uiterlijk op de datum vastgesteld door de aanstellende overheid. De datum wordt bepaald tussen de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen en de datum van de start van de selectie. Een gewone kopie van het diploma volstaat als bewijsstuk voor deelname aan de selectieprocedure. Het schepencollege voor de gemeente en het vast bureau voor het OCMW beslist over de geldigheid van de voorgelegde diploma s. Als de raad de aanstellende overheid is voor de betrekking, beslist voor de gemeente het schepencollege en voor het OCMW de OCMW voorzitter over de geldigheid van de voorgelegde diploma s. De kandidaten die niet aan de diplomavereiste voldoen, worden definitief uitgesloten van de selectieprocedure en worden hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht met vermelding van de reden van de weigering. 3. De aanstellende overheid kan bij de vacantverklaring bepalen dat laatstejaarsscholieren en studenten toegang krijgen tot de selectieprocedure. In dat geval worden laatstejaarsscholieren of studenten toegelaten tot de selectieprocedure als ze met hun kandidatuur een studiebewijs voorleggen en een verklaring dat ze binnen een termijn van maximum vijf maanden zullen deelnemen aan de eindexamens voor het behalen van hun diploma. Ze leveren het bewijs dat ze aan de diplomavereiste voldoen uiterlijk op de datum van hun aanstelling bij het bestuur. 4. De kandidaten leveren het bewijs dat ze voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan alle aanwervingsvoorwaarden, de selectie uitgezonderd, voor de afloop van de selectieprocedure en binnen de opgelegde termijn. Het schepencollege voor de gemeente en het vast bureau voor het OCMW beoordeelt de geldigheid van de voorgelegde bewijzen, tenzij de raad de aanstellende overheid is. In dat geval beoordeelt het schepencollege voor de gemeente en de voorzitter voor het OCMW de geldigheid ervan. Op basis van die beoordeling wordt beslist welke kandidaten definitief tot de selectieprocedure worden toegelaten. De kandidaten die geweigerd worden, worden daarvan schriftelijk op de hoogte gebracht met vermelding van de reden voor de weigering. Rechtspositieregeling Heist-op-den-Berg v. 201802 12

Voor de deelname aan de selectieprocedure volstaat een kopie of een gewoon afschrift voor de bewijzen, vermeld in 2-3-4. Eensluidend verklaarde afschriften kunnen alleen gevraagd worden aan de kandidaten die geslaagd zijn voor de selectie. 5. In afwijking van 1 worden kandidaten die aan alle aanwervingsvoorwaarden voldoen behalve aan de voorwaarde van een aanvullende opleiding tot de selectieprocedure toegelaten, als de aanwervingsvoorwaarden bepalen dat ze het attest of getuigschrift van de aanvullende opleiding voor de afloop van de proeftijd moeten behalen. Hoofdstuk 3. Selectieprocedure Afdeling I. Algemene regels voor de selecties Artikel 14. Elke selectie wordt uitgevoerd op basis van selectiecriteria en met behulp van één of meer selectietechnieken. De selectiecriteria en de selectietechnieken zijn afgestemd op de functiebeschrijving. Voor functies van dezelfde graad zijn de selectietechnieken gelijkwaardig. Artikel 15. 1. De selecties worden uitgevoerd door een selectiecommissie. Voor de decretale graden, de betrekkingen van niveau A en de betrekkingen bestemd voor leden van het managementteam worden de selecties minstens gedeeltelijk uitbesteed aan een extern selectiebureau. Het selectiebureau voert de selectie uit in overeenstemming met de rechtspositieregeling en met de opdracht. Voor de samenstelling van de selectiecommissies gelden de volgende algemene regels: 1) de selectiecommissie bestaat uitsluitend uit deskundigen; 2) elke selectiecommissie bestaat uit ten minste twee leden; 3) ten minste een derde van de leden zijn deskundigen die extern zijn aan het eigen bestuur. Van het minimumaantal externe leden kan uitzonderlijk vanwege de specificiteit van de functies en op voorwaarde van uitdrukkelijke motivering worden afgeweken; 4) de selectiecommissie bestaat bij voorkeur uit leden van verschillend geslacht; 5) de leden van de raden en van het schepencollege kunnen geen lid zijn van een selectiecommissie in een selectieprocedure voor het eigen bestuur; 6) bij afloop van de selectieactiviteiten beraadslaagt de selectiecommissie bij eenvoudige meerderheid over het eindresultaat en het eindverslag van de kandidaten. 2. Onder deskundig wordt verstaan dat de leden van de selectiecommissie over de specifieke deskundigheden moeten beschikken om de kandidaten te beoordelen op de voor de functie vastgestelde selectiecriteria. 3. Psychotechnische proeven en persoonlijkheidstests worden afgenomen door een selectiebureau of door een persoon die daartoe bevoegd is in overeenstemming met het decreet van 13 april 1999 met betrekking tot de private arbeidsmarktbemiddeling in het Vlaamse Gewest en het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 2000 ter uitvoering van dat decreet. Artikel 16. De leden van de selectiecommissies respecteren de volgende gedragsregels en wettelijke voorschriften bij selecties: 1) onafhankelijkheid; 2) onpartijdigheid; 3) non-discriminatie op grond van zogenaamd ras of huidskleur, nationaliteit of etnische achtergrond, geslacht, seksuele geaardheid, leeftijd, gezondheidstoestand, voorkomen, Rechtspositieregeling Heist-op-den-Berg v. 201802 13

handicap, geloof of levensbeschouwing, burgerlijke staat, politieke overtuiging, zoals bepaald in de non-discriminatiewetgeving; 4) respect voor de vertrouwelijkheid van de gegevens van de kandidaten en voor hun private levenssfeer; 5) geheimhouding van de vragen en, als dat van toepassing is, respect voor de anonimiteit van de proeven; 6) verbod op belangenvermenging; Bij familieverwantschap tot in de tweede graad tussen een lid van de selectiecommissie en een kandidaat, worden de passende maatregelen getroffen om de onpartijdigheid van de selectieprocedure te garanderen. Artikel 17. De selectiecommissies worden geleid door een voorzitter. De voorzitter wordt in zijn taak bijgestaan door een secretaris die niet deelneemt aan de eigenlijke selectieactiviteiten en aan de beoordeling van de kandidaten. De leden, de secretaris en de voorzitter van de selectiecommissie worden nominatief door het schepencollege voor de gemeente en het vast bureau voor het OCMW aangewezen. Het schepencollege voor de gemeente en de OCMW-raad voor het OCMW wijst nominatief de leden van de selectiecommissie aan voor de selectie van de secretaris en de financieel beheerder, evenals voor de selectie in betrekkingen die bestemd zijn voor leden van het managementteam. Artikel 18. De selectieprocedures toetsen de bekwaamheid of geschiktheid van de kandidaten en resulteren in een opsomming van de geslaagde of geschikt bevonden kandidaten, met vermelding van de behaalde punten of scores. De meest geschikte kandidaat wordt gekozen op basis van een volledige vergelijking van de titels en verdiensten van alle kandidaten en een uitdrukkelijke motivering in overeenstemming met de bepalingen van de Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen van 29 juli 1991. Artikel 19. Voor alle functies bestaat de selectie uit selectietechnieken die de algemene inzetbaarheid van de kandidaten toetsen, aangevuld met een functiespecifieke selectietechniek. De functiespecifieke selectietechniek is afgestemd op de functiebeschrijving. Afdeling II. Het verloop van de selectie Artikel 20. De aanstellende overheid stelt de concrete selectieprocedure vast voor de aanvang ervan en zorgt voor de organisatie van de selecties. Artikel 21. 1. Binnen de grenzen van de algemene bepalingen in afdeling I, bepaalt de aanstellende overheid: 1) de selectiecriteria; 2) de keuze van de selectietechniek(en); 3) het verloop van de selectie, met inbegrip van de timing; 4) het minimale resultaat om als geslaagd beschouwd te worden bij de afsluiting van de selectieprocedure en, in voorkomend geval, het minimale resultaat om toegelaten te worden tot een volgende stap in de selectieprocedure. 2. Als de aanstellende overheid kiest voor een combinatie van de aanwervingsprocedure en de bevorderingsprocedure en de gelijktijdige toepassing daarvan, worden de externe en de interne kandidaten onderworpen aan dezelfde selectieproeven. Eventuele schriftelijke kennisproeven met dezelfde inhoud worden op hetzelfde tijdstip afgenomen. Voor de toepassing van artikel 9, behelst de selectieprocedure, naast één of meer functiegerichte competentietests, ook een niveau- of capaciteitstest, die onderzoekt of de kandidaten in staat zijn te functioneren op het niveau waarin de functie is gesitueerd. De kandidaten moeten zowel voor de niveauof capaciteitstest als voor de functiegerichte competentietest(s) slagen. Rechtspositieregeling Heist-op-den-Berg v. 201802 14

De kandidaat die een attest of getuigschrift voorlegt waaruit blijkt dat hij voor dezelfde of voor een vergelijkbare functie bij dezelfde of bij een andere overheid al eerder geslaagd is voor een niveau- of capaciteitstest als vermeld in het tweede lid, behoudt het gunstige resultaat daarvan en wordt vrijgesteld van een nieuwe deelname aan een niveau- of capaciteitstest. De raad bepaald de maximale duur van de vrijstelling. Artikel 22. De kandidaten worden van het verloop van de selectieprocedure op de hoogte gebracht. De kandidaten worden minstens tien kalenderdagen op voorhand geïnformeerd over de plaats waar en de dag en het uur waarop de eerste selectieproef wordt afgenomen. Die mededeling gebeurt met behulp van brief, e-mail of telefoon. Als de selectieproef een preselectie bevat, worden de kandidaten daarvan op de hoogte gebracht. Artikel 23. De selectiecommissie maakt voor elke selectietechniek een verslag op. Het verslag vermeldt per kandidaat het resultaat en de motivatie. De selectiecommissie maakt bij de afsluiting van de selectieprocedure een eindverslag op met vermelding van de deelresultaten van de kandidaten en van hun eindresultaat. De verslagen dienen afdoende gemotiveerd te worden. Artikel 24. De kandidaten worden schriftelijk op de hoogte gebracht van het resultaat van de selectie. Kandidaten hebben op hun verzoek toegang tot de selectieresultaten in overeenstemming met de bepalingen van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Afdeling III. Wervingsreserves Artikel 25. 1. De aanstellende overheid beslist bij de vacantverklaring van een betrekking of een wervingsreserve wordt aangelegd en bepaalt de geldigheidsduur ervan. De geldigheidsduur is verlengbaar voor zover de maximale geldigheidsduur van de wervingsreserve de termijn van drie jaar niet overschrijdt. De duur van de wervingsreserve vangt aan vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum van het eindrapport van de selectie. 2. Alle geslaagde of geschikt bevonden kandidaten die niet onmiddellijk worden aangesteld, worden in de wervingsreserve opgenomen. Bij een vergelijkende selectieprocedure worden de kandidaten in de wervingsreserve gerangschikt in volgorde van hun resultaat. Artikel 26. De aanstellende overheid kan geen nieuwe aanwervingsprocedure organiseren zolang er voor dezelfde functie of graad nog kandidaten opgenomen zijn in een daarvoor nog geldige wervingsreserve. Artikel 27. Na een vergelijkende selectie wordt telkens de eerst gerangschikte kandidaat van de wervingsreserve het eerst geraadpleegd om de vacature te vervullen. Een geraadpleegde kandidaat kan eenmaal een aangeboden betrekking weigeren zonder zijn plaats in de wervingsreserve te verliezen, op voorwaarde dat hij zijn kandidatuur naar aanleiding van de weigering binnen de vastgestelde termijn bevestigt. Bij een tweede weigering van een aangeboden betrekking wordt de kandidaat automatisch in de wervingsreserve geschrapt. Hij wordt daarvan op de hoogte gebracht. Afdeling IV. Specifieke bepalingen voor de aanwerving van de secretaris en de financieel beheerder Artikel 28. De raad stelt de functiebeschrijving vast voor de functies van secretaris en financieel beheerder. Rechtspositieregeling Heist-op-den-Berg v. 201802 15

Artikel 29. Als de functie van secretaris of financieel beheerder door aanwerving vervuld wordt, moet de kandidaat houder zijn van een diploma dat toegang geeft tot niveau A. Artikel 30. De selectie voor de aanwerving in de functies van secretaris en financieel beheerder wordt minstens gedeeltelijk uitbesteed aan een extern selectiebureau. De selectie wordt uitgevoerd op basis van de selectiecriteria en met behulp van verschillende selectietechnieken. De selectiecriteria en selectietechnieken zijn afgestemd op de functiebeschrijving. Artikel 31. De selectietechnieken voor de functie van secretaris bevatten in elk geval een test die de managements- en leiderschapscapaciteiten van de kandidaten toetst. De selectietechnieken voor de functie van financieel beheerder bevatten in elk geval een proef die het financieel-economisch inzicht van de kandidaten toetst. Hoofdstuk 4. Specifieke bepalingen voor de aanwerving in de betrekkingen die ingesteld werden ter uitvoering van werkgelegenheidsmaatregelen van de hogere overheid en in sommige tijdelijke betrekkingen Afdeling I. Aanwervings- en de selectieprocedure voor aanwerving in sommige betrekkingen die ingesteld worden ter uitvoering van werkgelegenheidsmaatregelen van de hogere overheden Artikel 32. Voor de aanwerving in contractuele betrekkingen van alle niveaus, die ingesteld worden ter uitvoering van werkgelegenheidsmaatregelen van de hogere overheden geldt het volgende. 1) De selectie toetst de bekwaamheid van de kandidaten voor de functie. Ze wordt uitgevoerd door een selectiecommissie, die minimaal samengesteld is als volgt: de secretaris of zijn/haar vervanger; een diensthoofd en/of deskundige; De leden van de commissie worden nominatief door het schepencollege voor de gemeente en het vast bureau voor het OCMW aangesteld. Ze duiden tevens de voorzitter van de commissie aan. Indien het schepencollege voor de gemeente en het vast bureau voor het OCMW dit wenselijk of noodzakelijk acht, kan de sollicitatieprocedure eveneens volledig worden uitbesteed. 2) De selectie bestaat uit: a) eventueel, een proef die de technische vaardigheden en de communicatievaardigheden toetst op het niveau van de functie; b) een proef (interview of test) die de motivatie, de belangstelling en de inzetbaarheid bij de overheid van de kandidaten peilt. De selectiecommissie maakt voor elke selectietechniek een verslag op. Het verslag vermeldt per kandidaat het resultaat en de motivatie. De selectiecommissie maakt bij de afsluiting van de selectieprocedure een eindverslag op met vermelding van de deelresultaten van de kandidaten en van hun eindresultaat. De verslagen dienen afdoende gemotiveerd te worden. Na de selectie leveren de geschikt bevonden kandidaten de bewijsstukken dat ze voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en zo nodig, aan de specifieke voorwaarden. Afdeling II. Aanwervings- en selectieprocedure voor vervangers Artikel 33. Voor de tijdelijke vervanging van afwezige personeelsleden zoals vermeld in artikel 104, 2, 2 GD en artikel 103, 2, 2 OD, geldt het volgende: Rechtspositieregeling Heist-op-den-Berg v. 201802 16

1. De kandidaten worden geput uit een lopende wervingsreserve voor de functie. De kandidaten worden voor de vervanging geraadpleegd tegen de voorwaarde dat ze op korte termijn beschikbaar zijn, waarmee bedoeld wordt dat ze uiterlijk binnen acht kalenderdagen moeten te kennen geven of ze bereid zijn de tijdelijke functie te aanvaarden binnen een door het schepencollege voor de gemeente en het vast bureau voor het OCMW bepaalde termijn of binnen een overeen te komen korte termijn. De keuze wordt gemaakt op basis van een vergelijking van de titels en verdiensten van de kandidaten in het licht van het competentieprofiel voor de vervangingsopdracht. Kandidaten uit de wervingsreserve die de hun aangeboden tijdelijke betrekking voor de vervanging van afwezige personeelsleden weigeren, blijven opgenomen in de wervingsreserve. 2. Indien geen lopende wervingsreserve beschikbaar is: 1) de kandidaten moeten voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan de algemene en de specifieke aanwervingsvoorwaarden, met inbegrip van de diplomavereiste; 2) de selectie bestaat uit een gestructureerd interview, eventueel uitgebreid met een bijkomende proef die de vaardigheden, noodzakelijk voor de uitoefening van de functie, toetst; 3) de selectie gebeurt door een selectiecommissie, die samengesteld is als volgt: de secretaris of zijn/haar vervanger; een diensthoofd en/of deskundige; De leden van de commissie worden nominatief door het schepencollege voor de gemeente en het vast bureau voor het OCMW aangesteld. Zij duiden tevens de voorzitter van de commissie aan. Indien het schepencollege voor de gemeente en het vast bureau voor het OCMW dit wenselijk of noodzakelijk acht, kan de sollicitatieprocedure eveneens volledig worden uitbesteed. De selectiecommissie maakt een verslag op met betrekking tot de geschiktheid of ongeschiktheid van elke kandidaat. De kandidaten worden op de hoogte gebracht van het resultaat van de selectie. Aan de geschikt bevonden kandidaten wordt gevraagd de bewijsstukken dat ze aan de alle voorwaarden voldoen te bezorgen binnen een bepaalde termijn. Het schepencollege voor de gemeente en de secretaris voor het OCMW kiest een kandidaat uit de geschikt bevonden kandidaten die de gevraagde bewijsstukken bezorgd hebben, op basis van een vergelijking van de titels en verdiensten in het licht van het competentieprofiel voor de vervangingsopdracht. Afdeling III. Aanwervings- en selectieprocedure voor de aanwerving in contractuele betrekkingen waarvan de tewerkstellingsduur tot maximum 1 of 2 jaar beperkt is, andere dan contractuele betrekkingen in een tewerkstellingsmaatregel van de hogere overheid Artikel 34. Voor de aanwerving en selectie in contractuele betrekkingen, andere dan contractuele betrekkingen in een tewerkstellingsmaatregel van de hogere overheid, waarvan de tewerkstellingsduur tot maximaal een of twee jaar beperkt, is geldt het volgende. 1. De kandidaten worden geput uit een lopende wervingsreserve voor de functie. De kandidaten worden voor deze tewerkstelling geraadpleegd tegen de voorwaarde dat ze op korte termijn beschikbaar zijn, waarmee bedoeld wordt dat ze uiterlijk binnen acht kalenderdagen moeten te kennen geven of ze bereid zijn de tijdelijke functie te aanvaarden binnen een door het schepencollege voor de gemeente en het vast bureau voor het OCMW bepaalde termijn of binnen een overeen te komen korte termijn. Kandidaten uit de wervingsreserve die de hun aangeboden tijdelijke contractuele betrekking weigeren, blijven opgenomen in de wervingsreserve. 2. Indien geen lopende wervingsreserve beschikbaar is: 1) de kandidaten moeten voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan de algemene en de specifieke aanwervingsvoorwaarden, met inbegrip van de diplomavereiste; Rechtspositieregeling Heist-op-den-Berg v. 201802 17