Afbeelding 1: Repeater

Vergelijkbare documenten
Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Repeater. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische zender Universeel, L-leider. Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Draadloze bussysteem. Draadloze wandcontactdoosadapter voor schakelen Best. nr. :

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Funkmanagement Funkkop DIN-rail. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkkop DIN-rail Art. nr. : FK100REG. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische stuureenheid 1-10 V, voor DIN-rail. Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische handzender mini. Art.-Nr.: 42 FH. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische handzender. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

Afbeelding 1: Bedieningszijde zonnesensor

Gevaar voor lichamelijk letsel. Gebruik het apparaat alleen voor aansturen van jaloezieen rolluikmotoren of markiezen. Schakel geen andere lasten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische DIN-rail actor. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid. Art.-Nr.: 2005 REG. Art.-Nr.: 2002 REG. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

Draadloze bussysteem Draadloze wandcontactdoosadapter voor dimmen. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. :

Draadloze bussysteem Draadloze actor mini. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor mini. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best. nr. : Bedieningshandleiding

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Standaard AC 230 V ~ Art. nr. 230 ME. Bedieningshandleiding

Afbeelding 1: Radiografischee handzender 2-voudig en 4-voudig

Afbeelding 1: Helderheidsregelaar inbouw

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Funkmanagement Radiografische schakeleenheid. Art.-Nr.: FWL 2200 WW. Bedieningshandleiding

Afbeelding 1: Constructie apparaat

Afbeelding 1: Binaire ingang 8-voudig 24 V

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail vermogenuitbreider universeel W. Art. nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Elektronische stuureenheid. Bedieningshandleiding

Afbeelding 1: Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Draaidimmer LV. Art. nr. : 244 HEX. Bedieningshandleiding

Afbeelding 1: Schakelklok met alle segmenten

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement OmzetterWindmeter. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Lichtmanagement Taststuureenheid. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Toerenregelaar. Bedieningshandleiding

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Universeel AC 230 V ~ Art. nr. 232 ME. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Funkmanagement Radiografische wandzender "vlak" Art.-Nr.: A 41 F.. Art.-Nr.: A 42 F..

Bedieningshandleiding

Draadloze bussysteem Draadloze besturingseenheid 1-10V enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische sensorafdekking 180. Art.-Nr.:..FAS 180..

1 Veiligheidsinstructies

Draadloze bussysteem Draadloze handzender comfort. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Best.nr. :

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische snoerdimmer Universeel. Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer met druk-wisselschakelaar. Art.-Nr.: 266 GDE Art.-Nr.

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Tronic dimmer. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische raamzender. Art.-Nr.: FF 21 WW. Bedieningshandleiding

Afbeelding 1. (5) LK, groen, Ethernet Link Signal, brandt bij actieve verbinding met het IP-net

Afbeelding 1: Aanzicht, aansluitruimte gesloten

Afbeelding 1. (5) LK, groen, Ethernet Link Signal, brandt bij actieve verbinding met het IP-net

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LB-management. Jaloeziebasiselement Universeel. Jaloeziebasiselement Universeel Art. nr.

Afb.2.: Achteraanzicht

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Trappenhuisautomaat, Impulsgever. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Systeemschakeleenheid. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Led tastdimmer. Art. nr LEDDE. Bedieningshandleiding

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies

Vermogensuitbreiding van de in de referentielijst (zie hoofdstuk technische gegevens) genoemde

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail dimmer universeel W. Art.-Nr.: UD 1255 REG. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

KNX/EIB Voedingseenheid. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid 640 ma. Best.nr. : Best.nr.

KNX inbouwverwarmingsactor 1-voudig met neventoestel-aansluiting Art.-Nr.: 2501 HZUP

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Sensorafdekking 180 Standaard 2,20 m. Art.-Nr.: AS Bedieningshandleiding

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

KNX inbouwactor jaloezie 1-voudig met neventoestel-aansluiting

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. LB-management. Draaidimmer Standaard led

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid, DC 24 V. Art.-Nr.: 224 ME. Bedieningshandleiding

Draadloze handzender tweevoudig, Draadloze handzender viervoudig

Afbeelding 1: Gateway

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Draadloze bussysteem. Draadloze universele snoerdimmer Best. nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische multifunctionele zender. Art.-Nr.

Stereoradio Art.nr.: R AN R AN

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

KNX/EIB Binaire ingang. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Tastsensor 3 F100

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. LB Management. Elektronische schakeleenheid 1-kanaals

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Dimmer druk-wissel gloeilamp. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

Music center Art.nr.: MC

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Aanwezigheidsmelder Universeel. Art. nr. PMU 360 WW Art. nr.

Bedieningshandleiding DALI Power Potentiometer

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

Transcriptie:

Art. nr. : FMR 100 SGWW Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële schade mogelijk. Handleiding volledig doorlezen en aanhouden. Tussenstekkers mogen niet achter elkaar worden aangesloten en moeten goed toegankelijk zijn. De radio overdracht verloopt via een niet exclusieve overdrachtsroute en is daarom niet geschikt voor toepassingen op het gebied van de veiligheidstechniek, zoals bijv. noodstop of noodoproep. Deze handleiding is onderdeel van het product en moet door de eindklant worden bewaard. 2 Constructie apparaat Afbeelding 1: Repeater (1) SCHUKO -contactdoos met verhoogde aanrakingsveiligheid (2) Rode status-led, verborgen (3) Knop Prog 3 Functie Systeeminformatie Dit apparaat is onderdeel van het enet-systeem. Door het zendgedrag en de bidirectionele gegevensoverdracht wordt een hoge overdrachtsbetrouwbaarheid bij een radiofrequentie van 868 MHz bereikt. De reikwijdte van een radiografisch systeem hangt af van verschillende factoren. Met de keuze van de montageplaats kan de reikwijdte worden geoptimaliseerd. Dit apparaat voldoet aan de eisen van de R&TTE-richtlijn 1999/5/EG. De verklaring van overeenstemming en nadere informatie over het enet-systeem vindt u op onze internetpagina. Het apparaat mag in alle EU- en EFTA-staten worden gebruikt. J:00 1/6

Bedoeld gebruik - Ontvangen en herhalen van e-net-radio-telegrammen - Uitbreiding van de reikwijdte van radiografische zenders en actoren - Montage binnenshuis in SCHUKO -contactdozen Producteigenschappen - Herhalen van alle ontvangen radio-telegrammen of alleen van geselecteerde radiografische zenders en actoren - 125 zenders/aktoren aansluitbaar - Twee repeaters via cascadeschakeling aansluitbaar - Signalering van telegramherhalingen, status-led knippert 50 ms Werking De repeater heeft twee bedieningsmodi: - Herhalen van alle ontvangen radio-telegrammen. Er mag geen apparaat met de repeater zijn verbonden (toestand bij levering) - Herhalen van de radio-telegrammen van geselecteerde apparaten. De betreffende apparaten moeten met de repeater zijn verbonden. i Om in een installatie het aantal telegrammen te beperken, wordt een radio-telegram slechts twee maal herhaald. 4 Informatie voor elektromonteurs 4.1 Montage en elektrische aansluiting Montage Houd voor een goede overdrachtskwaliteit voldoende afstand aan tot mogelijke storingsbronnen, bijv. metalen oppervlakken, magnetrons, Hifi- en tv-installaties, voorschakelapparaten of transformatoren. o Appraat in SCHUKO -contactdoos steken. 4.2 Inbedrijfname GEVAAR! Elektrische schok bij aanraken van onderdelen die onder spanning staan. Elektrische schokken kunnen dodelijk letsel tot gevolg hebben. Voordat werkzaamheden aan het apparaat worden uitgevoerd, moeten spanningvoerende delen in de omgeving worden afgedekt! J:00 2/6

enet Repeater herhaalt alle radio telegrammen Afbeelding 2: Direct verbinden van radiografische zender en actor De repeater is in de toestand bij levering. De repeater hoeft niet in bedrijf te worden gesteld. of Repeater is met een enet-apparaat verbonden. o Alle verbindingen verbreken of repeater weer op de fabrieksinstelling instellen (zie Verbinding met een radiografische zender of actor verbreken of repeater weer op de fabrieksinstelling instellen). i Radiografische zender en actor kunnen zoals in de handleidingen van de radiografische zenders en actoren beschreven, met elkaar worden verbonden. Repeater herhaalt alleen van bepaalde apparaten radio telegrammen Afbeelding 3: Meertrapsinbedrijfstelling Herhaalt de repeater niet alle radio-telegrammen van een installatie, dan vindt een meertrapsinbedrijfstelling plaats. J:00 3/6

o o o Stap A Repeater met radiografische zender verbinden (zie Repeater met radiografische zender verbinden). Stap B Repeater met actor verbinden (zie Repeater met actor verbinden). Stap C Radiografische zender en actor, zoals in de handleidingen van de radiografische zenders en actoren beschreven, met elkaar verbinden. Twee achter elkaar geschakelde repeaters herhalen alleen van bepaalde apparaten radiotelegrammen i Worden twee repeaters achter elkaar geschakeld, zowel zender en actor/energiesensor met beide repeaters verbinden. Tijdens het verbinden moeten repeater en zender of actor/energiesensor zich binnen de radiografische zendafstand bevinden. o Stap A Repeater 1 en 2 met radiografische zender verbinden (zie Repeater met radiografische zender verbinden). o Stap B Repeater 1 en 2 met actor verbinden (zie Repeater met actor verbinden). o Stap C Radiografische zender en actor, zoals in de handleidingen van de radiografische zenders en actoren beschreven, met elkaar verbinden. Repeater met radiografische zender verbinden o Knop Prog (3) langer dan 4 seconden indrukken. Na 4 seconden knippert de status-led (2). De repeater bevindt zich ca. 1 minuut in de programmeermodus. o Radiografische zender in de programmeermodus brengen (zie handleiding van de radiografische zender). o Telegram aan radiografische zender activeren. De status-led (2) brandt gedurende 5 seconden. De repeater is met de radiografische zender verbonden. Repeater en radiografische zender verlaten automatisch de programmeermodus. i Van meerkanalige radiografische zenders worden de telegrammen van alle functie- en scenarioknoppen herhaald, zodra de eerste verbinding plaatsvindt. Repeater met actor of energiesensor verbinden o Knop Prog (3) langer dan 4 seconden indrukken. Na 4 seconden knippert de status-led (2). De repeater bevindt zich ca. 1 minuut in de programmeermodus. o Actor/energiesensor in de programmeermodus zetten (zie handleiding van de actor/energiesensor). o Knop Prog op de repeater kort indrukken om een telegram te verzenden. De status-led (2) brandt gedurende 5 seconden. De repeater is met de actor/energiesensor verbonden. Repeater en actor/energiesensor verlaten automatisch de programmeermodus. i Van meerkanalige actoren worden de terugmeldingstelegrammen van alle kanalen herhaald, zodra de eerste verbinding plaatsvindt. Verbinding met een radiografische zender verbreken i Alle verbindingen met een radiografische zender worden verbroken. o Dezelfde stappen als bij het verbinden uitvoeren (zie repeater met radiografische zender verbinden). De status-led (2) knippert snel gedurende 5 seconden. De repeater is van de radiografische zender losgemaakt. Repeater en radiografische zender verlaten automatisch de programmeermodus. J:00 4/6

Verbinding met een actor of energiesensor verbreken i Alle verbindingen met een actor of energiesensor worden verbroken. o Dezelfde stappen als bij het verbinden uitvoeren (zie repeater met actor resp. energiesensor verbinden). De status-led (2) van de repeater en de status-led op de actor of energiesensor branden 5 seconden. De verbinding tussen de repeater en de actor of energiesensor is verbroken. Repeater en actor of energiesensor verlaten automatisch de programmeermodus. Repeater weer op fabrieksinstelling instellen Alle verbindingen met de zenders en actoren worden verbroken en parameters worden weer op de fabrieksinstelling ingesteld. i In de zenders en actoren blijven de verbindingen behouden en moeten afzonderlijk worden verbroken. o Toets Prog minimaal gedurende 20 seconden indrukken. Na 4 seconden knippert de status-led. Na 20 seconden knippert de status-led sneller. o Toets Prog loslaten en binnen 10 seconden opnieuw kort indrukken. De status-led knippert gedurende ca. 5 seconden langzamer. De repeater is weer op de fabrieksinstelling ingesteld. Repeater herhaalt alle ontvangen radio-telegrammen. 5 Bijlage Het symbool bevestigt de comformiteit van het product met de geldende richtlijn. 5.1 Technische gegevens Nominale spanning AC 230 V ~ Netfrequentie 50 / 60 Hz Nom. laststroom 16 A (I L ) Beschermingsgraad IP 20 Omgevingstemperatuur -5... +45 C Afmeting B H D 57 127 78 mm Radiofrequentie 868.3 MHz Zenderbereik in vrije veld typ. 100 m Zendvermogen max. 20 mw 5.2 Hulp bij problemen Andere verbindingen met zender of actoren zijn niet mogelijk. Oorzaak: alle geheugenplaatsen van de repeater zijn bezet. Verbreek niet meer benodigde verbindingen. of Repeater weer op fabrieksinstelling instellen, zodat alle ontvangen telegrammen worden herhaald. Ondanks repeater is er geen radiografische ontvangst. Oorzaak 1: bouwkundige omstandigheden verhinderen een radiografische ontvangst. Positie van de repeater veranderen. Oorzaak 2: repeater herhaalt alleen geselecteerde telegrammen. Radiografische zender en actor met repeater verbinden. Oorzaak 3: repeater wordt niet van stroom voorzien. Voedingsspanning controleren. Oorzaak 4: Er zijn twee repeaters achter elkaar geschakeld. Zender en actor/energiesensor zijn met met beide repeaters verbonden. Zowel zender en actor/energiesensor met beide repeaters verbinden. J:00 5/6

Radiografische zender krijgt geen terugmelding van de actor Oorzaak: alleen de radiografische zender is met de repeater verbonden. Actor met repeater verbinden. 5.3 Garantie Technische en formele veranderingen aan het product, voor zover deze de technische vooruitgang dienen, zijn voorbehouden. Wij bieden garantie in het kader van de wettelijke bepalingen. Verzendt het apparaat s.v.p. met een beschrijving van de fout aan onze centrale klantenservice. ALBRECHT JUNG GMBH & CO. KG Volmestraße 1 58579 Schalksmühle Telefon: +49.23 55.8 06-0 Telefax: +49.23 55.8 06-2 04 kundencenter@jung.de www.jung.de Service Center Kupferstr. 17-19 44532 Lünen Germany J:00 6/6