Toetsingskader. 1. Onderbouwing nut en noodzaak

Vergelijkbare documenten
Aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. C. Van Nieuwenhuizen Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Van Nieuwenhuizen,

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer dr. R.H.A. Plasterk Postbus EA DEN HAAG. Geachte heer Plasterk,

Op 12 oktober 2018 heeft u het voorstel voor de Regeling Tachografen aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) aangeboden voor toetsing.

Aan de minister van Economische Zaken en Klimaat De heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Wiebes,

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer drs. R.W. Knops Postbus EA DEN HAAG

Aan de minister van Economische Zaken en Klimaat De heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Wiebes,

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Van Veldhoven,

Toetsingskader. Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG

Aan de minister voor Medische Zorg en Sport De heer mr. drs. B.J. Bruins Postbus EJ DEN HAAG. Geachte heer Bruins,

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

ATR heeft de regeldrukgevolgen van het voorstel getoetst. Hieronder treft u het advies van ATR aan.

Regeldrukeffecten voor burgers en bedrijven. Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus EA DEN HAAG

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Drs. E.I. Schippers Postbus EJ DEN HAAG. Geachte mevrouw Schippers,

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Dijksma,

Op 23 augustus heeft u de Nota van Wijziging bij het wetsvoorstel van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 voor advies aan ons voorgelegd.

Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer drs. W. Koolmees Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Koolmees,

Toetsingskader. Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG.

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Dijksma,

Datum 19 juli 2019 Betreft Wijziging Wet Normering Topinkomens (tegengaan van ontwijking en versterking toepassing in de zorgsector)

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EX DEN HAAG

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EK DEN HAAG

Toetsingskader 1. Nut en noodzaak Contact

Datum 6 maart 2019 Betreft Kamervragen van de leden Van der Molen, Pieter Heerma en Van den Berg (allen CDA)

Ondernemers ronden een aanvraag nu veel sneller af

'OESO, 2013 Fathers Leave, Involvement and Child Development, OECD Social, Employment and Migration Working Papers No 140

Toetsingskader. Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Mevrouw drs. E.I. Schippers Postbus EJ DEN HAAG

Type organisatie (uitvoeringsorganisatie, toezichthouder, inspectie);

Toetsingskader ATR beoordeelt de gevolgen voor de regeldruk aan de hand van het volgende toetsingskader:

Datum 15 augustus 2019 Betreft Voorstel tot wijziging van de Telecommunicatiewet ten behoeve van een opt-in-systeem

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer H.J. Kamp Postbus LV Den Haag. premie-differentiatie. Geachte heer Kamp,

«Naam instelling» T.a.v. het Bestuur «Adres» «huisnummer» «Postcode» «woonplaats» Geacht bestuur,

Aanleiding en context. Aan de minister van Financiën De heer mr. W.B. Hoekstra Postbus EE DEN HAAG. Geachte heer Hoekstra,

Toetsingskader. 1. Nut en noodzaak

Aanleiding voor het wetsvoorstel. Aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst De heer drs. S.A. Blok Postbus EA DEN HAAG. Geachte heer Blok,

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Toetsingskader. Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EX DEN HAAG

Advies Wet Generieke Digitale Infrastructuur (Wet GDI)

Authenticatie en autorisatie. 31 mei 2012

Wet DO en de zorg. Kerngroep informatieberaad Juliët Trouwborst, Ruben de Boer Directie Informatiebeleid / CIO en Nictiz

Toetsingskader. Aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Mevrouw mr. drs. I.K. van Engelshoven Postbus BJ DEN HAAG

Ons kenmerk z Contactpersoon

iemand aan wie hij/zij is, bij authenticatie wordt vastgesteld of deze persoon ook daadwerkelijk is wie die zegt dat die is.

2509 LV DEN HAAG OndenA/erp AMvB implementatie lorp-richtiijn

Op 25 maart 2019 heeft u het voorgenomen aanvullingsbesluit grondeigendom aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) aangeboden voor toetsing.

Toetsingskader. Aanleiding en context. Aan de minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG

i.n Q Aan de Minister van Veiiigheid en Justitie De heer mr. G.A. van der Steur Postbus EH DEN HAAG 28 september 2015

Aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. C. Van Nieuwenhuizen Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Van Nieuwenhuizen,

Aan de minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Kamp,

Handleiding Communicatie eherkenning. eherkenning. dé digitale sleutel voor ondernemers en de overheid

ELEKTRONISCH AANBESTEDEN EN DE ELEKTRONISCHE HANDTEKENING JANUARI 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Contouren Launching Plan 1 e release eid Stelsel door middel van pilots (voorheen pilotplan ) 1

Aan de minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker,

Klantcase. Applicatiebeheer Dennis van Noort van HDSR: Met eherkenning kunnen wij mensen veel beter van dienst zijn

eid in de zorg Wat betekent dit voor u? Bob van Os Nictiz Ruben de Boer - Ministerie van VWS 20 juni 2019

Wet GDI Regels inzake de generieke digitale infrastructuur (Wet generieke digitale infrastructuur)

Verordening 910/2014 elektronische identiteiten en vertrouwensdiensten eidas

Eerste voorstel businessmodel eid Stelsel

Datum 19 september Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw mr. drs. J.W.E. Spies Postbus EA DEN HAAG

Het eid-stelsel en de Wet GDI

Hebben uw diensten nog het juiste betrouwbaarheidsniveau

Via de website bestaat de mogelijkheid om aan te melden voor de service.

Maak uw software oplossingen eidas proof

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De elektronische handtekening en de Dienstenrichtlijn De elektronische handtekening Wat zegt een elektronische handtekening?

Werkprogramma. Adviescollege toetsing regeldruk

... No.W /I

Datum 2 mei 2019 Betreft Wijziging van de Drank- en Horecawet (DHW) in verband met het Nationaal Preventieakkoord en de evaluatie van de wet

Aan de Staatssecretaris van Financiën De heer ir. E.D. Wiebes Postbus EE DEN HAAG. Geachte heer Wiebes,

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer mr. L.F. Asscher Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Asscher,

voorwoord consultatie dan wel in een vergelijkbare fase in het wetgevingsproces. Daarbij toont men zich veelal bereid om onze opmerkingen in

Managementsamenvatting Meting aanbod Digitale Dienstverlening 2017

Op 26 juli 2018 heeft u het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) verzocht om advies uit te brengen over de parkeerverordening Zaanstad.

Wat betekent dit voor de zorg?

Ons kenmerk z Contactpersoon

Het nieuwe eid-stelsel Wat betekent dit voor de zorg?

Menno Stigter Informatie Architect, Gemeente Den Haag 18 april 2018

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) Dhr. dr. R.H.A. Plasterk Postbus EA 'S-GRAVENHAGE.

Regels zonder overlast, eindrapport van de Commissie administratieve lasten, p IV 2

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Algemene regels inzake het elektronisch verkeer in het publieke domein en inzake de generieke digitale infrastructuur (Wet digitale overheid)

VOLKSGEZONDHEID WELZIJN EN SPORT 10NOV. 20V*

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer drs. M.J. van Rijn Postbus EJ DEN HAAG. Geachte heer Van Rijn,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Ik ga op reis en ik neem mee

De hierna met een hoofdletter aangeduide begrippen hebben in deze Voorwaarden de volgende betekenis:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Veilige en eenvoudige toegang tot uw online dienstverlening. Connectis Identity Broker

Digitaal Janine Jongepier Afdelingshoofd Informatie Directie Burgerschap en Informatie Directoraat Generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties

Tweede Kamer der Staten-Generaal

W 1 L L E MÂL E X A N D E R, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ.

Even bijpraten. Auteur Datum. Jan Bartling (sambo-ict) en Leo Bakker (Kennisnet) 18 januari 2019

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Toelichting op vraagstuk businessmodel Idensys en SEO rapport voor consultatiebijeenkomst 22 en 23 september 2015

Transcriptie:

Aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer drs. R.W. Knops Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Datum 6 november 2017 Onderwerp Wet GDI Uw kenmerk Ons kenmerk MvH/RvZ/HS/RS/bs/ ATR0031/2017-U052 Bijlage(n) Geachte heer Knops, Op 16 oktober 2017 heeft ATR de Memorie van Toelichting van de na consultatie aangepaste Wet generieke digitale infrastructuur (Wet GDI) ontvangen. Deze memorie bevat de berekening van de gevolgen voor de regeldruk. Op 17 oktober 2017 is in ambtelijk overleg vastgesteld dat de gevolgen voor de regeldruk conform een eerder advies van Actal in beeld zijn gebracht en dat toetsing door ATR mogelijk is. 1 Hieronder treft u het advies van ATR aan. Toetsingskader ATR beoordeelt de gevolgen voor de regeldruk van voorgenomen wet- en regelgeving aan de hand van het volgende toetsingskader: 1. Nut en noodzaak: is er een taak voor de overheid en is wetgeving het meest aangewezen instrument? 2. Zijn er minder belastende alternatieven mogelijk? 3. Is gekozen voor een uitvoeringswijze die werkbaar is voor de doelgroepen die de wetgeving moeten naleven? 4. Zijn de gevolgen voor de regeldruk volledig en juist in beeld gebracht? 1. Onderbouwing nut en noodzaak De memorie van toelichting geeft (onder andere) de volgende onderbouwing van het nut en de noodzaak voor een wettelijk kader voor de generieke digitale infrastructuur: 1) Elektronische dienstverlening tussen lidstaten geven ons een zorgplicht voor het inrichten van een knooppuntvoorziening. Aan die voorziening en de bijbehorende dienstverlening worden eisen gesteld ten aanzien van de authenticatie van burgers en bedrijven. 2) Diensten met rechtsgevolgen en gegevensuitwisseling van bijzondere persoonsgegevens vergen een hogere betrouwbaarheid en meer zekerheid dan het huidige DigiD biedt. 1 Actal, Advies consultatie wetsvoorstel GDI, 31 maart 2017. Contact Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag Postbus 16228 2500 BE Den Haag T (070) 310 86 66 info@atr-regeldruk.nl www.atr-regeldruk.nl

3) Eisen ten aanzien van de betrouwbaarheid van de authenticatie en de vertrouwelijkheid van persoonsgegevens zijn essentieel voor nieuwe vormen van digitale dienstverlening, onder andere in de zorgsector en in de strafrechtketen. 4) Het ontwikkelen van en de verplichting tot aansluiten van publieke middelen naast private middelen wordt gemotiveerd door de eis dat burgers niet afhankelijk van private middelen mogen zijn voor het afnemen van publieke (digitale) dienstverlening. Het college constateert dat de memorie van toelichting na de consultatie op onderdelen is aangepast. De memorie geeft invulling aan het advies van Actal om de noodzaak van wetgeving scherper te onderbouwen en daarbij aan te geven waarom voor de authenticatiemiddelen nieuwe wetgeving noodzakelijk is. Tevens motiveert de toelichting waarom wordt gekozen om publieke en private beveiligingshulpmiddelen naast elkaar toe te laten. Het college concludeert dat nut en noodzaak van het wetsvoorstel hiermee voldoende zijn toegelicht. 2. Minder belastende alternatieven De huidige private voorziening met verschillende leveranciers die inlogmiddelen aanbieden in verschillende combinaties van betrouwbaarheidsniveaus, is voor ondernemers ingewikkeld en bewerkelijk. Deze complexiteit wordt in de volgende paragraaf verder toegelicht. In plaats van de nu beschikbare private middelen zou de authenticatie ten behoeve van de publieke dienstverlening ook met één publieke dienst kunnen worden gerealiseerd. Dit alternatief met één publiek inlogmiddel is misschien minder belastend voor bedrijven dan een variëteit een private middelen. Het alternatief van één publiek inlogmiddel waarmee bedrijven toegang kunnen krijgen tot publieke dienstverlening, wordt in het voorstel echter niet uitgewerkt. Het gevolg van het niet uitwerken van dit alternatief is dat niet kan worden vastgesteld of de keuze voor verschillende private voorzieningen ook het minst belastende alternatief is. 2.1 Het college adviseert om te de gevolgen voor de regeldruk van één publiek inlogmiddel voor bedrijven te onderzoeken. Het college onderkent dat het hanteren van één inlogmiddel risico s met zich brengt. Een belangrijk risico is dat bedrijven niet kunnen uitwijken indien het inlogmiddel uitvalt of indien hun identiteit is gecompromitteerd. Het college merkt daarbij echter op dat er andere manieren zijn om de kwetsbaarheid te beperken en continuïteit te waarborgen. Deze manieren zouden een plaats kunnen krijgen in het onderzoek naar de regeldrukgevolgen van het alternatief met één inlogmiddel. 3. Werkbare uitvoeringswijze Het uitgangspunt dat burgers en bedrijven hun digitale diensten 24/7 kunnen afnemen bij de overheid, is de grond voor enkele van de gemaakte keuzes. Als verschillende (publieke en private) middelen naast elkaar kunnen worden gebruikt, draagt dat bij aan een betere betrouwbaarheid en beschikbaarheid. Hoewel de MvT dat niet noemt, draagt deze keuze ook bij aan een grotere robuustheid tegen fraude en diefstal van identiteitsmiddelen. Bovendien vergroten hierdoor de controle- en herstelmogelijkheden bij fraude en diefstal. De keuze voor deze uitvoeringswijze kan voor burgers echter wel extra kosten met zich mee brengen in het geval ze meerdere identificatiemiddelen aanschaffen. Deze kosten zijn nu nog niet in te schatten maar Pagina 2/5

worden naar verwachting gerechtvaardigd door de grotere betrouwbaarheid, robuustheid en veerkracht. Ondernemers worden in de huidige situatie op een vergelijkbare wijze geconfronteerd met extra kosten voor de aanschaf van e-herkenningsmiddelen. Als blijkt dat een eerder aangeschaft identificatiemiddel bij een andere overheidsdienst (op een later moment) niet voldoet, ziet de ondernemer zich gedwongen tot het aanschaffen van een nieuw middel of het aanschaffen van een upgrade. Bij ondernemers bestaat hier weinig begrip voor: waarom kan een kleine ondernemer die maar zelden hoeft in te loggen, geen éénmalig eherkenningsmiddel gebruiken? Met een ticket voor toegang zouden ondernemers in veel gevallen geholpen zijn. De behoefte aan eenmalige toegang blijkt ook uit het bestaan van spoedprocedures voor eherkenning. eherkenning biedt vijf betrouwbaarheidsniveaus (niveau 1, 2, 2+, 3 en 4). De Wet GDI zal de eidas verordening volgen en slechts drie betrouwbaarheidsniveaus kennen. De verwachting is echter dat eherkenning zal worden erkend als bedrijfs-en organisatiemiddel. Dan zouden de betrouwbaarheidsniveaus niet meer passen. In de huidige situatie staan overheidsorganisaties doorgaans namelijk niet alle vijf niveaus van eherkenning toe. Dit leidt tot onnodige complexiteit, bestaande uit verschillende betrouwbaarheidseisen en benodigde middelen bij verschillende overheden, voor soms zelfs gelijke producten. Een voorbeeld van die complexiteit vormen de keuzes van Nederlandse provincies. Zij hebben zes verschillende combinaties van betrouwbaarheidsniveaus. 2 De variëteit bij gemeentes is nog groter. Omdat een middel met een te laag of niet-ondersteund betrouwbaarheidsniveau niet kan worden ingezet, moeten bedrijven onnodige kosten maken voor het aanschaffen van een authenticatiemiddel dat wel wordt ondersteund en voldoende betrouwbaar is. Bovendien leveren niet alle aanbieders alle vijf beveiligingsniveaus, wat die aanschaf onnodig ingewikkeld maakt. De complexiteit, samen met onvoldoende terughoudendheid aan overheidszijde voor het kiezen van hoge betrouwbaarheidsniveaus, leidt tot onnodige kosten en onnodige veiligheidshandelingen bij bedrijven voor het gebruik van eherkenning. Samengevat bestaat de complexiteit uit: 1) Complexe betrouwbaarheidsniveaus (5 niveaus) die niet met de eidas verordening (3 niveaus) overeenkomen. 2) Verschillen in duur, prijs en diensten van eherkenningsmiddelen die worden aangeboden door verschillende private aanbieders. Commerciële overwegingen van aanbieders maken dat elke wijziging of aanvulling met kosten gepaard gaat. 3) Vergelijkbare overheidsdiensten vragen verschillende betrouwbaarheidsniveaus. 4) Complexiteit van de machtigingen en het ontbreken van middelen die eenmalig toegang verschaffen of eenmalig machtigen (tickets). 2 Bijvoorbeeld: Overijssel gebruikt de niveaus EH1 en EH2, Zuidholland EH1 en EH2 +. Voor eenzelfde type subsidieaanvraag eist de ene provincie EH2, terwijl EH2 niet wordt geaccepteerd door een andere provincie. Pagina 3/5

Deze complexiteit bemoeilijkt het gebruik van eherkenning en verhoogt de kosten voor bedrijven. Bovendien onttrekt zij onnodig hoge betrouwbaarheidseisen aan het zicht. 3 Daardoor is niet uit te sluiten dat er onnodige beveiligingshandelingen moeten worden verricht, met onnodige regeldruk als gevolg. Iemand machtigen om een verplichting van de overheid na te komen kan door het gebruik van digitale middelen bewerkelijker worden, en soms wordt het zelfs onmogelijk. Zo kon voor het doen van een belastingaangifte vroeger een andere burger of adviseur worden gemachtigd door de aangiftebrief (en pincode) af te geven. Nu moeten voor het machtigen verschillende stappen worden ondernomen: aanvragen, afgegeven, toestemming geven of accepteren en bewaken van het gebruik. Dat is ingewikkelder dan voorheen. Bovendien moet bij het afgeven van machtigingen worden nagedacht over de vraag of deze machtiging voor één keer of voor altijd moet gelden. Het college stelt vast dat de complexiteit van het gebruiken van eherkenning niet voldoet aan de eisen voor een werkbare uitvoering van de Wet GDI. Het college acht een vereenvoudiging en uniformering of standaardisering noodzakelijk op alle vier de punten. 3.1 Het college adviseert om de betrouwbaarheidsniveaus van eherkenning terug te brengen tot de drie niveaus van de eidas. 4 3.2 Het college adviseert in overleg met aanbieders van eherkenningsmiddelen te komen tot een standaardisering van abonnementen en aanvullende diensten. 3.3 Het college adviseert de betrouwbaarheidseisen van overheidsorganisaties te uniformeren en waar mogelijk te verlagen 5. 3.4 Het college adviseert het gebruik van machtigingsvoorzieningen te vereenvoudigen. 4. Gevolgen voor de regeldruk Voor burgers maken enkele nu nog onbekende factoren en de verwachte lange duur van de implementatie (de uitrol ) het niet mogelijk om een realistische inschatting te maken van de regeldrukgevolgen. De regeldruk voor bedrijven is wel in beeld gebracht. Daarvoor is een scenario gevolgd. Gezien de onzekerheden over de mate van acceptatie en het tempo van de groei van het gebruik van digitale authenticatiemiddelen, ziet het college dat als de best mogelijke benadering. 3 Een hoger betrouwbaarheidsniveau valt niet goed te verdedigen als een andere overheidsorganisatie een lager betrouwbaarheidsniveau wel voldoende acht. Deze verschillen zijn niet makkelijk waarneembaar omdat er geen overzicht is van de vereiste betrouwbaarheidsniveaus voor dezelfde diensten bij verschillende overheidsorganisaties. 4 Uit ambtelijk overleg met BZK is ons duidelijk geworden dat reeds is besloten om de betrouwbaarheidsniveaus van eherkenning in overeenstemming met eidas (met 3 niveaus) te brengen. 5 In ambtelijk overleg heeft BZK aangegeven dat het uniformeren van betrouwbaarheidseisen tussen grote uitvoeringsorganisaties is gerealiseerd. Pagina 4/5

Aan de hand van het scenario is zo goed mogelijk in beeld gebracht welke kosten bedrijven moeten maken voor het kennisnemen, afsluiten en in beheer hebben van een abonnement op een authenticatiedienst. Tegenover deze kosten worden baten verwacht die zullen bestaan uit een vermindering van het tijdsbeslag voor fysiek bezoek aan overheidsinstellingen, voor het invullen van papieren formulieren, en voor het ondertekenen en verzenden van stukken. Ook wordt verwacht dat bedrijven die een erkend inlogmiddel voor de hele overheid gaan gebruiken, minder tijd kwijt zullen zijn aan het beheren van toekennen van machtigingen. Van de omvang van deze besparingen is vooralsnog geen goede inschatting te maken. Het college stelt vast dat de regeldruk, gegeven de onzekerheden en nog bij lagere regelgeving in te vullen factoren, adequaat in beeld is gebracht. Dictum Gelet op het voorgaande luidt het advies van het college over het Wetsvoorstel Wet generieke digitale infrastructuur (wet GDI): Het wetsvoorstel indienen nadat met het bovenstaande rekening is gehouden. Het college vertrouwt erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, w.g. M.A. van Hees Voorzitter R.W. van Zijp Secretaris Pagina 5/5