Advies over de verenigbaarheid van het leefgebied van enkele habitattypische soorten met Natura 2000-habitats en regionaal belangrijke biotopen

Vergelijkbare documenten
BIJLAGE: Kritische depositiewaarden voor stikstof voor Natura 2000 habitattypen

BIJLAGE: Kritische depositiewaarden voor verzuring voor Natura 2000 habitattypen

Voortoets rapport Datum: 14/09/2016

Referentiewaarden grondwaterpeilen grondwaterafhankelijke habitats volgens dataset van NICHE

Gebiedendocument. Overzicht van habitattypen en soorten waarvoor gebieden zijn aangemeld en begrenzing van gebieden

Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart, uitgave 2014

Overzicht van de soorten en habitats in de Speciale Beschermingszones in Vlaanderen in uitvoering van de Europese Richtlijn 92/43/EEG

Analyse van een aantal eenheden van de Biologische waarderingskaart

Habitats van de Habitatrichtlijn

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart van enkele percelen in Lommel

Kartering van Natura2000-habitats op onbebouwde percelen van een verkaveling in het Kluisbos (Kluisbergen)

Inhoud Bosbeekvallei en aangrenzende bossen, heidegebieden te As-Opglabbeek-Maaseik... 2 Bos- en heidegebieden ten oosten van Antwerpen...

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Belgisch Staatsblad dd

VR MED.0348/2

Aanwezigheid van habitattype 7140 overgangs- en trilveen in de Vallei van de Bosbeek

GWATE s: het punt in Afrika waar Habitatrichtlijn en kaderrichtlijn Water elkaar ontmoeten?

Natura 2000 gebied Savelsbos

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart in Mol-Postel

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Speciale Beschermingszones in Vlaanderen in uitvoering van de Europese Richtlijn 92/43/EEG (Habitatrichtlijn)

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Advies over de aanduiding als Speciale Beschermingszone van het gebied Keiheuvel te Balen

(ONTWERP)STUDIE EVALUATIE BETREFFENDE DE INSTRUMENTEN VOOR NATUUR- EN BOSBELEID in functie van instandhoudingsdoelstellingen.

Opslag van gasolie in zoutcavernes. Passende Beoordeling Natuurbeschermingswet 1998

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

VR MED.0348/3

NRPO17a NatuurRichtPlan De Dendervallei tussen de gewestgrens en Ninove, evenals het Raspailleboscomplex en Geitebos

Een BWK-eenheid kan een Europees habitattype, een natuurstreefbeeld van regionaal belang, vermeld in bijlage 4, of een andere vegetatie zijn.

ONTWERP VLAAMS NATURA PROGRAMMA

Aandeel Natura 2000-habitat in Vogel- en Habitatrichtlijngebieden beheerd in functie van het behalen van de instandhoudingsdoelen

Aanvraag planologisch attest door GESBO gemeente Balen

Natura 2000 gebied 133 Kampina & Oisterwijkse Vennen

Advies over de ecologische impact van het project waterberging Bosbeek- Witbeek stroomopwaarts Neeroeteren

Het hydro-ecologisch functioneren van Teut en Tenhaagdoornheide

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Een nieuw begin in zicht

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart te Emblem

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Een nieuw begin in zicht

Natura 2000 gebied 136 Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux


Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

VR MED.0348/6BIS

Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Kliniekstraat Brussel - T.: +32 (0) F.: +32 (0)

Datum advisering: 27 januari Lode De Beck, Geert De Knijf en Wim Mertens. Niko Boone

Knelpunten- en kansenanalyse Natura 2000 gebieden

for dummies (december 2016)

De Staatssecretaris van Economische Zaken

Actualisatie van de Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart i.h.k.v. het GRUP 'Uitbreiding transportbedrijf H.

Denewet, L. (2001). Voorstel tot bescherming van het pompmolentje Casier te Waregem. Molenzorg- Molenecho s 29(1): 6-8.

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

ONTWERPBESLUIT LOONSE EN DRUNENSE DUINEN & LEEMKUILEN

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Advies over de biologische waarde van enkele percelen tussen de Beeldekensgatstraat, de Achterstraat en de Tervuursesteenweg in Tervuren

Bart Vandevoorde, Erika Van den Bergh en Lode De Beck. Erika Van den Bergh

Natura 2000 gebied Geuldal

Natura 2000 gebied 88 Kennemerland-Zuid

Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin

Bosbeekweg 3 Bennekom, gemeente Ede VOORTOETS oktober 2015 Natuurontwikkeling op agrarische percelen en vervanging woning

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Zwinpolders in uitvoering van het Mestdecreet

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

ZATERDAG 17 AUGUSTUS 2002 SAMEDI 17 AOUT 2002 WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

BUITENGEBIED ZUIDOOST SPIJKENISSE - VOORTOETS NATUURBESCHERMINGSWET

Natura 2000 gebied 103 Nieuwkoopse Plassen & De Haeck

Natura 2000 gebied 39 - Vecht- en Beneden-Reggegebied

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Vergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Gebroeders Verhoeven Beheer B.V.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Eindrapport NATUURTOETS GEBIEDSBESCHERMING NATUUR UITBREIDING WAGENINGEN

Datum Kenmerk 2009/ Pagina 1 H.A. Koomans Stegerdijk PT STEGEREN Geachte heer Koomans, Luttenbergstraat 2 Postbus 10078

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Poelberg - Meikensbossen in uitvoering van het Mestdecreet

ONTWERPBESLUIT KAMPINA & OISTERWIJKSE VENNEN

Natura 2000 gebied 6 Duinen Schiermonnikoog

Natura 2000 gebied 87 Noordhollands Duinreservaat

ONTWERPBESLUIT DWINGELDERVELD

Advies. Vergelijking van de gegevensbank habitatrichtlijngebieden met de gewestelijke instandhoudingsdoelstellingen (G-IHD)

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Natura 2000-gebied Drentsche Aa-gebied

Natura 2000 gebied 85 Zwanenwater & Pettemerduinen

BIJLAGE 1 BIJ BESLUIT DRZZ/ , D.D Voor herstelwerkzaamheden aan het stortebed van de stuw van Borgharen. Inhoudelijke overwegingen

Europees beschermde natuur

Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht

ONTWERPBESLUIT DINKELLAND

VOORTOETS LOCATIE JORDENS WOLFHEZE

Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart Uitgave 2016 INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK

Voortoets Natuurbeschermingswet

Advisering betreffende de opmaak van een ecohydrologische studie voor het inschatten van mogelijke effecten door het Seine-Schelde West project

Aanvulling bij het advies betreffende de indicatieve situering van historisch permanente graslanden in de landbouwstreek Polders

Advies over de toegekende bemestingsklassen in het gewestelijk RUP Volvo Trucks Gent wijziging deelplan 18 in uitvoering van het Mestdecreet

Voorontwerp Vlaams Natura programma

Natura 2000-gebied Vecht- en Beneden-Reggegebied

Transcriptie:

Advies over de verenigbaarheid van het leefgebied van enkele habitattypische soorten met Natura 2000-habitats en regionaal belangrijke biotopen Adviesnummer: INBO.A.3314 Datum advisering: 18 juni 2015 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag: Geadresseerden: Cc: Geert De Knijf, Dirk Maes, Glenn Vermeersch, Dries Adriaens Niko Boone (niko.boone@inbo.be) ANB-INBO-BEL-2015-36 Agentschap voor Natuur en Bos Cel Gebiedgericht- en Soortenbeleid T.a.v. Maurits Vandegehuchte Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel maurits.vandegehuchte@lne.vlaanderen.be Agentschap voor Natuur en Bos Carl De Schepper (carl.deschepper@lne.vlaanderen.be) www.inbo.be INBO.A.3314 1

Aanleiding In uitvoering van de Europese Habitatrichtlijn werden instandhoudingsdoelen opgemaakt voor de in Vlaanderen voorkomende Natura2000-habitats. Het globale doel is te komen tot een gunstige regionale staat van instandhouding van de habitats. De regionale staat van instandhouding wordt mee beoordeeld aan de hand van habitattypische soorten. Dat zijn soorten die kenmerkend zijn voor specifieke habitattypes. De ontwikkeling van habitats en regionaal belangrijke biotopen (rbb) kan invloed hebben op de lokale populatie van een habitattypische soort. Het is daarom belangrijk om bij het realiseren van de natuurdoelen rekening te houden met de leefgebiedvereisten van deze soorten. Op basis van de karakterisatie (exclusief, karakteristiek of constant aanwezig) en de Rode Lijst-status van de habitattypische soorten, zijn een aantal soorten geselecteerd waarvoor verwacht wordt dat het realiseren van de natuurdoelen mogelijk in conflict komt met hun leefgebiedvereisten. Vraag Met welke habitattypes en rbb is het leefgebied van boompieper, moerassprinkhaan, zompsprinkhaan, groentje, heideblauwtje, heivlinder, bruine korenbout en glassnijder (on)verenigbaar? Toelichting 1 Inleiding Het leefgebied van soorten kan bestaan uit één specifieke vegetatie of uit een combinatie van meerdere vegetaties die, afhankelijk van de soort, in meer of mindere mate in elkaars nabijheid moeten liggen. Ook de overgangen tussen vegetaties kunnen deel uitmaken van leefgebieden. De oppervlakte van de verschillende vegetaties, de ligging t.o.v. elkaar, de structuur en de kwaliteit van de vegetaties spelen allemaal een rol in de geschiktheid van een gebied voor een bepaalde soort. De aanwezigheid van niet of minder geschikte vegetaties vormt niet noodzakelijk een knelpunt. Een soort kan negatief maar ook onverschillig reageren op de aanwezigheid van niet of minder geschikte vegetaties in haar leefgebied. Deze gradiënt in geschiktheid wordt in dit advies vereenvoudigd weergegeven als voorkeurhabitat, onverenigbaar of indifferent/niet van toepassing. 2 Bepalen van (on)verenigbaarheid We gaan er voor dit advies van uit dat de bestaande, geschikte vegetaties in het leefgebied van de verschillende soorten behouden blijven. De ontwikkeling van bijkomende habitats en rbb zal m.a.w. plaatsvinden in de omgeving van de geschikte en gebruikte vegetaties, maar ze niet vervangen. Een belangrijke bemerking hierbij is dat het effectief gebruikte leefgebied van een aantal soorten ook vegetaties kan omvatten die niet behoren tot Europese habitattypen of rbb. Zo maken verruigd grasland (hr), pioniervegetaties (ku), graslanden met veel sloten en microreliëf (hpr*) geregeld deel uit van het leefgebied van soorten. Het omzetten van deze biotopen naar Europese habitats/rbb kan impact hebben op bepaalde soorten. Om te bepalen of een habitat/rbb al dan niet verenigbaar is met het leefgebied van de betreffende soort, is vooral de mogelijke barrièrewerking in rekening gebracht. Zo zal het ontwikkelen van een laaggelegen schraal hooiland (habitattype 6510) vanuit een akker geen bijkomende barrière vormen voor een heivlinder. Het is niet de preferentiële habitat van de 2 INBO.A.3314 www.inbo.be

soort en ze maakt er mogelijk geen gebruik van, maar binnen het leefgebied vormt het evenmin een barrière als de actuele akker. In principe heeft de omvorming dus geen impact op het leefgebied. Het habitattype 6510 is daarom indifferent voor het leefgebied van de heivlinder. Een aantal habitats/rbb kunnen van nature niet voorkomen in het leefgebied van sommige soorten, omdat de abiotische standplaatskenmerken er ongeschikt zijn. Deze habitats/rbb werden aangeduid als niet van toepassing. In principe interfereren de doelen voor dergelijke habitats/rbb nooit met het leefgebied van deze soorten. In tabel 1 wordt voor elk Natura 2000-habitattype en regionaal belangrijk biotoop aangegeven of de aanwezigheid ervan in het leefgebied van de gevraagde soorten, verenigbaar is met het behoud van een populatie van die soort. Hiervoor worden de kenmerken van de Natura 2000-habitats (Decleer et al., 2007) en de regionaal belangrijke biotopen (De Saeger et al., 2014) vergeleken met de standplaatsvereisten van boompieper (Vermeersch, 2004), moerassprinkhaan, zompsprinkhaan (Kleukers et al., 1997), groentje, heideblauwtje, heivlinder (Maes et al., 2013), bruine korenbout en glassnijder (De Knijf et al., 2006). www.inbo.be INBO.A.3314 3

Tabel 1: (on)verenigbaarheid van het leefgebied van boompieper, moerassprinkhaan, zompsprinkhaan, groentje, heideblauwtje, heivlinder, bruine korenbout en glassnijder met Natura 2000-habitattypes en regionaal belangrijke biotopen (rbb). De betekenis van de codes van de habitats en rbb is weergegeven in bijlage 1. + Voorkeurhabitat, omvorming van deze vegetaties naar habitats/rbb uit beide andere categorieën kan negatieve impact hebben op de populatie van de soort. - Onverenigbaar, het creëren van dit habitat/rbb in de omgeving van het leefgebied van de soort heeft negatieve impact op de populatie van de soort. Indifferent/niet van toepassing, habitats/rbb die niet de voorkeur genieten van de soort, maar die geen negatieve impact hebben op de populatie indien ze ontwikkeld worden op niet-voorkeurhabitats, of habitats/rbb die van nature niet kunnen voorkomen in het leefgebied van de soort. groentje boompieper moerassprinkhaan zompsprinkhaan heideblauwtje heivlinder bruine korenbout glassnijder Natura 2000-habitat Kust- en zilte habitats 1130 1140 1310 1320 1330 Kustduinen 2110 - - 2120 - - + 2130 + - - + 2150 + - - 2160 + 2170 + 2180 + 2190 + + Binnenlandse duinen 2310 + - - + + + 2330 + - - + 4 INBO.A.3314 www.inbo.be

groentje boompieper moerassprinkhaan zompsprinkhaan heideblauwtje heivlinder bruine korenbout glassnijder Zoete wateren 3110 + 3130 + 3140 + + 3150 + + 3160 3260 + + 3270 Heiden 4010 + + + + + + 4030 + + + + (Half-)natuurlijke graslanden 6120 6210 + 6230 + + 6410 + + 6430 + + + + 6510 + + Thermofiel struikgewas 5130 + www.inbo.be INBO.A.3314 5

groentje boompieper moerassprinkhaan zompsprinkhaan heideblauwtje heivlinder bruine korenbout glassnijder Venen 7110 + + 7140 + + + + 7150 + + + 7210 + + + + 7220 7230 + + + + Rotsachtige habitats en grotten 8310 Bossen 9110 - - - - - 9120 - - - - - 9130 - - - - - 9150 - - - - - 9160 - - - - - 9190 - - - - - 91D0 - - - 91E0 - - - + + 91F0 - - - + + 6 INBO.A.3314 www.inbo.be

Regionaal belangrijke biotopen rbbah rbbhc + + rbbzil rbbkam rbbvos + + groentje boompieper moerassprinkhaan zompsprinkhaan heideblauwtje heivlinder bruine korenbout rbbhf + + + + rbbmr + + + + rbbmc + + + + rbbms + + rbbppm - - - - - rbbsg + rbbsm + rbbso rbbsp rbbsf + + Andere biotopen belangrijk voor deze soorten (niet habitat/rbb) grasland - - - - ruigte + + - - - + + populierenbestand - - - - + + naaldhoutbestand + - - - - - + + boom- en struikopslag en aanplant + - - - - - + + glassnijder www.inbo.be INBO.A.3314 7

Referenties Decleer, K. (red.) (2007). Europees beschermde natuur in Vlaanderen en het Belgisch deel van de Noordzee. Habitattypen/Dier- en plantensoorten. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. INBO.M.2007.01, Brussel, 584 pp. De Knijf G., Anselin A., Goffart P. & Tailly M. (eds.) 2006. De libellen (Odonata) van België: verspreiding - evolutie - habitats. Libellenwerkgroep Gomphus ism Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. 368 pp. De Saeger S., Guelinckx R., Van Dam G., Oosterlynck P., Van Hove M., Wils C. & Paelinckx D. (red.) (2014). Biologische Waarderingskaart en Natura 2000 Habitatkaart, uitgave 2014. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2014 (1698392). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. Kleukers, R., van Nieukerken, E., Odé, B., Willemse, L. & Van Wingerden, W. 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna I. Nationaal Natuurhistorisch Museum, KNNV en European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden. Maes, D., Vaneusel, W., Van Dyck, H. (2013) Dagvlinders in Vlaanderen: nieuwe kennis voor betere actie, Uitgeverij Lannoo nv, Tielt, 542 pp. Vermeersch, G., 2004. Boompieper. In: Vermeersch, G., Anselin, A., Devos, K., Herremans, M. Stevens, J., Gabriëls, J. & Van Der Krieken, B., 2004. Atlas van de Vlaamse broedvogels 2000-2002. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 23, Brussel, 294-295 8 INBO.A.3314 www.inbo.be

Bijlage 1: overzicht van Natura 2000-habitats en regionaal belangrijke biotopen Natura 2000-habitats (Decleer et al., 2007) Kust- en zilte habitats 1130 Estuaria 1140 Bij eb droogvallende slikwadden en zandplaten 1310 Eenjarige pioniersvegetaties van slik en zandgebieden met Salicorniasoorten en andere zoutminnende planten 1320 Schorren met slijkgrasvegetatie (Spartinion maritimae) 1330 Atlantische schorren (Glauco-Puccinellietalia maritimae) Kustduinen 2110 Embryonale wandelende duinen 2120 Wandelende duinen op de strandwal met Ammophila arenaria (witte duinen) 2130 Vastgelegde duinen met kruidvegetatie (grijze duinen) 2150 EU-atlantische vastgelegde ontkalkte duinen (Calluno-Ulicetae) 2160 Duinen met Hyppophae rhamnoides 2170 Duinen met Salix repens ssp. Argentea (Salicion arenaria) 2180 Beboste duinen van het atlantische, Continentale en Boreale kustgebied 2190 Vochtige duinvalleien Binnenlandse duinen 2310 Psammofiele heide met Calluna- en Genista-soorten 2330 Open grasland met Corynephorus- en Agrostissoorten op landduinen Zoete wateren 3110 Mineraalarme oligotrofe wateren van de Atlantische zandvlakten (Littorelletalia uniflora) 3130 Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met vegetatie behorend tot de Littorelletalia uniflora en/of de Isoetes-Nanojunctea 3140 Kalkhoudende oligo-mesotrofe stilstaande wateren met benthische Chara spp. vegetaties 3150 Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamion of Hydrocharition www.inbo.be INBO.A.3314 9

3160 Dystrofe natuurlijke poelen en meren 3260 Submontane en laagland rivieren met vegetaties behorend tot het Ranunculion fluitans en het Callitricho-Batrachion 3270 Rivieren met slikoevers met vegetaties behorend tot het Chenopodietum rubri p.p. en Bidention p.p Heiden 4010 Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix 4030 Droge Europese heide (Half-)natuurlijke graslanden 6120 Kalkminnend grasland op dorre zandbodem 6210 6230 Nardus graslanden Droge halfnatuurlijke graslanden en struikvormende facies op kalkhoudende substraten (Festuco-Brometalia) (gebieden waar zeldzame orchideeën groeien) 6410 Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige of lemige kleibodem (Eu-Molinion) 6430 Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones 6510 Laaggelegen schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis) Thermofiel struikgewas 5130 Juniperus communis-formaties in heidevelden of op kalkgrasland Venen 7110 Actief hoogveen 7140 Overgangs- en trilveen 7150 Slenken in veengronden met vegetatie behorend tot het Rhynchosporion 7210 Kalkhoudende moerassen met Cladium mariscus en Carex davalliana 7220 Kalktufbronnen met tufsteenformatie (Cratoneurion) 7230 Alkalisch laagveen Rotsachtige habitats en grotten 8310 Niet voor het publiek opengestelde grotten 10 INBO.A.3314 www.inbo.be

Bossen 9110 Beukenbossen van het type Luzulo-Fagetum 9120 Zuurminnende Atlantische beukenbossen met ondergroei van Ilex of soms Taxus (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagion) 9130 Beukenbossen van het type Asperulo-Fagetum 9150 Midden-Europese kalkminnende beukenbossen behorende tot het Cephalanthero-Fagion 9160 Sub-Atlantische en midden-europese wintereikenbossen of eiken-haagbeukbossen behorend tot het Carpinion-betuli 9190 Oude zuurminnende eikenbossen met Quercus robur op zandvlakten 91D0 91E0 91F0 Veenbossen Alluviale bossen met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae) Gemengde eiken-iepen-essenbossen langs de oevers van grote rivieren met uercus robur, Ulmus laevis, Fraxinus excelsior of Fraxinus angustifolia (Ulmenion minoris) Regionaal belangrijke biotopen (De Saeger et al., 2014) rbbah rbbhc rbbzil rbbkam brak of zilt water dotterbloemgrasland zilverschoongrasland zonder zilte elementen (valt onder soortenrijk permanent cultuurgrasland hp* en hpr*) (zilte zilverschoongraslanden behoren tot habitattype 1330) soortenrijk kamgrasgrasland (valt onder soortenrijk permanent cultuurgrasland hp* en hpr*) rbbvos grote vossenstaartverbond (valt onder soortenrijk permanent cultuurgrasland hp* en hpr*), indien niet vervat in habitattype 6510 rbbhf moerasspirearuigte met graslandkenmerken (en daardoor niet behorend tot habitattype 6430) rbbmr rietland en andere vegetaties van het rietverbond, indien niet vervat onder habitattype 6430 rbbmc grote zeggenvegetatie rbbms zuur laagveen, indien niet vervat in overgangsveen (habitattype 7140) rbbppm structuurrijke, oude bestanden van grove den rbbsg brem- en gaspeldoornstruweel, indien niet vervat in een habitattype rbbsm gagelstruweel, indien niet vervat in een habitattype rbbso vochtig wilgenstruweel op venige of zure grond www.inbo.be INBO.A.3314 11

rbbsp rbbsf doornstruweel vochtig wilgenstruweel op voedselrijke bodem, indien niet vervat in habitattype 91E0 Het betreft struwelen (al dan niet als lineair element) en dus niet geïsoleerde of zeer ijl verspreide struiken. 12 INBO.A.3314 www.inbo.be