Handleiding. Boordcomputer LH Versie 1.04 en Wij staan in voor veiligheid. LEMKEN GmbH & Co. KG

Vergelijkbare documenten
Handleiding. Voor de elektronische zaaimachine-aansturing. Easytronic. Versie 2.1. voor. Saphir 7 en Saphir 7 Autoload. Wij staan voor zekerheid

Handleiding. Boordcomputer LH Versie LE Versie LE Versie LE Versie LE Wij staan in voor veiligheid

Handleiding. elektronische zaaimachineaansturing. Easytronic Version 2.2. voor Saphir7 en Saphir 7 AutoLoad. LEMKEN GmbH & Co. KG

Handleiding. Zaaimaschinenaanstuuring Easytronic 2.3 voor Saphir 7. LEMKEN GmbH & Co. KG

ASA espeed B25.14 en B45.14 Tot en met firmware versie D28

De Flex Counter kan voor verschillende doeleinden in de landbouw gebruikt worden en kan het volgende op meten

Inleiding. Inhoudsopgave: Omschrijving. 1.1 Het toetsenbord De displays Lampjes Vaste programma's Vrije programma's 3.

HANDLEIDING Voor Lacron Microcomputer-schakelklok Serie: MLU

ASA espeed B25.14 en B45.14 Vanaf firmware versie D29

GEBRUIKERSHANDLEIDING T8530

TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00

Bestnr Micro Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

1103/2 Sinthesi lezermodule Proximity

Bestel-Nr NL02. Bedieningshandleiding Elektronische zaaimotor Multitronic II voor Multidrill eco / ecoline Multidrill eco A / ecoline A

Handleiding Beweegbare Bodem Manager

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

Beknopte gebruiksaanwijzing voor de belangrijkste functies van het Mobile Station

LCD scherm va LCD scherm

RFI 1000 / RFI Magnetische sleutellezer INSTRUCTIEHANDLEIDING

Sinthesi Deuropenermodule

Handleiding. Voor de elektronische zaaimachineaansturing. Solitronic. Versie Versie voor Solitair 9,-10 K en -12 K

TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: Uitgifte datum:

Beschrijving bedieningsunit, Serie AK30.

HANDLEIDING PROGRAMMAREGELAAR 40/16 SE

Installation Manual Mobile Dispencer Point ~ PayCon II

Bedieningshandleiding. voor zaaimachines

Power Monitor Pro. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

TOMA. De TOMA regelaar is gebouwd volgens de strenge Europese veiligheidseisen en voorzien van een CE keurmerk.

Gebruiksaanwijzing SE200/S regelapparaat

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

LightBoy DIGI 12V. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

11/05 HD Lees ook het engelse boekje

15kg mouleer- en tempereermachine. Handleiding

Handleiding decoder RFI 1000

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie

Bedieningshandleiding Christiaens Group Stapelaar en Ontstapelaar

TC 60/8. Handleiding

BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING

Fleischmann Tachowagen HO

HANDLEIDING MEMOKEY 100C

GEBRUIKSAANWIJZING. voor hydraulisch weegsysteem model STH / R320 Pro. met uitleesinstrument R320 V1.60

Afbeelding 1: Schakelklok met alle segmenten

K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord

Afbeelding 1: Schakelklok met alle segmenten

Art-No NL Handleiding

LCD scherm ve LCD scherm

Beschrijving voor Bedienapparaat PG-1

GEBRUIKERSHANDLEIDING. Elektronisch slot Multicode. think safe

Gebruiksaanwijzing Teller serie DC50 Versie 2.0 ISO 9001

BE.REC L Rev. 10/07/02 BE.PLAY L Rev. 05/06/03 BE.PLAY BE.REC INSTALLATIEHANDLEIDING

Afstandsbediening Telis 16 RTS

Handleiding Pétanque Competitie Beheer. (versie 1.1) April 2014

CP-508 GEBRUIKERS-HANDLEIDING

Gebruiksaanwijzing PX Combi 800

Timer TI 100. Nederlandse Handleiding. w w w. b i t n e d e r l a n d. n l

Programmeerbare plug-in thermostaat HT-600

Gebruikershandleiding vochtmeter FMW * * FMW Vochtmeter. Gebruiksaanwijzing Versie 3.13 VOCHTMETERS

InteGra Gebruikershandleiding 1

Handleiding. Gebruiks waarschuwingen. Stap 1. Aansluiten controller

Installatiehandleiding

Verwijder de pincode van de simkaart met behulp van uw mobiele telefoon

Positie-aflezing. - LED of LCD-aflezing - met geïntegreerde microprocessor. Walda Impuls b.v. Delta MS Arnhem Tel Fax

Instelwaarden en adviezen voor de afdraaiproef voor AMAZONE-zaaimachines met nokkenrad

Bedienings- en montagehandleiding

GEBRUIKSAANWIJZING ST-B/U/PL met R320

Spar-set "FHT 80 BTFn" Ventielaandrijving

DOWNLOADED FROM - SECOND LIFE BANG & OLUFSEN. Set-top Box Controller BeoVision MX. Handleiding

Servicehandleiding. Digital Compressor Controller.

DT-F1/DT-F1V. NL Revision 1

Bridgemate Correctiemogelijkheden met WL-sleutel

Handleiding. Aansturing Solitronic LEMKEN GmbH & Co. KG

Handleiding M532 HD-recorder

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer standaard

Gebruiksaanwijzing TC 60

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

ELEKTRONISCH SLOT MET MINSTENS ECHTE INSTELMOGELIJKHEDEN EIGENSCHAPPEN VAN HET SLOT, FABRIEKSINSTELLINGEN

Handleiding M532 PVR maart 2011

VALIO XP KLOKTHERMOSTAAT

SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding

Startersgids voor chauffeurs

WERKINGSINSTRUCTIES VOOR DE ST-950 TRAININGSCOMPUTER

VERKORTE HANDLEIDING CUSTOM COMMAND

Systeem 2000 Touch-opzetstuk. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Handleiding tijdklok 230V~

GEBRUIKSAANWIJZING. Marsden Weegindicator. Stimag B.V. Meer en Duin 64a 2163 HC Lisse tel. (023) fax.

Tastor Konsum SD Rolluikbesturing

MEUBELSLOTEN (LOCKERSLOTEN) DS300 / DS400 1/13. t f INHOUDSOPGAVE

CAL. Y182, 7T32 ALARM CHRONOGRAAF

MEUBELSLOTEN (LOCKERSLOTEN) TC-LS100 LS VERGRENDELINGEN. t f

DATA Count Serie. DATA Count S-JR. Handleiding. Juli 2013

ESN bedieningsprocedure beveiliging

Handleiding Oxan Radio met obstakeldetectie

Gebruiksaanwijzing Beveiligd Automatisch Multi-Alarm

Time (tijd): Instelbaar van 00:00 tot 99:00, met een toename van 1:00 minuut.

ENA Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco

Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing Black Box

Weegschaaltruck EL20W-1150-TAZPN. Capaciteit: 2t

Gids bij de installatie (verkort)

Jaloeziebesturing Art. Nr.: met zonne-/ schemeringsmoduul en IR ontvanger. IR Handzender Art. Nr.:

Transcriptie:

Handleiding Boordcomputer LH 1600 Versie 1.04 en 1.06 Wij staan in voor veiligheid LEMKEN GmbH & Co. KG Weseler Straße 5, D-46519 Alpen / Postfach 11 60, D-46515 Alpen Telefon (0 28 02) 81-0, Telefax (0 28 02) 81-220 Art.Nr. 175 1368 NL-8/10.04

E-Mail: lemken@lemken.com, Internet: http://www.lemken.com

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE...1 1 STEKKERDOOS...2 1.1 Algemeen...2 1.2 Controle van de stekkerpolen...2 2 ALGEMEEN...3 3 TOETSEN EN FUNCTIES...3 4 INBEDRIJFSNAME...4 4.1 Algemeen...4 4.2 Werkbreedte...4 4.3 Kalibratie van de afgelegde weg per impuls...4 4.3.1 Handmatige ingave van de afgelegde weg per impuls...5 4.3.2 Automatische kalibratie van de afgelegde weg per impuls (wiel-omtrek) 6 5 AFDRAAITEST...7 5.1 Afdraaitest volgens de tabel...7 5.2 Afdraaitest met behulp van de afdraaimenu s...7 6 SPUITSPOOR...10 6.1 Algemeen...10 6.2 Spuitspoorritme...10 6.3 Spuitspoormethode...10 6.3.1 Oneven methode...10 6.3.2 Even methode...11 6.4 Aanpassen van het actuele rijspoor...11 7 PAUZEFUNCTIE...12 8 HECTARE-PER-VELD EN HECTARE-TOTAAL TELLER...12 8.1 Hectare-per-veld teller...12 8.2 Hectare-totaal teller...12 9 SENSORTEST...13 10 WAARSCHUWINGSFUNCTIES...14 11 WEERGAVE VAN STORINGEN...14 12 VERKABELING EN ONDERDELENLIJST...15 13 SCHAKELSCHEMA...16 1

1 STEKKERDOOS 1.1 Algemeen Voor de stroomverzorging van de boordcomputer LH-1600 moet in de trekker een stekkerdoos volgens de norm DIN 9680 aanwezig zijn. Voordat de boordcomputer aan de stekkerdoos aangesloten wordt, moeten de stekkerpolen worden gecontroleerd. Een verkeerd aangesloten stekkerdoos kan ondanks de poolbescherning in de aansluitkast (AK) tot een beschadiging van de platine in de verzameldoos leiden. 1.2 Controle van de stekkerpolen Pool 15/30 moet aan de (+)-pool en pool 31 moet aan de (-)-pool (massa) worden aangesloten. De juiste aansluiting van de stekkerdoos (SD) van de trekker kan zonder het gevaar van een beschadiging van de printplaat in de verdeelkast worden gecontroleerd: 1. 9-polige stekker (NA) naar de verdeelkast uit de boordcomputer halen. 2. Pas daarna de stekker van de boordcomputer in de stekkerdoos (SD) van de trekker steken. Indien het beeld donker blijft, is er waarschijnlijk een fout in de stroomvoorziening opgetreden. In dit geval moet er eerst de zekering van de stekkerdoos (SD) en dan de zekering (SI) aan de aansluitbox worden gecontroleerd. Indien de zekeringen niet defect zijn, is de stekkerdoos (SD) om te polen. 2

2 ALGEMEEN Met de boordcomputer LH 1600 kunnen de volgende functies van de zaaimachine bestuurd en gecontroleerd worden. 1. Spuitspoorschakeling 2. Hectaretelling (hectare per veld en hectare in het geheel) 3. Controle van de spuitspoorschakeling 4. Vulstandweergave (waarschuwing) - speciale uitrusting 5. Tevens kan de afgelegde weg per impuls (hectaretelling) met de LH 1600 automatisch worden gekalibreerd. 3 TOETSEN EN FUNCTIES Toetsen overzicht 1 Waarschuwing voor de spuitsporenschakeling, vulstand van de zaaibak (speciale uitrusting) en pauzefunctie. 2 Display met 4 symbolen. 3 Pijltoets* - rijspoor en inputwaarden met een tact voorschakelen. 4 Pijltoets* - rijspoor en inputwaarden met een tact terugschakelen. 5 Bedrijfstoets voor de instelling van het spuitspoorritme, bedrijfspositie 6 Pauzetoets voor het aanhouden van de spuitspoorschakeling 7 Hectaretoets voor het aantonen van de hectare-per-veld en hectaretotaal teller. 8 Wistoets voor het stoppen van een waarschuwingsteken en voor het wissen van ingegeven ritmen, de hectare-tellers, de afdraai-menu s, de werkbreedte en van de wiel-omtrek (cm/lmp). Toets nooit langer dan 2 seconden indrukken, omdat anders alle voorinstellingen in de boordcomputer gewist worden. Zie Abschnitt 6.2 9 Programmeertoets voor het afdraai-menu (1x drukken), ingave van de werkbreedte (2x drukken) en de kalibratie van de afgelegde weg in cm/lmp (3x drukken). * Wanner de pauze-toets (6) wordt ingedrukt en daardoor de spuitspoortelling wordt voortgezet, worden tegelijkertijd de pijltoetsen (3) en (4) uitgeschakeld. 3

4 INBEDRIJFSNAME 4.1 Algemeen De boordcomputer LH 1600 is al in de fabriek voorgeprogrammeerd. De ingegeven data s zijn: 1. werkbreedte van de zaaimachine (250 cm, 300 cm, 400 cm, of 450 cm), 2. "afgelegde weg per impuls (7,3, 2,84 of 24,43) en 3. spuitspoorritme, Deze data moeten voor de ingebruikname gecontroleerd worden en indien ze niet goed zijn opnieuw worden ingegeven. Het spuitspoorritme is als volgt te berekenen: Werkbreedte van de veldspuit of meststrooier gedeeld door de werkbreedte van de zaaimachine = spuitspoorritme Voorbeeld: werkbreedte van de veldspuit of meststrooier = 15 m werkbreedte van de zaaimachine = 3 m 15 m : 3 m = 5 Het juiste spuitspoorritme is 5. LET OP!: Voor de ingave moet het akoestische alarmsignaal m.b.v. de wistoets (8) worden verwijderd! 4.2 Werkbreedte Programmeertoets 2 seconden lang indrukken. Hierdoor wordt het eerste menu overgeslagen en wordt het tweede menu ingave van de werkbreedte direct geopend. De ingave van de werkbreedte geschiedt door de pijltoetsen (3) en (4) nadat de aangegeven werkbreedte door het indrukken van de wistoets is verwijderd. De effectieve werkbreedte moet in centimeters worden ingegeven. LET OP!: Een mogelijke overlapping aftrekken resp. in aanmerking nemen! Wanneer de werkbreedte van de zaaimachine is ingegeven, moet de bedrijfstoets (5) worden ingedrukt. (Het spuitspoorritme en het actuele aantal sporen worden nu in het display weergegeven). 4.3 Kalibratie van de afgelegde weg per impuls Er zijn twee mogelijkheden om de afgelegde weg per impuls (wiel-omtrek) in te geven respectievelijk te kalibreren. 1. De handmatige ingave van de afgelegde weg per impuls volgens de tabel in 5.2. 2. De automatische kalibratie van de afgelegde weg per impuls. 4

4.3.1 Handmatige ingave van de afgelegde weg per impuls Programmeertoets (9) ongeveer 3 seconden lang indrukken, om in het derde menu afgelegde weg per impuls te komen. De ingegeven afgelegde weg in centimeters per impuls verschijnt (bv. 7,3, 22,84 of 24,43). Indien er door de fabriek geen waarde is ingegeven, verschijnt er in het display de waarde 0,00. Voor de invoer van de wielomtrek in cm per impuls moet de wis-toets (8) kort worden ingedrukt, om de weergegeven waarden op nul te zetten. LET OP! Wanneer de wis-toets langer als 3 seconden wordt ingedrukt, verschijnt bij de invoer van de wielomtrek het beeldschermbeeld. De wielomtrek kan nu niet worden ingevoerd. Daarvoor moet nu de bedrijfstoets (9) kort worden ingedrukt. Er verschijnt de foutmelding. Nu moet de wis-toets (8) kort worden ingedrukt en nu kan de wielomtrek worden ingevoerd zoals verderop in de handleiding is beschreven. Voor de DKA met spoorwiel en de EuroDrill met de banden 6.00-16 moet de waarde 22,84, voor de EuroDrill met de banden 10.00/75-15.3 de waarde 24,43 en voor de Saphir 7 met steltwiel de waarde 7,3 met de pijltoetsen (3) en (4) worden ingegeven. De waarde 7,3, 22,84 en 24,43 staan voor een geschatte slip van de aandrijfwielen, die niet met de werkelijke slip overeenkomt. Daarvoor moet er altijd een automatische kalibratie van de afgelegde weg per impuls worden doorgevoerd, om een mogelijk goede zaaizaadhoeveelheid in kg/ha en een hectare-telling te kunnen garanderen. De overeenkomende waarde kunnen in de tabel in 5.2 worden afgelezen! 5

4.3.2 Automatische kalibratie van de afgelegde weg per impuls (wiel-omtrek) Met de automatische kalibratie kan de afgelegde weg per impuls ook automatisch berekend en opgeslagen worden. De automatische methode heeft het voordeel, dat ook de slip van de aandrijfwielen wordt meegerekend. De automatische kalibratie wordt als volgt uitgevoerd: Een afstand van 100 m afmeten en het start- en eindpunt duidelijk markeren. Naar het startpunt rijden. De Programmeertoets (9) zo vaak indrukken tot het derde menu afgelegde weg per impuls is geopend. Nu verschijnt er de door de fabriek ingegeven waarde van 7,3, 22,84 of 24,43, een zelf ingegeven waarde of de waarde 0,00. Daarna de wistoets (8) ongeveer 3 seconden lang indrukken, om de aangegeven waarde te verwijderen. Op het display verschijnen twee balken. De automatische kalibratie kan nu beginnen. De afgemeten afstand afrijden en precies aan de eindmarkering stoppen en binnen 5 seconden de programmeertoets (9) kort indrukken. Daardoor wordt de nieuwe afgelegde weg per impuls automatisch berekend en opgeslagen. Om het kalibratieprogramma te verlaten, moet de bedrijfstoets (5) worden ingedrukt. Op het display verschijnt het ingestelde spuitspoorritme en het actuele rijspoor. De automatische kalibratie is nu uitgevoerd. LET OP! Berekent de boordcomputer een afgelegde weg per impuls (wielomtrek) die niet realistisch is, verschijnt er in het display ERR. Wanneer spuitsporensensor gedurende de kalibratie-rit een impuls krijgt, wordt de automatische kalibratie onderbroken. De automatische kalibratie moet dan opnieuw worden uitgevoerd. Wanneer de wielomtrek cm per impuls of de werkbreedte niet is ingegeven, kann de hectare-teller niet de bewerkte oppervlakte berekenen en aantonen. Dat afdraaimenu kan dan eveneens niet worden gebruikt. 6

5 AFDRAAITEST Ter controle van de ingestelde zaaizaadhoeveelheid moet er een afdraaitest worden uitgevoerd: Zaaiwielen, afstelschuiven en bodemkleppen overeenkomstig rekenliniaal instellen. Zaaibak met zaaigoed vullen. Afdraaibak naar beneden klappen. Loskleppen openen. Aandrijving op de maximale positie instellen = 150. Met behulp van de afdraaizwengel aan de aandrijving draaien en zo de afdraaibak 2- tot 3- keer vullen, waardoor het zaadgoed in de zaaibak zicht goed verdeeld. Aandrijving voor de eerste afdraaitest aan de hand van de rekenliniaal instellen. Afdraaibak daarna telkens leeg maken en voor het opvangen van het zaadgoed weer monteren. Het display van de boordcomputer toont het spuitspoorritme en het actuele rijspoor aan. Wanneer de twee gegevens gelijk zijn (=3:3), dan moet het rijspoor met de pijltoetsen (3) of (4) omhoog of omlaag worden geschakeld. Nu is de machine gereed voor de afdraaitest. Er zijn twee mogelijkheden vooraf gegeven om de afdraaitest uit te voeren: 1. Afdraaitest volgens de tabel 2. Afdraaitest met behulp van de afdraaimenu s 5.1 Afdraaitest volgens de tabel Bij de afdraaitest volgens de tabel (zie blz. 7) wordt voor 1/50 ha de afdraaizwengel zo vaak gedraaid als nodig is bij de betreffende werkbreedte van de zaaimachine. Het aantal keren dat de afdraaizwengel gedraaid is, dient meegeteld te worden. 5.2 Afdraaitest met behulp van de afdraaimenu s Bij de afdraaitest met behulp van de afdraaimenu's neemt de boordcomputer het tellen voor 1/50 ha over. De afdraaitest met behulp van de afdraaimenu's moet na de kalibratie van de afgelegde weg per impuls als volgt uitgevoerd worden: Omdat de machine niet loopt klinkt er een akoestisch waarschuwingssignaal. Met de wistoets (8) het waarschuwingssignaal uitschakelen en daarna de programmeertoets (9) indrukken. Het afdraaimenu verschijnt. Het display moet door het kort indrukken van de wistoets (8) op nul gezet worden, ook dan, als ze reeds op nul staat. Boordcomputer mee naar de aandrijving nemen en de afdraaizwengel gelijkmatig draaien. Kort voor het bereiken van de waarde 1/50 ha = 0,02 klinkt er een pieptoon. Dit betekent dat de waarde 0,02 binnen enkele ogenblikken wordt bereikt. Wanneer de pieptoon een lange doorlopende toon wordt, moet er meteen met het draaien van de afdraaizwengel worden gestopt. Het display toont A 0,02 aan, wat overeenkomt met 1/50 ha. 7

LET OP! Zaaimachine Gedurende de afdraaitest moet er worden gecontroleerd of de spuitsporensensor geen kontakt maakt. Wiel/banden Zwengel omwentelingen per 1/50 ha Afdraaimenu Afgelegde boordcomputer weg per 1/50 ha Afgelegde weg per impuls EuroDrill 250 6.00-16 91 0,02 80,00 m 22,84 cm en - S 250 10.00/75-15.3 83,5 0,02 80,00 m 24,43 cm EuroDrill 300 6.00-16 76 0,02 66,66 m 22,84 cm en - S 300 10.00/75-15.3 69,5 0,02 66,66 m 24,43 cm EuroDrill 400 en - S 400 10.00/75-15.3 52,25 0,02 50,00 m 24,43 cm EuroDrill 450 en - S 450 10.00/75-15.3 46,25 0,02 44,44 m 24,43 cm DKA 250 en - S 250 Steltwiel 91 0,02 80,00 m 22,84 cm DKA 300 en - S 300 Steltwiel 76 0,02 66,66 m 22,84 cm DKA 400 en - S 400 Steltwiel 57 0,02 50,00 m 22,84 cm DKA 450 en S 450 Steltwiel 50,5 0,02 44,44 m 22,84 cm Saphir 7/250 Steltwiel 34 0,02 80 m 7,3 cm Saphir 7/300 Steltwiel 28,5 0,02 66,66 m 7,3 cm Saphir 7/400 Steltwiel 21,5 0,02 50 m 7,3 cm Het in de afdraaibak opgevangen zaadgoed moet worden gewogen en worden omgerekend naar 1 ha: Afgewogen zaaizaadhoeveelheid voor 1/50 ha met 50 vermenigvuldigen = zaaizaadhoeveelheid per hectare. Voorbeeld: Afgewogen zaaizaadhoeveelheid = 3.280 g (3,28 kg) 3,28 kg x 50 = 164 kg Bij een afwijking van de gewenste zaaizaadhoeveelheid moet de instelling van de aandrijving worden aangepast. Een afwijking van 10% kan worden gecorrigeerd door de aandrijving met 10% te verstellen. Voorbeeld: Gewenste zaaizaadhoeveelheid 180 kg Instelling van de aandrijving a.h.v. de rekenliniaal 90 Afgewogen zaaizaadhoeveelheid: 164 kg 8

De zaaizaadhoeveelheid moet met ongeveer 10% worden verhoogd. Daarvoor moet de instelling van de aandrijving eveneens met 10% worden verhoogd. Dit betekent dat, als de instelling van de aandrijving 90 is, deze met 10% gecorrigeerd moet worden en op 99 moet worden ingesteld. Hierna moet de afdraaitest worden herhaald, om te controleren of de korrektie voldoende is geweest. Verder aanwijzingen zijn er te vinden in de bedrijfshandleiding van de zaaimachine en op de rekenliniaal. LET OP! Afdraaitest niet bij uitgeschakelde zaaiwielen voor het spuitspoor uitvoeren; in het gegeven geval het weergegeven rijspoor met de pijltoetsen (3) en (4) omhoog of omlaag schakelen. 9

6 SPUITSPOOR 6.1 Algemeen Na het bevestigen van de bedrijfstoets (5) verschijnt in het display het uitgekozen spuitspoorritme (waarbij er een spuitspoor wordt aangelegd) en het actuele rijspoor. De telling van het actuele rijspoor gebeurt iedere keer als de zaaimachine wordt opgehefd. Wanneer het actuele rijspoor gelijk is aan het gekozen spuitspoorritme, wordt het spuitspoor automatisch aangelegd. De keer daarop, wanneer de zaaimachine opgehefd wordt, schakelt het actuele rijspoor 1 omhoog. Weergave: Spuitspoor wordt aangelegd 1 Uitgekozen spuitspoorritme 2 Weergave van de vastgelegde afstelling 3 Actuele rijspoor 6.2 Spuitspoorritme Na het indrukken van de bedrijfstoets (5), ongeveer 2 seconden lang, wordt het spuitspoorritme 1 omhoog geschakeld. Wanneer doorgeschakeld moet worden, moet de bedrijfstoets kort los gelaten worden en dan weer 2 seconden lang worden ingedrukt. Het maximaal in te stellen spuitspoorritme is 9. LET OP! Wanneer de wistoets 2 seconden lang wordt ingedrukt, wordt de ingave van het spuitspoorritme en van het spuitspoor gewist en op 1.1 ingesteld. Met deze instelling worden permanent spuitsporen aangelegd. 6.3 Spuitspoormethode Met de LH 1600 kunnen de spuitsporen in twee verschillende methode worden aangelegd. 6.3.1 Oneven methode De werkbreedte van de veldspuit of meststrooier mag bij de oneven methode 3, 5, 7 of 9 maal groter zijn dan de zaaimachine. Voorbeeld: spuitspoorritme 3 Het spuitspoor wordt bij ritme 3 in de derde rijbaan aangelegd Het spuitspoor wordt bij ritme 5 in de vijfde rijbaan aangelegd. Het spuitspoor wordt bij ritme 7 in de zevende rijbaan aangelegd. Het spuitspoor wordt bij ritme 9 in de negende rijbaan aangelegd. 10

6.3.2 Even methode De werkbreedte van de veldspuit of meststrooier mag bij de even methode 2, 4, 6 of 8 maal groter zijn dan de zaaimachine. Voorbeeld: spuitspoorritme 4 Het spuitspoor wordt bij ritme 2 in de tweede rijbaan aangelegd Het spuitspoor wordt bij ritme 4 in de vierde rijbaan aangelegd. Het spuitspoor wordt bij ritme 6 in de zesde rijbaan aangelegd. Het spuitspoor wordt bij ritme 8 in de achste rijbaan aangelegd. Voor het eerste rijspoor bij de even methode moet met de halve werkbreedte van de zaaimachine worden gezaaid. Daarvoor moeten de afstelschuiven van de overeenkomende zaairijen worden gesloten. LET OP! Na het eerste rijspoor moeten de gesloten afstelschuiven weer gepend worden! 6.4 Aanpassen van het actuele rijspoor Het actuele spuitspoor kann na het indrukken van de bedrijfstoets (5) m.b.v. de pijltoetsen (3) en (4) handmatig omhoog of omlaag worden geschakeld. Hiervoor moet de bewuste pijltoets ongeveer 2 seconden lang worden ingedrukt. Het actuele rijspoor moet, voordat er wordt begonnen met zaaien, aan de methode en het ritme van spuitspooraanlegging volgens onderstaande tabel worden aangepast. Actuele rijspoor voor het eerste spuitspoor in het Methode Ritme veld 2 Oneven methode 3 3 Oneven methode 5 4 Oneven methode 7 5 Oneven methode 9 2 Even methode 4 3 Even methode 6 4 Even methode 8 Voor het eerste rijspoor bij de even methode moet met de halve werkbreedte van de zaaimachine worden gezaaid. Daarvoor moeten de afstelschuiven van de overeenkomstige zaairijen worden gesloten. 11

7 PAUZEFUNCTIE Na het indrukken van de pauzetoets wordt het actuele rijspoor aangehouden, d.w.z. dat de zaaimachine kan worden opgehefd, zonder dat hierbij het rijspoor wordt doorgeschakeld. Of de pauze in bedrijf is, kan op het display worden afgelezen. Wanneer de balk naast het pauzesymbool te zien is, is de functie actief. De pauzefunctie kan door het indrukken van de pauzetoets (6) worden opgeheven. 8 HECTARE-PER-VELD EN HECTARE-TOTAAL TELLER De hectare-per-veld en de hectare-totaal teller worden met de hectaretoets (7) geactiveerd. Wordt de hectaretoets 1 maal ingedrukt, dan verschijnt er het hectareper-veld display. Wordt de hectaretoets ongeveer 2 seconden lang ingedrukt, dan verschijnt er het hectare-totaal display. 8.1 Hectare-per-veld teller Na het indrukken van de hectaretoets verschijnt er het bewerkte oppervlak per hectare. Van 0-99,99 ha wordt het beeld weergegeven met 2 komma's, van 100-999,99 ha met 1 komma en van 1000-9999 ha zonder komma. De hectare telling wordt door de gemonteerde machinesensor aan en uit geschakeld. Dit gebeurt alleen als de machine in de werkstand staat. Het verwijderen van de hectare-per-veld teller gebeurt door de wistoets (8) ongeveer 2 seconden lang in te houden. 8.2 Hectare-totaal teller Bij het langer indrukken van de hectaretoets, ongeveer 2 seconden lang, verschijnt het totale bewerkte oppervlak in hectare in het display. Van 0-99,99 ha wordt het beeld weergegeven met 2 komma's, van 100-999,9 ha met 1 komma en van 1000-9999 ha zonder komma. De functie telt de bewerkte oppervlakken van bv. een jaar of een seizoen bij elkaar op. Wanneer de wistoets (8) ongeveer 2 seconden lang wordt ingedrukt, wordt de waarde van hectare-totaal teller gewist. Wordt de hectaretoets (7) weer ingedrukt, dan verschijnt de hectare-per-veld teller. LET OP: Wordt het rijspoor veranderd of een waarschuwingsfunctie weergegeven, dan schakelt de boordcomputer automatisch in de bedrijfstoestand om. 12

9 SENSORTEST Bestaat er een mogelijkheid, dat er een sensor niet goed funktioneerd, dan kan de installatie als volgd worden gecontroleerd: Een werkbreedte van 25 ingeven. De spuitsporenfunctie activeren. De volgende display-aanduiding verschijnt: 1 = om te testen toerentalsensor voor de Vorgelegewelle (spuitsporenzaaiwielen).. = sensor is actief. 0 = Teller van 0 tot 99. Direct wanneer de sensor contact maakt schakelt de aanduiding over 1 hoog. Bij verdere druk op deze knop verschijnt de aanduiding 2.00: Deze testfunktie is niet bezet. Bij verdere druk op deze knop verschijnt de aanduiding 3.00: De Werktuigsensor voor de spuitsporenschakeling is nu voor testdoeleinden geschikt. Bij verdere druk op deze knop verschijnt de aanduiding 4.00: Deze testfunktie is niet bezet. Bij verdere druk op deze knop verschijnt de aanduiding 5.00: De aandrijvinguitgangssensor is nu voor testdoeleinden geschikt. 13

10 WAARSCHUWINGSFUNCTIES De boordcomputer LH 1600 heeft de volgende waarschuwingsfuncties. Spuitsporen aanlegging (draaiende respectievelijk stilstaande spuitspoorzaaiwielen) Zaaibak leeg (optie) Waarschuwingen worden zo wel visueel (display) als akoestisch (toon) aangegeven. Het waarschuwingssignaal wordt door het indrukken van de wistoets (8) uitgeschakeld. Het waarschuwingssymbool verdwijnt pas wanneer het systeem weer correct loopt Waarschuwingstoestanden: Waarschuwing voor draaiende spuitspoorzaaiwielen, wanneer de spuitsporen moeten worden aangelegd. Storing! Er wordt geen spuitspoor aangelegd! Waarschuwing voor de gestopte spuitspoorzaaiwielen, wanneer er geen spuitspoor moet worden aangelegd. Deze waarschuwing verschijnt ook, wanneer er met de zaaimachine wordt gestopt. Wanneer bij stilstand de hectare-teller afgelezen moet worden, moet het waarschuwingssignaal met de wistoets worden verwijderd. Storing! Er wordt een spuitspoor aangelegd! Waarschuwing voor een lege zaaibak en ook voor een te lage werkdruk in de accumulator van de enkelwerkende hydraulische vooroploopmarkering zonder markeurs. De pauzetoets is ingedrukt en daardoor is de doorschakeling van de actuele rijsporen onderbroken. 11 WEERGAVE VAN STORINGEN De boordcomputer LH 1600 heeft een ingebouwd storingsdisplay, die een correct bedrijf zal waarborgen. Toont de boordcomputer LH 1600 ERR op het display aan, dan is de spanning naar de boordcomputer te laag. In dit geval moet de spanning naar de boordcomputer worden gecontroleerd. 14

12 VERKABELING EN ONDERDELENLIJST De afgebeelde tekening laat de onderverdeling van de verkabeling en het nummer voor de onderstaande vervangingsonderdelenlijst. Pos. Artikelnummer Betekenis Maat 1 373 1301 zekering 6,3 A 5x20 2 373 2123 stekker 3-p 178-606 3 573 4405 monitor LH 1600 4 573 8048 houder LH 1600 5 573 4852 eprom LH 1600 6 573 4366 sensor M12x1x45 IF 5997 7 373 2158 hoekstekker 4-p 27x27 8 573 4864 platine LH 1600 G2.5 9 573 4826 relais LH 1600 12V 30 A 10 373 1903 veerbeugel D2 55/130 11 373 1912 rubber buisje D12,8 12 373 1913 rubber buisje 2xD10 13 373 1911 rubber buisje D10 14 573 4379 vulstandsensor KN 5106 15

13 SCHAKELSCHEMA 16