Inspectierapport Doomijn peuterspeelzaal Bachlaan 158 (KDV) Bachlaan 158 8031HL ZWOLLE Registratienummer 831721741 Toezichthouder: GGD IJsselland In opdracht van gemeente: Zwolle Datum inspectie: 05-07-2016 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 18-07-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum...10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties, een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht. Dat zijn de volgende: de pedagogische kwaliteit; de eisen aan het personeel; de opvang in groepen; de beroepskracht-kindratio. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over de opvang en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport uitgewerkt. Feiten over peuterspeelzaal Bachlaan 158 Peuterspeelzaal Bachlaan 158 is onderdeel van Stichting Doomijn Kinderopvang. Doomijn Kinderopvang heeft meerdere kinderdagverblijven en buitenschoolse opvanglocaties binnen regio IJsselland. Doomijn peuterspeelzaal Bachlaan 158 is gevestigd in de wijk Holtenbroek te Zwolle. De opvang vindt plaats binnen de muren van basisschool de Toonladder. De locatie staat in het landelijk register geregistreerd met 16 kindplaatsen. Er wordt ten aanzien van de voorschoolse educatie gewerkt met het programma 'Piramide'. Inspectiegeschiedenis 06-10-2014 nader onderzoek: De houder heeft nog geen oudercommissie ingesteld, maar voldoet wel aan de inspanningsverplichting. De gemeente is verzocht niet te handhaven. 06-10-2014 jaarlijks onderzoek: de getoetste voorwaarden voldoen aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang. 20-04-2015 jaarlijks onderzoek: de getoetste voorwaarden voldoen aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens dit jaarlijks onderzoek zijn op de onderzochte items geen overtredingen geconstateerd. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk getoetst in theorie en in de praktijk. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2015). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Het observatie-instrument bevat voor elke voorwaarde indicatoren. Deze worden gebruikt bij het beschrijven van de pedagogische praktijk. Emotionele veiligheid Indicator: 'Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen.' Observatie: Kinderen hebben op hun opvangdag altijd vaste/vertrouwde andere kinderen in de groep. Er is sprake van vaste beroepskrachten die de groep begeleiden en er zijn vaste invalkrachten beschikbaar. De aanwezige beroepskrachten kennen het dagprogramma, de kinderen en de werkwijze op de groep. Zij bieden dit aan op een voor de kinderen bekende wijze. Ontwikkeling van de persoonlijke competentie Indicator: 'Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting.' Observatie: Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde activiteiten. De activiteiten zijn gevarieerd en stimuleren diverse ontwikkelingsgebieden. Na het opruimen wordt er een kring gemaakt. 'Wie is er vandaag de baas van de dag?' vraagt de beroepskracht. Ze laat een foto aan de kinderen zien waarop de kinderen reageren door de naam van het kindje te noemen die op de foto staat. Vervolgens worden de dagritmekaarten bij langs gelopen. Er wordt benoemd wat ze al hebben gedaan en wat ze nu gaan doen. Het is tijd voor het fruit eten. Ze gaan het liedje 'Smakelijk eten' zingen. De kinderen doen mee met de gebaren van het liedje. De baas van de dag mag het fruit uitdelen. Observatie 2: De activiteiten passen in algemene zin bij de interesse en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Bij binnenkomst van de toezichthouder wordt net de activiteit 'Muziek maken met ouders' afgerond. Dit was een activiteit van een half uur met medewerking van Doomijn consulent activiteiten. De beroepskracht geeft aan dat er iedere dag minstens een half uur een bewegingsactiviteit wordt georganiseerd. Dit is ook in de lijn van basisschool De Toonladder. Verder wordt in de groepsruimte duidelijk dat ze momenteel werken met het thema 'zomer'. Er zijn gemaakte slippers in de groepsruimte en er staat een tent en een leeg zwembad. Ontwikkeling van de sociale competentie Indicator: 'De kinderen zijn deel van de groep.' Observatie: De beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij verzorgende en organisatorische taken zoals opruimen en dingen klaarzetten. De beroepskrachten geven de kinderen positieve feedback en waardering als zij zich actief betrokken en verantwoordelijk tonen. Eén van de kinderen mag gaan trommelen op de trommel. De andere kinderen reageren hierop door bij de beroepskracht te gaan zitten. 'Wat gaan we doen?' vraagt de beroepskracht. 'Opruimen' roepen de kinderen. Vervolgens wordt er 'wij gaan opruimen' gezongen. 'Ik vind dat we even 4 van 10
kunnen klappen voor X. Hij heeft heel goed getrommeld.' zegt de beroepskracht. De kinderen krijgen allemaal een opdracht om iets op te gaan ruimen. De beroepskracht geeft complimentjes: 'Goed zo X!', 'Zijn jullie klaar?', 'Jullie hebben het goed gedaan!' Overdracht van normen en waarden Indicator: 'Beroepskrachten vervullen een voorbeeldfunctie in spreken en handelen.' Observatie: De beroepskrachten geven het goede voorbeeld met betrekking tot een gezonde leefstijl in het bijzijn van de kinderen. Ze eten fruit met de kinderen en er wordt na het fruit eten door de kinderen en de beroepskrachten water gedronken. Er wordt daarbij ook een liedje gezongen: 'We drinken lekker water!' Conclusie Op peuterspeelzaal Bachlaan 158 voldoet de pedagogische praktijk aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang. Voorschoolse educatie Op peuterspeelzaal Bachlaan 158 wordt voorschoolse educatie aangeboden. Er wordt gewerkt met de VVE-methode Piramide. Piramide is een totaalprogramma, opgebouwd rondom projecten, met aandacht voor alle ontwikkelingsgebieden voor kinderen van 0-7 jaar. De kinderen van drie jaar met een VVE-indicatie komen vier dagdelen per week. De kinderen krijgen hiermee voldoende uren aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling aangeboden. Alle beroepskrachten zijn in het bezit van een VVE -getuigschrift. Doomijn heeft een opleidingsplan met betrekking tot de voorschoolse educatie. Conclusie Er wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Locatieverantwoordelijke) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (Pedagogische praktijk) Pedagogisch beleidsplan (versie september 2015) Pedagogisch werkplan (versie februari 2016) VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie 5 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten die werkzaam zijn bij peuterspeelzaal Bachlaan 158 hebben een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten die werkzaam zijn bij peuterspeelzaal Bachlaan 158 beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Er wordt gewerkt met één stamgroep van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2,5-4 jaar. Conclusie De opvang in groepen is conform de Wet kinderopvang. Beroepskracht-kindratio De toezichthouder heeft de presentielijsten en de inzet van het personeel van verschillende dagen bekeken. De beroepskracht-kindratio is conform de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag (Steekproef) Diploma's beroepskrachten (Steekproef) Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) 7 van 10
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Doomijn peuterspeelzaal Bachlaan 158 Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder : Travers Welzijn Adres houder : Koestraat 6 Postcode en plaats : 8011NK ZWOLLE Website : www.doomijn.nl KvK nummer : 41025128 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD IJsselland Adres : Postbus 1453 Postcode en plaats : 8001BL ZWOLLE Telefoonnummer : 038-4 281 686 Onderzoek uitgevoerd door : J de Lange Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Zwolle Adres : Postbus 10007 Postcode en plaats : 8000GA ZWOLLE Planning Datum inspectie : 05-07-2016 Opstellen concept inspectierapport : 13-07-2016 Zienswijze houder : 18-07-2016 Vaststelling inspectierapport : 18-07-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 19-07-2016 Verzenden inspectierapport naar : 19-07-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 02-08-2016 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. 18-07-2016 Zienswijze Doomijn Doomijn kinderopvang is blij met de positieve beoordeling van de GGD inspectie en de observaties van het pedagogisch handelen. Ook in de toekomst zetten de medewerkers van Doomijn kinderopvang zich in om dezelfde kwaliteit en aandacht voor de kinderen te bieden. Elly van Holland Manager kinderopvang en peuterspeelzalen 10 van 10