MONTAGE HANDLEIDING
INTRODUCTIE Deze handleiding geeft een praktisch overzicht van alle activiteiten die u moet uitvoeren om het Kingston daksysteem op het dak te monteren en de DC-zijdige aansluiting van het zonne-energiesysteem zonder fouten uit te voeren. De installatie van de omvormer maakt geen onderdeel van deze handleiding uit. Installeer alle onderdelen zoals beschreven in deze handleiding om waterdichtheid, windbelasting en een juiste werking te kunnen waarborgen. Deze handleiding is voor vakmensen geschreven. Als u na het lezen van deze handleiding nog vragen hebt, kunt u zich wenden tot uw Synroof dealer. VEILIGHEID De veiligheidsvoorschriften voor werkzaamheden op daken dienen te worden nageleefd. Algemeen Vermijd installatie van het systeem in slechte weersomstandigheden, zoals harde wind, regen, ijs of sneeuw; Beveilig of verwijder niet geïnstalleerde dakpannen om eventuele windschade of diefstal te voorkomen; Laat geen gereedschap of materialen los boven solarpannen liggen om mogelijke schade aan de solarpannen te voorkomen. Solarpannen mogen niet belast worden door er bijvoorbeeld op te steunen of op te lopen. Elektrische gevaren De solarpannen produceren stroom en spanning bij blootstelling aan licht. De stroom neemt toe naarmate de lichtintensiteit hoger wordt. Direct contact met de stroomkring kan leiden tot een dodelijke elektrische schok. Haal de spanning van de solarpannen door ze volledig uit het licht te verwijderen of door de voorkant van de solarpannen te bedekken met een ondoorzichtig materiaal. Hanteer de veiligheidsvoorschriften voor elektrische installaties bij het werken met solarpannen die worden blootgesteld aan licht. Gebruik geïsoleerd gereedschap en draag geen metalen sieraden tijdens het werken met solarpannen. Het systeem moet losgekoppeld zijn van het elektriciteitsnet, wanneer er werkzaamheden worden uitgevoerd. Elektrische aansluitingen niet onder belasting loskoppelen om vonken en elektrische schokken te vermijden. Alle solarpannen zijn voorzien van geïsoleerde connectoren om een elektrische schok tijdens de installatie te voorkomen. Steek geen metalen voorwerpen in de connectoren, of wijzig ze op geen enkele manier om een elektrische verbinding te realiseren. Solarpannen met een gebroken glasplaat nooit aanraken, tenzij de solarpan eerst losgekoppeld is. Raak geen natte elektrische aansluitingen aan zonder jezelf te beschermen met isolerende handschoenen. Transport en handling Vervoer en bewaar de Kingston dakpannen in de meegeleverde verpakking totdat ze klaar zijn om te worden geïnstalleerd. Bewaar de solarpannen op een droge en koele plek. Voorkom dat pallets omvallen of beschadigen tijdens het transport. Controleer voor installatie de solarpannen op schade ten gevolge van het transport. Gebroken glas kan leiden tot persoonlijk letsel. Solarpannen met gebroken glas kunnen niet worden gerepareerd en mogen niet worden gebruikt. Wees voorzichtig bij het plaatsen van solarpannen op een harde ondergrond en voorkom dat ze kunnen vallen. Brand Synroof solarpannen hebben een Klasse C brandwerendheid in overeenstemming met de IEC 61730-2 certificering. Solarpannen zijn elektrische apparaten die de brandveiligheid van een gebouw kunnen beïnvloeden. Onjuiste installatie en gebruik van defecte onderdelen kan leiden tot het onverwachts optreden van een elektrische lichtboog. Om het risico van brand in dit geval te beperken moeten solarpannen niet worden geïnstalleerd in de buurt van ontvlambare vloeistoffen, gassen of locaties met gevaarlijke stoffen. In geval van brand kunnen solarpannen nog steeds een gevaarlijke spanning produceren, zelfs als de omvormer aangeeft dat ze spanningsvrij zijn, de solarpannen geheel of gedeeltelijk zijn vernietigd, of de systeembedrading geheel of gedeeltelijk is vernietigd. Informeer, bij een brand, de brandweer over de bijzondere gevaren van de solarpannen en blijf tijdens en na de brand uit de buurt van alle onderdelen van het zonne-energiesysteem totdat de noodzakelijke maatregelen zijn genomen om het zonne-energiesysteem veilig te stellen.
TOEPASSING De Kingston dakpannen kunnen toegepast worden op dakhellingen tussen 25 en 90 graden zonder extra maatregelen te nemen (fig. 1). Neem contact met Synroof op wanneer u de Kingston dakpannen wilt toepassen bij een dakhelling van minder dan 25 graden. Aan de Kingston dakpannen met panlatten mogen geen stabiliteitsfuncties worden toegekend. Sterkte en stijfheid van de Kingston dakpannen met de panlatten samen, moeten in combinatie met de achterconstructie voldoende zijn om normaal optredende belasting als wind en eigengewicht te kunnen weerstaan. De systeemprestaties van een solarpan of solarpannen wordt aanzienlijk verminderd door schaduwval op een gedeelte of op de volledige solarpan. Voorkom of minimaliseer de hoeveelheid schaduw die gedurende het hele jaar op de solarpannen valt om zo de energieopbrengst te maximaliseren. ventilerende panlat 430 375-395 350-410 dakpan solarpan dakpan 270 nokvorst Bliksembeveiliging wordt aanbevolen voor zonneenergiesystemen die worden geïnstalleerd op plaatsen met een hoge kans op blikseminslag. Bij sneeuwrijke gebieden, waar solarpannen op meer dan één meter onder de nok toegepast worden, dient een sneeuwrooster boven de solarpannen gemonteerd te worden. ELEKTRISCHE INSTALLATIE Elektrische configuratie Onder normale omstandigheden is het waarschijnlijk dat een solarpan condities ervaart waarin er meer stroom en/of spanning geproduceerd wordt dan onder Standaard Test Condities (STC: 1000 W/M2, AM 1.5 en 25 graden celtemperatuur). Voor het bepalen van de component spanningswaarden, kabelstroomwaarden, zekeringsgrootte en omvormer moet de kortsluitstroom (Isc) vermenigvuldigd worden met factor 1.25 en de nullastspanning (Voc) met een factor van maximaal 1.25, gebaseerd op de laagste gemeten temperatuur voor de locatie. Spanningen zijn additief wanneer solarpannen direct in serie zijn aangesloten en de stromen zijn additief wanneer solarpannen direct parallel aangesloten zijn (fig. 2). Zonnepanelen met verschillende elektrische eigenschappen mogen niet rechtstreeks in serie worden aangesloten. Serie bedrading (spanning additief) Parallelle bedrading (stroom additief) Figuur 2: elektrische schema s van de serie en parallelle bedrading Het maximum aantal solarpannen in serie moet zodanig, volgens de geldende voorschriften, berekend worden dat de maximaal opgegeven spanning van de solarpannen en alle andere elektrische DC componenten bij de laagst verwachte temperatuur voor de locatie niet wordt overschreden in open-circuit werking. Een overstroombeveiligingsapparaat moet gebruikt worden wanneer de keerstroom de maximale zekeringswaarde van de solarpan kan overschrijden. Een overstroombeveiliging is vereist voor elke serie reeks als meer dan twee serie reeksen parallel geschakeld zijn. Kabels en bedrading De solarpannen beschikken over twee kabels die voorzien zijn van een mannelijke (-) en vrouwelijke (+) connector. Gebruik de kabelklemmen op de achterkant van de solarpan om de kabels in positie te houden. Gebruik veldkabels van minimaal 4 mm 2 (TÜV 2 PfG 1169) om de solarpannen met de omvormer te verbinden of parallel te schakelen. De veldkabels dienen aan de panlatten vastgemaakt te worden, zodat mechanisch belasting voorkomen wordt. Voorkom inductielussen en zorg ervoor dat de lengte van de veldkabels tot een minimum wordt beperkt. Figuur 3: kabels in klemmen vastzetten Connectoren GEVAAR Houd connectoren droog en schoon Risico op elektroshock en controleer of ze in goede conditie zijn. Controleer voor installatie of de connectoren handvast aan de kabels zitten. Defecte connectoren dienen niet gekoppeld te worden. Slechte elektrische verbindingen kunnen leiden tot schokken of het onverwachts optreden van een elektrische lichtboog. Er is een klik te horen wanneer de connectoren correct met elkaar verbonden zijn. MECHANISCHE INSTALLATIE Voor de installatie van het Kingston daksysteem is de beoordelingsrichtlijn 1513 van toepassing. De Kingston dakpannen kunnen zowel rechtlijnig als kruisgewijs gelegd worden. Uiteraard zijn combinaties van beide tegelverbanden ook mogelijk. Schroefadvies De sterkte van de bouwconstructie, inclusief de verankering, dient te voldoen aan artikel 2.1-2.7 van het Bouwbesluit. Op de verankering van dakpannen zijn de NEN 6707 Bevestiging van dakbedekking en de Nederlandse Praktijkrichtlijn NPR 6708 van toepassing. De Kingston dakpannen zijn voorzien van schroefgaten in zowel de bovenkant als in de zijsluiting. De schroefgaten kunnen direct gebruikt worden en hoeven niet meer voorgeboord te worden. Gebruik RVS (afm. 3,5x32 mm) schroeven met zelfborende kop om de Kingston dakpannen vast te zetten. Dakhelling 25 tot 70 graden: Dakpannen: één (1x) keer bovenin schroeven; Solarpannen: drie (3x) keer in de bovenkant; Gevelpannen: Alle gevelpannen één (1x) keer bovenin schroeven én indien mogelijk ook één (1x) keer in de zijaansluiting. Dakhelling >70 graden: Dakpannen: zowel één (1x) keer bovenin als één (1x) keer in de zijaansluiting schroeven; Solarpannen: drie (3x) keer in de bovenkant én één (1x) keer in de zijaansluiting; Gevelpannen: Alle gevelpannen één (1x) keer bovenin schroeven én indien mogelijk ook één (1x) keer in de zijaansluiting. Ventilatie Om een natuurlijke luchtstroom te krijgen in de dakspouw dient er gebruik gemaakt te worden van een ventilatiepanlat (fig. 4) met een ventilatiecapaciteit van minimaal 200 (cm 2 /m) en een ventilerende ondervorst (fig. 5) met een ventilatiecapaciteit van minimaal 180 (cm 2 /m). Deze luchtstroom zorgt voor de noodzakelijke koeling van het zonne-energiesysteem, zodat het rendement maximaal is. Figuur 4 Figuur 5 Kleurverschil Geringe kleurnuanceringen zijn inherent aan dakpannen, daarom dienen dakpannen uit meerdere pakketten met elkaar vermengd te worden alvorens deze te verwerken. Zagen De Kingston dakpannen zijn harder dan betonnen of keramische dakpannen. Een gewone zaag is dan ook niet toereikend. Gebruik een (natte) diamantzaag voor het zagen van de Kingston dakpannen. Checklist voor installatie De solarpannen zijn onbeschadigd; De solarpannen komen niet in de schaduw te liggen (winter/zomer); Je begrijpt het elektrisch legschema; Het dak waar de solarpan op komt voldoet aan het bouwbesluit; Je hebt deze handleiding doorgenomen en begrepen.
1 2 7 8 395 25 Controleer of het dak vlak en haaks is. Controleer tengels en panlatten. Veranker dakpannen volgens schroefadvies. Leg één rij en één kolom volledig uit ter controle van de maatvoering. 3 4 9 10 Neem het legschema door. Markeer het dakoppervlak waar de solarpannen komen. Veranker de solarpannen volgens schroefadvies. Controleer regelmatig of de dakpannen goed in verband liggen. 5 6 11 12 Boor gat zo dicht mogelijk bij de omvormer en leg de veldkabels uit. Monteer de ventilatiepanlat + eventueel dakbeschotprofiel. Bij de juiste koppeling van de connectoren is er een klik te horen. Laat bij voorkeur van elke serie de veldkabels binnen bij de omvormer uitkomen. Hierdoor is het éénvoudig om de individuele series door te meten. Eventuele parallelle schakeling kan dan binnen gedaan worden.
13 Altijd eindigen met minimaal één rij Kingston dakpannen. 15 De ondervorst voorziet in een minimale ventilatiecapaciteit van 180 cm 2 /m. Ondervorst in het midden op de ruiter plaatsen en schroeven of vastnieten. 17 14 dak helling º 20º 25º 30º 35º 40º 5 mm ruiterhoogte 270 ruiter hoogte H (mm) 57 42 33 23 6 snijpunt tengels Bepaal de ruiterhoogte met behulp van bovenstaande gegevens. 16 onderkant vorst Begin- en eindvorst voorboren in kopse kant. Beginvorst twee keer schroeven, eindvorst en overige vorsten één keer. 18 ONDERHOUD Algemeen Synroof beveelt aan dat solarpannen regelmatig worden geïnspecteerd door de installateur, of een ander gekwalificeerd persoon. Het doel van de inspectie is ervoor te zorgen dat alle onderdelen van het systeem naar behoren functioneren. Gebreken moeten onmiddellijk worden aangepakt. Schoonmaken In de loop der tijd kan vuil en stof zich gaan ophopen op het glazen oppervlak van de solarpan, waardoor de energieopbrengst afneemt. Synroof raadt aan om de solarpannen regelmatig schoon te maken (voornamelijk in gebieden met weinig neerslag) om zo een maximale energieopbrengst te garanderen. Synroof raadt aan om de solarpannen in de vroege ochtend of laat in de middag te reinigen, zodat de kans op schokken zo klein mogelijk is. Probeer nooit om een solarpan met gebroken glas te reinigen, want dit kan een elektrische schok veroorzaken. Reinig het glazen oppervlak van de solarpan met een zachte borstel en zacht water. Water met een hoog gehalte aan mineralen kan afzetting veroorzaken op het glazen oppervlak en wordt niet aanbevolen. De glasplaat van de solarpan is voorzien van een vuilafstotende laag om ophoping van vuil en stof te verminderen. De glasplaat van de solarpan mag daarom niet met stoom, bijtende chemicaliën of met een hogedrukreiniger schoongemaakt worden. Gebruik geen agressieve of schuurmiddelen die krassen of beschadigingen aan het glasoppervlak kunnen veroorzaken. Het niet nakomen van deze instructies kan leiden tot verminderde prestaties van de solarpannen. Synroof solarpannen zijn ontworpen om hoge sneeuwbelasting te weerstaan. Echter, als het verwijderen van sneeuw gewenst is om de productie te verbeteren, gebruik dan een borstel om voorzichtig de sneeuw te verwijderen. Probeer niet om bevroren sneeuw of ijs te verwijderen van de solarpan. BUITENBEDRIJFSTELLING Bij werkzaamheden aan zonne-energiesystemen moet dezelfde zorg en veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen als tijdens de eerste installatie. Het zonne-energiesysteem kan zelfs nadat het uitgeschakeld is gevaarlijke spanning genereren. Volg de veiligheidsvoorschriften voor het werken met elektrische installaties. Raadpleeg uw installateur wanneer u achteraf wijzigingen in uw dak wilt aanbrengen. Het kan benodigd zijn dat bij dakdoorbrekingen het elektrisch schema van de solarpannen aangepast moeten worden. DISCLAIMER Deze handleiding is gebaseerd op de kennis en ervaring van Synroof en is met alle zorgvuldigheid opgesteld. Er kunnen geen rechten aan deze handleiding ontleend worden. Synroof aanvaardt geen verantwoordelijkheid en kan dan ook geen enkele aansprakelijkheid nemen voor enig verlies, schade of kosten die voortvloeien uit of in enig opzicht verband houdt met onjuiste behandeling, installatie, bediening, het gebruik of het onderhoud van de solarpannen. Het niet nakomen van de voorschriften in deze montagehandleiding doet de garantie vervallen. Synroof behoudt zich het recht om, zonder voorafgaande kennisgeving, wijzigingen aan te brengen aan het product, de specificaties of deze handleiding. Nokvorst moet schuin horizontaal tegen naastgelegen vorst gezet worden. Daarna kan deze door de vorst recht te duwen aangesloten worden. Het mooiste resultaat voor het afwerken van principedetails kan gerealiseerd worden met verholen goten. De loodvervangers die gebruikt worden dienen bij voorkeur in de kleur van de Kingston dakpannen te zijn.
CONTACT GEGEVENS Indien u graag bij ons op bezoek wilt komen dan kunt u via onderstaande gegevens een afspraak maken. HOOFDKANTOOR SYNROOF BV Postbus 57 7700 AB Dedemsvaart T +31 (0)523 624 357 F +31 (0)523 624 358 E info@synroof.nl W www.synroof.nl BTW-nummer NL 8508 71 633 B01 KVK-nummer 53414675 SYNROOF EXPERIENCE CENTER Korte Spruit 32 7773 NR Hardenberg
MORE THAN ENERGY SY022-1406 2014 Synroof bv. Alle rechten voorbehouden. De specificaties in dit informatieblad kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. SYNROOF BV POSTBUS 57 7700 AB DEDEMSVAART