Kinderevangelisatiemethode. bij. dehand TOERUSTING. deel 1-4

Vergelijkbare documenten
Kinderevangelisatiemethode. bij. dehand TOERUSTING. deel 1-4

Karakter. Inleiding. Het karakter van God. Houd vol geef niet op

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten


Wat is de waarde van de profetieën die de Bijbel elk mens aanreikt?


Wat er in de Bijbel staat.en andere liederen

Memoriseer elke dag een tekst. Dit heb ik u geschreven, die gelooft in de naam van de Zoon Gods, opdat gij weet, dat gij eeuwig leven hebt.

Bijbelrooster 31 juli t/m 6 augustus Thema: Rechtvaardig door het geloof

Nieuwe geboorte in het koninkrijk. les 1 FOLLOW

Dinsdag 4 augustus Waarom niet? Want Demas heeft mij verlaten, hebbende de tegenwoordige wereld lief gekregen. 2 Timotheüs 4:10

Inleiding over het kernwoord zonde

Waarom doet Hij dat zo? Om de diepste bedoeling van Gods geboden aan te geven. Daar kom ik straks op terug. Hij geeft in de Bergrede de beloften en

Formulier om de christelijke doop te bedienen aan volwassenen die zich bij de kerk voegen

Zondag 33 gaat over de waarachtige bekering.

de doop zoals wij die kennen is afkomstig van niemand minder dan de Here Jezus zelf

Over het zitten van de Heere Jezus aan de rechterhand van God en Zijn wederkomst.

De Dordtse Leerregels. Artikel 1 t/m 5

Gemeente van onze Here Jezus Christus, De leer over de doop is als volgt samen te vatten:

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. (Deze gelijkenis kun je lezen in : Mattheüs 18:21-35 )

Zondag 46 gaat over : Onze Vader, Die in de hemelen zijt.

Een klein beginsel 40

Vraag: Wat kun jij leren voor jouw gebed uit de structuur van het volmaakte gebed?

De Heer Jezus Christus - Zijn Persoon

dieper weg, in het moeras van zonde en ongerechtigheid. De mens kan zichzelf niet redden. Daar hoor ik iemand zeggen: "Ik geloof in

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

DE HERE JEZUS GAAT IN ONS LEVEN DOOR ZIJN GEEST.

Zondag 21 oktober Zuiderkerk. Voorganger: ds Harmen Jansen Organist: E. Bremer. Orgelspel. Welkom. Zingen: lied 217 vers 1, 3, 4 en 5

Spreek jouw rechtvaardigheid uit en ontvang het goede

FORMULIER VOOR DE BEVESTIGING VAN MISSIONAIRE DIENAREN DES WOORDS. Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Belijdenis en doop van volwassenen Orde I

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 12 t/m 14

Inhoudsopgave. Woord vooraf. Ds. J.A. van den Berg. Ds. D. Jongeneel. Ds. J. Lohuis. Ds. E. Gouda. Ds. M. Goudriaan. Ds. M.

Vraag 96 : Wat eist God in het tweede gebod?

Wij belijden één geloof en één Heer ; zijn geroepen tot één hoop, tot Uw eer. Heer, geef vrede die ons samenbindt. Vader, maak ons één!

Liturgische teksten en gebeden

Stilte [voor persoonlijke voorbereiding]

Jaar A - Jezus! Samen op weg

GELOOF WAT IS HET EN HOE WERKT HET?!

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

Belijdenis en doop van volwassenen Orde II

Liturgie voor zondagochtend 21 augustus in de Westerkerk te Veenendaal

Hoe praat je over het geloof?

Relatie <> Religie. Beste Galsem,

Liturgie zondagmorgen 8 januari 2017 Jeugddienst 12-

Werken en Vrucht. Galaten 5:13-26 (HSV)

Liturgie voor de vierde zondag van Advent en bevestigingsdienst

Handelingen 2. Hand. 2: 36-eind HSV

Groei-pijn. Jak. 1: 2,3 (HSV)

Formulier om de Heilige Doop te bedienen aan volwassen personen 1

1 Johannes 4:10 (HSV)

Jezus heeft ons door Zijn woorden en daden het karakter van God getoond. Hij zei dan ook: Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.

Doopvragen, na alle formulieren zijn deze hetzelfde:

De Dordtse Leerregels

Toon Uw heerlijkheid Opwekking 505

God dus we kunnen zeggen dat het Woord er altijd is geweest. Johannes 1:1/18

Zondag 28 gaat over het Heilig Avondmaal (1)

ZONDAG -voorbereiding op het Heilig Avondmaal- Heilig Avondmaal houden

De leiding van de Heilige Geest, en de misleiding

Liturgie bij de avonddienst op 14 februari 2016

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?

BIJBELLEESROOSTER VOOR GEZINNEN met kinderen in de basisschoolleeftijd

Hervormde Gemeente Ouderkerk aan den IJssel

Christus Hoop van Israël en de volken

INHOUD. Citaten : Statenvertaling 1977 Aanbevolen websites: www:mybrethren.org/index.html

daarvan niet aan een einde komt. Telkens ontdenk je nieuwe rijkdommen, als je het hart er op zet, om inzicht te verkrijgen.

macht heb u los te laten, maar ook macht om u te kruisigen? Weet gij niet?

Welkom in de Hoeksteen. Voorganger: ds. A. Krijgsheld

Thema: Een goed gesprek

Formulier om de christelijke doop te bedienen aan de kinderen van de gelovigen (1)

Is dan het uiterlijk waterbad de afwassing van de zonde zelf?

In deze studie wordt nagegaan wat in het Nieuwe Testament bedoeld wordt met het Griekse werkwoord dat in het Nederlands vertaald wordt met: geloven.

Lees : Mattheüs 25:14-30

Openluchtdienst! speelruimte om te leven!

De Bijbel Open (13-07)

Een nieuw begin. De schepping van hemel en aarde Genesis 1:1-10

Liturgie 23 juni bevestiging ambtsdragers

DE EINDEN DER AARDE BEREIKT? Gouda, 26 januari 2018

4. Daarna doet God de hoge hemel open en antwoordt op uw bidden en uw hopen. Hij giet zijn eigen Geest in overvloed op vlees en bloed.

Orde van de dienst zondag 20 januari 2013 Tweede zondag van Epifanie De bruiloft te Kana

In Galaten 5: waarschuwde Paulus de Galaten dat zij vrijheid in Christus niet zouden moeten gebruiken als losbandigheid.

Getuige zijn geeft de opdracht tot verantwoording, tot verantwoordelijkheid. Jij daar, ja jij, zeg het maar, waarvan ben jij nu getuige?

De heilige Geest. De heilige Geest. Wie is Hij?

De Tien Woorden. In de versies 1-5 en 7 worden de aanhef en de afsluiting altijd door de voorganger gesproken; de Tien Woorden door een lector.

TEKST

Christus als leerling volgen

De vrucht van de Geest is liefde Galaten 5:22

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

Pastorale Theologie Soteriologie. Soteriologie Inleiding. Indeling

Ik ben gewoon gaan zitten en luisterde naar zijn stem. En in de liefdevolle woorden herkende ik Hem.

Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren en kostbare hoeksteen, en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen.

En waarom zegent Paulus onze God en Vader. De eerste reden is deze (Staten-Vertaling): Efeze 1

Dertig verzen in het Nieuwe Testament zeggen dat. Jezus niet God is, maar een boodschapper van God.

Missie Nederlands Gereformeerde Kerk Voorthuizen-Barneveld

GEBEDSWORKSHOPS Werkgroep Gebed CGK / NGK

Liturgie ochtenddienst 23 juli 2017, 9.30 uur in de Westerkerk te Veenendaal Voorganger: ds. W.G. Teeuwissen

Vraag 53 : Wat gelooft gij van de Heilige Geest?

Transcriptie:

Kinderevangelisatiemethode bij dehand TOERUSTING deel 1-4

KINDEREVANGELISATIEMETHODE BIJ DE HAND Toerustingsdeel 1 t/m 4 T01 - De Bijbelse basis T02 - Hoe organiseer ik een kinderclub? T03 - Hoe leid ik een kinderclub? T04 - Hoe spreek ik met kinderen over het geloof?

Copyright 2017 Commissie evangelisatie Hersteld Hervormde Kerk Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook en evenmin in een geautomatiseerd gegevensbestand worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Commissie evangelisatie Hersteld Hervormde Kerk Vendelier 51D 3905 PC Veenendaal E-mail: evangelisatie@hersteldhervormdekerk.nl www.hersteldhervormdekerk.nl/evangelisatie

Voorwoord Kinderevangelisatie is belangrijk en noodzakelijk. Nu de kerk steeds meer aan de rand van de samenleving komt te staan, groeit er een generatie op die nauwelijks weet heeft van God en Zijn Woord. Veel kinderen in Nederland hebben nog nooit gehoord over de Heere Jezus. De noodzaak om ook kinderen te bereiken met het Evangelie is dringender dan ooit. De kinderevangelisatiemethode BIJ DE HAND is ontwikkeld om dit werk te ondersteunen. De titel BIJ DE HAND is in de eerste plaats een opdracht. Dat is wat in het werk van kinderevangelisatie gedaan mag worden: de kinderen bij de hand nemen en bij Jezus brengen. Zoals eens de moeders hun kinderen bij Jezus brachten, mogen ook wij de kinderen vertellen over Hem. Opdat de kinderen hun vertrouwen zullen stellen op de Heere Jezus Christus. De titel BIJ DE HAND is in de tweede plaats ook een belofte. Het is de belofte van God dat Gods hand het werk wil zegenen. Uiteindelijk zijn wij slechts een klein schakeltje. Het is Zijn hand die uit genade zondige kinderen het geloof in Jezus Christus wil schenken. De titel BIJ DE HAND laat in de derde plaats zien wat deze methode wil zijn: iets wat je altijd bij de hand hebt tijdens het werk van kinderevangelisatie. In de toerustingsdelen geven we vele praktische aanwijzingen over het organiseren en leiden van een kinderclub. Ook komt de vraag naar voren: Hoe spreek ik met een kind over het geloof? De twee lessenseries Rondom Jezus en Het leven van Jezus bieden een compleet pakket waar gelijk mee aan de slag gegaan kan worden. Een werkgroep van vrijwilligers heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van het materiaal en het schrijven van de lessen. Op deze plaats willen wij hen heel hartelijk bedanken voor het gedane werk en de vele uren die hieraan besteed zijn.

We hopen dat deze methode bijdraagt aan de opbouw van Gods Koninkrijk en de uitbreiding van Gods Koninkrijk. We wensen u/jou als leidinggevende van harte Gods zegen toe in dit werk. Ds. A.A.F. van de Weg voorzitter commissie evangelisatie

Inhoudsopgave Voorwoord... 5 Inhoudsopgave... 5 I - De Bijbelse basis 1. Waarom evangelisatie?... 10 2. Waarom kinderevangelisatie?... 14 3. Wie is het kind?... 19 4. Wie ben ik als evangelist?... 26 5. Wat moet ik zeggen?... 31 6. Wat zijn belangrijke verschillen tussen de islam en het christelijk geloof?... 38 7. Met een moslim spreken over Jezus.45 II - Hoe organiseer ik een kinderclub? 1. Het opzetten van een kinderclub... 49 2. Mogelijkheden en doel... 51 3. Wie, wat, waar, wanneer... 52 4. Werving... 54 5. Organisatie en taakverdeling... 56 6. Een beloningssysteem?... 61 7. Gebruik van ondersteunend materiaal... 62 8. Begroting en financiën... 65 9. Administratie en rapportage... 67 10. Eventuele uitbreiding van het werk... 69 III - Hoe leid ik een kinderclub? 1. Het programma... 73

2. Voorbereiding... 76 3. Zingen... 79 4. Bidden... 81 5. Introles... 83 6. Bijbelles... 85 7. De Bijbeltekst aanleren... 90 8. Bijbelquiz... 95 9. Werkje... 98 10. Regels op de club... 100 11. Band opbouwen met kinderen... 106 12. Kinderen en hun achtergrond... 110 13. Culturen en religie... 115 14. Medewerkers... 120 15. Gebed... 123 16. Verdere verdieping... 127 IV Hoe spreek ik met kinderen over het geloof? 1. Zeven regels voor het spreken met kinderen... 129 2. De heilsgeschiedenis uitgelegd aan kinderen... 133 3. Geloven in de Heere Jezus uitgelegd aan kinderen... 137 4. Bijbelse kernwoorden uitgelegd aan kinderen... 143

I De Bijbelse basis In dit eerste deel leggen we de Bijbelse basis voor dit belangrijke werk. Er worden enkele Bijbelse lijnen getrokken rondom het waarom van kinderevangelisatie. Het eerste hoofdstuk staat stil bij de vraag waarom we moeten evangeliseren. Het tweede hoofdstuk laat zien dat kinderen hierbij niet mogen worden overgeslagen. In het derde hoofdstuk worden enkele Bijbelse lijnen getrokken rondom de vraag: Wie is het kind? Het vierde hoofdstuk beantwoordt de vraag: Wie ben ik als leider of leidster? Het vijfde hoofdstuk gaat over de vraag wat de inhoud van kinderevangelisatie moet zijn. In hoofdstuk zes en zeven wordt ingegaan op belangrijke verschillen tussen het christelijk geloof en de islam en hoe je met moslims kunt spreken over de Heere Jezus.

10 P agina KINDERVANGELISATIEMETHODE BIJ DE HAND 1. Waarom evangelisatie? Waarom zou je eigenlijk evangeliseren? Het is goed om bij deze vraag stil te staan. Vooraf, als je nadenkt over de vraag of je moet of mag evangeliseren. Maar ook als je bezig bent en de moed jou misschien weleens in de schoenen zakt. Het is dan goed om telkens weer te beseffen waarvoor, en voor Wie, je het doet. In dit hoofdstuk staan we stil bij vier Bijbelteksten die antwoorden geven op de vraag: Waarom evangelisatie? 1.1 Vanwege het bevel van Christus Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. Matth. 28:19 De eerste reden om te evangeliseren is omdat Christus je dit beveelt. Vlak voor Zijn hemelvaart spreekt de Heere Jezus met Zijn discipelen. Het bevel dat Hij daar geeft staat bekend als het zendingsbevel. Het Evangelie van de opgestane Heere Jezus Christus mogen de discipelen niet voor zichzelf houden, maar moet verkondigd worden over de gehele wereld. Deze opdracht is in de eerste plaats gericht aan de discipelen, maar heeft ook betekenis voor de kerk als geheel. Eerder al had de Heere Jezus de oproep gedaan om het zout der aarde te zijn (Matth. 5:13-16), een oproep gericht aan alle gelovigen van alle tijden. In Handelingen 8 vers 4 lezen we hoe de gelovigen hier ook gehoor aan geven: ze verkondigen het Woord. De Koning van de Kerk beveelt: Ga dan heen! Het is Christus Zelf Die ervoor gekozen heeft dat op deze wijze Zijn Kerk wordt uitgebreid. Hij bouwt Zijn Kerk door de verkondiging van het Woord. Hij gebruikt het getuigenis van Zijn dienaren om Zijn Kerk te bouwen. Evangeliseren is daarom ook nooit ons project. Het is slechts deelnemen aan (met eerbied gesproken) Zijn project. Je doet het niet voor jezelf maar voor Hem. Tegelijk ontneemt dit wel alle vrijblijvendheid. Hij beveelt het! Niet iedereen is geroepen tot het speciale werk van evangelisatie. Maar elke christen heeft wel de opdracht om in woord en daad getuigenis af te leggen van de hoop die in hem is. 1.2 Vanwege de ontferming van Christus

T01 De Bijbelse basis Pagina 11 En Hij, de scharen ziende, werd innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, gelijk schapen, die geen herder hebben. Matth. 9:36 In de bus, in de trein, op straat, elke dag kom je overal mensen tegen die niet in de Heere Jezus geloven. Wat doet het met jou als je deze mensen ziet? Als de Heere Jezus een menigte van mensen ziet, dan wordt Hij met ontferming bewogen. De Heere Jezus wordt tot in het diepst van Zijn hart geraakt als Hij de menigte ziet. Hij ziet een menigte die Hem niet kent als Verlosser. De Heere Jezus ziet hen als schapen zonder herder, vermoeid en belast. Een schaap zonder herder is een hulpeloos beest. Het kan nauwelijks eten vinden en nog minder bescherming bieden tegen aanvallen van wilde dieren. Een schaap zonder herder overleeft niet lang. Zo is het met al de mensen die God niet kennen. Het is een menigte die zonder herder ronddwaalt en op het punt staat verloren te gaan. Raakt dit jouw hart op dezelfde wijze als dat het de Heere Jezus raakte? Direct na deze geschiedenis volgt in Mattheüs 10 de zendingsrede van de Heere Jezus. Het is het moment waarop de Heere Jezus voor het eerst Zijn discipelen eropuit stuurt om het Evangelie te verkondigen. Het begin van evangelisatie ligt in het hart van Jezus, dat met ontferming bewogen is. Dat brengt Hem ertoe de discipelen op weg te sturen. Dat mag jou er vandaag toe brengen op weg te gaan. 1.3 Vanwege de schrik des Heeren Wij dan, wetende den schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof ( ) Want de liefde van Christus dringt ons. 2 Kor. 5:11, 14 In de tweede brief aan Korinthe spreekt Paulus over zijn eigen arbeid als evangelist. Hoeveel heeft hij er niet voor overgehad om het Evangelie te brengen. Hij is gegeseld, gestenigd, heeft schipbreuk geleden, is in levensgevaar geweest, heeft vele malen in de gevangenis gezeten (2 Kor. 11:23-28). Je zou zeggen: Man, stop ermee. Maar hij ging door. Waarom? In 2 Korinthe 5 geef hij twee redenen. Ten eerste: hij weet de schrik des Heeren. Paulus verwijst hiermee terug naar het vers ervoor. Daar zegt hij dat ons hele leven eens voor

12 P agina KINDERVANGELISATIEMETHODE BIJ DE HAND de rechterstoel van Christus openbaar zal worden. We moeten verantwoording afleggen van onze daden. Vol ontzag spreekt Paulus over dit oordeel van de Heere. Het is daarom de begeerte van Paulus om Hem welbehaaglijk te zijn (1 Kor. 5:9). Een Engelse predikant zei eens dat, als hij voor de rechterstoel van Christus zou staan, hij zou wensen niemand ontmoet te hebben met wie hij niet over Christus gesproken had. Ten tweede, zo zegt Paulus, is het de liefde van Christus die hem dringt. Het gaat hier om de liefde van Christus voor Paulus. Heel Zijn gang van lijden en sterven was daarvan een bewijs. Wie deze liefde persoonlijk kent wordt gedrongen om goed over Christus te spreken. Paulus kon niet anders dan het Evangelie verkondigen. De liefde van Christus die in hem woonde, dreef hem voort. Daarom beweegt Paulus de mensen tot het geloof. Dit woord mag ook vertaald worden met overtuigen of overreden. De werkwoordsvorm wijst op een voortdurend iets. Paulus sprak dus niet af en toe en terloops eens over het Evangelie, waarbij men zelf maar moest kijken wat men ermee deed. Nee, hij was voortdurend bezig de mensen op allerlei wijze te overtuigen van het geloof in Christus. De liefde van Christus en de schrik des Heeren drongen hem ertoe. Laat dit vandaag de dag ook jou ertoe aansporen om jouw mond te openen. 1.4 Vanwege de eer van God Looft den HEERE, roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend onder de volken. Zingt Hem, psalmzingt Hem, spreekt aandachtelijk van al Zijn wonderen. Ps. 105:1-2 Ten slotte nog een laatste en belangrijkste reden, waarom je moet evangeliseren. Het verkondigen van het Evangelie draagt bij aan de eer van God. Psalm 105 roept ons op om de HEERE te loven. Allereerst door Zijn naam aan te roepen. Dit betekent een aanroepen in geloof, waarbij je alles van Hem verwacht. Ten tweede wordt de oproep gedaan om Zijn daden bekend te maken onder de volken. Het gaat hier om al de volken buiten Israël. Ook aan de andere volken moet de Naam van de HEERE bekendgemaakt worden. Er moet gesproken worden over de wonderen die Hij gedaan heeft. Ook voor vandaag geldt deze oproep. Evangelisatie bestaat voor een belangrijk deel ook uit het goed spreken van de Heere tegenover mensen die Hem niet kennen. Je mag laten zien hoe goed het is om Hem te dienen. Je mag vertellen Wie Hij voor jou is. Op deze wijze wordt God geëerd.

T01 De Bijbelse basis Pagina 13 Bijzonder is het wanneer die lof ook uit de mond van kinderen mag klinken (Ps. 8:3). Heel het werk van evangelisatie is uiteindelijk gericht op de eer van God. God is immers jouw Schepper, Die jou geschapen heeft naar Zijn beeld om te leven tot eer van Hem.

14 P agina KINDERVANGELISATIEMETHODE BIJ DE HAND 2. Waarom kinderevangelisatie? De volgende vraag waar we bij stilstaan is: Waarom kinderevangelisatie? We hebben gezien dat het onze opdracht is het Evangelie te verkondigen. De vraag kan echter opkomen of het Evangelie ook aan kinderen verteld moet worden. Er zijn mensen die vinden dat kinderevangelisatie niet nodig is, omdat kinderen toch wel behouden zijn. Anderen doen niet aan kinderevangelisatie omdat ze denken dat een kind niet kan geloven. Een groeiende groep mensen vindt dat kinderevangelisatie eigenlijk verboden zou moeten worden. Een kind moet in vrijheid opgevoed worden en niet geïndoctrineerd worden met een bepaalde religie. Later kan het kind dan zelf een keuze maken. Het is waar dat in de Bijbel nauwelijks direct gesproken wordt over het specifieke werk van kinderevangelisatie. Als de Bijbel over kinderen spreekt, gaat dit meestal over verbondskinderen. Toch mogen we van daaruit wel de lijnen doortrekken. Telkens weer laat de Heere zien dat kinderen erbij horen. Verschillende teksten wijzen ons op de noodzaak en de mogelijkheid van kinderevangelisatie. 2.1 Christus sluit de kinderen niet uit En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan alle creaturen. Mar. 16:15 Als Christus aan Zijn discipelen verschijnt na Zijn opstanding, geeft Hij bevel het Evangelie te verkondigen in de hele wereld en aan alle creaturen. De woorden alle creaturen laten zien dat in de verkondiging van het Evangelie de groep van kinderen niet wordt uitgezonderd. Een derde van de wereldbevolking bestaat uit kinderen. Dit zijn dus meer dan twee miljard kinderen wereldwijd. Stel eens voor dat deze hele groep uitgezonderd zou worden van de verkondiging van het Evangelie. Het kan niet anders dan dat Jezus ook in Markus 16 de kinderen op het oog heeft. Tegelijk zien we dan dat aan hen geen ander Evangelie verkondigd moet worden dan aan volwassenen. Volwassenen en kinderen hebben beiden hetzelfde Evangelie nodig. Volwassenen en kinderen zijn beiden in zonden ontvangen en geboren en kunnen beiden alleen gered worden door het bloed van Jezus Christus. Wanneer we deze lijn doortrekken naar het werk

T01 De Bijbelse basis Pagina 15 van evangelisatie, betekent dit dat we ook daarin kinderen niet mogen uitsluiten. De taak van kinderevangelisatie is om dat Evangelie in eenvoudige bewoordingen bij het hart van de kinderen te brengen. 2.2 Het Oude Testament sluit de kinderen niet uit En dat zij hun hoop op God zouden stellen, en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren. Ps. 78:7 In Psalm 78 lees je de oproep aan de ouders om de grote daden van God te vertellen aan hun kinderen. Het was heel belangrijk in het oude Israël, dat de verhalen van Gods grote daden aan de kinderen werden doorgegeven. Dit was een dure plicht van elke ouder. Je leest dit ook in Deuteronomium 11 vers 19. Daar klinkt de oproep om overal, in huis en op de weg, bij het opstaan en het neerliggen, met de kinderen te spreken over de Heere. Ook in het Oude Testament zie je dat de HEERE de kinderen niet uitsluit. Het is van het grootste belang hen bekend te maken met de woorden en daden van de HEERE. Wat voor de verbondskinderen geldt, kun je doortrekken naar het werk van evangelisatie vandaag de dag. Het is voor elk kind belangrijk om al vroeg bekend te worden met de HEERE. Elk kind moet horen van de grote daden van de HEERE. In Psalm 78 vers 7 wordt heel kernachtig weergegeven waarom je dit moet doen. Drie dingen worden genoemd. Ten eerste, opdat zij hun hoop op God zouden stellen. Ten tweede, opdat zij bekend worden met Gods daden. Ten derde, opdat ze Gods geboden houden. Deze drie zaken vormen de kern van evangelisatie onder kinderen. Het is belangrijk om vast te stellen dat kinderen ook in het Oude Testament zeker niet buitengesloten worden. 2.3 Christus nodigt ze En zij brachten kinderkens tot Hem, opdat Hij ze aanraken zou; en de discipelen bestraften degenen, die ze tot Hem brachten. Maar Jezus, dat ziende, nam het zeer kwalijk, en zeide tot hen: Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods. Voorwaar zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt gelijk een kindeken, die zal in hetzelve geenszins ingaan. En Hij omving ze met Zijn armen, en de handen op hen gelegd hebbende, zegende Hij dezelve. Mar. 10:13-16

16 P agina KINDERVANGELISATIEMETHODE BIJ DE HAND Ook de Heere Jezus laat de kinderen niet links liggen. De geschiedenis uit Markus 10 is daar een belangrijk voorbeeld van. Een aantal mensen, waarschijnlijk moeders, brengen hun kinderen bij Jezus. De discipelen bestraffen hen. Ze zijn in de veronderstelling dat voor de Heere Jezus een kind van geen betekenis is. In de maatschappij van die tijd telt een kind nauwelijks mee. Voor de Heere Jezus is dit echter anders. Hij roept ze bij Zich, Hij omhelst ze, legt de handen op en zegent ze. Het laat zien dat in het Koninkrijk van God kinderen ook een plaats hebben. Christus Zelf nodigt ze. Hun kind-zijn maakt hen niet ongeschikt. Het tegenovergestelde is het geval. Jezus leert dat de discipelen moeten worden als kinderen. Ditzelfde onderwijs zien we ook in Mattheüs 18 vers 1-14, Markus 9 vers 35-36 en Lukas 9 vers 46-48. Hier neemt de Heere Jezus een kind als voorbeeld voor de discipelen. De Heere Jezus stelt een kind in het midden en vraagt Zijn discipelen ernaar te kijken. Hij zegt: U moet worden gelijk dit kind. Het vertrouwen, de kwetsbaarheid en afhankelijkheid van een kind worden hier als voorbeeld gebruikt. In verband met kinderevangelisatie wordt ook vaak de tekst uit Mattheüs 18 vers 6 genoemd: Maar zo wie een van deze kleinen die in Mij geloven, ergert, het ware hem nutter, dat een molensteen aan zijn hals gehangen, en dat hij verzonken ware in de diepte der zee. Hoewel het hier vooral gaat om degenen met een geloof als een kind, kan het ook toegepast worden op gelovige kinderen. De les van de Heere Jezus is duidelijk: in het Koninkrijk van God moeten volwassenen meer op kinderen gaan lijken, dan kinderen op volwassenen. De nodiging en het onderwijs van Christus leren dat volwassenen niet meer geschikt zijn voor Gods Koninkrijk dan kinderen. Laten we ons daarom niet boven hen verheffen. 2.4 De Bijbel spreekt ze aan Gij kinderen, zijt uw ouderen gehoorzaam in den Heere; want dat is recht. Eert uw vader en moeder (hetwelk het eerste gebod is met een belofte), opdat het u welga, en dat gij lang leeft op de aarde. En gij vaders, verwekt uw kinderen niet tot toorn, maar voedt hen op in de lering en vermaning des Heeren. Ef. 6:1-4

T01 De Bijbelse basis Pagina 17 In de Bijbel worden kinderen rechtstreeks aangesproken. Je ziet dit in de brief aan de gemeente van Efeze. Verschillende groepen worden hier aangesproken, onder wie kinderen. In het vermanende gedeelte van de brief worden ze opgeroepen om de geboden van God te onderhouden. Heel specifiek wordt voor hen het zesde gebod er uitgelicht. Paulus voegt er de belangrijke woorden aan toe: in de Heere. Dit laat zien dat de gevraagde gehoorzaamheid alleen in, door en vanuit het geloof in Jezus Christus is te volbrengen. De kinderen worden opgeroepen tot geloofsgehoorzaamheid. In Kolossenzen 3 vers 20 lees je eenzelfde oproep aan de kinderen. Ook in 1 Johannes 2:13 worden kinderen aangesproken. Paulus en Johannes volgen hier een oudtestamentische lijn. Ook daar worden zowel volwassenen als kinderen aangesproken en opgeroepen de Heere te vrezen. We zien deze oproep heel duidelijk in Deuteronomium 31. Mozes doet daar de oproep dat met regelmaat de wet van de HEERE moet worden voorgelezen. Ook hier kun je de lijnen doortrekken: het feit dat de Bijbel kinderen aanspreekt en oproept, betekent dat je in het werk van kinderevangelisatie niet tegen hen mag zwijgen. Vergadert het volk, de mannen, en de vrouwen, en de kinderen, en uw vreemdelingen, die in uw poorten zijn; opdat zij horen, en opdat zij leren, en vrezen den HEERE, uw God, en waarnemen te doen alle woorden dezer wet. En dat hun kinderen, die het niet geweten hebben, horen en leren, om te vrezen den HEERE, uw God, al de dagen, die gij leeft op het land, naar hetwelk gij over de Jordaan zijt heengaande, om dat te erven. Deut. 31:12-13 2.5 Ze mogen de Heere loven Uit den mond der kinderkens en der zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, om Uwer tegenpartijen wil, om den vijand en wraakgierige te doen ophouden. Ps. 8:3 We zagen in het vorige hoofdstuk dat de belangrijkste reden om te evangeliseren is, dat het tot eer van God is. Ook uit de mond van kinderen mag de lof van de Heere klinken. Psalm 8 spreekt hierover. De Heere wil het eenvoudige getuigenis van een kind maar al te vaak gebruiken om volwassenen stil te zetten. In Mattheüs 21 vers 15-16 lees je hoe de kinderen Jezus toeroepen: Hosanna den Zone Davids! De overpriesters en Schriftgeleerden

18 P agina KINDERVANGELISATIEMETHODE BIJ DE HAND ergerden zich aan het geroep van deze kinderen. Ze vragen: Hoort U wel wat deze zeggen? Ja, antwoordt Jezus, deze kinderen vervullen de profetie van Psalm 8 vers 3. Als nu de overpriesters en Schriftgeleerden zagen de wonderheden, die Hij deed, en de kinderen, roepende in den tempel, en zeggende: Hosanna den Zone Davids! namen zij dat zeer kwalijk; En zeiden tot Hem: Hoort Gij wel, wat dezen zeggen? En Jezus zeide tot hen: Ja; hebt gij nooit gelezen: Uit den mond der jonge kinderen en der zuigelingen hebt Gij U lof toebereid? Matth. 21:15-16 Kinderen mogen de Heere dienen en loven. In de Bijbel vinden we verschillende geschiedenissen van mensen die al jong de Heere leerden kennen. In 2 Kronieken 34 vers 1-3 lezen we over Josia. Hij was acht jaar oud toen hij koning werd. We lezen hoe hij rond zijn zestiende jaar de God van zijn vader David ging zoeken. Ook hij zal daarvoor al over de Heere gehoord hebben. Naäman de Syriër wordt door een jong meisje erop gewezen dat de Heere hem kan genezen van zijn melaatsheid. Zij moet al jong de Heere hebben gediend. Hetzelfde zien we bij Daniël en zijn vrienden. Ze waren waarschijnlijk ongeveer veertien jaar oud toen ze weggevoerd werden. Toch bleven ze staande, midden in de vreemde cultuur van Babylon. Jozef was zeventien jaar toen hij verkocht werd (Gen. 37), toch kende hij de Heere al. Maria was waarschijnlijk ongeveer zestien jaar toen de engel de geboorte van de Heere Jezus aankondigde. Ook zij diende de Heere. Met vele andere voorbeelden zou deze lijst aangevuld kunnen worden. Wat het wil zeggen moge duidelijk zijn: het dienen van de Heere is niet voorbehouden aan volwassenen of oude mensen. Ook kinderen kunnen en mogen de Heere loven. Het is jouw taak om hun te leren de Heere te loven en te dienen. 2.6 We kunnen er niet onderuit Hierboven zijn een heel aantal redenen gegeven om aan kinderevangelisatie te doen. Als de Heere jou roept goed van Hem te spreken, mag je niet zwijgen tegenover de kinderen. Als Christus de kinderen niet buitensluit, mag jij dat ook niet doen. De getuigenissen uit de Bijbel mogen jou hoop en moed geven in dit werk. De Heere wil het werk zegenen. Zoals Christus Zijn hart openstelde voor kinderen, zo mag ook jij dat doen. Zoals Christus de kinderen omhelsde, mag ook jij de kinderen omhelzen. Je mag ze vertellen van Gods grote daden, leren

T01 De Bijbelse basis Pagina 19 in Zijn wegen te wandelen. Opdat ook zij hun hoop op God zullen stellen. In gehoorzaamheid aan Hem kun je er niet onderuit om aan kinderevangelisatie te doen. 3. Wie is het kind? Nu we hebben gezien dat het noodzakelijk is om ook kinderen het Evangelie te verkondigen, is het goed om eerst stil te staan bij de vraag: Wie is het kind? Vanuit de psychologie en pedagogiek zijn hier allerlei dingen over te zeggen. In dit hoofdstuk willen we enkele Bijbelse lijnen trekken. Van groot belang is het om na te denken over de vraag: Kan een kind wederom geboren worden? Ook is het nodig oog te hebben voor de verschillen tussen kinderen. Elke paragraaf bevat opnieuw een belangrijke reden om aan kinderevangelisatie te doen. 3.1 Het kind: een schepsel en zondaar Er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt. Rom. 3:11 Allereerst is het kind, net als elk mens, een schepsel van God. Vanaf het eerste moment kent de Heere het nieuwe leven en omringt Hij het met Zijn zorg (Ps. 139:13-14). De mens, en ook het kind, is geschapen als beelddrager van God. De mens, en ook het kind, is geschapen met de hoge roeping om God te loven. Tegelijk is elk mens, en ook het kind, een zondaar voor God. Elk kind dat geboren wordt, wordt geboren na Genesis 3. Het doopformulier zegt dat wij en onze kinderen in zonden ontvangen en geboren en daarom kinderen des toorns zijn, zodat wij in het rijk van God niet kunnen komen, tenzij wij van nieuws geboren worden. David belijdt in Psalm 51 zijn zonden voor de HEERE: ik ben in ongerechtigheid geboren. Het kind komt niet als een onbeschreven blad ter wereld, maar als een gevallen mens. Vaak wordt gedacht dat het kind onschuldig is. Het wordt neutraal geboren en kan door onderwijs tot een goed mens opgevoed worden. Deze gedachte is on-bijbels. De boodschap van bekering, afkeer van de zonde, moet ook aan de kinderen gebracht worden. Ook van kinderen geldt: er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt (Rom. 3:11). Ook in het werk van kinderevangelisatie staan we met beide benen midden in de realiteit van een gevallen wereld. De kinderen zijn schepsel

20 P agina KINDERVANGELISATIEMETHODE BIJ DE HAND en zondaar tegelijk. Tegelijk geldt ook voor het kind, dat God niet wil dat het verloren gaat, maar tot bekering komt (2 Petr. 3:9). 3.2 Het kind: wedergeboorte noodzakelijk Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien. Joh. 3:3 Aangezien elk kind een zondaar is, geldt ook voor kinderen: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien. Ook voor kinderen is het nodig dat de Heilige Geest in onze harten ontsteekt een oprecht geloof, hetwelk Jezus Christus met al Zijn verdiensten omhelst, Hem eigen maakt, en niets anders meer buiten Hem zoekt (NGB art. 22). Het wonder van de wedergeboorte werkt God zonder ons in ons. De vraag is of de HEERE dat werk ook in de harten van kinderen kan of wil doen? Het antwoord op deze vraag bepaalt in belangrijke mate de inhoud en het doel van kinderevangelisatie. Als het antwoord nee is, kunnen we ons afvragen of kinderevangelisatie wel nodig is. Het zou dan kunnen dienen als voorbereiding op een later moment, waarop men als volwassene wel tot geloof kan komen. Het kan dan in algemene zin goed zijn de kinderen bekend te maken met het Woord van God. Het doel van kinderevangelisatie zal dan daartoe beperkt moeten worden. De serie kinderevangelisatie is echter geschreven vanuit de overtuiging, dat het antwoord op deze vraag ja is. In het vijfde hoofdstuk zullen we zien dat dit gevolgen heeft voor de inhoud van de kinderevangelisatie. Er zijn verschillende argumenten te geven voor de overtuiging dat de HEERE ook in het leven van kinderen de wedergeboorte wil werken. Een heel aantal argumenten is al in het vorige hoofdstuk naar voren gekomen. (1) Ze worden niet buitengesloten van de Evangelieverkondiging. (2) Ze worden in de Bijbel opgeroepen om de Heere te loven en te gehoorzamen. (3) De Heere Jezus Zelf zegent hen en legt de handen op. In Efeze 6 vers 1 worden ze opgeroepen hun ouders te gehoorzamen in de Heere. Deze toevoeging wijst erop dat ook kinderen door het geloof Christus ingelijfd kunnen zijn. Ook zagen we in het vorige hoofdstuk een heel aantal voorbeelden van kinderen die al jong de Heere dienden. We kunnen hier de geschiedenis van Samuël nog aan toevoegen. Hij was nog een kind toen de Heere hem riep. Dankzij het onderwijs van Eli leerde hij antwoorden: Spreek, want Uw knecht hoort (1 Sam. 3:10). Kortom: je mag

T01 De Bijbelse basis Pagina 21 het werk doen in de hoop en verwachting dat de Heere macht heeft ook kinderharten te veranderen. Wat een zegen is het, als je mag zien dat het Evangelie vrucht draagt in het leven van kinderen. 3.3 Het kind: is in ontwikkeling En Joas deed was recht was in de ogen des HEEREN, al de dagen van de priester Jojada. 2 Kron. 24:2 Bij het voorgaande moet wel een belangrijke kanttekening gemaakt worden. Een kind is een kind, ook in deze dingen. Het is bekend dat een kind een tijd heel intensief met iets bezig kan zijn en dit na een tijdje weer geheel los kan laten. Een kind kan het ene moment met volle overtuiging de ene volwassene nazeggen, en na een tijdje instemmen met de (tegengestelde) woorden van een ander. Het denken van een kind is nog in volle ontwikkeling. Dit geldt ook voor zijn religieuze denken en handelen. Voor de kinderevangelisatie geeft dit een grote verantwoording. Juist op dat moment mag het Woord sturend aanwezig zijn in het leven van de kinderen. Aan de andere kant moet het ons voorzichtig maken om al te grote conclusies te trekken. Van koning Joas lezen we dat hij in zijn jeugd de Heere diende, maar later in zonde is gevallen (2 Kron. 24:1-27). Toen de priester Jojada wegviel, vergat hij de Heere. De taak van kinderevangelisatie is vooral het zaad strooien, de groei en de vrucht mogen we overgeven in de handen van de HEERE. 3.4 Het kind: nog een leven voor zich!? En gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen, en de jaren naderen, van dewelke gij zeggen zult: Ik heb geen lust in dezelve. Pred. 12:1 Wanneer is de beste tijd om de Heere te leren kennen? Het antwoord is: zo vroeg mogelijk! Hier zijn vele redenen voor te geven. Ten eerste leert de Bijbel dat bekering geen uitstel kan dulden: heden zo gij Zijn stem hoort (Ps. 95:7). Ten tweede maakt elke afwijzing ons hart steeds harder (2 Kor. 6:1-2, Hebr. 4:7). Ten derde: Wie vroeg de Heere leert kennen heeft, als de Heere het geeft, nog een heel leven voor zich waarin hij of zij de Heere mag dienen en grootmaken.

22 P agina KINDERVANGELISATIEMETHODE BIJ DE HAND Ten vierde: Misschien dat alle beslommeringen van het leven maken dat we later geen tijd meer hebben om aan de HEERE te denken. Dit brengt de Prediker ertoe om op te roepen: Zoek uw Schepper in uw jonge jaren. Ten vijfde: Wie bekering uitstelt, kan het uitstellen tot het te laat is (Openb. 6:15-17). Ook kinderen kunnen sterven. Die ene les kinderevangelisatie kan voor een kind de eerste en laatste keer zijn dat het met het Evangelie in aanraking komt. Deze laatste reden is misschien wel de belangrijkste. Hier komt nog bij dat een kind (menselijkerwijs gesproken) eerder openstaat voor het Evangelie dan een volwassene. Een kind is vaak nieuwsgierig en staat open voor nieuwe dingen. Een volwassene heeft al een heel leven achter de rug. Wie het kind heeft, heeft de toekomst. Op vele plaatsen in de evangeliën roept Christus ons op om te worden als een kind. Hij bedoelt hiermee niet dat we het verstand van een kind moeten krijgen. Hij bedoelt hiermee wel dat we het hart van een kind moeten krijgen. Nederig, vol vertrouwen en afhankelijk, dat is hoe de Heere ons wil hebben. Een kind wordt hierin tot voorbeeld gesteld. Het is mooi als kinderen al jong nederig, vol vertrouwen en afhankelijk van de Heere mogen zijn. 3.5 Het kind: geen twee hetzelfde Ik loof U, omdat ik op een heel vreselijke wijze wonderbaarlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken, ook weet het mijn ziel zeer wel. Ps. 139:14 Geen twee kinderen zijn hetzelfde. Elk kind is een uniek schepsel van God. Elk kind heeft ook een eigen achtergrond en krijgt bepaalde waarden en normen mee in de opvoeding. Het is nodig om ons hier bewust van te zijn. Het is belangrijk om je te verdiepen in de kinderen die op de club aanwezig zijn. Wat is hun achtergrond? Welk patroon van waarden en normen krijgen ze van thuis mee? In de Nederlandse situatie moeten we ook niet vergeten om oog te hebben voor moslimkinderen. Hieronder gaan we kort in op vier groepen kinderen. Onkerkelijk kind Allereerst is er het onkerkelijke kind. We bedoelen hiermee het kind dat zonder kerk of geloof is opgegroeid. In een aantal gevallen zal een oma of opa nog wel bij de kerk betrokken zijn geweest, hoewel ook dat lang niet altijd het geval is.

T01 De Bijbelse basis Pagina 23 Het zijn vaak kinderen van een generatie die zelf ook al onkerkelijk is opgegroeid. De grote secularisatiegolf ligt alweer een generatie achter ons. Je kunt er niet meer van uitgaan dat God en kerk bekende begrippen zijn. De huidige generatie ouders (en kinderen) leeft in een postmoderne tijd. Alles is relatief, de waarheid is een persoonlijke keuze. Het is in het werk van evangelisatie belangrijk om niet over te komen als het dwingende kerkelijke instituut. Juist in deze generatie is het persoonlijke getuigenis van groot belang. De openheid voor andere meningen kan ook kansen bieden. Laat de kinderen zien hoe goed het is om de Heere te dienen. Moslimkind Een belangrijke doelgroep zijn de kinderen van ouders die moslim zijn. Het is nodig om aan deze groep specifieke aandacht te besteden. Zij hebben een waarden- en normenpatroon meegekregen dat in een aantal opzichten overlapt met het onze. Tegelijk zijn er belangrijke verschillen. Hetzelfde geldt voor het Godsbeeld van deze kinderen. Zo zal de boodschap dat God een Vader voor Zijn kinderen is, voor hen vernieuwend zijn. Een heel aantal Bijbelverhalen, ook over de Heere Jezus, zullen bij hen bekend zijn. Vaak bevatten deze wel belangrijke verschillen. Zo erkent men Christus als profeet, maar niet als de hoogste profeet en zeker niet als de Zoon van God. Het is nodig om je specifiek in hun leef- en denkwereld te verdiepen. Aangezien de verwachting bestaat dat deze groep de komende jaren groeit, besteden we in deze methode speciale aandacht aan deze doelgroep. Voor een moslimkind is het een enorme stap om tot geloof in de Heere Jezus te komen. Nog veel sterker dan bij andere kinderen, zal dit leiden tot onbegrip, weerstand en vijandschap in de eigen familie en sociale omgeving. Heel belangrijk is daarom om te proberen vanaf het begin niet alleen de kinderen, maar ook de moslimouders te bereiken met het Evangelie. Kerkelijk kind Verder zullen er op de club ook kerkelijke kinderen zijn. Dit kunnen randkerkelijke kinderen zijn of kinderen van betrokken ouders. Je moet bij de laatste groep in het oog houden dat de kinderevangelisatie in de eerste plaats niet voor hen bedoeld is. Een goede regel is om te stellen dat ze alleen mogen komen als ze een onkerkelijk vriendje of vriendinnetje meenemen. De eerste groep, van randkerkelijke kinderen, is natuurlijk ook van harte welkom. Bij deze categorie horen ook kinderen die van huis uit niet kerkelijk zijn, maar op een

24 P agina KINDERVANGELISATIEMETHODE BIJ DE HAND christelijke school geschiedenissen uit de Bijbel horen. Meestal zullen deze kinderen al min of meer bekend zijn met de geschiedenissen die behandeld worden. Dit geeft hun een grote voorsprong op de kinderen voor wie de verhalen echt nieuw zijn. Op bepaalde momenten kunnen zij ingeschakeld worden en een extra bijdrage leveren. Ook hier is het goed om je te verdiepen in de kerkelijke achtergrond. Veel van deze kinderen zullen gedoopt zijn. Van gedoopte kinderen mag je weten dat de Heere hun rijke beloften heeft gegeven. Toch betekent dit niet dat zij het Evangelie niet nodig hebben. Het is niet zo dat elk kerkelijk kind ook een gelovig kind is. Helaas niet. Ook deze kinderen hebben het nodig dat de Heilige Geest hen vernieuwt. Ook deze kinderen moet het Evangelie verkondigd worden. Gelovig kind Zoals we hierboven hebben gezien kunnen er ook kinderen zijn die de Heere mogen kennen en dienen. Het is voor ons niet altijd zichtbaar en het is niet aan ons om hierover te oordelen. Toch zou het een miskenning van het werk van God zijn, om te doen alsof deze kinderen er niet zijn. We doen het werk immers in de verwachting dat God het wil zegenen. We geloven dat de Heilige Geest het wonder van de wedergeboorte ook in het hart van kinderen werkt. Deze kinderen mag worden gewezen op het leven als christen in woord en daad. Ze mogen aangemoedigd worden om ook andere kinderen te vertellen over de Heere Jezus. Juist deze kinderen hebben veel begeleiding nodig. Ze zitten vol vragen. Het is goed om met hen persoonlijk het gesprek aan te gaan en hier ook tijdens de Bijbelvertellingen aandacht voor te hebben. Elk kind is uniek We hebben enkele groepen van kinderen besproken. Het is niet de bedoeling om elk kind in een hokje te plaatsen. Het belangrijkste is dat je bewust bent van de veelsoortigheid van kinderen op de club. Het is nodig om je te verdiepen in de verschillende achtergronden. Wie de kinderen goed kent, kan in de persoonlijke gesprekken veel directer aansluiten bij hun ervaringen. Elk kind is door God geschapen. Als God werkt in de levens van mensen en kinderen, werkt Hij persoonlijk. Hart voor hart worden mensen voor Hem ingewonnen. Ook in kinderevangelisatie is de persoonlijke benadering daarom noodzakelijk.

01 De Bijbelse basis Pagina 25.6 Nog meer redenen voor kinderevangelisatie n het vorige hoofdstuk noemden we vier redenen om aan kinderevangelisatie e doen. In dit hoofdstuk zochten we een antwoord op de vraag: Wie is het kind? e antwoorden die we gevonden hebben geven weer nieuwe redenen om het erk van kinderevangelisatie ter hand te nemen: 1. Het kind is schepsel en zondaar. Dit betekent enerzijds dat het kind verloren gaat, wanneer het Christus niet kent. Anderzijds betekent het dat de Heere ook hen met het Evangelie wil bereiken. Het feit dat een kind verloren kan gaan, mag ons aansporen tot evangeliseren. 2. De HEERE heeft de macht om ook in het leven van kinderen het wonder van de wedergeboorte te werken. We zagen voorbeelden in de Bijbel van kinderen die de HEERE dienden. Deze overtuiging maakt dat we met verwachting aan het werk moeten en mogen. 3. Het kind is in ontwikkeling. Het is van het grootste belang om juist op dit belangrijke moment in hun leven met het Woord aanwezig te zijn. De uitdrukking: hoe ouder hoe kouder is ook hier van toepassing. Je mag hun het Woord niet onthouden! 4. Een kind heeft een leven voor zich. Als de Prediker oproept de Heere op jonge leeftijd te zoeken, is het onze opdracht om aan (jonge) kinderen over Hem te vertellen. 5. Elk kind is een uniek schepsel van God. Het is nodig dat je heel persoonlijk het Evangelie aan het hart legt.

26 P agina KINDERVANGELISATIEMETHODE BIJ DE HAND 4. Wie ben ik als evangelist? In dit hoofdstuk komen we een stapje dichterbij. In het werk van kinderevangelisatie is het niet alleen van belang te vragen Wie is het kind?, maar ook: Wie ben ik als leiding? Vooral bij het werk onder kinderen komt er heel veel aan op jou als leider of leidster. Jij bent degene die het verhaal vertelt, die de kinderen begeleidt en de liederen aanleert. Jij bent degene die de kinderen ziet, ook wanneer je niet aan het woord bent. Misschien ben jij voor vele kinderen wel de enige christen die zij kennen. Het is daarom belangrijk wat je zegt, wat je doet en wie je bent. 4.1 Ben ik geschikt? Maar wij hebben dezen schat in aarden vaten, opdat de uitnemendheid der kracht zij van God, en niet uit ons. 2 Kor. 4:7 De eerste vraag die je jezelf moet stellen is: Ben ik geschikt? Vooropgesteld moet worden dat van zichzelf elk mens ongeschikt is voor het werk van evangelisatie. Wij zijn aarden vaten, zo zegt Paulus. Het is niet te bevatten dat de heilige God het werk van evangelisatie in handen geeft van zulke zondaren als wij zijn. Toch doet Hij dit. Daarom mag je niet te makkelijk zeggen dat je niet geschikt bent. Als jij je geroepen weet, dan wil de Heere jou ook geschikt maken. Eigendom van Christus? Een christen is een mens met zonden en tekortkomingen, maar ook een mens die door Christus vernieuwd is. Een mens die door genade het leven buiten zichzelf in Christus zoekt. Juist deze mensen kan en wil de Heere gebruiken. Misschien dat jij met deze dingen worstelt. Als je worstelt met vragen rondom de toe-eigening, betekent dit niet dat je ongeschikt bent. De vraag is of je van harte verlangt de boodschap van Gods Evangelie aan anderen door te geven. Uiteindelijk is dit een persoonlijke gebedszaak voor en met de HEERE. Denken dat je het zelf goed kunt en weet, maakt je niet geschikt voor evangelisatiewerk. Wél dat je je eigen tekortkomingen en ongeschiktheid inziet (Rom. 7:18), maar graag anderen wil laten delen in het wonder van de liefde van God, Die Zijn Zoon juist voor zondaren wilde overgeven.

T01 De Bijbelse basis Pagina 27 Geroepen voor kinderevangelisatie? Het bovenstaande betekent niet dat elk mens geschikt is voor kinderevangelisatie. Elke christen is geroepen het Evangelie uit te dragen, maar niet elke christen is geroepen voor het werk van kinderevangelisatie. De Heere heeft elk mens unieke talenten gegeven, die hij mag gebruiken in Zijn Koninkrijk. Niet iedereen heeft echter dezelfde talenten. De een heeft van de Heere gaven gekregen om vooral met intellectuelen om te gaan. Moeiteloos mengt zo iemand zich in elk debat, maar weet niets te zeggen als een kind op zijn schoot klimt. Een ander kan niets met intellectueel gepraat, maar weet met enkele woorden het hart van een kind te raken. Het is goed om je talenten te gebruiken op de plaats waar ze het meest tot hun recht komen. Opnieuw kan de vraag gesteld worden: Hoe weet ik of ik geroepen ben voor kinderevangelisatie? De belangrijkste vraag is deze: Heb je er zin in? Dat klinkt misschien gek, maar toch is het belangrijk. Als je het werk ziet als verplicht corvee zal je snel afhaken. Alleen als je ernaar verlangt het werk te doen, gedreven door de liefde van Christus, alleen dan kun je het ook volhouden. Voel je de noodzaak om kinderen te bereiken met het Evangelie? Gaat jouw hart uit naar de kinderen, zoals het hart van Christus naar hen uitging? Heb jij hen lief? Kun jij luisteren naar kinderen en je voor hen openstellen, ook al zijn ze anders? Als de Heere jou deze gaven heeft gegeven, dan mag je die gebruiken. Als je door anderen gevraagd wordt, mag er niet te makkelijk nee gezegd worden. God kan dingen op jouw weg plaatsen. Hij wil jou geschikt maken. Je mag dit aan Hem voorleggen in gebed. Door Zijn Woord en door de dingen in jouw leven wil Hij antwoord geven op die gebedsvragen. 4.2 Getuige van Christus Zo zijn wij dan gezanten van Christuswege. 2 Kor. 5:20 Paulus zegt: wij zijn gezanten (ambassadeurs) van Christuswege. Zoals een ambassadeur in een vreemd land de koning vertegenwoordigt, zo vertegenwoordig je als medewerker bij het kinderevangelisatiewerk Christus voor kinderen die Hem niet kennen. Dit is een hoge roeping en een grote opdracht. Het vraagt veel van jou als leidinggevende. Christus vraagt van jou dat jij Zijn beeld toont in jouw daden en in jouw spreken. Misschien dat jij wel de enige christen bent waar het kind mee in aanraking komt. Belangrijk is dan de

28 P agina KINDERVANGELISATIEMETHODE BIJ DE HAND vraag: Wat straal ik uit? In de volgende paragraaf gaan we hier verder op in. Eerst wijzen we op de andere kant van het gezanten zijn van Christus. Behalve een hoge roeping is dit namelijk ook een grote bemoediging. Wie het werk van kinderevangelisatie ter hand neemt, is niet voor zichzelf bezig. Je moet nooit vergeten dat het Koning Christus is Die de Kerk regeert. Je bent een werktuig in Zijn hand. Je bent slechts een middel dat Christus wil gebruiken om Zelf Zijn Kerk te bouwen en uit te breiden. Hijzelf wil jou ook bekwaam maken voor dit werk (Ef. 4:11). Als je geen vrucht ziet is dat geen bewijs dat jouw werk voor niets geweest is. Het werk van evangelisatie wordt wel vergeleken met een schakelketting. God gebruikt jou als een schakeltje in Zijn hand. Soms gebruikt Hij heel veel schakeltjes voordat iemand tot geloof komt. Jij als leidinggevende bent dan slechts één schakel in het grote plan van God. Maar wel een schakel die God wil gebruiken om een zondaar tot geloof te brengen. Dit kan bemoedigend zijn in het werk. Tegelijk houdt het ons wel telkens afhankelijk van Hem. Het is daarom ook noodzakelijk om heel dicht bij Hem te leven. 4.3 Een leesbare brief Als die openbaar zijt geworden, dat gij een brief van Christus zijt, en door onzen dienst bereid, die geschreven is niet met inkt, maar door den Geest des levenden Gods, niet in stenen tafelen, maar in vlezen tafelen des harten. 2 Kor. 3:3 Behalve het beeld van een ambassadeur gebruikt Paulus ook het beeld van een brief. Tegenover de buitenwereld ben jij een brief van Christus, zo zegt hij. De afzender van deze brief is Christus Zelf. Ook wanneer je daar zelf misschien (nog) niet van overtuigd bent, ziet de buitenwereld jou als een gelovig christen. Jouw daden en jouw woorden worden gekoppeld aan de naam van Christus. Belangrijk is daarom de vraag: Wat is er in deze brief te lezen? Het is een brief geschreven door de Geest van God in het hart. Hoe kun je in de brief van jouw leven het Evangelie van Christus tonen? In de eerste plaats is het hiervoor nodig om heel dicht bij Hem te leven. Alleen wie dagelijks in Zijn nabijheid en aan Zijn voeten is, kan Zijn beeld uitdragen. Juist daarom is het nodig dat je eigendom van Christus bent. Als jouw spreken niet oprecht is, niet voortkomt uit jouw hart en niet samenvalt met jouw leven, dan val je zo door de mand. Vooral kinderen hebben hier een heel scherp oog voor. Belangrijk is ook hier weer om te zien dat Christus ons hierin niet alleen

T01 De Bijbelse basis Pagina 29 laat. Het is de Geest van God Die deze brief in jouw hart wil schrijven. Hij kan jou vernieuwen naar het beeld van Christus (Kol. 3:10). In plaats van naar het vlees te wandelen, heb je de opdracht om te wandelen naar de Geest. In Galaten 5 somt Paulus op wat dit betekent. Allereerst worden we daar gewezen op de voortdurende strijd die dit kost. Het kost strijd en zelfverloochening om te worden wie Christus wil dat we zijn. In die zin ben je nooit klaar en schiet je altijd tekort. Ten tweede worden we gewezen op vele werken van het vlees. Dit vleselijke leven moet gekruisigd worden. Daartegenover staat de vrucht van de Geest. Je kunt dit lezen als het profiel van een kinderevangelist. De volgende vruchten worden genoemd: Liefde Heb de kinderen lief. Blijdschap Laat zien welke vreugde het dienen van de Heere geeft. Vrede Laat zien dat de vrede met God in uw hart heerst. Geduld Heb geduld met de kinderen, zoals God geduld heeft met jou. Goedertierenheid Zoek het goede voor de kinderen, zoals God het goede voor jou zoekt. Goedheid Wees welwillend, mild en edelmoedig. Geloof Dit betekent hier: wees betrouwbaar. Zachtmoedigheid Wees vriendelijk tegen de kinderen. Matigheid laat zien dat jouw schat in de hemel is, en niet op aarde. En ik zeg: Wandelt door den Geest en volbrengt de begeerlijkheden des vleses niet. Want het vlees begeert tegen den Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander, alzo dat gij niet doet hetgeen gij wildet. Maar indien gij door den Geest geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet. De werken des vleses nu zijn openbaar; welke zijn overspel, hoererij, onreinigheid, ontuchtigheid, afgoderij, venijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden, toorn, gekijf, tweedracht, ketterijen, nijd, moord, dronkenschappen, brasserijen, en dergelijke; van dewelke ik u tevoren zeg, gelijk ik ook tevoren gezegd heb, dat die zulke dingen doen, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven. Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid. Tegen de zodanigen is de wet niet. Maar die van Christus zijn, hebben het vlees gekruist met de bewegingen en begeerlijkheden. Indien wij door den Geest leven, zo laat ons ook door den Geest wandelen. Gal. 5:16-25

30 P agina KINDERVANGELISATIEMETHODE BIJ DE HAND 4.4 Gebed om de Heilige Geest Ten slotte is het belangrijk om voortdurend te bidden om de werking van de Heilige Geest. Jijzelf kunt anderen niet overtuigen, dat kan alleen uit genade door de kracht van de Heilige Geest. Het is de Heilige Geest Die onwillige harten een voor een moet inwinnen voor het Evangelie van Jezus Christus. Als een kind tot geloof komt, als het zaad vrucht mag dragen, is dat altijd het gevolg van Gods genade. Het werk van de Heilige Geest is dan ook onmisbaar. Het gebed om de krachtige werking van de Heilige Geest is dan ook voortdurend nodig. Vraag ook anderen het werk met gebed te ondersteunen.

T01 De Bijbelse basis Pagina 31 5. Wat moet ik zeggen? In dit hoofdstuk staan we stil bij de vraag: Wat moet ik eigenlijk zeggen tegen de kinderen? Wat is de inhoud van de boodschap van kinderevangelisatie? We hebben eerder al gezien dat zij geen ander Evangelie nodig hebben dan de volwassenen. Vanuit de Bijbel willen we in dit hoofdstuk enkele lijnen trekken. 5.1 Geen tijdverdrijf En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God ( ) en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken. Openb. 20:12 Allereerst is het belangrijk om te beseffen dat kinderevangelisatie iets anders is dan een vorm van kinderopvang met een christelijk tintje. Het is geen bezigheidstherapie of tijdverdrijf. Net als bij elke verkondiging staan we ook bij de verkondiging onder kinderen op de grens van tijd en eeuwigheid. In Openbaring 20 zien we de doden groot en klein staan voor Gods troon. De kleinen die genoemd worden kunnen mensen van weinig aanzien zijn, of die klein van postuur zijn, maar we mogen zeker ook denken aan kinderen. Ook zij zullen eens staan voor Gods rechterstoel. Ook zij zullen geoordeeld worden. Ook zij hebben het bloed van Christus nodig. Dit is de achtergrond waartegen we kinderevangelisatie bedrijven. Uiteindelijk doen we het om hen te redden van het eeuwige verderf! Geen tijdverdrijf maar een levensbelangrijke noodzaak. Kinderen hebben hetzelfde Evangelie nodig als volwassenen. Eigenlijk is er maar weinig onderscheid tussen volwassenen en kinderen. In beide gevallen is het een wonder van God als een mens tot geloof komt. In beide gevallen is dit het werk van God Zelf, waarvoor Hij alleen de eer mag krijgen. In beide gevallen werkt de Heere door de verkondiging van Zijn Woord. De inhoud van het Evangelie is dus niet anders dan dat voor volwassenen: Alleen door het geloof in Jezus Christus kunnen we zalig worden. Alleen Zijn bloed kan verlossen van de zonde. 5.2 Drie doelen En dat zij hun hoop op God zouden stellen en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren.