EVALUATIEVERSLAG ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING BENSCHOPPERSTRAAT 28 TE IJSSELSTEIN, GEMEENTE IJSSELTEIN (PROJECT A N)

Vergelijkbare documenten
Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland

Plan van Aanpak. PvA A I / Johan de Wittlaan 13 te Woerden (gemeente Woerden) 1

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Rotterdamseweg 202 in Delft

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK GEMEENTE URK WIJK 4-46

Adres: Derringmoerweg 7 Plaats: Arnemuiden Gemeente: Middelburg eventueel (centrum)coördinaat (en):

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND)

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol.

Brugge, Langestraat Verbrand Nieuwland 10

ADDENDUM 10. Werkput 5

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD

6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen Algemeen

Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken.

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld

Evaluatierapport A venonderzoek. proefsleuven. Projectnaam: venonderzoek. Projectnummer: Onderzoeksmeldingsnummer: 59774

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES

Archeologische Quickscan

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen

Beschrijving duikinspectie Contactnummer 75

Mevr. M. Burger,

memo Locatiegegevens: Inleiding

Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

Houten Tiellandt De Stenen Poort. Archeologische begeleiding. A. Porreij-Lyklema & J. van der Leije. Archol

Verslag proefonderzoek Noorddijkerweg 32. Dinsdag

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND)

Archeologische Quickscan

Middenbeemster, Korenmolen De Nachtegaal

Advies Bouwlocatie Oranjestraat te Tubbergen, gem. Tubbergen

Dordrecht Ondergronds Waarneming 3 DORDRECHT, BOOMSTRAAT, BOLWERK, MERWEKADE

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

Evaluatiebrief Archeologisch onderzoek Sevenum-Beatrixstraat IVO-P

Het is van belang dat Archeologie West-Friesland minstens een week van tevoren wordt geïnformeerd over de start van de werkzaamheden.

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

RAAP-rapport Resultaten geofysisch onderzoek

Brugge, Sint-Salvatorskathedraal

Dordrecht Ondergronds 51. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek.

Dordrecht Ondergronds, Waarneming 7

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Rapportage vondstmelding Oostende, Wellingtonrenbaan

Plangebied: West 2 Avenhorn, voorheen Zuurkoolfabriek Succes, gemeente Koggenland Adviesnummer: Opsteller: Carla Soonius Datum:

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

ArcheoPro Archeologische rapporten nr Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal. Souterrains Partner of ArcheoPro

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Grotestraat 55 te Tubbergen, gemeente Tubbergen (Ov.)

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol.

Verslag vondstmelding: Eiermarkt 12 (Café Pick), 8000 Brugge

-Rapporten. Een archeologische begeleiding (protocol beperkte verstoring) op de locatie Grotestraat te Cuijk (NB) ARC-Rapporten

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Colofon. Alphen aan den Rijn, Gouwsluisseweg Gemeente Alphen aan den Rijn. CIS-code: 27498

Bijlage 11 Archeologisch onderzoek

Adviesdocument 644. Project: Quickscan sluitstukkaden Maasdal; projectlocatie Geulle aan de Maas. Projectcode: 20402MAASL5

no-hoek: / zw-hoek: / zo-hoek: /

Archeologische MonumentenZorg

Dordrecht Ondergronds Briefrapport 4. Dordrecht, plangebied Grotekerkstuin

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek HB Programma van Maatregelen

Archeologische Quickscan

Rapportage proefsleuvenonderzoek Borsbeek - Eugeen Verelstlei

Ieper, Grote Markt 33 / D hondtstaat

Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32

Advies Monitoring sloop + stelpost (mogelijke kosten voor initiatiefnemer)

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55

ARCHEOLOGIENOTA RONSE GROTE MARKT (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

evaluatierapport zaltbommel-ruiterstraat 8 archeologische begeleiding

Wijzigingsblad Programma van Eisen

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Dordrecht Ondergronds 33

Zuidnederlandse Archeologische Notities

Programma van Eisen AK PUTTEN T (0341) E mstruijs@putten.nl. Naam, adres, telefoon, datum paraaf. Regio Noord-Veluwe

Archeologisch onderzoek De Berghorst te Enter Noord

Benschopperstraat te IJsselstein

Archeo-rapport 48 Het archeologische vooronderzoek aan de Spurkerweg te Bilzen

Archol bv. Ivo van Wijk. Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein

RAPPORT C H. Capelle a/d IJssel, 8 juni Rapportage:

Archeo-rapport 77 Het archeologisch vooronderzoek aan het Gemeenteplein 8 te Kontich

Profielen van het Mallegat en geologische profielen aan de Pr. Hendrikkade in Katwijk D. Parlevliet, D. van der Kooy, mei 2003

Verslag Inventariserend Veldonderzoek. Locatie Klinkenbeltsweg, Driebergenbuurt, (Blok VIII), Deventer Projectnummer 272

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport

Gageldijk. GAG: Archeologische begeleiding rond de aanleg van een fietsviaduct aan de Gageldijk, gemeente Utrecht. Basisrapportage Archeologie 109

RAPPORTAGE VONDSTMELDING Lier, Kardinaal Mercierplein

Manu Archeologie, Advies en Onderzoek

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven Plangebied Molenstraat 47-53, Zundert, Gemeente Zundert. L.R.

ARCHEOLOGIENOTA. WEVELGEM NIEUWSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Het Groene Lakenplein, Leiden Gemeente Leiden. Colofon. Inventariserend Veldonderzoek d.m.v. Proefsleuven. IDDS Archeologie rapport 1712

Archeologische Quickscan

ARCHEOLOGISCHE WAARNE- MING AAN DE MOLENSTRAAT TE GORINCHEM (BLAUWE TOREN) HOLLANDIA reeks 9

Transcriptie:

EVALUATIEVERSLAG ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING BENSCHOPPERSTRAAT 28 TE IJSSELSTEIN, GEMEENTE IJSSELTEIN (PROJECT A09 082 N) 1 Aanleiding onderzoek De opdrachtgever is voornemens het bestaande winkelpand aan de Benschopperstraat 28 te IJsselstein (gem. IJsselstein) uit te breiden tot aan de Koningshof. De aanleg gaat gepaard met grondverstorende activiteiten als heien en funderingen uitgraven en storten. Ten behoeve van de voorgenomen uitbreiding zullen in de huidige tuin/terras funderingssleuven worden gegraven met een breedte van ca. 0,5 m en een diepte van ca. 1,1 m mv. De nieuwbouw zal worden onderheid. Tevens zal de bodemverontreiniging in de oostelijke helft van het perceel worden gesaneerd. Het voorgaande IVO O heeft verspreid over het terrein ondoordringbaar puin aangetoond waarvan het karakter niet is komen vast te staan. Vanwege de ligging in een gebied met volgens de archeologische verwachtings en beleidsadvieskaart IJsselstein Binnenstad oude en meer recente bebouwing met daaronder een hoge verwachting van huizen, erven, kerken en begravingen vanaf de middeleeuwen, is archeologisch onderzoek vereist voorafgaand aan eventuele bodemingrepen die dieper gaan dan 0,3 m mv en een omvang hebben van meer dan 20 m 2. Op basis van het IVO O is een archeologische begeleiding protocol opgraven aanbevolen (Beckers en Van der Zee 2009). De aanbeveling is door de bevoegde overheid overgenomen. 1 2 Onderzoeksopzet Het veldwerk werd uitgevoerd conform het Programma van Eisen en de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1. De archeologische begeleiding vond plaats op 21 en 22 oktober 2009. De onderzoekslocatie is gelegen in de achtertuin van de Benschopperstraat 28 en is noordwestzuidoost georiënteerd. Volgens het PvE zou het uitgraven van de funderingssleuven dienen te worden begeleid. Deze sleuven zouden ca. 0,5 m breed en ca. 1,1 m diep worden. Bij aanvang van de werkzaamheden bleek dat de gehele onderzoekslocatie tot 1,1 m mv zou worden uitgegraven en niet alleen ter plaatse van de funderingssleuven. Tijdens het veldonderzoek en de aanleg van de bouwput is, onder archeologische begeleiding, ook een loodverontreiniging gesaneerd. Deze verontreiniging bevond zich aan de oostzijde van de onderzoekslocatie (zie bijlage 1). Voor het graafwerk was een graafmachine aanwezig met een platte bak. De ontgraving vond plaats vanaf de achtergevel van het winkelpand richting het zuidoosten (Koningshof) waar de grondafvoer plaatsvond. De eerste ca. 8 meter is laagsgewijs tot het juiste ontgravingsniveau aangelegd. Omdat aan de achterzijde van de onderzoekslocatie een druk parkeerterrein ligt waar de kraan niet zomaar lange tijd kon/mocht staan en omdat de stort op het perceel moest blijven liggen tot deze afgevoerd kon worden, werd door de aannemer voor het achterste deel een andere ontgravingsstrategie aangehouden. De kraan stond nu op rijplaten die steeds een stukje (maximaal 2 m) naar achter werden geschoven. Van daaruit werd eerst een stuk oppervlakte blootgelegd, waarna dit deel schuin werd afgegraven tot onder de rijplaten. Door deze strategie waren de waarnemingsomstandigheden slecht. Vondsten zijn bij de aanleg van het vlak per sectie verzameld (ca 4 bij 5 meter). Vondsten in sporen zijn per spoor verzameld. Er is gebruik gemaakt van metaaldetectie, dat echter geen vondsten heeft opgeleverd. De vlakken zijn gefotografeerd en op schaal 1:50 ingetekend. Van 1 E-mail J. Bastmeijer aan P. van Loon, d.d. 14 oktober 2009.

één muur (spoor 2) is een coupetekening gemaakt schaal 1:20. Van de sporen zijn foto s gemaakt. De aangetroffen water- en beerputten zijn op bouwniveau ontgraven en afgedekt met zand om verder behoud van sporen in situ te realiseren en om deze aan het oog van schatgravers te onttrekken. Van de inhoud zijn monsters genomen en vondsten eruit verzameld. Van de waterput (spoor 4) is de onderkant bepaald. Deze ligt op ca. 20-25 cm onder het ontgravingsniveau. Van het noordwest-profiel is een foto gemaakt daar er een insnijding te zien was van een riet-/mestpakket in de grijze klei. Het west- en oostprofiel bestonden hoofdzakelijk uit de fundering van de belendende huizen. Het zuidprofiel was grotendeels niet zichtbaar omdat de stort er vanwege ruimtegebrek tegenaan lag. Het vlak en de sporen zijn gewaterpast vanaf een locaal punt dat door een erkend landmeter is ingemeten met de D-GPS. Er is enige vertraging in de werkzaamheden opgetreden omdat er bewerkelijke archeologische sporen (muurwerk, beerbak en waterput) werden aangetroffen en omdat de afvoer van de vervuilde en niet-vervuilde grond de eerste dag traag verliep. Hierdoor was de ontgraving aan het eind van de eerste dag (21 oktober) pas tot ca. 4 meter (van de ca.17,5 meter) van de achtergevel van het winkelpand gevorderd. Op 22 oktober is begonnen de beerbak en de waterput af te werken waarna de bouwput op diepte gebracht kon worden en begonnen kon worden met het ontgraven van de rest van het terrein. Zoals al hierboven werd aangegeven waren door ruimtegebrek op de onderzoekslocatie de waarnemingsomstandigheden slecht. Verder naar achter toe zijn geen andere waarnemingen meer gedaan dan gebroken baksteenpuin onder een betonslab. In vlak 2 (onderzijde van de bouwput) werd nog een drietal mogelijke beerputten (zonder wand) aangetroffen, evenals een paal. Op 21 oktober om ca. 12:30 uur heeft mevr. E. Schoonbeek (als gemeenteambtenaar belast met het archeologiebeleid in de gemeente IJsselstein) de ontgraving bezocht. Met haar zijn de tot op dat moment behaalde resultaten besproken en is overlegd over de behoudenswaardigheid van sommige sporen en de verder te volgen opgravingsstrategie. De resultaten van de archeologische begeleiding worden hieronder toegelicht. 3 Resultaten 3.1 Sporen Bij het ontgraven van de bouwput werd vlak onder het maaiveld, aan de noordoostzijde, muurwerk aangetroffen. Het betreffen drie noordoost-zuidwest georiënteerde muurtjes. Aan de westzijde werd een waterput aangetroffen. Spoor 1: Spoor 1 is een muurtje met een noordoost-zuidwest oriëntering. Het muurtje bestond uit rode bakstenen. Het baksteenformaat is 21x 9,5x 5 cm. Tussen de stenen is mortelcement gebruikt. De baksteen is recent. De bakstenen liggen dwars op de lengte van de muur. Waarschijnlijk betreft het de fundering van een schuurtje. Aan de zuidzijde werd een houten paaltje aangetroffen. Spoor 2: Betreft een noordoost-zuidwest georiënteerd muurtje bestaande uit oranjerode baksteen. Het muurtje is opgetrokken in wild metselverband met hergebruikte stenen. Het baksteenformaat is 23,5x 11x 5,5 cm. Tussen de stenen is kalkmortel gebruikt. Spoor 3: Betreft een noordoost-zuidwest georiënteerd muurtje. Het muurwerk bestaat uit gehalveerde oranjerode baksteen. Het formaat is??x 12x 5 cm. Tevens werd één steen met formaat 18,5x 10x 6 cm aangetroffen. Het baksteen betrof hergebruikt materiaal. Tussen de stenen is kalkmortel gebruikt.

Spoor 4: Spoor 4 betreft een waterput die werd aangetroffen in het noordwestelijk deel van de werkput tegen de belendende bebouwing aan. De put had een licht ovaalronde vorm. De wand bestond uit rode baksteen. Om een ronde vorm te krijgen was de baksteen gekapt. Het baksteenformaat is ca. 20x 10/11x 4,5 cm. Andere stenen waren 11-14 cm lang. De vulling van de waterput loopt door tot ca 25 cm onder de ontgravingsdiepte. Spoor 5: Spoor 5 betreft een puinspoor van verschillende baksteen (geel, rood). Er werden geen hele bakstenen in aangetroffen dus een baksteenformaat kan niet gegeven worden. Het puinspoor lijkt in een halve boog in het vlak te liggen. Spoor 6: Onder de sporen 1 en 3 werd in vlak 2 na het verwijderen van deze sporen een houten beerbak aangetroffen. De beerbak had wanden bestaande uit houten planken. De afmeting van deze beerbak was 1,5 meter bij 0,7 meter. In de vulling ervan werd zeer veel aardewerk, glas, etc. aangetroffen. Spoor 7: Onder de betonnen fundering van de achtergevel van de Benschopperstraat 28 werd een deel van een bakstenen waterput aangetroffen. De bovenkant was koepelvormig afgesloten. Het baksteenformaat is 18/15/10x 10,5x 5 cm. De opbouw bestaat uit gekapte rode baksteen. Dit spoor is geheel behouden gebleven. Spoor 8: In vlak 2 werd een rechthoekige beerput aangetroffen. Het spoor tekende zich roodbruin-kleurig en rietachtig van structuur af in de vlekkerige grijze klei. Er werd geen stevige structuur (houten wand of bakstenen) om dit spoor aangetroffen. De afmeting is ca. 1 bij 0,7 meter. Spoor 9: Spoor 9 betreft een ovale beerput. Net als bij spoor 8 tekende het spoor zich af als een roodbruine, rietachtige vlek in de humeuze zandige klei (zwart donkerbruin). Ook om dit spoor werd geen wand aangetroffen. De afmeting van dit spoor is ca. 0,5 bij 1,1 meter. Spoor 10: Dit spoor betreft een noordoost-zuidwest georiënteerde rechthoekige mestkuil. De waargenomen afmetingen van dit spoor bedragen 4,6x 1,6 meter. Om het spoor bevond zich geen wandstructuur. Het spoor tekende zich scherp af als roodbruine humeuze klei (beer?) in de gevlekte zwartgrijze klei. Op ca. 6,5 meter van de achtergevel werd onder de belendende bebouwing, in het profiel, een gewelf/watergang gevonden. In het vlak liep het spoor niet door. Op het achterterrein was veel baksteenpuin aanwezig. Langs de westzijde was een licht langwerpig puinspoor aanwezig, door het fragmentarisch opgraven was niet te zien wat het was. Ook in het profiel (waar de graafmachine op stond) was weinig meer zichtbaar dan puin. Rondom spoor 6 was in het noordprofiel een insnijding te zien van een riet-/mestpakket. Dit is een typisch ophoogpakket in binnensteden. Hierin werd 14 e -eeuws aardewerk aangetroffen.

Afbeelding 1: overzicht van de onderzoekslocatie. Foto genomen richting de Koningshof (zuidoosten). Afbeelding 2: Spoor 4 in het eerste vlak. Foto genomen richting het zuidwesten. 3.2 Vondsten en monsters Het vondstmateriaal is na afloop van het veldwerk gewassen, geteld en gewogen. Hieronder worden in tabelvorm de resultaten gepresenteerd. Tijdens het onderzoek is bijna 18 kg keramiek verzameld (zowel bouwmateriaal als aardewerk). Daarnaast is er ruim 1 kg bot, ca. 850 gram glas, 207 gram metaal en 120 gram hout verzameld als vondst.

Tabel 1: determinatielijst van de vondsten. Vondstcategorie aantal gewicht (gram) roodbakkend aardewerk 40 2773 faience 121 3119 industrieel porselein 1 35 majolica 2 38 steengoed 28 2069 witbakkend 35 1338 industrieel wit 19 877 porselein 65 567 industrieel zwart 15 294 industrieel rood 12 161 industrieel steengoed 1 17 industrieel 4 61 grijsbakkend aardewerk 1 24 pijpaarde 34 171 bouwmateriaal 6 4178 natuursteen 2 811 hout 1 120 metaal 1 207 bot 13 1093 glas 35 849 Tijdens het onderzoek zijn vijf monsters genomen: één houtmonster van spoor 6, één houtmonster van een paaltje bij spoor 1, één monster uit spoor 4, één monster uit het mest-/ rietpakket rondom spoor 6 en één monster van de mestkuil spoor 10 (zie tabel 2). Tabel 2: overzicht monsters. monsternr. datum put vlak profiel spoor diepte omschrijving 005 21-10-2009 1 1 1 funderingspaaltje bij spoor 1 011 21-10-2009 1 1 riet-/mestpakket rond spoor 6 013 22-10-2009 1 2 4 monster uit onderste laag waterput 021 22-10-2009 1 2 10 monster mestkuil 024 22-10-2009 1 1 6 houtmonster duigen beerbak 4 Conclusie De tijdens het onderzoek aangetroffen sporen (muurwerk, beerputten en waterput) dateren voornamelijk uit de 17 e tot 21 e eeuw. In de noordoost-hoek van de locatie werd in het tweede vlak een mogelijk oudere laag aangetroffen. De sporen die niet behouden konden worden binnen de ontgravingsdiepte zijn tot op de bouwdiepte weggegraven. De delen die zich onder deze diepte bevinden, zijn verder in situ bewaard. Ter plaatse van de sporen 4 en 6 dienen twee geplande heipalen verplaatst te worden om behoud in situ te realiseren. In het achterste deel van de onderzoekslocatie werden weinig sporen meer herkend. De sporen die wel aangetroffen werden waren zichtbaar in het tweede vlak (ontgravingsdiepte bouwput/ fundamenten). 5 Doelstelling uitwerking De uitwerking zal bestaan uit een rapport, op te stellen conform de richtlijnen van de KNA versie 3.2, waarin de resultaten van het veldwerk zullen worden besproken en de onderzoeksvragen uit het PvE beantwoord zullen worden. De sporenanalyse zal zich voornamelijk richten op het beschrijven, determineren en het zo goed als mogelijk in context plaatsen van de aangetroffen sporen.

De aangetroffen vondsten zullen worden gedetermineerd teneinde datering, fasering, conservering en sociaal gebruik te kunnen achterhalen. Het metalen voorwerp dat werd aangetroffen, een schild van een harnas (zie afbeelding 3), moet een conserverende behandeling krijgen om verdere achteruitgang tegen te gaan (basisconservering). De genomen monsters kunnen inventariserend en waarderend onderzocht worden om te kijken wat voor materiaal zich in de monsters bevindt en wat de conservering van het materiaal is. Aan de hand van de resultaten hiervan kunnen bemonsteringsstrategieën bedacht worden bij toekomstig onderzoek van beer- en waterputten en riet-/mestpakketten (ophoogpakket) op deze locatie en evt. elders in de binnenstad. De houtmonsters kunnen op soort worden gedetermineerd waarbij tevens gelet kan worden op bewerkingssporen. Dit kan mogelijk enig inzicht verschaffen in het houtgebruik op deze locatie (primair/secundair gebruik, lokale en/of [boven-]regionale herkomst). Voor de uitwerking van het onderzoek is een begroting opgesteld (zie bijlage 2). Afbeelding 3: schild van een harnas. 6 Overzicht van de te deponeren vondsten Naar schatting zullen ca. 4-5 ROB dozen van groot formaat worden gedeponeerd.

7 Literatuur Beckers, I.S.J., en R.M. van der Zee, 2009: Benschopperstraat 28 te IJsselstein. Een bureauonderzoek en Inventariseren Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek. (ADC Rapport 2096). Stump, H., 2009: Benschopperstraat 28 IJsselstein. Nader onderzoek. (Certicon- Rapport P2009-2284). Ede. Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1 (januari 2007). Wagner, A., 2009: Programma van Eisen Archeologische Begeleiding protocol opgraven. Benschopperstraat 28 te IJsselstein (gemeente IJsselstein), Capelle aan den IJssel (ArcheoMedia projectcode A09 081-E).

BIJLAGE 1 Vlak- en profieltekeningen