Bundel van de Bestuurscommissie GGD, reguliere vergadering. van 8 november 2017

Vergelijkbare documenten
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Inspectierapport BSO Carolus (BSO) Kerkweg BN COTHEN

Inspectierapport Kinderopvang De Kindjes (KDV) Prins Bernhardlaan JD Veenendaal Registratienummer

Inspectierapport Pino (KDV) Laurierstraat RR Heerlen Registratienummer

Inspectierapport Speelleergroep t Draeckske (KDV) Kerkstraat 12a 5954BC Beesel

Inspectierapport Kinderdagverblijf Hazeltje Nicolaas Beetslaan CE VLISSINGEN Registratienummer:

Inspectierapport Christelijke Kinderopvang BijMarij (KDV) Willem-Alexanderplnts VM Zoetermeer Registratienummer

Inspectierapport PSZ Poortdijk (VVE) (KDV) Poortdijk BN IJsselstein

Inspectierapport Gastouderbureau Toppie (GOB) Frisselsteinstraat 5a 5461AD VEGHEL

Inspectierapport Stichting Kinderopvang Polsbroek (KDV) Vrijheer de Graeffweg PJ Polsbroek Registratienummer

Inspectierapport De Tweeberg (KDV) Piet Slagerstraat 132 's-hertogenbosch

Definitief Inspectierapport De Paddestoel (KDV) Ambachtsmark EE ALMERE Registratienummer:

Inspectierapport De Parel (BSO) Zuiderkruis VA AMERSFOORT

Inspectierapport BSO Hoera Panningen, Kinderdrome (BSO) John F. Kennedylaan WZ Panningen Registratienummer

Inspectierapport Stichting Kinderopvang Polsbroek (BSO) Hr Willem van Egmondstr PW Polsbroek Registratienummer

Bundel van de Bestuurscommissie GGD, reguliere vergadering. van 7 februari 2018

Inspectierapport Kindercentrum 't Rovertje locatie Meander (KDV) Sint Jozefweg JN Reuver Registratienummer

Inspectierapport Hummelhonk (KDV) Jan van Schoonvorststraat BP Budel

Inspectierapport Kindcentrum Meester Siebering (BSO) Haarweg PS Nieuw-Balinge Registratienummer

Inspectierapport GOB de Bult (GOB) Wijk GE URK Registratienummer:

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 8 februari 2019

Inspectierapport SDK Driehoek (KDV) Driehoek KG DORDRECHT

Inspectierapport Best 4 Kids - De Hoeve (KDV) Douvenrader Allee 1C 6411RZ Heerlen Registratienummer

Inspectierapport Kinderdagverblijf De Kleine Johannes (KDV) Hercules Seghersstraat DG LEEUWARDEN Registratienummer

Inspectierapport Kindercentrum 't Rovertje locatie Meander (BSO) Sint Jozefweg JN REUVER Registratienummer

Inspectierapport nader onderzoek Autismehuis (BSO) Voorsterweg 38 a 8042AD ZWOLLE Registratienummer:

Inspectierapport Bso Kinderopvang Op Maat - locatie Basisschool De Kreek (BSO) Hinkelenoord NC BERGEN OP ZOOM Registratienummer:

Inspectierapport Stichting Christelijke peuterspeelzaal Margriet (KDV) Kruizemunthof EX Wierden Registratienummer

Inspectierapport Calimero (KDV) De Drink RA HORST Registratienummer

Inspectierapport Oki-Doki (KDV) David Tenierslaan ZA VEENENDAAL Registratienummer:

Inspectierapport Kindercentrum Le Garage KDV (KDV) Ravelstraat XD BERGEN OP ZOOM Registratienummer:

Inspectierapport Peuterspeelzaal 't Visnet (PSZ) De Spijlen EK ELST UT

Inspectierapport Kinderdagverblijf 't Rakkertje (KDV) Kroostweg 33a 3704EA ZEIST Registratienummer:

Inspectierapport Pip (KDV) Caeciliastraat GM Heerlen Registratienummer

Inspectierapport Chr. kinderopvang BijdeHandjes (BSO) Wageningseberg GR Amersfoort Registratienummer

Inspectierapport BSO De Bruine Beer (BSO) De Wetstraat ZV ERMELO Registratienummer:

Inspectierapport KC LEEF, Kessel (KDV) Merwijckstraat XK Kessel Registratienummer

Inspectierapport Kindercentrum Zoblij (KDV) Dorpsstraat PM Gasselte

Inspectierapport Berg (VGO) Stationsweg BD HILLEGOM Registratienummer:

Vergadering Algemeen Bestuur

Inspectierapport Vandaag KDV Suderhiem (KDV) 't Suderhiem HS Drachten Registratienummer

Inspectierapport 't Hoekje (KDV) Zuidwend AA Bant

Inspectierapport Schatkist (KDV) De Korenbloem LW Budel

Inspectierapport Wolkewietje (KDV) Hoogelucht CG Oldenzaal Registratienummer

Inspectierapport BSO Natureluur De Vlindertuin (BSO) Sint Antoniusstraat GB Heythuysen Registratienummer

Inspectierapport Grote Vriendelijke Reus Gouwzee (BSO) Wilhelminalaan CW MONNICKENDAM Registratienummer:

Inspectierapport BeeKidzzZ Speelparadijs (KDV) Duitslandstraat BG ALMERE Registratienummer:

Inspectierapport ASKA kdv Assen-Oost (KDV) Tuinstraat 5C 9404KK Assen

Inspectierapport De Ukkeclub (KDV) Kijkakkers 1a 6026ER Maarheeze

Inspectierapport SNO Woudenberg (BSO) John F. Kennedylaan XM WOUDENBERG Registratienummer:

Inspectierapport Kruimelhoek (KDV) Pater Ullingsstraat AM Budel-Schoot

Inspectierapport De Kameleon (KDV) Verlengde Spoorlaan MB VEENENDAAL Registratienummer:

Inspectierapport Kinderdagverblijf Twinnie (KDV) Veeweg AW EINIGHAUSEN Registratienummer:

Inspectierapport Hoera EGCHEL (KDV) Kempstraat AH EGCHEL Registratienummer

Inspectierapport BSO De Bron, locatie Catharina Labouré (BSO) Minkenbergstraat BJ BEEK LB

Inspectierapport Kinderdagverblijf Benjamin (KDV) Van Hogendorplaan JM AMERSFOORT

Inspectierapport Chr. Peuterspeelzaal Het Visje (PSZ) Trasmolenlaan GZ Woerden

Inspectierapport Kinderdagverblijf 't Poppeke Hulsterweg 1F 4587 EA KLOOSTERZANDE

Inspectierapport Kindercentrum De Kabouters, Gastouderbureau De Kabouters (KDV) De Boomgaard JA Assen

Inspectierapport Kindercentrum Ridderkasteel (KDV) 't Spiek KV Beilen

Inspectierapport BSO 't Kienderbenkske (BSO) Catharinastraat AS Wellerlooi Registratienummer

Definitief Inspectierapport De Paddestoel (BSO) Ambachtsmark EE ALMERE Registratienummer:

Inspectierapport Kidslution (GOB) Eijkenderweg DG NUTH

Inspectierapport Peuterspeelzaal De Roezemoes (KDV) Wold AN Lelystad

Inspectierapport Pippeloentje (KDV) Burgemeester Nawijnlaan PZ ZANDVOORT Registratienummer:

Inspectierapport Kindcentrum 't Hieker Nust (BSO) Westeinde PJ Hijken Registratienummer

Inspectierapport Gastouderbureau Noah (GOB) Bozenhoven 95 N 3641AD Mijdrecht Registratienummer

Inspectierapport Hummelke (KDV) Theodorus Rijkenstraat AK Elshout Registratienummer

Inspectierapport 't Beldertje (PSZ) Raamweg 71a 4196HP TRICHT

Inspectierapport Gastouderbureau Midden-Groningen (GOB) Bark RC KROPSWOLDE Registratienummer:

Inspectierapport Bso Dragons Den (BSO) Eisingastraat DJ NOORDWIJK ZH

Inspectierapport De Speeldoos (PSZ) Oranje Nassaustraat EC GELDERMALSEN

Inspectierapport KiKidsz kinderopvang (KDV) Sint Liduinastraat 94c 3117CW SCHIEDAM Registratienummer:

Inspectierapport KDV Pukkie (KDV) Diepstraat AT ECHT

Inspectierapport Peuterspeelzaal Panda, Bruintje Beer en IJsbeertje (SPR) (PSZ) Acacialaan GD RHENEN

Inspectierapport ONS HOL (PSZ) Oranjeweg CC HOLLUM

Inspectierapport Peuteropvang De kijkdoos (KDV) Swierderkerkweg CJ Wijnandsrade

Inspectierapport Kindcentrum Kollum (KDV) Voorstraat CK KOLLUM

Inspectierapport Doomijn KDV De Meidoorn (KDV) De Meidoorn NB Koekange Registratienummer

Handhavingsprogramma Inspectie Kinderopvang Volksgezondheid

Inspectierapport Dagopvang & BSO De Dag Door (KDV & BSO) de Raetsingel KC BOXMEER Registratienummer:

Inspectierapport Kinderopvang Pebbels+ B.V. (KDV) Jan Nieuwenhuyzenstraat RH Breda Registratienummer

Inspectierapport KDV Siemburg (KDV) Graaf Engelbrechtstraat AR KRUISLAND

Inspectierapport Kindercentrum Zoblij (BSO) Dorpsstraat PM Gasselte

Inspectierapport Ieniemienie (KDV) Smederij AX VLAGTWEDDE Registratienummer:

Inspectierapport Zwaluwen (BSO) Grebbeberglaan VX UTRECHT Registratienummer:

Inspectierapport Het Kleine Volkje (KDV) Maresingel HA LEIDEN Registratienummer:

Inspectierapport BSO De Bron, locatie Beijensweide (BSO) Beijensweide EK BEEK LB

Inspectierapport Kindercentrum De Klim-Inn (BSO) De Meent BR LELYSTAD Registratienummer:

Inspectierapport Ratjetoe (BSO) Kapelweg GA TER APEL Registratienummer:

Inspectierapport B.s.o. Bloesem (BSO) Losplaatsweg CV NOORDWIJK ZH Registratienummer:

Inspectierapport KDV De Wildenhorst (KDV) Sloterweg VB Badhoevedorp Registratienummer

Inspectierapport Little World (KDV) Taco Mesdagplein KE Groningen Registratienummer

Inspectierapport Kinderopvang Little People (KDV) Johannes Verleunstraat 27 27A 5684TT Best Registratienummer

Inspectierapport Meuleke (KDV) Kerkraderweg CC Heerlen Registratienummer

Inspectierapport Kinderdagpaleis Ukkepuk (KDV) Louise de Colignylaan NL VLAARDINGEN Registratienummer

Inspectierapport 't Opstapje (KDV) Irissenstraat TN Drunen Registratienummer

Toezichthouder: GGD Fryslân In opdracht van gemeente: Franekeradeel Datum inspectie: Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek

Inspectierapport Gastouderbureau Arnhem (GOB) Akkerwindestraat 1k CR Arnhem Registratienummer

Inspectierapport Kindercentrum Belle Fleur (KDV) Markt CG ETTEN-LEUR Registratienummer:

Transcriptie:

Bundel van de Bestuurscommissie GGD, reguliere vergadering. van 8 november 2017 A Algemeen A.1 Opening en mededelingen A.2 Verslag van de reguliere vergadering Bestuurscommissie GGD d.d. 27 september 2017 Voorstel: verslag vaststellen. Besluitenlijst reguliere vergadering Bestuurscommissie_GGD dd 27092017.pdf B Ter kennisneming/hamerstukken B.1 Stimuleringsprogramma Publieke Gezondheid In 2015 is door VWS het Stimuleringsprogramma Publieke Gezondheid geïnitieerd. Het programma was gericht op: Inzicht in de inzet en effectiviteit van de publieke gezondheid. Fundament van de GGD: diversiteit werkt. Versterkte relatie met het sociaal domein. Recent hebben de minister en haar staatssecretaris de Tweede Kamer geïnformeerd over het afronden van het Stimuleringsprogramma. De bewindslieden concluderen in hun brief dat: Het Stimuleringsprogramma heeft laten zien dat het stelsel van de publieke gezondheid, zowel op landelijk als op lokaal niveau op orde is. Het is van belang dat wij deze kwaliteit ook in de toekomst hoog houden. Een toekomstbestendig stelsel van publieke gezondheid is daarnaast ook gebaat bij bestuurlijk partnerschap tussen rijk en gemeenten. Daarom wordt in 2018 een eerste bestuurlijk overleg publieke gezondheid gehouden, waarin Rijk en gemeenten een eerste analyse maken van de VTV 2018 en een aanzet geven voor een gezamenlijke nota gezondheidsbeleid. Met de Kamerbrief zijn ook de volgende rapporten openbaar gemaakt: De GGD in Beeld. Resultaten van een onderzoek naar taken, mensen en middelen van de GGD'en in Nederland. Lokaal gezondheidsbeleid: landelijke inventarisatie 2017. Inhoud en uitvoering van preventief gemeentelijk beleid. Indicatorenset voor het stelsel van publieke gezondheidszorg: ontwikkeling compacte set en duiding (samenvatting). Memo B1 20171108 MEM BC GGD NB Stimuleringsprogramma PG.docx C Ter besluitvorming C.1 Vertrouwelijk: Business Case Risk Factory (per mail naar bestuurders gestuurd) In de bespreking van deze concept Businesscase willen we u als Bestuurscommissies Gezondheid informeren over de belangrijkste nog openstaande aandachtspunten en daarover uw advies vragen. Het uiteindelijke advies vanuit de Bestuurscommissie GGD op de definitieve businesscase kan verwoord worden op 22 december a.s. Wij zijn voornemens om op 22 december a.s. vóórafgaand aan het overleg van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Limburg-Noord een gecombineerd overleg te organiseren tussen de BC GGD en de BC Veiligheid rondom het thema Risk Factory zodat vanuit beide bestuurscommissies een advies ter besluitvorming wordt voorgelegd aan het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Limburg- Noord op 22 december a.s.. Gezien de belangen van externe deelnemers, juist in deze fase van ontwikkeling van het concept van de Risk Factory, hebben wij gemeend dit agendapunt C1 als vertrouwelijk te moeten bestempelen. Vandaar dat deze stukken u persoonlijk per email zijn toegezonden. Wij vragen u derhalve dan ook hiermee vertrouwelijk om te gaan. Voorstel: Bestuurscommissies Gezondheid en Veiligheid informeren over de belangrijkste nog openstaande aandachtspunten en daarover advies vragen voordat de definitieve businesscase op 22 december 2017 ter besluitvorming wordt voorgelegd aan het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Limburg-Noord. C.2 WKO en Wet IKK

De Wet Innovatie en kwaliteit kinderopvang (IKK) beoogt verbetering van de kwaliteit van de kinderopvang en meer aandacht voor de ontwikkeling van met name jonge kinderen. Die kwaliteitsslag vindt plaats door de toevoeging van 17 nieuwe kwaliteitseisen. In de BC GGD van 27 september jl. is ingestemd met het tarief voor 2018. Dit tarief wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan het DB. Op verzoek van de BC GGD wordt een nadere toelichting gegeven op de extra benodigde inspectietijd als gevolg van aanvullende wettelijk vastgestelde kwaliteitseisen: in het kader van de nieuwe wet IKK worden meer uren besteed aan de inspecties. Voorstel: Instemmen met de extra benodigde inspectietijd als gevolg van aanvullende wettelijk vastgestelde kwaliteitseisen. Voorstel: 1. Instemmen met de extra benodigde inspectietijd als gevolg van aanvullende wettelijk vastgestelde kwaliteitseisen. Oplegnotitie C2 20171108 NB BC GGD Wko en IKK.docx D Ter bespreking D.1 Kadernota 2019 De ontwerp kadernota 2019 is in ontwerp gereed en wordt ter advisering aan de beide bestuurscommissies aangeboden. Na de behandeling in de bestuurscommissies vindt de besluitvorming via het DB van 1 december plaats in de vergadering van het AB van 22 december. Daarna wordt de kadernota toegezonden aan de gemeenteraden met het verzoek daar een inhoudelijke reactie op te geven, zodat die reactie meegenomen kan worden bij de vaststelling van de concept ontwerpbegroting 2019. Deknotitie kadernota 2019 BC dd 08112017 (2).docx E Kadernota 2019 27-10.docx Rondvraag en sluiting

A.2 Verslag van de reguliere vergadering Bestuurscommissie GGD d.d. 27 september 2017 1 Besluitenlijst reguliere vergadering Bestuurscommissie_GGD dd 27092017.pdf Besluitenlijst Bestuurscommissie GGD, reguliere vergadering. Datum 27 september 2017 Tijd 13:30-16:30 uur Locatie Drie Decembersingel 50, Blerick - Bestuurszaal (2e verdieping) Voorzitter M. Smitsmans-Burhenne Omschrijving De vergadering bestaat uit een reguliere vergadering, gevolgd door een werkvergadering. Kenmerk A Omschrijving Algemeen Uitgereikt nieuwe Corporate folder Veilige en Gezonde regio. Folder toegevoegd bij besluitenlijst. A.1 Opening en mededelingen Opening en mededelingen M. Smitsmans: - Speciaal welkom aan mw. A. Thielen, portefeuillehouder Gezondheid gemeente Venray. - Bericht van verhindering: dhr. R. Janssen (Peel en Maas) en dhr. E. Vandermeulen (Gennep). - Mw. Smitsmans is aanwezig tot 15.00 uur. Voorzitterschap wordt daarna overgenomen door Mw. J. Smeets-Palmen. Mededelingen mw. S. Willems-van Ulden: - Verstuurd persbericht: Week Tegen het Pesten: Online pesten Pak t aan! en aankondiging Delete Cyberpesten. Uit resultaten van de gezondheidsmonitor Jeugd blijkt dat 5 procent van de Limburgse jongeren slachtoffer is van cyberpesten. De impact van (online) pesten is groot. De BC van GGD Limburg-Noord wil een groei van deze trend in de regio voorkomen en het probleem aanpakken. Daarom organiseert GGD Limburg-Noord samen met de gemeenten Venlo, Roermond, Venray en de provincie Limburg op 25 oktober 2017 Delete Cyberpesten. Cyberpesten voorkomen, verhelpen, maar vooral verwijderen dat is het doel van Delete Cyberpesten. - Ingekomen brief Stimuleringsprogramma Publieke Gezondheid: Minister Schippers en staatssecretaris Van Rijn hebben de brief over het Stimuleringsprogramma Publieke Gezondheid naar de Tweede Kamer gestuurd. Met deze brief informeren zij de Tweede Kamer over het afronden van het Stimuleringsprogramma. De bewindslieden concluderen in hun brief dat: Het Stimuleringsprogramma heeft laten zien dat het stelsel van de Publieke Gezondheid, zowel op landelijk als op lokaal niveau op orde is. Het is van belang dat wij deze kwaliteit ook in de toekomst hoog houden.

Pagina 2 Een toekomstbestendig stelsel van Publieke Gezondheid is daarnaast ook gebaat bij bestuurlijk partnerschap tussen rijk en gemeenten. Voorstel is om in een volgende werkvergadering nader in te gaan op de uitkomsten van het Stimuleringsprogramma (Kamerbrief toegevoegd bij besluitenlijst). - Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ): Voortgangsrapportage inzake Infectieziektebestrijding (IZB) en Extra contactmoment Adolescenten verstuurd. Naar aanleiding van opmerkingen door IGZ over rapportage IZB is met de inspectie nader telefonisch overleg gevoerd. Dit heeft geleid tot aanpassen rapportagevorm. De IGZ heeft daarop laten weten te zien dat de GGD op de goede weg is en dat conform afspraak een aantal zaken inmiddels juist zijn geborgd. In het kader van het thematische bezoek aan alle GGD-en heeft de IGZ zich op 27 september 2017 laten informeren over Governance bij de GGD en de stand van zaken op het gebeid van de Preventieve ouderenzorg. - Aftrap Actiecentrum Positieve Gezondheid: Vrijdag 22 september 2017 is het Actiecentrum Limburg Positief Gezond van start gegaan. Het actiecentrum is via een samenwerking van Zuyd Hogeschool, de GGD Limburg-Noord, de GGD Zuid Limburg en het Huis voor de Zorg tot stand gekomen. Het Actiecentrum is een belangrijke stap in het streven van Limburg naar de gezondste regio van Nederland. Het bijbehorende persbericht is bij de besluitenlijst gevoegd. - 7 November GGD-dag: GGD dag vindt plaats in Peel en Maas. Wethouder R. Janssen is deels aanwezig. Bestuurders zijn uitgenodigd. Aantal wethouders heeft reeds eerder aangegeven niet aanwezig te kunnen zijn. Opgemerkt wordt dat het een interne en ambtelijke bijeenkomst is van de GGD. - WOB-verzoek RTL Nederland: Bestuurders VRLN zijn geïnformeerd over besluit WOB verzoek RTL Nederland aangaande salariskosten en declaraties functionarissen schaal 14 en hoger (2014-2016). - Mw. Smitsmans doet een oproep aan gemeenten om zich aan te aan te sluiten bij de Alliantie Rookvrij Nederland. Roermond is de eerste Limburgse gemeente die aangesloten is. Venlo volgt. Ook de GGD is aangesloten. Meer informatie via www.alliantienederlandrookvrij.nl/.

Pagina 3 A.2 Verslag (incl. presentielijst en presentaties)) van de reguliere vergadering BC GGD d.d. 7 juni 2017 Voorstel: Verslag vaststellen. Besluit: Conform voorstel vastgesteld. Toelichting: Opgemerkt wordt dat het verslag te laat is ontvangen. Verzoek is om het conceptverslag eerder beschikbaar te stellen. Dhr. P. Sterk (Weert) verzoekt dringend om nazending van stukken te voorkomen. A.3 Ingekomen stukken Besluit: Brief IGZ: voortgangsrapportage IZB (zie mededelingen). B Ter kennisneming/hamerstukken C Ter besluitvorming C.1 Ontwerp Bestuursrapportage Voorstel: 1. In te stemmen met de ontwerp Berap en de daarbij behorende begrotingswijziging voor een zienswijze voorleggen aan de gemeenteraden. 2. In te stemmen met de verhoging van de gemeentelijke bijdrage met de kosten van de cao verhoging een en ander naar analogie van het hierover vastgestelde besluit bij de begroting 2018. 3. Naar analogie van het bij de begroting 2018 genomen besluit het eventueel positief exploitatiesaldo toe te voegen aan het weerstandsvermogen onder de gelijktijdige vermindering van de geplande heffing van de bijdrage 2018 voor de aanvulling van het weerstandsvermogen. Besluit: Conform voorstel ingestemd. Toelichting Presentatie door R. Verwiel. Factsheet Berap in één oogopslag wordt uitgereikt. Presentatie en factsheet zijn toegevoegd bij besluitenlijst. Teneinde de gemeenteraden meer tijd te geven om hun zienswijzen kenbaar te maken, wordt de Berap na instemming van de BC Gezondheid en de BC Veiligheid aan de gemeenteraden aangeboden. Naar aanleiding van de presentatie worden vragen van bestuurders beantwoord. Deze hebben o.a. betrekking op de compensatie van gemeenten vanuit de Algemene Uitkering Gemeentefonds in relatie tot de CAO looncompensatie en het financiële risico van het opzeggen van bestaande contracten door gemeenten CJG en wijkteams. Aandacht wordt gevraagd voor eventueel ontstaan van frictiekosten in dezen. Frictiekosten komen voor rekening van desbetreffende gemeenten.

Pagina 4 De opzet van de Berap is gewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren. Juist om meer tegemoet te komen aan de behoefte van gemeenten aan transparantie en toelichting en het opnemen van indicatoren. Aan de bestuurders wordt de vraag gesteld of deze vorm voorziet in de behoefte, in combinatie met de Factsheet Berap in één oogopslag? Aangegeven wordt dat deze vorm gewaardeerd wordt en verder doorontwikkeld kan worden. Naar aanleiding van de behandeling van de Berap wordt afgesproken om inhoudelijke thema's rondom Publieke Gezondheid eruit te lichten en bestuurlijk te bespreken. Bestuurders wordt gevraagd eventuele inhoudelijke thema's aan te dragen via de ambtelijk secretaris via n.boots@vrln.nl C.2 Besluitvorming bestuurlijk kader en instellen stuurgroep Risk Factory Voorstel: 1. Instemmen met de bestuurlijke uitgangspunten als kader voor de op te stellen businesscase die als onderbouwing dient voor de definitieve besluitvorming in december 2017 over het al dan niet inrichten van de Risk Factory binnen de regio. 2. Instemmen met het instellen van een Stuurgroep, waarbij het voorstel is akkoord te geven op de voordracht van burgemeester De Boer namens de BC Veiligheid en wethouder Bram Jacobs namens de BC Gezondheid als leden van de Stuurgroep Besluit: Conform voorstel ingestemd, met aantekening dat: 1. Op voorstel van P. Sterk (Weert) bestuurlijk uitgangspunt 6: Uitrol naar scholen in alle gemeenten VRLN is aangepast als volgt: Risk Factory niet opnemen in reguliere aanbod, maar elke gemeente kan zelf bepalen of ze dit willen. 2. Gemaakte opmerkingen worden meegenomen in de businesscase, welke ter besluitvorming wordt voorgelegd. Toelichting Presentatie door A. Heijnen (projectleider Risk Factory). Presentatie is toegevoegd bij besluitenlijst. In BC GGD van 7 juni 2017 is door bestuurders aandacht gevraagd om verbreding van het concept naar meerdere schoolbesturen/-koepels. Inmiddels zijn vier schoolbesturen uit de gehele regio aangesloten. Deze besturen vertegenwoordigen 69 scholen. J. Smeets-Palmen (Maasgouw) pleit voor het actief benaderen van alle schoolbesturen. Op verzoek van R. Janssen (Peel en Maas) wordt het standpunt van Peel en Maas door de voorzitter ingebracht. P. Sterk (Weert) kan zich vinden in de inhoud. Risk factory is echter geen basistaak voor de GGD en kan daarmee ook niet aan alle gemeenten worden opgelegd. Dit standpunt vindt steun bij de gemeenten Leudal,

Pagina 5 Nederweert, Mook en Middelaar en Bergen. De GGD treedt niet op als initiatiefnemer van de Risk factory. B. Jacobs (Beesel) vraagt aandacht voor het zichtbaar maken in de businesscase op welke terreinen de Risk factory complementair is aan de bestaande dienstverlening en waar het gaat om 'nieuw-voor-oud'. Ook de juridische vorm maakt onderdeel uit van de businesscase. K. Peters (Mook en Middelaar) doet een oproep om ook partners in de grensgebieden van de regio Limburg-Noord te betrekken. R. Verwiel gaat kort in op de financiering van de Riskfactory. Al eerder hebben gemeenten aangegeven geen additionele middelen ter beschikking te stellen. Financiering moet plaatsvinden door middel van substitutie. Vanuit de BC GGD wordt B. Jacobs (Beesel) conform voorstel benoemd als lid van de stuurgroep. C.3 Tariefstelling WKO en Wet IKK (presentatie). Voorstel: 1. Instemmen met en adviseren aan het DB VRLN tot het verhogen van het uurtarief WKO per 1 januari 2018 (van : 94,50 naar 95,25 per uur). 2. Instemmen met de extra benodigde inspectietijd als gevolg van aanvullende wettelijk vastgestelde kwaliteitseisen: per profielkleur (zie toelichting) worden in het kader van IKK meer uren besteed aan de inspecties. Besluit: 1. Instemmen met en adviseren aan het DB VRLN tot het verhogen van het uurtarief WKO per 1-1-2018 (van 94,50 naar 96,89 per uur). 2. Beslispunt 2 wordt aangehouden en opnieuw ter instemming voorgelegd in het overleg van de BC GGD van 8 november 2017. Toelichting Voorafgaand aan dit agendapunt wordt een aangepaste notitie uitgereikt. De aanpassingen hebben betrekking op het tarief. Ingestemd wordt met het nieuwe tarief van 96,89 per uur. Doordat kort voor de vergadering nadere informatie bekend is geworden van GGD GHOR Nederland over de urenraming, dient de urenraming in de uitgereikte notitie toch nog aangepast te worden. Afgesproken wordt dat in het overleg van de bestuurscommssie van 8 november a.s. de geschatte uren opnieuw ter instemming worden gebracht, voorzien van een juiste onderbouwing en toelichting. Presentatie door J-P. Brizzi over de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (presentatie is bij de besluitenlijst gevoegd). De presentatie is in een eerder stadium gehouden voor alle contactambtenaren Wko van de gemeenten.

Pagina 6 Naar aanleiding van de presentatie vindt discussie plaats over het nieuwe toetsingskader in relatie tot de benodigde aanvullende uren voor inspectie. P. Sterk (Weert) wil in de toelichting op de benodigde uren terugzien in hoeverre de inspanningen van de gemeente op het gebied van handhaving leiden tot een aanpassing van de benodigde uren per inspectie. G. Frische (Echt-Susteren) geeft de BC in overweging de gemaakte afspraken rondom het controleren van gastouders (5%) te heroverwegen. Naar aanleiding van de gemaakte afspraak dat in het eerstvolgende overleg van de BC GGD een toelichting wordt gegeven op de benodigde uren per inspectie, wordt dan beoordeeld in hoeverre de uitvoering van de Wko en de Wet IKK als apart thema verder (bestuurlijk) wordt geagendeerd. Daarbij kan dan ook meegenomen worden de rol die de GGD kan vervullen bij het voorlichten van en de rol van ouders in het kader van een kwalitatief goede kinderopvang. C.4 Centraal Meld- en Actiepunt (CMA) Voorstel: 1. Een standpunt in te nemen of het verzoek van de gemeente Venlo om de opdracht voor het CMA te beëindigen ook van toepassing is op de vertegenwoordigde eigen gemeente. 2. Een standpunt in te nemen ten aanzien van de optie om de werkzaamheden vanaf 1 januari 2018 voort te zetten uitsluitend t.b.v. de gemeenten in Midden- Limburg. 3. Afhankelijk van de besluiten onder 1 en 2 de centrumgemeente Venlo verzoeken een evenredig deel van de financiering voort te blijven zetten. 4. Bestuurlijk standpunt innemen of een deel van de regionale taken met name ten aanzien van de informatie en adviesfunctie ondergebracht moet worden bij de en de discussie over onderbrenging van de regionale taken van het CMA afzonderlijk voeren in de vergadering van de BC GGD van 8 november 2017. 5. De kosten van (gedeeltelijke) afbouw voor zover mogelijk financieren uit de reserve frictiekosten CMA.

Pagina 7 Besluit: De BC GGD conformeert zich aan het standpunt van de centrumgemeente Venlo en adviseren positief over beëindiging per 1 januari 2018. Ingestemd wordt met het in kaart brengen van de frictiekosten die voor de VRLN ontstaan bij de ontvlechting van het CMA per 1 januari 2018 en het voor zover mogelijk financieren van deze kosten uit de reserve frictiekosten CMA. Toelichting: Toelichting door plv. vz: Het voorstel zoals geagendeerd hoort niet ter besluitvorming in het overleg van de BC GGD. Inhoudelijk hebben de portefeuillehouders hierover gesproken in de BC WMO. De gemeenten conformeren zich aan het standpunt van de gemeente Venlo en adviseren positief over beëindiging per 1 januari 2018. De BC GGD is van mening dat de centrumgemeente Venlo verantwoordelijk is voor de uitvoering van het CMA. Gemeente Venlo treedt in haar rol als centrumgemeente op namens de overige gemeenten in dit dossier. B. Aldewereld (Venlo) geeft aan dat deze constructie juridisch is getoetst en is geborgd. B. op de Laak (Horst aan de Maas) betreurt het dat het standpunt van de BC GGD niet eerder (lees voor de vergadering) is gedeeld met de VRLN. Het voorstel had dan niet geagendeerd hoeven te worden. C.5 Plaatsvervanging leden AB VRLN. Voorstel: Instemmen met voorstel om het College van B&W van alle aan de GR VRLN deelnemende gemeenten, een vaste plaatsvervanger te laten benoemen van de leden van het Algemeen bestuur. Besluit: Conform voorstel ingestemd. D Ter bespreking D.1 Uitbreiding burgerhulpverlening in de ambulancezorg (presentatie L. Triepels van Ambulancezorg Limburg-Noord). Agendapunt onder voorbehoud. Besluit: Presentatie door L. Triepels (Ambulancezorg Limburg-Noord). Presentatie is toegevoegd bij besluitenlijst. Toelichting: Presentatie door Léon Triepels (naar analogie van het AB op 7 juli 2017). Dit is een thema dat ook Publieke Gezondheid raakt. De VRLN is reeds verbonden met dit thema. De VRLN vindt het belangrijk dat burgers hierin participeren. De VRLN heeft in de bewustwording naar haar eigen medewerkers een taak.

Pagina 8 Naar aanleiding van de presentatie in de BC GGD worden de zorgen gedeeld als het gaat om het verstopt raken van de spoedeisende hulpposten. H. Geraats (Nederweert) is geïnteresseerd in de veiligheid van hulpverleners en de relatie met de inzet van burgers als vrijwilligers. H. Triepels geeft aan in de regio een pilot-project te starten voor de inzet van burgerhulpverlening juist in die gemeenten/gebieden waar volgens de Ambulancezorg Limburg-Noord sprake is van 'witte vlekken'. Een oproep wordt gedaan aan gemeenten om hierbij aan te sluiten. B. Jacobs (Beesel) herkent dit en verzoekt om de 'witte vlekken' met elkaar te delen. Het idee dat is geopperd door mw. Delissen-Tongerlo (Peel en Maas) in het AB van de VRLN, een brief te sturen namens de VRLN aan de Provincie Limburg om steun voor dit initiatief te vragen krijgt brede steun. E Rondvraag en sluiting De vergadering wordt gesloten.

B.1 Stimuleringsprogramma Publieke Gezondheid 1 Memo B1 20171108 MEM BC GGD NB Stimuleringsprogramma PG.docx Memo aan Bestuurscommissie GGD van N. Boots CC datum 8 november 2017 onderwerp Afronding Stimuleringsprogramma Publieke Gezondheid Geacht bestuur, Ter kennisname treft u hierbij aan een vertaling op hoofdlijnen van de Kamerbrief Stimuleringsprogramma Publieke Gezondheid en drie recent openbaar gemaakte rapporten die onderdeel uitmaken van dit stimuleringsprogramma. Met het versturen van de Kamerbrief is het stimuleringsprogramma afgerond. De volledige Kamerbrief evenals de rapporten zijn beschikbaar via onderstaande link: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2017/09/12/kamerbrief-overresultaten-stimuleringsprogramma-publieke-gezondheid Inleiding In 2014 is door VWS, samen met de VNG, de GGD-en en het RIVM, het Stimuleringsprogramma Publieke Gezondheid geïnitieerd. Het programma was gericht op: 1. Inzicht in de inzet en effectiviteit van de publieke gezondheid. 2. Fundament van de GGD: diversiteit werkt. 3. Versterkte relatie met het sociaal domein. Recent hebben de minister en haar staatssecretaris de Tweede Kamer geïnformeerd over het afronden van het Stimuleringsprogramma. De bewindslieden concluderen in hun brief dat: Het Stimuleringsprogramma heeft laten zien dat het stelsel van de publieke gezondheid, zowel op landelijk als op lokaal niveau op orde is. Het is van belang dat wij deze kwaliteit ook in de toekomst hoog houden. Een toekomstbestendig stelsel van publieke gezondheid is daarnaast ook gebaat bij bestuurlijk partnerschap tussen rijk en gemeenten. Daarom wordt in 2018 een eerste bestuurlijk overleg publieke gezondheid gehouden, waarin Rijk en gemeenten een eerste analyse maken van de Volksgezondheid Toekomstverkenningen (VTV) 2018 en een aanzet geven voor een gezamenlijke nota gezondheidsbeleid. Hiermee wordt ook een vervolg gegeven aan het overleg tussen de Directeuren Publieke Gezondheid (DPG) van de GGD-en en GGD-GHOR Nederland en de Bestuurlijke Adviescommissie Publieke Gezondheid (voorzitters GGD-en). Met de Kamerbrief zijn ook een aantal rapporten openbaar gemaakt: De GGD in Beeld. Resultaten van een onderzoek naar taken, mensen en middelen van de GGD-en in Nederland. Lokaal gezondheidsbeleid: landelijke inventarisatie 2017. Inhoud en uitvoering van preventief gemeentelijk beleid.

Indicatoren set voor het stelsel van publieke gezondheidszorg: ontwikkeling compacte set en duiding (samenvatting). 1. Inzicht in de inzet en effectiviteit van de publieke gezondheid In het kader van het Stimuleringsprogramma heeft GGD-GHOR Nederland in 2016 haar rapport Publieke Gezondheid Borgen gepresenteerd. Dit rapport was een eerste verkenning naar de kerntaken van de GGD-en in Nederland. De kerntaken zijn weergeven in vier pijlers. Deze pijlers komen vanaf dat moment herkenbaar terug in onze planning- en control documenten, daarbij aangevuld met een vijfde pijler: Jeugdgezondheidszorg. In dat rapport is gesignaleerd dat de uitvoering van de kerntaken kwetsbaar is. Het recent verschenen rapport De GGD in beeld (AEF) is een vervolg hierop. Dit rapport is beschikbaar via bovenstaande link. Het rapport sluit goed aan op de bevindingen uit de eerdere rapportage van GGD-GHOR Nederland. Geconstateerd wordt dat de pijlers herkenbaar zijn en een belangrijke rol spelen in de ordening van taken. Er is een grote uniformiteit in de activiteiten die de GGD-en uitvoeren, maar de wijze waarop ze worden uitgevoerd verschillen. Ook zijn er verschillen in formatie. Deze worden veroorzaakt doordat GGD-en taken niet of anders invullen, maar ook de omvang van de regio, gemeentelijke beleidskeuzes en keuzes over de organisatie-inrichting spelen een rol hierin. Regionale keuzes zijn ook bepalend voor de financieringsstromen van de GGD. Op regionaal niveau zijn hierin een aantal duidelijke verschillen. Om meer inzicht te geven in het functioneren van het stelsel voor de publieke gezondheidszorg heeft daarnaast het RIVM een set indicatoren ontwikkeld In overleg met professionals uit de wetenschap, het beleid en de praktijk zijn voor deze set 45 indicatoren op 10 thema s gedefinieerd. De indicatoren zijn divers van aard en geven een beeld van Nederland als geheel. De indicatoren zeggen slechts iets over het Wpg deel van de publieke gezondheid en niet over het totale werkveld van de GGD. Daarbij komt dat de taken en verantwoordelijkheden in de Wpg niet altijd duidelijk zijn omschreven. Vervolgstappen zijn nodig om de indicatoren set te vervolmaken. Vanuit de gezamenlijke GGD-en wordt hier ook een link gelegd met de doorontwikkeling van de Benchmark GGD-en van GGD-GHOR Nederland. Ook het rapport De GGD in beeld (AEF) biedt hiervoor nadere inzichten. De ontwikkelde indicatoren set vertoont in ruime mate overeenkomsten met de indicatoren zoals deze binnen de GGD Limburg-Noord worden gehanteerd. Afgelopen jaren zijn hierin stappen gezet en zijn de indicatoren een vast onderdeel van de planning- en control instrumentarium. Het geheel aan indicatoren blijft in ontwikkeling. 2. Fundament van de GGD: diversiteit werkt Om de kwaliteit van de GGD en te borgen zijn verschillende activiteiten ondernomen. GGD- GHOR Nederland werkt aan een kwaliteits- en transparantietraject waarbinnen de GGD-en gezamenlijk een aantal aanvullende instrumenten ontwikkelen. Deze geven samen inzicht aan DPG-en en hun besturen in wat GGD en GHOR doen, en nodigen daarmee uit tot reflectie en waar wenselijk bijsturing. Er zullen in dit kader ontwikkeld worden: een

Governance code Publieke Gezondheid en een openbare benchmark. In de Governance Code gaat het om principes en standaarden voor goed bestuur. Iedere DPG bindt zich vanuit zijn/haar verantwoordelijkheid voor GGD en GHOR aan deze Governancecode en draagt bij aan de uitvoering van en het gesprek over de genoemde principes. De benchmark zal informatie bevatten over bedrijfsvoeringsaspecten evenals indicatoren die betrekking hebben op de maatschappelijke opgave van GGD-en. Zoals gesteld wordt hierbij zoveel als mogelijk aangesloten op de indicatoren set zoals deze is ontwikkeld door het RIVM (zie boven). Voor gemeentebestuurders is de GGD hét portaal om te raadplegen betreffende de gezondheid van de eigen inwoners. Daarom worden onderzoekers en beleidsadviseurs bij de GGD-en geschoold om de adviesrol richting - maar ook samen met - hun gemeenten te versterken. Ook is er hierbij aandacht voor het monitoren en signaleren van ontwikkelingen. Daarnaast wordt geïnvesteerd in (nieuwe) instrumenten. Zo heeft het RIVM een samenwerkingsverband geïnitieerd tussen academische werkplaatsen publieke gezondheid, jeugd en sociaal domein. Dit alles past in de doorontwikkeling van de GGD Limburg-Noord zoals deze in 2015 is ingezet met als ambitie om in 2025 de Gezondste en Veiligste Regio te zijn. 3. Versterkte relatie met het sociaal domein De derde doelstelling van het Stimuleringsprogramma is het versterken van de relatie met het sociaal domein. Veel gemeenten hanteren een brede benadering van preventief gezondheidsbeleid en dat dit steeds meer een integraal onderdeel van het sociaal domein wordt waarbij uiteenlopende soorten organisaties bij de uitvoering worden betrokken. Rijk en gemeenten staan gezamenlijk voor deze maatschappelijke opgave. Dit komt ook tot uitdrukking in het gedachtegoed van Positieve Gezondheid zoals dit binnen Limburg-Noord wordt uitgedragen en in de steeds groeiende samenwerking met partijen in het sociaal domein.

C.2 WKO en Wet IKK 1 Oplegnotitie C2 20171108 NB BC GGD Wko en IKK.docx Vergadering van : Bestuurscommissie GGD Datum : 8 november 2017 Agendapunt : C2 Auteur : J.P. Brizzi/S. Tinnemans Onderwerp : Wko en Wet IKK Bijlagen : - Inleiding: waarom dit advies? In uw overleg van 27 september jl. heeft u gesproken over de tariefstelling Wko en de gevolgen voor het toezicht naar aanleiding van Wet Innovatie en kwaliteit kinderopvang (IKK). U heeft in dit overleg ingestemd met het verhogen van het uurtarief Wko per 1-1-2018 van 94,50 naar 96,89 en dit ter vaststelling voor te leggen aan het Dagelijks Bestuur VRLN. Naar verwachting wordt het uurtarief door het Dagelijks Bestuur conform voorstel vastgesteld op 27 oktober a.s. Ten aanzien van de aantallen uren per inspectie heeft u aangegeven een nadere toelichting te wensen hierop. Deze toelichting geven wij in deze notitie. Het voorstel is om op basis van deze toelichting in te stemmen met de extra benodigde inspectietijd als gevolg van aanvullende wettelijk vastgestelde kwaliteitseisen. Algemeen De gemeente is volgens de Wet kinderopvang (Wko) verantwoordelijk voor de kwaliteit van de kinderopvang. De wet wijst de GGD aan als toezichthouder. De GGD Limburg-Noord inspecteert de kinderopvanglocaties in uw gemeente. Hieronder vallen de kinderdagverblijven (waaronder vanaf 1-1-2018 ook de peuterspeelzalen vallen), de locaties voor buitenschoolse opvang, de gastouderbureaus en (een steekproef van) de voorzieningen voor gastouderopvang. De GGD voert risico gestuurd toezicht uit bij de kinderdagverblijven, de locaties voor buitenschoolse opvang en de gastouderbureaus. Dit houdt in dat het toezicht plaatsvindt op basis van risicoprofielen. Als kinderdagverblijven gesubsidieerde voorschoolse educatie aanbieden, vindt het toezicht hierop plaats bovenop het risico gestuurde toezicht. Voor voorzieningen voor gastouderopvang is er geen risicoprofiel. De geregistreerde gastouders worden periodiek, via steekproef, geïnspecteerd door de GGD. Tevens worden alle inspecties met betrekking tot nieuwe aanvragen, wijzigingen en nader onderzoeken door de GGD uitgevoerd. Veranderingen in het toezicht vanaf 2018 Vanaf 1 januari 2018 gaat de Wet IKK in. Op 1 januari 2018 treedt tevens de Wet harmonisatie peuterspeelzalen in werking, waardoor peuterspeelzalen vanaf dat moment kinderdagverblijf worden. Het zwaartepunt van het toezicht op de kwaliteitseisen verschuift hiermee van het beoordelen van randvoorwaarden (wat en waarmee) naar het beoordelen van de praktijk op basis van het beleid (zoals pedagogisch en veiligheids- en gezondheid beleid) van de houder (hoe en waarom). De toezichthouder dient meer oog te hebben voor het proces waarmee volgens de houder verantwoorde kinderopvang tot stand komt. De toezichthouder besteedt meer aandacht aan voorwaarden en omstandigheden waarbinnen beleid tot stand komt en wordt uitgevoerd. Dit betekent, dat de toezichthouder toetst op welke manier de houder de medewerkers toerust op kwaliteit, en of de medewerkers daarin voldoende worden begeleid en geëquipeerd. Ook toetst de toezichthouder bij het beoordelen van de praktijk meer op het amoqcrhf.3uq09b5f7c6-cb45-4b16-b2f5-1ddb92416009 1

handelen door en het gedrag van de medewerkers als afgeleide van het beleid van de houder. Er zijn geen overgangstermijnen in de Wet Kinderopvang opgenomen. Dit betekent dat houders vanaf 1 januari 2018 getoetst worden op de nieuwe regelgeving en hieraan moeten voldoen. Risicoprofielen Ook in 2018 vindt het toezicht risico-gestuurd plaats. Deze risico-gestuurde benadering heeft als uitgangspunt minder waar mogelijk, meer waar nodig. Het toezicht wordt per voorziening (kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang en gastouderbureaus) bepaald qua aard, diepgang, intensiteit en frequentie aan de hand van het landelijke uniforme model risicoprofiel. Het risicoprofiel geeft geen oordeel over de kwaliteit! De kwaliteit wordt getoetst tijdens de inspectie. Het risicoprofiel zegt iets over het risico dat de voorziening niet voldoet aan de kwaliteitseisen. Bij net gestarte locaties is het nog niet mogelijk om een volledig risicoprofiel te maken, noch is het gewenst om hier bepaalde zaken niet te toetsen. Daarom worden na registeropname twee onderzoeken op alle toetsbare voorwaarden uitgevoerd (het onderzoek na registratie en het jaar daarop een jaarlijks onderzoek zonder kleurprofiel). Na het tweede onderzoek op alle toetsbare voorwaarden wordt het eerste risicoprofiel gemaakt. Na een verhuizing (andere locatie) wordt aan de hand van de voorgaande onderzoeken een nieuw profiel gemaakt. In deze gevallen is het niet nodig om de eerste twee jaar na registeropname alle voorwaarden te toetsen. Bij een houderwijziging is dat wel het geval. De GGD Limburg-Noord voert namens de gemeenten in Noord- en Midden-Limburg het toezicht uit op de kinderopvang. De GGD neemt daarbij het volledige toezicht voor rekening, dat complementair is aan de taken van de gemeente en waarbij er geen sprake is van overlappende activiteiten. Vanaf 2018 zullen de nieuwe wettelijke kwaliteitseisen moeten worden meegenomen in de toetsing door de GGD waardoor de huidige inspectie-uren niet meer toereikend zijn. In onderstaand overzicht staan de huidige inspectie-uren in relatie tot de geschatte toekomstige inspectie-uren in 2018 en 2019 en verder. Kleur risicoprofiel 2017 2018 2019 Groen 7 uur 9,5 uur 9 uur Geel 11 uur 12,5 uur 12 uur Oranje 14 uur 16 uur 15,5 uur Rood 25 uur 28 uur 27,5 uur Nog geen risicoprofiel (nieuwe vestigingen krijgen eerst twee jaar toezicht op alle eisen) 12 uur 16 uur 15,5 uur amoqcrhf.3uq09b5f7c6-cb45-4b16-b2f5-1ddb92416009 2

Onderzoek voor registratie (OVR) en Onderzoek na registratie (ONR) OVR ONR Totaal uren Uren 2017 8 14 22 Uren 2018 16 12 28 Uren 2019 16 12 28 Let op: deze wijziging kan consequenties opleveren voor gemeentelijke leges! De uren voor gastouders OVR en steekproeven blijven gelijk. Na informatieverzameling bij negen andere GGD-organisaties is geconcludeerd dat alle gevraagde organisaties, gebruik maken van de uren-standaarden aangeleverd door GGD- Ghor Nederland. De in het voorstel genoemde norm-uren per kleurenprofiel, sluiten aan bij wat landelijk wordt toegepast. Mocht op basis van realisatiecijfers blijken dat de werkelijk gemaakte uren structureel en fundamenteel afwijken van de normuren, zullen de normenuren opnieuw met u besproken worden. Afwijkingen worden tussentijds aan u gerapporteerd. Consultgesprekken en maatwerk In het vastgestelde uurtarief van de toezichthouders is standaard uitgegaan van twee overleggen per jaar met de gemeente en aanvullende beleidsondersteuning. Mocht er vanuit uw gemeente behoefte zijn een toezichthouder aan te laten sluiten bij gesprekken (bijvoorbeeld een gesprek met de wethouder en kinderopvangorganisatie of gesprekken in het kader van handhaving) dan valt dit niet binnen de reguliere uren van de toezichthouders. De GGD zal deze kosten in rekening brengen. Indien gewenst kunt u tijdens de risico gestuurde inspectieonderzoeken extra voorwaarden laten inspecteren. Te denken valt bijvoorbeeld aan een uitgebreidere toets van de nieuwe wetgeving welke niet in het groene (of gele) risicoprofiel is opgenomen. Dit gebeurt dan in overleg met uw toezichthouder. De extra tijd wordt inzichtelijk via de planningsmodule en apart gefactureerd. Beslispunten 1. Instemmen met de extra benodigde inspectietijd als gevolg van aanvullende wettelijk vastgestelde kwaliteitseisen. Personele consequenties Op basis van de nieuwe kwaliteitseisen en daarmee samenhangen de hogere inspectie-uren is in 2018 0,39 FTE extra noodzakelijk (was 4,97 in 2017). In 2019 valt dit terug naar 0,2 FTE structureel extra ten opzichte van de formatie 2017. Communicatie Vanuit het ministerie van SZW is reeds een landelijke voorlichtingscaravaan gestart waarin ouders en houders op de hoogte worden gesteld van de nieuwe kwaliteitseisen en wat dat exact voor de kinderopvang betekent. Vanuit de GGD zijn de contactambtenaren gezondheid Noord en Midden reeds in maart en september 2017 voorgelicht over de aanstaande inwerkingtreding van de Wet IKK en gevolgen voor het toezicht. amoqcrhf.3uq09b5f7c6-cb45-4b16-b2f5-1ddb92416009 3

Uitvoering Het toezicht op de Wet Kinderopvang wordt door GGD Limburg-Noord uitgevoerd in opdracht van de gemeenten. De inspecteurs binnen team WKO worden in 2017 geëquipeerd om op de nieuwe kwaliteitseisen die vanaf 2018 gelden, toe te zien. De effecten van de Wet IKK zullen op landelijk niveau door GGD GHOR Nederland worden gemonitord en geëvalueerd. amoqcrhf.3uq09b5f7c6-cb45-4b16-b2f5-1ddb92416009 4

Bijlagen 1. Onderbouwing inspectie-activiteit kindercentra 2018 De GGD inspecteert risico-gestuurd. Elke kinderopvangvoorziening beschikt over een risico-profiel gebaseerd op constateringen uit het verleden (en soms op basis van omvang van de voorziening). Er wordt gewerkt met vier profielen, namelijk een groen, geel, oranje en rood profiel. Een locatie die pas is geregistreerd ontvangt pas een profielkleur na de eerste jaarlijkse inspectie waarbij alle onderdelen worden getoetst. Het groene risicoprofiel omvat enkel de minimaal te inspecteren eisen waarbij de overige kleuren steeds meer inspectieactiviteit tot gevolg hebben. Wat omvatten de risico-profielen precies? Groen Bestaande inspectiekaders (2017) Nieuw vanaf 2018 7 uur 9,5 uur in 2018, 9 uur vanaf 2019 Dit is een onaangekondigde inspectie. Bij constatering van eventuele tekortkomingen wordt er dieper op zaken ingegaan. Beoordelen pedagogische praktijk Controle VOG s van mensen die worden ingezet op kindercentrum; Controle diploma s van beroepskrachten; Vindt de opvang plaats in een stamgroep onder de juiste voorwaarden; Bestaat de groep uit het maximaal aantal toegestane kinderen binnen een bepaalde leeftijd; Klopt de beroepskracht-kind ratio op het moment van de inspectie en kleine steekproef; Controle op juiste inzet beroepskrachten bij afwijken op bepaalde momenten conform regelgeving; Door de oudercommissie aangedragen onderwerpen; Indien gesubsidieerd VVE-aanbod: een 8-tal items aangaande het aanbod van VVE. Nieuw, additionele inspectiekaders: Langer praktijkobservatie Inzet stagiaires (alleen toetsen wanneer van toepassing) Buitenspeelruimte (alleen wanneer knelpunten zichtbaar zijn); Indien locatie VVE-gesubsidieerd: binnen de vier grote gemeenten binnen onze regio toetsing op de taal-eis voor beroepskrachten (3F-niveau). Daarnaast eenmalig aandacht in 2018 en 2019 voor de nieuwe/ gewijzigde regelgeving ondanks dat deze niet behoord tot de minimale inspectieactiviteit zoals: Stagiaires (alleen toetsen wanneer van toepassing) Buitenspeelruimte Pedagogisch beleidsplan (nieuwe inhoudelijke eisen) Veiligheid en gezondheid Implementatietijd: 0,5 uur extra, alleen in 2018. amoqcrhf.3uq09b5f7c6-cb45-4b16-b2f5-1ddb92416009 5

Geel Bestaande inspectiekaders (2017) Nieuw vanaf 2018 11 uur 12,5 uur in 2018, 12 uur vanaf 2019 Dit is een onaangekondigde inspectie. Bij constatering van eventuele tekortkomingen wordt er dieper op zaken ingegaan. Alle onderdelen uit het groene-profiel. Extra kader t.o.v. groene inspectie Tekortkomingen/ aandachtspunten uit voorgaande inspectie; Meer diepgang op onderwerpen waar tekortkomingen worden verwacht en onopgeloste zaken uit het voorgaande rapport. Dit betaat uit: Langer observeren Een grotere steekproef te nemen (diploma s en VOG s, op meer groepen te observeren) Uitgebreider documentenonderzoek bij tekortkomingen op beleidszaken te doen Specifiek onderzoek op thema / onderwerp Langere/meer gesprekken met pedagogisch medewerkers/houder te voeren Meer bronnen te raadplegen, bijvoorbeeld de oudercommissie Veiligheid en gezondheid: toezicht zowel op beleidsstukken als praktijk gericht Daarnaast eenmalig aandacht in 2018 en 2019 voor de nieuwe/ gewijzigde regelgeving voor zover deze niet al binnen dit onderzoek wordt meegenomen i.v.m. eerdere tekortkomingen zoals: Stagiaires (alleen toetsen wanneer van toepassing) Buitenspeelruimte Pedagogisch beleidsplan (nieuwe inhoudelijke eisen) Veiligheid en gezondheid Implementatietijd: 0,5 uur extra, alleen in 2018. amoqcrhf.3uq09b5f7c6-cb45-4b16-b2f5-1ddb92416009 6

Oranje Bestaande inspectiekaders (2017) Nieuw vanaf 2018 14 uur 16 uur in 2018, 15,5 uur vanaf 2019 Dit is een onaangekondigde inspectie. Bij constatering van eventuele tekortkomingen wordt er dieper op zaken ingegaan. Alle onderdelen uit het groene-profiel. Extra kader t.o.v. groene inspectie Tekortkomingen/ eventuele aandachtspunten uit voorgaande inspectie. Extra kader t.o.v. gele inspectie: Beoordelen volledige pedagogisch beleidsplan; Aanwezigheid en gebruik achterwachtregeling; Voertaal; Meldcode kindermishandeling (documentcontrole en controle op gebruik); Vier-ogenprincipe (alleen bij dagopvang); Binnenruimte en buitenruimte; Informatievoorziening naar ouders; Aanwezigheid en rol oudercommissie; Eventuele klachten Beoordelen risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. Ongevallenregistratie Beoordelen protocollen/reglementen Meer diepgang op onderwerpen waar tekortkomingen worden verwacht en onopgeloste zaken uit het voorgaande rapport. Dit bestaat uit: Langer te observeren Een grotere steekproef te nemen (diploma s en VOG s, op meer groepen te observeren) Uitgebreider documentenonderzoek bij tekortkomingen op beleidszaken te doen Specifiek nader onderzoek op thema / onderwerp Langere/meer gesprekken met pedagogisch medewerkers/houder te voeren Meer bronnen te raadplegen, bijvoorbeeld de oudercommissie Veiligheid en gezondheid: toezicht zowel op beleidsstukken als praktijk gericht Standaard alle nieuwe items IKK zoals Stagiaires, buitenspeelruimte, pedagogisch beleidsplan, veiligheid en gezondheid 1,5 uur kunnen flexibel ingezet worden voor nader onderzoek of herstelmogelijkheden. Er wordt dan minder tijd besteed aan items waar geen tekortkomingen worden verwacht. Helemaal geen tekortkomingen? Dan wordt de tijd gebruikt voor bovenstaande items. Implementatietijd: 0,5 uur extra, alleen in 2018. amoqcrhf.3uq09b5f7c6-cb45-4b16-b2f5-1ddb92416009 7

Rood Bestaande inspectiekaders (2017) Nieuw vanaf 2018 25 uur 28 uur in 2018, 27,5 uur vanaf 2019 Dit is een onaangekondigde inspectie. Afhankelijk van de soort tekortkomingen wordt er dieper op zaken ingegaan en nogmaals een inspectie uitgevoerd (dit kan ook een nader onderzoek zijn). De frequentie is meerdere keren per jaar. Extra kader t.o.v. oranje inspectie: Alle te inspecteren items worden onderzocht Meer diepgang op onderwerpen waar tekortkomingen worden verwacht en onopgeloste zaken uit het voorgaande rapport. Dit bestaat uit: Langer te observeren Een grotere steekproef te nemen (diploma s en VOG s, op meer groepen te observeren) Uitgebreider documentenonderzoek bij tekortkomingen op beleidszaken te doen Specifiek nader onderzoek op thema / onderwerp Langere/meer gesprekken met pedagogisch medewerkers/houder te voeren Meer bronnen te raadplegen, bijvoorbeeld de oudercommissie Veiligheid en gezondheid: toezicht zowel op beleidsstukken als praktijk gericht Standaard alle nieuwe items IKK zoals stagiaires, buitenspeelruimte, pedagogisch beleidsplan, veiligheid en gezondheid 11,5 uur kunnen flexibel ingezet worden voor nader onderzoek of herstelmogelijkheden. Indien geen tekortkomingen wordt er altijd een tweede jaarlijkse inspectie uitgevoerd Implementatietijd: 0,5 uur extra, alleen in 2018. amoqcrhf.3uq09b5f7c6-cb45-4b16-b2f5-1ddb92416009 8

Geen risicoprofiel Bestaande inspectiekaders (2017) Nieuw vanaf 2018 12 uur 16 uur in 2018, 15,5 uur vanaf 2019 Gelijk aan rood-profiel maar met minder diepgang aangezien er nog geen volledig inspectieverleden is. Meer diepgang op onderwerpen waar tekortkomingen worden verwacht en onopgeloste zaken uit het voorgaande rapport. Dit bestaat uit: Langer te observeren Een grotere steekproef te nemen (diploma s en VOG s, op meer groepen te observeren) Uitgebreider documentenonderzoek bij tekortkomingen op beleidszaken te doen Specifiek nader onderzoek op thema / onderwerp Langere/meer gesprekken met pedagogisch medewerkers/houder te voeren Meer bronnen te raadplegen, bijvoorbeeld de oudercommissie Veiligheid en gezondheid: toezicht zowel op beleidsstukken als praktijk gericht Standaard alle nieuwe items IKK zoals stagiaires, buitenspeelruimte, pedagogisch beleidsplan, veiligheid en gezondheid 3,5 uur kunnen flexibel ingezet worden voor nader onderzoek of herstelmogelijkheden. Helemaal geen tekortkomingen? Dan wordt de tijd gebruikt voor bovenstaande items. Implementatietijd: 0,5 uur extra, alleen in 2018. Onderzoek voor registratie en Onderzoek na registratie (was 22 uur en wordt 28 uur in 2018). Binnen beide onderzoeken worden alle items getoetst op klachten en oudercommissie na. Vanwege de werkwijze Streng aan de Poort ligt het zwaartepunt op het onderzoek voor registratie waar vanaf 2018 16 uur aan worden besteedt. Het onderzoek na registratie zal 12 uur in beslag nemen. Met het oog op extra diepgang en de nieuwe eisen zullen er dus voor beide onderzoeken in totaal 6 uur extra nodig zijn. amoqcrhf.3uq09b5f7c6-cb45-4b16-b2f5-1ddb92416009 9

Bijlage 2: Toezicht op wijzigingen en vernieuwingen in de IKK-regelgeving nader toegelicht Deze paragraaf beschrijft per domein (zoals in de itemlijsten van de GGD opgenomen) beknopt wat er inhoudelijk verandert in de kwaliteitseisen voor de dagopvang (DOV) en buitenschoolse opvang (BSO) en wat dat in grote lijnen betekent voor de toezichthouder. Op pagina 23 van de Nota van toelichting bij het concept Besluit kwaliteit kinderopvang staat: Doel van het project Innovatie en kwaliteit van de kinderopvang is om, zowel in het toezicht als in de praktijk van de kinderopvang, de focus meer te leggen op de geboden kwaliteit in de praktijk dan op de naleving van middelvoorschriften. Wat betekent deze toelichtende tekst voor het toezicht in zijn algemeenheid? Het achterliggende principe voor het toezicht is dat de kwaliteit die de houder zegt te bieden, in de praktijk zichtbaar moet zijn. Leiden beleid en praktijk tot verantwoorde kinderopvang? Verschuiving zwaartepunt in het toezicht Het zwaartepunt in het toezicht op de kwaliteitseisen verschuift van het beoordelen van de randvoorwaarden (de wat en waarmee) naar het beoordelen van de praktijk op basis van het beleid van de houder (de hoe en waarom). De toezichthouder dient meer oog te hebben voor het proces waarmee volgens de houder een verantwoorde kinderopvang/ tot stand komt. De toezichthouder besteedt meer aandacht aan voorwaarden en omstandigheden waarbinnen beleid tot stand komt en wordt uitgevoerd. Dit betekent, dat de toezichthouder toetst op welke manier de houder de medewerkers toerust op kwaliteit, en of de medewerkers daarin voldoende worden begeleid en geëquipeerd. Ook toetst de toezichthouder bij het beoordelen van de praktijk meer op het handelen door en het gedrag van de medewerkers als afgeleide van het beleid van de houder. Veranderingen per domein I. Domein Kinderopvang in de zin van de wet De regelgeving is op dit onderdeel niet gewijzigd, daarom behoeft dit domein geen nadere uitwerking. De toezichthouder kijkt op eenzelfde wijze als hij altijd al deed om tot een oordeel te komen over dit domein. II. Domein Pedagogisch klimaat De houder dient een pedagogisch beleid te hebben waarin hij invulling geeft aan de aspecten van verantwoorde kinderopvang (de pedagogische doelen uitgewerkt naar ontwikkelfase waarin kinderen zich bevinden). Hij omschrijft tevens bij de dagopvang hoe hij de ontwikkeling van het kind volgt en hoe invulling wordt gegeven aan de doorgaande ontwikkellijn met het basisonderwijs en de BSO. Indien van toepassing moet amoqcrhf.3uq09b5f7c6-cb45-4b16-b2f5-1ddb92416009 10

de drie-uursregeling in het beleid staan en ook dient de houder invulling te geven aan het feit dat ieder kind recht heeft op een mentor. De houder moet er verder zorg voor dragen dat er in de praktijk van de opvang naar zijn pedagogisch beleid wordt gehandeld. Wat betekent dit voor het toezicht? De toezichthouder onderzoekt of de verplichte onderwerpen in het pedagogisch beleid zijn opgenomen. Hoe ziet de houder het bieden van verantwoorde kinderopvang? Welke keuze heeft de houder gemaakt en welke ideeën liggen daaraan ten grondslag? Wat ziet de toezichthouder terug van de basisdoelen? Is bijvoorbeeld uitgewerkt hoe de houder de ontwikkeling van kinderen volgt op verschillende ontwikkelterreinen, is uitgewerkt op welke wijze kennis over een kind wordt overgedragen aan de school en op welke wijze het mentorschap is vormgegeven? Op welke wijze zet de houder in zijn beleid in op opvang passend bij de ontwikkelingsfase van kinderen? Om vanuit beleid de koppeling met de praktijk te kunnen maken, ligt er in 2018 een grote focus op de observatie van de pedagogische praktijk en het gesprek met de houder 1 (of diegene die door de houder is aangewezen als aanspreekpunt voor de GGD) en de pedagogisch medewerker(s). De toezichthouder onderzoekt in de praktijk of het beleid van de houder bijdraagt aan verantwoorde kinderopvang, de wettelijke beoogde kwaliteit en of de beroepskrachten handelen naar dat beleid. Dit gebeurt op basis van gesprekken en observaties. De verschillende aspecten van verantwoorde dagopvang verplichten de houder niet om een bepaald resultaat te bereiken in de ontwikkeling van een kind, maar om een bepaalde inspanning te leveren. Bijvoorbeeld het stimuleren van de sociale vaardigheden van een kind. Bij de pedagogische observatie van de toezichthouder gaat het naast een oordeel over het handelen naar het pedagogisch beleidsplan dus ook om een oordeel over de mate van het stimuleren van kinderen op de diverse ontwikkelingsgebieden en basisdoelen. III. Domein Personeel en groepen De houder dient voldoende en gekwalificeerd personeel in te zetten op de groepen. Het aantal vaste gezichten voor nul jarigen gaat van 3 naar 2 (en bij 3 of meer medewerkers op de groep zijn 3 vaste gezichten vereist). Op de dagen dat het kind komt is altijd minimaal één van deze vaste gezichten aanwezig. Wanneer een kindercentrum meer dan 10 uur per dag is geopend mag de houder 3 uur per dag afwijken (de drie-uursregeling) van de Beroepskracht-Kind-Ratio (hierna BKR). Betreffende afwijking dient de houder in het pedagogisch beleidsplan nader uit te werken. Ieder kind krijgt een mentor toegewezen. Bij de inzet van stagiaires houdt de houder er rekening mee dat hun inzet niet groter is dan een derde van de benodigde pedagogisch medewerkers. Vrijwilligers mogen niet langer formatief ingezet worden en tellen niet meer mee in de BKR. amoqcrhf.3uq09b5f7c6-cb45-4b16-b2f5-1ddb92416009 11

Wat betekent dit voor het toezicht? De toezichthouder onderzoekt in de praktijk om te beoordelen of de houder voldoende en gekwalificeerd personeel inzet. Indien er gewerkt wordt met stagiaires onderzoekt de toezichthouder in welke opleidingsfase zij zitten en op welke wijze de houder de stagiaires inzet op de groep. Ook beoordeelt de toezichthouder hoe het vaste gezichtencriterium is vormgegeven en onderzoekt welke keuzes de houder hierin heeft gemaakt. Ten slotte onderzoekt de toezichthouder hoe de houder de invulling van het mentorschap in praktijk brengt. Wie is het aanspreekpunt van de ouders en voor het kind, wanneer bespreekt de mentor de ontwikkeling van het kind met de ouders en welke keuzes heeft de houder hierin gemaakt. IV. Domein Veiligheid en gezondheid De jaarlijkse inschatting van risico s m.b.v. een risico-inventarisatie vervalt, wel dient de houder ervoor te zorgen dat er een actueel gezondheids-en veiligheidsbeleid is. De houder moet er zorg voor dragen dat er in de praktijk naar zijn beleid wordt gehandeld. Het beleid dient te beschrijven wat de voornaamste risico s met grote gevolgen voor kinderen zijn. En ook hoe de houder kinderen leert omgaan met kleinere risico s. Het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag, breder dan alleen het vierogenprincipe 2 zoals voorheen, moet ook een plek in het beleid hebben. In het plan van aanpak omschrijft de houder wat de handelswijze is als bepaalde risico s zich toch voordoen. Beleidsvoering door de houder moet samen met beroepskrachten een continu proces zijn van vormengeven, implementeren, evalueren en actualiseren. Ten slotte moet er tijdens de opvang een volwassene met een kinder-ehbo-diploma aanwezig zijn. De bedoeling van de wijzingen in de regelgeving op dit onderdeel is dat er binnen kinderopvang een cultuur ontstaat van verantwoordelijkheid. Wat betekent dit voor het toezicht? De toezichthouder onderzoekt of de houder een actueel veiligheids- en gezondheidsbeleid heeft en hoe dit tot stand is gekomen. Welke keuzes heeft de houder gemaakt en dragen deze bij tot een adequaat beleid en een veilige en gezonde opvang voor kinderen? Wat is een risico van vallen en weer op staan en waar zijn echt maatregelen nodig? Wat doet de houder om risico s te beheersen? Uit het beleid en de praktijk moet blijken dat er sprake is van implementatie, evaluatie en actualisatie. Om vanuit beleid de koppeling met de praktijk te kunnen maken, ligt vanaf 2018 een grote focus op de praktijkobservatie en het gesprek met de houder (of diegene die door de houder is aangewezen als aanspreekpunt voor de GGD) en de pedagogisch medewerker(s). Op een deel van de groepen onderzoekt de toezichthouder of risico s voldoende in kaart zijn gebracht, beroepskrachten conform het beleid handelen en of of de maatregelen effectief zijn en bijdragen 2 Het vierogenprincipe geldt alleen voor de dagopvang. amoqcrhf.3uq09b5f7c6-cb45-4b16-b2f5-1ddb92416009 12

aan een veilige en gezonde omgeving voor kinderen. Leidt het beleid van de houder tot veilige en gezonde kinderopvang? Het toetsen van de nieuwe eis dat de houder moet omschrijven hoe kinderen om leren gaan met risico s is ook onderdeel van deze praktijktoets en gesprekken. V. Domein Accommodatie en inrichting De houder dient voor kinderen in de leeftijd tot twee jaar aangrenzend aan het kindercentrum een buitenruimte beschikbaar te hebben. Voor kinderen van twee jaar of ouder is de buitenspeelruimte bij voorkeur aangrenzend aan het kindercentrum, maar in ieder geval aangrenzend aan het gebouw waarin het kindercentrum gevestigd is. Wat betekent dit voor het toezicht? De wijze van toezicht verandert niet naar aanleiding van de wijziging in de regelgeving. De toezichthouder kijkt op eenzelfde wijze als hij altijd al deed om tot een oordeel te komen over dit domein. VI. Domein Ouderrecht De regelgeving is op dit onderdeel niet gewijzigd, daarom behoeft dit domein geen nadere uitwerking. De toezichthouder kijkt op eenzelfde wijze als hij altijd al deed om tot een oordeel te komen over dit domein. VII. De dialoog Zoals uit bovenstaande uitleg al blijkt vraagt een groot deel van de gewijzigde- en of nieuwe weten regelgeving om een andere wijze van toezichthouden. De dialoog, ofwel het gesprek met de houder (of diegene die door de houder is aangewezen als aanspreekpunt voor de GGD), staat centraal. Het gaat hierbij om een dialoog die de toezichthouder informatie verschaft om tot een oordeel te komen en de houder de mogelijkheid geeft de gemaakte keuzes en het gevoerde beleid toe te lichten. Een nadere uitwerking hoe de toezichthouder deze dialoog vormgeeft volgt later dit jaar in werkinstructies en veldinstrumenten. Venlo, Besluit Akkoord met voorstel Akkoord met voorstel met aantekening: Paraaf secretaris: Niet akkoord voorstel met aantekening: amoqcrhf.3uq09b5f7c6-cb45-4b16-b2f5-1ddb92416009 13

D.1 Kadernota 2019 1 Deknotitie kadernota 2019 BC dd 08112017 (2).docx Vergadering van : Bestuurscommissie GGD Datum : 8 november 2017 Agendapunt : D1 Auteur : C. Knapen Onderwerp : Kadernota 2019 Bijlagen : 1 Inleiding: waarom dit advies? In het kader van de planning en control cyclus stelt de Veiligheidsregio een kadernota op. De Kadernota 2019 bevat de beleidsmatige en financiële uitgangspunten voor de Begroting 2019. Tevens is een meerjarenraming opgenomen. De begroting 2019 is het derde ingroeijaar van de harmonisatie gemeentelijke bijdrage, dat wil zeggen dat de verschillen in het aandeel van de gemeente in de kosten van de VRLN ten opzichte van de begroting 2016 voor 75% worden meegenomen. In de onderhavige kadernota zijn de volgende ontwikkelingen meegenomen: - indexatie van loon- en prijsstijgingen, waarbij gerekend is met de percentages zoals weergegeven in meest recente MEV/CEP-publicatie. Bij de opstelling van de begroting 2019 wordt rekening gehouden met de op dat moment meest recente gegevens; - aanvulling weerstandsvermogen; - consequentie van het verleggen van de financiering van het Rijksvaccinatieprogramma van het Rijk naar de gemeenten; - het wegvallen van het CMA; - extra dotatie onderhoudsvoorziening gebouwen. Ten aanzien van de Riskfactory is in de kadernota de hoogte en de verdeling van de kosten binnen de VRLN nog niet meegenomen. De kadernota 2019 is de basis voor het opstellen van de begroting 2019. Beslispunten 1. Advies uitbrengen aan het Dagelijks Bestuur inzake de Kadernota 2019. Verdere procedure De Kadernota 2019 wordt voorgelegd aan het Dagelijks Bestuur van 1 december 2017 en het Algemeen Bestuur van 22 december 2017 wordt gevraagd om de Kadernota 2018 vast te stellen en ter informatie aan te bieden aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten. Venlo, Besluit Akkoord met voorstel Akkoord met voorstel met aantekening: Paraaf secretaris: n4y4okm4.gy0bc60d062-7b00-46c0-825e-e5cb4bf53637 1

Niet akkoord voorstel met aantekening: n4y4okm4.gy0bc60d062-7b00-46c0-825e-e5cb4bf53637

1 Kadernota 2019 27-10.docx Kadernota 2019 Versie: Bestuurscommissies GGD en Veiligheid november 2017