Toelichting zorgprofielen Versie 1.0

Toelichting zorgprofielen 2012 Versie 1.0 26 september 2011

I N H O U D S O P G A V E 1 Inleiding... 3 Wijzigingen productstructuur 2012... 3 2 Verantwoording data... 5 3 Profielen kwantitatief... 6 Behandelgroepen... 6 Behandeling en verblijf... 6 Nadere toelichting productgroepen... 7 3.2.1 Bijzondere productgroepen... 7 3.2.2 Kortdurende behandeling... 8 3.2.3 Aandachtstekort en gedrag... 8 3.2.4 Pervasief... 9 3.2.5 Overige kindertijd... 9 3.2.6 Delirium, dementie en overige geheugenstoornissen... 9 3.2.7 Alcohol.... 9 3.2.8 Overige aan middel gebonden stoornissen... 10 3.2.9 Schizofrenie en andere psychotische stoornissen... 10 3.2.10 Depressieve stoornissen... 11 3.2.11 Bipolaire en overige stemmingsstoornissen... 11 3.2.12 Angststoornissen... 11 3.2.13 Aanpassingsstoornissen... 11 3.2.14 Andere aandoeningen die een reden voor zorg kunnen zijn... 12 3.2.15 Restgroepdiagnoses... 12 3.2.16 Somatoforme stoornissen... 12 3.2.17 Eetstoornissen... 12 3.2.18 Persoonlijkheidsstoornissen... 13 Bijlage 1: Overzicht verdeling behandelgroepen... 14 Bijlage 2a: Toelichting op de kenmerken in de profielen productgroepen... 18 Bijlage 2b: Toelichting op de kenmerken in de profielen productgroepen per patiëntgroep... 25 Bijlage 2c: Toelichting op de kenmerken in de profielen productgroepen per circuit... 26 Bijlage 3a: Behandeling en 24-uursverblijf procentueel... 27 Bijlage 3b: Behandeling en 24-uursverblijf naar dagen... 28 DBC-Onderhoud 2 28

1 I N L E I D I N G Net als het voorgaande jaar brengt DBC-Onderhoud, ter ondersteuning van de zorg in- en verkoopgesprekken voor 2012, de landelijke ggz zorgprofielen uit. In tegenstelling tot voorgaande jaren is er dit jaar voor gekozen om naast de kale tabellen ook dit document uit te brengen. Dit document bevat een korte toelichting op de wijzigingen in de productstructuur, bewerkingsslagen op de DIS data en de zorgprofielen. Doel van dit document om de lezer meer ondersteuning te geven in het gebruik van de zorgprofielen. Nadat in dit hoofdstuk de wijzigingen in de productstructuur kort zijn besproken, zal hoofdstuk 2 ingaan op de gemaakte bewerkingsslagen op de data. Hoofdstuk 3 is het kwantitatieve hoofdstuk en start met een beschrijving van de verdelingen van de behandelgroepen en de relatie met 24-uurs verblijf. Het overige deel van het hoofdstuk beschrijft voor de algemene profielen 1 de cijfermatige opvallendheden in de verschillende profielen. Voor meer informatie over de wijzigingen in de productstructuur of schoning op de data, verwijzen wij u naar de verantwoordingsdocumenten van de RG12a release die u op de website van DBC-Onderhoud vindt. 1.1 Wijzigingen productstructuur 2012 Diverse wijzigingen hebben ervoor gezorgd dat de productstructuur 2012 er anders uit is gaan zien. Er zijn productgroepen weggevallen als gevolg van de doorontwikkeling van verblijf. Er zijn productgroepen toegevoegd op het gebied van eetstoornissen en somatoforme stoornissen. Belangrijke kenmerken van productgroepen zijn gewijzigd doordat de onderscheidende activiteiten zijn komen te vervallen. Bij zeven hoofdgroepen is na de herijking van de minutengrenzen een extra minutengrens toegevoegd. De productstructuur 2012 bestaat uit twintig hoofdgroepen met 146 behandelgroepen en zeven deelprestaties verblijf. Afschaffen varianten behandelgroepen In de productstructuur van RG12a komen geen varianten meer voor in de behandelgroepen. Uit onderzoek is gebleken dat de kostenhomogeniteit van de productstructuur voldoende is geborgd en niet wordt verbeterd door behandelgroepen op te splitsen in varianten. De systematiek om op basis van onderscheidende activiteiten varianten van behandelgroepen te bepalen wordt niet meer toegepast. Nieuwe hoofdgroepen Eetstoornissen en Somatoforme stoornissen De diagnosen Eetstoornissen en Somatoforme stoornissen maken in de productstructuur van 2012 geen deel meer uit van de hoofdgroep Restgroepdiagnosen. Door voor deze twee diagnosen aparte hoofdgroepen te creëren, is het transparanter welke behandeling een patiënt heeft ondergaan. 1 Net als vorig jaar zijn er ook zorgprofielen gedraaid verdeeld naar zorgcircuit en naar patiëntengroepen (zie voor meer details bijlage 2a,b en c). DBC-Onderhoud 3 28

Doorontwikkeling verblijf Voor 2012 is een nieuwe indeling voor verblijf gemaakt die bestaat uit zeven deelprestaties verblijf voor het 24-uurs verblijf, die oplopen op basis van de inzet van het 24-uurs continuïteitspersoneel (fte VOV-personeel) op een verblijfssetting. De indeling is gemaakt op basis van herkenbaarheid en hanteerbaarheid van het model, de verbetering van de kostenhomogeniteit ten opzichte van het vorige model en het verminderen van ongewenste prikkels. DBC-Onderhoud 4 28

2 V E R A N T W O O R D I N G D A T A Ten behoeve van de ontwikkeling van de ggz zorgprofielen 2012 is gebruik gemaakt van een dataset uit het DBC Informatie Systeem (DIS). Om een zo consistent mogelijk beeld te presenteren is zowel voor de productstructuur 2012 als voor de profielen 2012 exact dezelfde DIS-dataset gebruikt. Onderstaand figuur 1. geeft aan welke stappen er gezet zijn om tot de gebruikte dataset te komen. DBC's 2009: 966.274 Na valideren: 860.861 Na corrigeren: 846.103 Na filteren: 846.097 Na uitsluiten Paazen en Pukken: 785.685 De DIS-set bevat 966.274 DBC s met sluitdatum in het kalenderjaar 2009. Na het valideren, corrigeren en filteren van de DIS-dataset blijven er 846.097 DBC-trajecten over die ook gebruikt zijn voor de productprijsberekening 2. De NVZ en NFU hebben geen toestemming gegeven om DBC-trajecten van hun leden in de ontwikkeling van de ggz profielen 2012 mee te nemen. Om deze reden zijn de DBC s van de PAAZ-en en PUKken uit de dataset gehaald, waardoor er een totaal aantal DBC s van 785.685 overblijft. 2 Voor een uitgebreidere uitleg over de dataset die gebruikt is voor de Productprijsberekening verwijzen wij u naar het 2012 Verantwoordingsdocument deel 2, die te vinden is op de website van DBC-Onderhoud. DBC-Onderhoud 5 28

3 P R O F I E L E N K W A N T I T A T I E F 3.1 Behandelgroepen De verdeling van de DBC s over de clusters staat in tabel1. De tabel laat zien dat het merendeel (56,3%) van de DBC s in de lange/ intensieve behandelgroepen zitten. Tabel 1. Verdeling DBC s over de clusters. Cluster Aantal DBC's Percentage Bijzonder 158.460 20,2% Kort 185.074 23,6% Lang 442.151 56,3% Totaal 785.685 100,0% Bijlage 1 geeft de volledige verdeling van DBC s over alle behandelgroepen weer. Daarin is te zien dat 20% van alle DBC s korte DBC s zijn met minder dan 400 minuten. 3.2 Behandeling en verblijf In bijlagen 3a en b staan opnieuw een verdeling van de DBC s naar hoofdgroep. De tabel in bijlage 3a laat vervolgens een onderverdeling zien van DBC s met (klinisch) en zonder 24-uurs verblijf (ambulant). Wat opvalt is dat maar 6% van de DBC s een klinische periode kent. Hiermee is af te leiden dat 94% van de behandelingen in de 2 e lijns ggz ambulante trajecten zijn. Het aandeel klinische trajecten is het hoogst bij de diagnosegroepen gerelateerd aan verslavingsstoornissen (26% bij alcohol gerelateerde stoornissen en 22% bij aan overige aan middelgebonden stoornissen ) schizofrenie (24%) en bipolaire stoornissen (20%). Als er in opvolgende kolommen wordt uitgesplitst naar de circuits is te zien dat het bij schizofrenie voornamelijk de opname plaatsvindt in het circuit volwassenen (volwassene kort en volwassenen lang zijn samen 87%). Bijlage 3b geeft het gemiddelde aantal opname dagen weer per DBC hoofdgroep. Deze is voor alle klinische DBC s gemiddeld 57 dagen. De stoornissen in de kindertijd (Aandachtstekort, Pervasief en Overig kindertijd) kennen gemiddeld de langste klinische periodes (respectievelijk 82, 95 en 105 opnamedagen). Een crisisopname daarentegen is gemiddeld 3 dagen. Voor het verschil tussen ambulante en klinische is een uitdiepende analyse gemaakt, als het gaat om de verdeling directe en indirecte tijd. Tabel 2 geeft het verschil weer tussen de tijd die is geschreven op een ambulante dag en een 24-uurs opname dag. DBC-Onderhoud 6 28

Tabel 2 verdeling indirecte tijd tijdens een klinische of ambulante periode. Type behandeling op een dag % indirecte tijd % indirecte tijd aan een activiteit % indirecte tijd algemeen Klinisch 50% 22% 28% Ambulant 40% 23% 17% Op een klinische behandeldag wordt gemiddeld 50% indirecte tijd geschreven. Dit percentage is 10% hoger dan tijdens een ambulante behandeldag. De tabel geeft vervolgens weer dat het verschil in indirecte tijd is toe te wijzen aan het hogere aandeel algemene indirecte tijd (act 7.x codes) tijdens een klinische opname. 1.1 Nadere toelichting productgroepen De volgende sectie gaat per productgroep dieper in op de kwantitatieve bevindingen in de algemene zorgprofielen. Hierbij moet vooraf worden vermeld dat voornamelijk de meest opvallende waarnemingen worden vermeld en dat deze sectie is bedoeld om de lezer te ondersteunen in het beoordelen van de landelijke zorgprofielen. 3.2.1 Bijzondere productgroepen De bijzonder groepen bestaan uit de drie subgroepen Indirect, Diagnostiek en Crisis en de groep Geen behandeling bij 24-uurs verblijf. Deze laatste groep wordt hier niet besproken. De Bijzondere groepen worden voor 62% gevuld met DBC s uit de groep Diagnostiek. Indirecte groepen Voor de Indirect groepen valt het op dat veruit de meeste DBC s tussen de 0 en 49 minuten bevatten. De enig twee activiteiten in deze DBC s bestaat uit Algemene indirecte tijd (act 7.x)en pre-intake (act 1) 80 tot 97% van deze activiteiten bestaat daarbij uit Algemene indirecte tijd. De doorlooptijd van de activiteiten is gemiddeld kort (28 dagen) en de doorlooptijd van de DBC is in verhouding lang (100 dagen). Dit duidt erop dat DBC s nog lang open staan na de laatste activiteit (+/- 70 dagen) voordat ze worden gesloten. Diagnostiek Diagnostische DBC s zijn voor 95% to 97% Initiële DBC s. Dat betekent dat ze als eerste DBC binnen in het zorgtraject voorkomen en dat het traject niet langer dan een jaar duurt. De doorlooptijd van de activiteiten is ook voor deze groep relatief kort (62 dagen) ten opzichte van de doorlooptijd van de DBC s In Diagnostiek DBC s met minder dan 100 minuten, wordt gemiddeld 30% van de tijd geschreven door SPV-ers. Met het oplopen van de tijd daalt de inzet van SPV ers (tot minder dan 1% bij meer dan 1800 minuten) en stijgt de inzet van de Psycholoog (geen verdere specialisatie) en GZ-psycholoog tot gezamenlijk 54% bij de groep meer dan 1800 minuten. De activiteit Psychodiagnostische onderzoek stijgt gelijk met de inzet van de psychologen DBC-Onderhoud 7 28

Het relatief percentage algemene indirect tijd (act 7.x) loopt op met het aantal minuten Opvallend is dat in de hoogste groepen (vanaf 800 en meer minuten) van diagnostiek voornamelijk voor jeugdige mannen (tussen 5 en 20 jaar) wordt gebruikt. Crisis De meeste crisis DBC s bevatten tussen de 200 en 800 minuten De doorlooptijd van crisis DBC s is gemiddeld 22 dagen en de doorlooptijd van de activiteiten 13 dagen. Er komen gemiddeld 4 opname dagen voor bij crisis DBC s Bij de meeste crisis DBC s worden meer dan twee beroepen ingezet. Veruit de drie meest voorkomende beroepen bij crisis DBC s zijn de Arts (waaronder Agio/Agnio), de Psychiater en een SPV er. De SPV er levert het grootste aandeel in de tijd (42% ), daarna de arts (23%) en daarna de psychiater (15%). Crisis DBC s met meer dan 800 minuten bevatten naast Crisisopvang en Algemene indirecte tijd ook de activiteit Diagnostiek. In tegenstelling tot de Crisis DBC s met minder dan 800 minuten. 3.2.2 Kortdurende behandeling De meeste crisis DBC s bevatten tussen de 200 en 800 minuten De doorlooptijd van crisis DBC s is gemiddeld 22 dagen en de doorlooptijd van de activiteiten 13 dagen. Er komen gemiddeld 4 opname dagen voor bij crisis DBC s Bij de meeste crisis DBC s worden meer dan twee beroepen ingezet. Veruit de drie meest voorkomende beroepen bij crisis DBC s zijn de Arts (waaronder Agio/Agnio), de Psychiater en een SPV er. De SPV er levert het grootste aandeel in de tijd (42% ), daarna de arts (23%) en daarna de psychiater (15%). Crisis DBC s met meer dan 800 minuten bevatten naast Crisisopvang en Algemene indirecte tijd ook de activiteit Diagnostiek. In tegenstelling tot de Crisis DBC s met minder dan 800 minuten. 3.2.3 Aandachtstekort en gedrag Patiënten met deze diagnose hebben relatief vaak een korte DBC (meer dan 30% ). Opvallend aan de verdeling van de diagnose aandachtstekort - en gedragsstoornissen over de tijdsgroepen is, dat meer dan 80% van de lange/intensieve DBC s minder dan 1800 minuten behandeling bevatten. De stoornis komt relatief vaak voor bij mannen (71%) tussen de 5 en de 20 jaar (68% bij de korte en bij de groepen vanaf 18000 minuten is het 91% ). Deze doelgroep verklaart het hoge voorkomen van de As4 diagnoses Studie/scholingsproblematiek. Opvallend is de hoge inzet ( 11 to 13%) van de gedragstherapeut bij de DBC-groepen vanaf 6000 minuten Bij de groepen boven de 6000 minuten komen relatief vaak (20 tot 25%) verblijfsdagen voor en dit verblijf is vaak voor een lange periode (115 to 175 dagen). DBC-Onderhoud 8 28

3.2.4 Pervasief Vergelijkbaar met de aandachtstekort- en gedragsstoornissen komt de diagnose pervasieve stoornissen voor het merendeel voor bijmannen (+/-80%) tussen de 5 en de 20 jaar (+/- 70%) Deze doelgroep verklaart ook het voorkomen van de As4 diagnose van de relatief hoge Studie/ scholingsproblematiek De afsluitreden van deze DBC s is in 80% een administratieve reden, wat er op kan wijzen dat veel zorgtrajecten meer dan 1 DBC bevatten. Opvallend is de stijging van het aantal DBC s met zowel 24-uurs verblijfsdagen als verblijf zonder overnachting vanaf de groepen met meer dan 6000 minuten. 3.2.5 Overige kindertijd Patiënten met de diagnose Overige kindertijd komen relatief weinig in de korte DBC s voor (minder dan 20%) maar weer veel in de groepen diagnostiek. Vergelijkbaar met Pervasief en Aandachtstekort- en Gedrag, komt de productgroep Overige kindertijd bij het merendeel voor bij jeugdigen (tussen de 5 en 20 jaar). Deze doelgroep verklaart ook het voorkomen van de As4 diagnose van de relatief hoge Studie/ scholingsproblematiek. Opvallend is de volledige afwezigheid van farmacotherapie. Ook valt op dat de productgroepen tot 6000 minuten relatief veel Diagnostiek (excl. Psychodiagnostiek) kennen en dat de groepen met meer dan 6000 minuten relatief veel verblijfsdagen met en zonder overnachting kennen. 3.2.6 Delirium, dementie en overige geheugenstoornissen De productgroep Delirium dementie en overige geheugenstoornissen komt veelal voor bij patiënten ouder dan 40 jaar. De productgroepen tot 3000 minuten worden zelfs voor +/-90% afgenomen door patiënten ouder dan 65 jaar. Bij productgroep met meer dan 1800 minuten valt het op dat bij meer dan 80% van de DBC meer dan 4 verschillende functies betrokken zijn. Bij alle tijdsklassen komt de sociaal geriater in bijna of meer dan 50% van de DBC voor in het functieprofiel. De SPV-er wordt bij de productgroepen met minder dan 6000 minuten als meeste voor komende functie ingezet en deze koppositie wordt bij de producten vanaf 6000 minuten overgenomen door de inzet van de verpleegkundige (art. 3) Bij de producten met meer dan 3000 minuten, loopt het aandeel DBC s met 24-uurs verblijfsdagen op tot meer dan 50%, met een gemiddelde tot boven de 200 dagen verblijf. Opvallend is het hoge aandeel As4 diagnose problemen binnen de primaire steungroep. Dat gemiddeld bij 50% van de DBC s voorkomt. 3.2.7 Alcohol Bijna 60% van de patiënten met een alcoholgerelateerde stoornis valt in de lange/intensieve productgroepen. Opvallend is dat 60 to 70% van de patiënten met een alcohol stoornis tussen de 40 en 65 jaar is. In 71% van de gevallen betreft het mannen. Bij de groep tot 800 minuten ligt de reden van afsluiting van de DBC relatief vaak bij de patiënt (18% t.o.v. 6% bij de referentiegroep). DBC-Onderhoud 9 28

In meer dan 80% van de DBC in deze groep wordt een maatschappelijk werker ingezet die samen met de verpleegkundige (Art. 3) 30 tot 40 % van de tijd van de DBC vullen. De behandeling gaat vaak gepaard met 24-uursverblijf dat oploopt van 11% in de groep tot 800 minuten tot rond de 70% bij de hoogste tijdsgroepen. Activerende begeleiding komt in alle groepen Alcohol opvallend vaker (tot 40%) voor dan in de referentiegroep behandeling lang. Het zorgtype is relatief vaak een voortgezette behandeling ten opzicht van de referentiegroep behandeling lang. 3.2.8 Overige aan middel gebonden stoornissen Vergelijkbaar met Alcohol stoornissen valt bijna 60% van de patiënten met deze diagnose in de lange/intensieve productgroepen. Vergelijkbaar met Alcohol stoornissen ligt bij de groep tot 800 minuten de reden van het sluiten van een DBC bij de patiënt en niet bij de behandelaar. Bij patiënten met deze DBC zijn veel vaker meer dan 1 As 4 stoornis aanwezig, dan bij andere DBC s. Vergelijkbaar met Alcohol stoornissen is de inzet van de maatschappelijkwerker en de verpleegkundige (art 3) opvallend hoog ten opzichte van de reverentiegroep. In tegenstelling tot Alcohol stoornissen ligt de leeftijd van de patiënten lager, meer dan de helft van de patiënten is tussen de 20 en 40 jaar. Het aandeel vervolg DBC s is relatief hoog wat er op duidt dat zorgtrajecten vaak langer dan een jaar duren. De producten vanaf 1800 minuten kenmerken zich door het hoge aandeel DBC s met verblijf. De producten vanaf 3000 minuten kenmerken zich door het oplopende aandeel dagbesteding, Hiermee komen deze producten wederom sterk overeen met DBC s Alcohol stoornissen 3.2.9 Schizofrenie en andere psychotische stoornissen Het veelvuldig voorkomen van de diagnose schizofrenie bij de lange/intensieve productgroepen (meer dan 70%) wijst op langdurige zorgtrajecten. Opvallend is het hoge aandeel( +/- 75%) vervolg DBC s bij de lange/intensieve groepen. Dit hoge percentage duidt er ook op dat patiënten met deze stoornis vaak langer dan een jaar in zorg zijn. Het percentage psychiater neemt af met het oplopen van het aantal minuten. Het aandeel verpleegkundige (art 3.) neemt juist toe. Hiermee lijkt het dat de focus minder op geneeskundige behandeling en meer op verzorging en verpleging komt te liggen. Het aandeel dagbesteding bij deze diagnose groepen is relatief hoog ten opzichte van de referentiegroep. Het aandeel activerende en ondersteunende begeleiding is ook relatief hoger dan in de referentiegroep. Het aandeel groepsactiviteiten is bij patiënten met schizofrenie relatief laag ten opzichte van de andere diagnoses. Opvallend is het hoge aandeel mannen tussen de 20 en de 40 jaar dat deze producten afneemt. Ten opzichte van de referentiegroep. DBC-Onderhoud 10 28

3.2.10 Depressieve stoornissen Meer dan 60% van de patiënten met een diagnose depressie vallen in de lange/intensieve productgroepen. Opvallend is dat 71% van de DBC s Depressie minder dan 1800 minuten tijd bevat. Het aandeel vrouwen is significant hoger bij alle producten depressie t.o.v. de referentiegroep. Opvallend is het hoge aantal betrokken functies bij DBC s vanaf 3000 minuten, welke oploopt tot wel 95% van de DBC s waar meer dan 4 functiegroepen betrokken bij de behandeling. Deze functies zijn naast een psychiater en een SPV-er, in de meeste gevallen ook een arts en verpleegkundige (art. 3). Hierbij is het extra opvallend dat het aandeel indirecte tijd niet afwijkt van de referentiegroep. Ook het percentage Algemene indirecte tijd (act_7.x) neemt niet toe. Wat er op wijst dat er niet meer overleggen plaats vinden. 3.2.11 Bipolaire en overige stemmingsstoornissen De patiënten die een diagnose hebben vallend onder bipolaire en overige stemmingsstoornissen hebben relatief vaak een korte vervolg-dbc. Vergelijkbaar met de diagnose schizofrenie is het aandeel vervolg DBC s bij patiënten met een bipolaire en overige stemmingsstoornissen over het algemeen opvallend hoog. Dit wijst er op dat een groot deel van de zorgtrajecten meer dan 1 DBC bevatten. Opvallend is dat het aantal nevendiagnoses (comorbiditeit) bij deze stoornis laag is. Vergelijkbaar met de diagnose Depressie is het aantal DBC s vanaf 3000 minuten met meer dan 4 betrokken functies boven de 90%. De stoornis komt opvallen vaak voor bij patiënten tussen de 40 en 65 jaar. Bij de groepen vanaf 3000 tot 6000 minuten en vanaf 6000 to 12000 minuten komt opvallend vaak begeleidingscontacten. 3.2.12 Angststoornissen Bijna 90% van de lange/intensieve groepen bevat minder dan 3000 minuten. DBC s met als diagnose een angststoornis komt opvallend vaker voor bij vrouwen (70%) dan bij mannen. Bij DBC s tot 3000 minuten wordt vaker psychotherapie ingezet dan in de referentiegroep. DBC s vanaf 6000 minuten bevatten vaker groepscontacten dan de referentiegroep. 3.2.13 Aanpassingsstoornissen Patiënten met de diagnose aanpassingsstoornissen vallen relatief vaak (bijna 30%) in de korte DBC groepen. DBC s in de groep aanpassingsstoornissen hebben een relatief laag aandeel vervolg-dbc s, wat er op wijst dat de zorgtrajecten vaker niet langer dan een jaar duren. Bijna 93% van de DBC s in de langere/intensieve groepen heeft minder dan 3000 minuten zorg De 7 % DBC s die langer duren kenmerken zich voornamelijk door het hoge aandeel groepsactiviteiten en activerende en ondersteunende activiteiten. De groepen tot 3000 minuten kenmerken zich door het aandeel diagnostische activiteiten. Het merendeel van de patiënten met minder dan 3000 minuten zorg, heeft geen nevendiagnose. DBC-Onderhoud 11 28

3.2.14 Andere aandoeningen die een reden voor zorg kunnen zijn Meer dan 10% van de patiënten met deze diagnose vallen in de productgroep diagnostiek. 92% van de DBC s met als diagnose Andere aandoeningen en problemen die een reden voor zorg kunnen zijn bevatten minder dan 3000 minuten zorg. Het aandeel vervolg DBC s is relatief laag, wat er op wijst dat de zorgtrajecten meestal niet langer dan een jaar duren. De patiënten met meer dan 800 minuten behandeling zijn, voor een opvallend groot deel, tussen de 5 en 20 jaar. 3.2.15 Restgroepdiagnoses Vergelijkbaar met de diagnose groep Andere aandoeningen en problemen, valt meer dan 10% van patiënten met deze diagnose in de diagnostiekproductgroepen. Patiënten in de Restgroep zijn vaker man dan verwacht zou worden op basis van de referentiegroep. Vanaf 1800 minuten worden vaker meer dan 4 functies betrokken bij de zorglevering. De functies die worden ingezet verschillen over de DBC s. Bij veel DBC s is echter wel een psychiater betrokken. Bij de groepen vanaf 1800 minuten is in meer dan 30% een nevendiagnose gesteld 3.2.16 Somatoforme stoornissen Opvallend is dat Somatoforme stoornissen relatief vaker voorkomt bij vrouwen en bij patiënten tussen de 40 en 65 jaar. Patiënten met deze diagnose hebben vaker ook problemen op het werk dan patiënten in de referentiegroep. Bij DBC s met meer dan 3000 minuten zijn in bijna alle gevallen meer dan 4 verschillende functiegroepen betrokken. Bij 80% van de DBC s komt een diagnostiekactiviteit voor. In de DBC s tot 1800 minuten komt psychotherapie vaker voor dan in de referentiegroep. 3.2.17 Eetstoornissen Meer dan 65% van de patiënten met deze diagnose, vallen in de lange/intensieve groepen. In bijna alle (98%) gevallen zijn het vrouwen die deze diagnose hebben. De stoornis komt bij alle producten met deze diagnose vaker voor bij patiënten tussen de 20 en 40 jaar dan de gemiddelde langdurige/intensieve DBC. In 67% van de groepen met meer dan 800 minuten is het aantal betrokken functies per DBC of hoger dan 4 De zorg die geboden wordt kenmerkt zicht door een groot aandeel groepsactiviteiten. Het is opvallend dat behandeling met meer dan 3000 minuten in ongeveer 80% van de DBC s een administratieve sluitreden kent, wat zeer hoog is ten opzichte van de referentiegroep. DBC-Onderhoud 12 28

3.2.18 Persoonlijkheidsstoornissen Meer dan 70% van de patiënten met deze diagnose vallen in de lange/intensieve behandelgroepen. Dit is hoog ten opzichte van de andere diagnosegroepen. 91% van de DBC s in deze lange/intensieve behandelgroepen ontvangt minder dan 6000 minuten zorg. De diagnose komt relatief vaak voor bij vrouwen en bij patiënten tussen de 20 en 40 jaar. DBC s met minder dan 3000 minuten kenmerken zich door het hoge aandeel psychotherapie. Bij DBC s met meer dan 3000 minuten stijgt het aantal DBC s waar ook een psychiater betrokken is. Bij patiënten met een persoonlijkheidsstoornis wordt in meer dan 44% een nevendiagnose vastgesteld. Bij de hoogste groepen (vanaf 12000 minuten) van persoonlijkheidstoornis stijgt het aandeel van de verpleegkundige (art 3.). De hoogste groepen van persoonlijkheidsstoornissen kenmerken zich ook door een relatief hoog aandeel DBC s met 24-uursverblijf. DBC-Onderhoud 13 28

B I J L A G E 1: OVERZICHT VERDELING B E H A N D E L G R O E P E N omschrijving aantal Percentage Geen behandeling bij 24 - uurs verblijf 368 0% Indirect - vanaf 0 tot en met 49 minuten 21.177 3% Indirect - vanaf 50 tot en met 99 minuten 6.965 1% Indirect - vanaf 100 tot en met 199 minuten 3.020 0% Indirect - vanaf 200 tot en met 399 minuten 893 0% Indirect - vanaf 400 tot en met 799 minuten 160 0% Indirect - vanaf 800 minuten 39 0% Diagnostiek - vanaf 0 tot en met 99 minuten 19.945 3% Diagnostiek - vanaf 100 tot en met 199 minuten 26.813 3% Diagnostiek - vanaf 200 tot en met 399 minuten 27.170 3% Diagnostiek - vanaf 400 tot en met 799 minuten 15.966 2% Diagnostiek - vanaf 800 tot en met 1199 minuten 4.853 1% Diagnostiek - vanaf 1200 tot en met 1799 minuten 2.504 0% Diagnostiek - vanaf 1800 minuten 1.169 0% Crisis - vanaf 0 tot en met 99 minuten 2.343 0% Crisis - vanaf 100 tot en met 199 minuten 6.020 1% Crisis - vanaf 200 tot en met 399 minuten 10.661 1% Crisis - vanaf 400 tot en met 799 minuten 6.673 1% Crisis - vanaf 800 tot en met 1199 minuten 1.223 0% Crisis - vanaf 1200 tot en met 1799 minuten 359 0% Crisis - vanaf 1800 minuten 139 0% Behandeling kort - vanaf 0 tot en met 99 minuten 33.971 4% Behandeling kort - vanaf 100 tot en met 199 minuten 47.857 6% Behandeling kort - vanaf 200 tot en met 399 minuten 75.547 10% Behandeling kort - vanaf 400 tot en met 799 minuten 26.033 3% Behandeling kort - vanaf 800 tot en met 1199 minuten 1.382 0% Behandeling kort - vanaf 1200 tot en met 1799 minuten 224 0% Behandeling kort - vanaf 1800 minuten 60 0% Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 250 tot en met 799 minuten 8.175 1% Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 14.342 2% Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 6.376 1% Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 3.207 0% Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 953 0% Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 234 0% Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten 89 0% DBC-Onderhoud 14 28

Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 24000 minuten 102 0% Pervasief - vanaf 250 tot en met 799 minuten 5.159 1% Pervasief - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 9.293 1% Pervasief - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 4.972 1% Pervasief - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 3.110 0% Pervasief - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 956 0% Pervasief - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 219 0% Pervasief - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten 122 0% Pervasief - vanaf 24000 minuten 130 0% Overige kindertijd - vanaf 250 tot en met 799 minuten 1.702 0% Overige kindertijd - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 3.831 0% Overige kindertijd - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 2.217 0% Overige kindertijd - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 1.167 0% Overige kindertijd - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 224 0% Overige kindertijd - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 56 0% Overige kindertijd - vanaf 18000 minuten 63 0% Delirium dementie en overig - vanaf 250 tot en met 799 minuten 4.182 1% Delirium dementie en overig - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 8.241 1% Delirium dementie en overig - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 2.523 0% Delirium dementie en overig - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 1.458 0% Delirium dementie en overig - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 455 0% Delirium dementie en overig - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 83 0% Delirium dementie en overig - vanaf 18000 minuten 23 0% Alcohol - vanaf 250 tot en met 799 minuten 4.441 1% Alcohol - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 6.173 1% Alcohol - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 2.413 0% Alcohol - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 1.854 0% Alcohol - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 747 0% Alcohol - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 115 0% Alcohol - vanaf 18000 minuten 20 0% Overige aan een middel - vanaf 250 tot en met 799 minuten 3.801 0% Overige aan een middel - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 5.270 1% Overige aan een middel - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 2.342 0% Overige aan een middel - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 1.786 0% Overige aan een middel - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 699 0% Overige aan een middel - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 121 0% Overige aan een middel - vanaf 18000 minuten 24 0% Schizofrenie - vanaf 250 tot en met 799 minuten 6.382 1% Schizofrenie - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 11.612 1% DBC-Onderhoud 15 28

Schizofrenie - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 6.838 1% Schizofrenie - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 7.320 1% Schizofrenie - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 4.069 1% Schizofrenie - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 846 0% Schizofrenie - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten 224 0% Schizofrenie - vanaf 24000 tot en met 29999 minuten 64 0% Schizofrenie - vanaf 30000 minuten 37 0% Depressie - vanaf 250 tot en met 799 minuten 21.982 3% Depressie - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 30.225 4% Depressie - vanaf 1799 tot en met 2999 minuten 11.471 1% Depressie - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 6.494 1% Depressie - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 2.701 0% Depressie - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 521 0% Depressie - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten 133 0% Depressie - vanaf 24000 minuten 54 0% Bipolair en overig - vanaf 250 tot en met 799 minuten 3.993 1% Bipolair en overig - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 4.775 1% Bipolair en overig - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 2.076 0% Bipolair en overig - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 1.822 0% Bipolair en overig - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 928 0% Bipolair en overig - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 220 0% Bipolair en overig - vanaf 18000 minuten 53 0% Angst - vanaf 250 tot en met 799 minuten 15.215 2% Angst - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 22.713 3% Angst - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 8.420 1% Angst - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 4.154 1% Angst - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 1.388 0% Angst - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 332 0% Angst - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten 78 0% Angst - vanaf 24000 minuten 37 0% Aanpassing - vanaf 250 tot en met 799 minuten 16.444 2% Aanpassing - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 18.147 2% Aanpassing - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 5.061 1% Aanpassing - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 2.164 0% Aanpassing - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 646 0% Aanpassing - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 113 0% Aanpassing - vanaf 18000 minuten 52 0% Andere aandoeningen - vanaf 250 tot en met 799 minuten 17.477 2% Andere aandoeningen - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 18.567 2% DBC-Onderhoud 16 28

Andere aandoeningen - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 5.504 1% Andere aandoeningen - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 2.487 0% Andere aandoeningen - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 702 0% Andere aandoeningen - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 129 0% Andere aandoeningen - vanaf 18000 minuten 55 0% Restgroep diagnoses - vanaf 250 tot en met 799 minuten 3.497 0% Restgroep diagnoses - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 4.393 1% Restgroep diagnoses - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 1.631 0% Restgroep diagnoses - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 1.060 0% Restgroep diagnoses - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 363 0% Restgroep diagnoses - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 67 0% Restgroep diagnoses - vanaf 18000 minuten 39 0% Somatoforme - vanaf 250 tot en met 799 minuten 2.534 0% Somatoforme - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 3.367 0% Somatoforme - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 1.002 0% Somatoforme - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 489 0% Somatoforme - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 187 0% Somatoforme - vanaf 12000 minuten 46 0% Eetstoornis - vanaf 250 tot en met 799 minuten 1.132 0% Eetstoornis - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 2.053 0% Eetstoornis - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 1.043 0% Eetstoornis - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 738 0% Eetstoornis - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 448 0% Eetstoornis - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 138 0% Eetstoornis - vanaf 18000 minuten 65 0% Persoonlijkheid - vanaf 250 tot en met 799 minuten 8.602 1% Persoonlijkheid - vanaf 800 tot en met 1799 minuten 14.828 2% Persoonlijkheid - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten 7.422 1% Persoonlijkheid - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten 5.065 1% Persoonlijkheid - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten 2.682 0% Persoonlijkheid - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten 698 0% Persoonlijkheid - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten 225 0% Persoonlijkheid - vanaf 24000 tot en met 29999 minuten 85 0% Persoonlijkheid - vanaf 30000 minuten 57 0% TOTAAL 785.685 100% DBC-Onderhoud 17 28

B I J L A G E 2 A: TOELICHTING O P D E K E N M E R K E N I N D E P R O F I E L E N P R O D U C T G R O E P E N Het onderstaande overzicht bevat alle kenmerken die mogelijk in een informatieset terecht kunnen komen. Niet al deze kenmerken komen dus voor in ieder productgroep profiel. Voor het productgroep profiel overzicht wordt de waarde van ieder kenmerk berekend voor de productgroep en voor de referentiegroep waarmee de productgroep vergeleken wordt. Wanneer wordt een kenmerk getoond op het overzicht? Van ieder kenmerk is aangegeven of deze altijd op het overzicht moet voorkomen (bv. Aantal DBC s, (Gemiddeld) Tarief) of dat deze alleen op het overzicht moet voorkomen onder bepaalde voorwaarden. Voorwaarden waardoor een kenmerk getoond wordt zijn: Het kenmerk (of kenmerkwaarde) komt bij 40% van de DBC s in de productgroep voor. De waarde van het kenmerk voor de productgroep is opvallend ten opzichte van de referentiegroep. Wanneer is een waarde opvallend? Een waarde is opvallend als: De waarde meer dan 10% afwijkt van de waarde in de referentiegroep. Er minimaal 5 DBC s zijn waarop de waardes berekend zijn. De waarde significant verschilt van de waarde in de referentiegroep. Als de waarde numeriek is wordt de significantie d.m.v. een t-toets bepaald. Als de waarde uit categorieën bestaat, dan wordt de significantie d.m.v. een Chi2-test bepaald. Er wordt getoetst met een betrouwbaarheid van 95%. Definitie tijd Bij de kenmerken betreffende tijd, wordt gebruikgemaakt van de volgende definities: Kenmerk Berekenwijze Directe tijd aantal minuten directe tijd + aantal uur dagbesteding * 6 Indirecte tijd aantal minuten indirecte tijd + aantal minuten reistijd + aantal dagen verblijf zonder overnachting * 81 Totale tijd aantal minuten directe tijd + aantal uur dagbesteding * 6 + aantal minuten indirecte tijd + aantal minuten reistijd + aantal dagen verblijf zonder overnachting * 81 Voorbeeld Stel een DBC bevat 700 minuten directe tijd, 60 minuten indirecte tijd, geen reistijd, 8 uur dagbesteding en 2 dagen verblijf zonder overnachting. De kenmerken directe tijd, indirecte tijd en totale tijd hebben dan de volgende waarde: Directe tijd = 700 + (8 * 6) = 748 minuten Indirecte tijd = 60 + 0 + (2 * 81) = 222 minuten Totale tijd = 700 + (8 * 6) + 60 + 0 + (2 * 81) = 970 minuten DBC-Onderhoud 18 28

Definitie restgroep diagnoses De volgende tabel bevat de diagnoses uit de DSM-IV classificatie die onder de diagnoseclassificatiegroep een restgroep diagnose vallen. Alle diagnoses die hiërarchisch onder de diagnose vallen, horen bij de restgroepdiagnoses. De tabel bevat de codes die voorkomen in de CL_DIAGNOSES codelijst. Diagnose Diagnose Diagnose code niveau omschrijving as1_3 1 Psychische stoornissen door een somatische aandoening as1_9 1 Nagebootste stoornissen as1_10 1 Dissociatieve stoornissen as1_11 1 Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen as1_13 1 Slaapstoornissen as1_14 1 Stoornissen in de impulsbeheersing as1_18 1 Bijkomende codes/ geen diagnose (1) as1_19 1 DC:0-3 Kinder- & Jeugdstoornissen primaire diagnosen as2_01 1 Stoornissen in de kindertijd (LET OP: As II) (2) as2_17 1 Bijkomende problemen die een reden voor zorg kunnen zijn (As II) as2_18 1 Bijkomende codes/ geen diagnose (3) Ad (1) Hier vallen de volgende codes niet onder (ondanks dat ze er wel hiërarchisch onder vallen): as1_18.02 / Geen diagnose of aandoening op As I as1_18_03 / Diagnose of aandoening op As I uitgesteld Ad (2) Dit is niet de Stoornissen in de kindertijd op As I. Het betreft hier de verstandelijk gehandicapten. De volgende codes vallen er onder: as2_01.01 / Zwakbegaafdheid/ zwakzinnigheid as2_01.01.01 / Lichte zwakzinnigheid as2_01.01.02 / Matige zwakzinnigheid as2_01.01.03 / Ernstige zwakzinnigheid as2_01.01.04 / Diepe zwakzinnigheid as2_01.01.05 / Zwakzinnigheid, ernst niet gespecificeerd Ad (3) Hier vallen de volgende codes niet onder (ondanks dat ze er wel hiërarchisch onder vallen): as2_18.02 / Geen diagnose of aandoening op As II as2_18_03 / Diagnose of aandoening op As II uitgesteld Kenmerken In de tabel wordt als er een verzameling DBC s bedoeld wordt verwezen naar de dataset. Als een kenmerk berekend wordt voor een productgroep, dan is de dataset de verzameling DBC s die tot de DBC-Onderhoud 19 28

productgroep behoren. Als een kenmerk berekend wordt voor een referentiegroep, dan is de dataset de verzameling DBC s die tot de referentiegroep behoren. Algemene kenmerken Onderscheidend kenmerk Aantal DBC s Gemiddelde kosten (Gemiddeld) Tarief Aandeel vervolg zorgtype Tijdsbesteding Doorlooptijd DBC (dagen) Doorlooptijd Act (dagen) Gem. totale tijd (minuten) Gem. totale tijd functies (minuten) Gemiddelde tijd direct (minuten) Berekenwijze Als een productgroep 2 varianten heeft, dan wordt dit kenmerk getoond. Als de variant het onderscheidende kenmerk wel heeft dan wordt er met Activiteit vermeld. Als de variant het onderscheidende kenmerk niet heeft dan wordt er zonder Activiteit vermeld. Het onderscheidende kernmerk is altijd een activiteit. De activiteit hoeft niet op het laagste hiërarchische niveau te zijn. Een hoger hiërarchisch niveau kan ook voorkomen. Het aantal DBC s in de dataset. De kosten van iedere DBC in de dataset worden opgeteld en gedeeld door het aantal DBC s in de dataset. Het voor de productgroep vastgestelde tarief. Voor de referentiegroep wordt het (gewogen) gemiddelde tarief getoond. Het aantal DBC s in de dataset met een vervolg zorgtype wordt gedeeld door het totale aantal DBC s in de dataset. Een DBC kan hoogstens 1 zorgtype hebben. Berekenwijze Van iedere DBC in de dataset wordt het aantal dagen bepaald tussen de sluitdatum en de opendatum. De duur die hoort bij iedere DBC in de dataset worden opgeteld en gedeeld door het aantal DBC s in de dataset. Van iedere DBC in de dataset wordt het aantal dagen bepaald tussen de datum van de eerste activiteit en de datum van de laatste activiteit. De duur die hoort bij iedere DBC in de dataset worden opgeteld en gedeeld door het aantal DBC s in de dataset. De totale tijd die hoort bij iedere DBC in de dataset wordt opgeteld en gedeeld door het aantal DBC s in de dataset. De totale tijd, besteed is door functies, bij iedere DBC in de dataset wordt opgeteld en gedeeld door het aantal DBC s in de dataset. Exclusief de tijd die besteed wordt aan dagbesteding en verblijf zonder overnachting (die onderdeel is van de totale tijd). De directe tijd die hoort bij iedere DBC in de dataset wordt opgeteld en gedeeld door het aantal DBC s in de dataset. DBC-Onderhoud 20 28

Gemiddelde tijd indirect: (minuten) Mediaan totale tijd (minuten) Aandeel indirecte tijd Aantal betrokken functies Aandeel groepsactiviteiten DBC typering Zorgtype Zorgvraag Aantal zorgvragen Diagnose As3 Aantal As3 diagnosen As4 Aantal As4 diagnosen Start GAF Hoogste GAF Eind GAF De indirecte tijd die hoort bij iedere DBC in de dataset wordt opgeteld en gedeeld door het aantal DBC s in de dataset. De mediaan van de totale tijd van de DBC s in de dataset. De indirecte tijd van de DBC s in de dataset gedeeld door de totale tijd van de DBC s in de dataset. Indirecte tijd en totale tijd volgens de eerder geformuleerde definitie. Het aantal verschillende functies dat betrokken is bij iedere DBC in de dataset wordt opgeteld en gedeeld door het aantal DBC s in de dataset. Het aantal geregistreerde groepsactiviteiten van de DBC s in de dataset gedeeld door het totale aantal geregistreerde activiteiten van de DBC s in de dataset. Berekenwijze Per zorgtype wordt aangegeven welke percentage van de DBC s in de dataset dit heeft. Per zorgvraag waarde wordt aangegeven welke percentage van de DBC s in de dataset dit heeft. Omdat er meer dan één zorgvraag bij een DBC geregistreerd kan worden, kan de som van de berekende percentages per zorgvraag een waarde meer dan 100% opleveren. Het aantal verschillende zorgvragen dat bij een DBC uit de dataset is geregistreerd. Per diagnose op productstructuur niveau wordt aangegeven welke percentage van de DBC s in de dataset dit heeft. Per as3 waarde wordt aangegeven welke percentage van de DBC s in de dataset dit heeft. Het aantal verschillende as3 waardes dat bij een DBC uit de dataset is geregistreerd. Per as4 waarde wordt aangegeven welke percentage van de DBC s in de dataset dit heeft. Het aantal verschillende as4 waardes dat bij een DBC uit de dataset is geregistreerd. De volgende GAF categorieën zijn gedefinieerd: 1.Laag (GAF tussen 0 en 30) 2.Middel (GAF tussen 31 en 70) 3.Hoog (GAF tussen 71 en 100) Per GAF categorie wordt aangegeven welke percentage van de in de dataset dit heeft. Per GAF categorie wordt aangegeven welke percentage van de DBC s in de dataset dit heeft. Per GAF categorie wordt aangegeven welke percentage van de DBC s in de dataset dit heeft. DBC-Onderhoud 21 28

Gemiddelde GAF toename GAF-score wordt in categorieën geregistreerd. Van iedere categorie wordt de middelste waarde genomen als nominale GAF-score. Van de categorie Begin GAF-score 41-50 is 45.5 de nominale waarde. Voor iedere DBC in de dataset wordt de nominale GAF-score berekend voor de GAF start en de GAF eind. De gemiddelde GAF toename is het verschil tussen de nominale GAF eind en de nominale GAF start gedeeld door de nominale GAF start. Aandeel DBC s toename GAF Het aantal DBC s in de dataset met een toename van de GAF-score wordt gedeeld door het totale aantal DBC s in de dataset. Een toename van de GAF-score betekent dat het kenmerk As5: gemiddelde GAF toename groter dan 0 moet zijn. Nevendiagnose Per nevendiagnose (As1 of As2) op productstructuur niveau wordt aangegeven welke percentage van de DBC s in de dataset dit heeft. Omdat er meer dan één nevendiagnose bij een DBC geregistreerd kan worden, kan de som van de berekende percentages per nevendiagnose een waarde meer dan 100% opleveren. Aantal nevendiagnosen Het aantal verschillende nevendiagnosen op productstructuur niveau dat bij een DBC uit de dataset is geregistreerd. Sluitreden Per sluitreden wordt aangegeven welke percentage van de DBC s in de dataset dit heeft. Voor de kenmerken die onder Algemene behandelkenmerken vallen wordt meer getoond dan de tijdsbesteding in de productgroep en de tijdsbesteding in de referentiegroep. Voor ieder van deze activiteiten wordt het percentage van de DBC s in de dataset vermeld met de activiteit. Voor de DBC s in de dataset met de activiteit, wordt de gemiddelde tijdsbesteding aan de activiteit vermeld. Er wordt dus alleen op basis van de DBC s met de activiteit berekend wat de gemiddelde tijdsbesteding is. Algemene behandelingskenmerk Dagbesteding (uren) Verblijf Berekenwijze - Het percentage voorkomen van de activiteit Dagbesteding (in uren). Het aantal DBC s met de activiteit gedeeld door het totale aantal DBC s in de dataset. - De gemiddelde tijdsbesteding aan de activiteit, van de DBC s waarop meer dan 0 uur van de activiteit is geregistreerd. Totaal aantal uur geregistreerd op de activiteit in de dataset gedeeld door het aantal DBC s waar meer dan 0 uur op geregistreerd is. -Het percentage voorkomen van de activiteit Verblijf (in dagen). Het aantal DBC s met de activiteit gedeeld door het totale aantal DBC s in de dataset. - De gemiddelde tijdsbesteding aan de activiteit, van de DBC s waarop meer dan 0 dagen van de activiteit is geregistreerd. Totaal aantal dagen geregistreerd op de activiteit in de dataset gedeeld door het aantal DBC s waar meer dan 0 dagen op geregistreerd is. DBC-Onderhoud 22 28

Verblijf zonder nacht (dagen) Activerende begeleiding (min) Ondersteunende Begeleiding (min) - Het percentage voorkomen van de activiteit Verblijf zonder nacht (in dagen). Het aantal DBC s met de activiteit gedeeld door het totale aantal DBC s in de dataset. - De gemiddelde tijdsbesteding aan de activiteit, van de DBC s waarop meer dan 0 dagen van de activiteit is geregistreerd. Totaal aantal dagen geregistreerd op de activiteit in de dataset gedeeld door het aantal DBC s waar meer dan 0 dagen op geregistreerd is. - Het percentage voorkomen van de activiteit activerend begeleidingscontact (in minuten). Het aantal DBC s met de activiteit gedeeld door het totale aantal DBC s in de dataset. - De gemiddelde tijdsbesteding aan de activiteit, van de DBC s waarop meer dan 0 minuten (totale tijd) van de activiteit is geregistreerd. Totaal aantal minuten geregistreerd op de activiteit in de dataset gedeeld door het aantal DBC s waar meer dan 0 minuten op geregistreerd is. - Het percentage voorkomen van de activiteit ondersteunende begeleidingscontact (in minuten). Het aantal DBC s met de activiteit gedeeld door het totale aantal DBC s in de dataset. - De gemiddelde tijdsbesteding aan de activiteit, van de DBC s waarop meer dan 0 minuten (totale tijd) van de activiteit is geregistreerd. Totaal aantal minuten geregistreerd op de activiteit in de dataset gedeeld door het aantal DBC s waar meer dan 0 minuten op geregistreerd is. Patiëntkenmerken Geslacht Leeftijdklasse Berekenwijze Per geslacht wordt aangegeven welke percentage van de DBC s in de dataset dit heeft. Per leeftijd klasse wordt aangegeven welke percentage van de DBC s in de dataset dit heeft. Daarnaast bevat het productgroep profiel informatie over het voorkomen van activiteiten en functies bij het productgroepprofiel. Activiteiten en functies Een activiteit wordt getoond in het productgroep profiel als: de activiteit deel uitmaakt van de verzameling activiteiten die samen 90% van de geregistreerde tijd verklaren. De activiteiten worden gesorteerd op het aantal minuten dat ze bijdragen aan de totale tijd. Van deze gesorteerde lijst worden de activiteiten getoond die samen 90% van de geregistreerde tijd verklaren. De volgorde waarin de activiteiten getoond worden is in de volgorde waarin ze in de activiteitenhiërarchie voorkomen. DBC-Onderhoud 23 28

de activiteit opvallend meer of minder voorkomt in het profiel van de productgroep ten opzichte van de referentiegroep (zie definitie Wanneer is een waarde opvallend? ) Per activiteit wordt ook de Gemiddelde tijd in productgroep per DBC getoond (evenzo voor de referentiegroep). Dit is de tijd die gemiddeld per DBC besteed wordt aan de activiteit (in minuten). Dit staat los van het Percentage DBC s waarbij de activiteit voorkomt. Het is dus niet zo dat de gemiddelde tijd die getoond wordt alleen geldt voor de DBC s waarbij de activiteit voorkomt. De getoonde tijd geldt voor de gemiddelde DBC in de productgroep. Als de getoonde tijd in het activiteiten profiel van de productgroep opgeteld wordt, dan bedraagt dit 90% (of iets meer) van de tijd die onder het kenmerk Gem. totale tijd (min) getoond wordt. De activiteiten worden op een van tevoren ingesteld hiërarchisch niveau geaggregeerd. Dit niveau is niet hetzelfde voor iedere activiteit. Sommige activiteiten worden op een lager niveau weergegeven dan andere activiteiten. In Bijlage 2 wordt de activiteitenhiërarchie getoond. Er wordt aangegeven welke activiteit op welk niveau terug kan komen in de overzichten. Functies worden op dezelfde wijze getoond als activiteiten. Voor functies wordt altijd het laagste hiërarchische niveau gehanteerd. Omdat dagbesteding en verblijf zonder overnachting niet gekoppeld zijn aan een functie, kan de tijd die besteed wordt aan dagbesteding en verblijf zonder overnachting niet getoond worden onder Voorkomende functies. De som van de tijd per functie bedraagt 90% (of iets meer) van de tijd die onder het kenmerk Gem. totale tijd functies (min) getoond wordt. DBC-Onderhoud 24 28

B I J L A G E 2 B: TOELICHTING O P D E K E N M E R K E N I N D E P R O F I E L E N P R O D U C T G R O E P E N P E R P A T I Ë N T G R O E P De profielen worden grotendeels op exact dezelfde wijze samengesteld als in bijlage 1A.1 staat beschreven. Het verschil is dat de DBC s die tot een profiel productgroep behoren verder worden onderverdeeld in maximaal 5 profielen productgroep per patiëntgroep. De patiëntgroepen zijn: 1) Hoofddiagnose op As I of II zonder nevendiagnose op As I of II en zonder relevante complicerende factoren op as III of IV 2) Hoofddiagnose op As I of II zonder nevendiagnose op As I of II maar met relevante complicerende factoren op as III of IV 3) Hoofddiagnose op as I of II met neven diagnose op as I of II doch zonder complicerende factoren op as III of IV 4) Hoofddiagnose op as I of II met neven diagnose op as I of II en met complicerende factoren op as III of IV 5) Overig 3 Wanneer wordt een profiel productgroep per patiëntgroep getoond? Een profiel wordt getoond indien dit uit >=50DBC s bestaat en waarvan de DBC s zijn geregistreerd door >=6 instellingen 3 Een DBC met afsluitreden = 5 heeft geen hoofddiagnose. DBC-Onderhoud 25 28