PROVINCIE FLEVOLAND 2 O OKT Staatsbosbeheer De heer J. van Soest Smallepad MG DEVENTER

Vergelijkbare documenten
Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 20 okt

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 februari

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 9 mei

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 5 oktober

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 19 oktober

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 13 november

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk. 9 juli Onderwerp

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 7 april

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 21 maart

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 5 juli

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 10 april

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 20 okt

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 januari

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 26 okt

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 26 februari

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 4 december

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 16 januari

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 6 december

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 april

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 16 augustus

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 augustus

Stichting WonenCentraal R.D. Donninger Postbus CA ALPHEN AAN DEN RIJN. Datum 27 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Stichting Amerpoort K. Denee Nieuwenoordlaan PA BAARN. Datum 16 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Denee,

Woningbouwvereniging Hoek van Holland F. Claessens Planciushof GC HOEK VAN HOLLAND. Datum 2 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

mr. drs T. van der Wal . Verbeek Het college van Burgemeester en Wethouders Van de gemeente Noordoostpolder Postbus AD EAAMELOORD

Stichting Woningbeheer Betuwe J. Heesen Postbus ZG LIENDEN. Datum 14 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Heesen,

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Intermaris A. Slot Postbus AN HOORN NH. Datum 9 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Slot,

Talis Sietse Jager Postbus AP NIJMEGEN. Datum 9 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jager,

Woonstad Rotterdam Postbus CJ ROTTERDAM. Datum 23 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 19 december

Woonstichting De Kernen H.L.J. Janssen Postbus AA HEDEL. Datum 7 augustus 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Janssen,

AMOS Amsterdamse Oecumenische Scholengroep A. Van Loon Postbus GC Amsterdam. Datum 17 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 22 maart

M & M Onroerend Goed B.V. M. Kruithof Beulakerweg AC GIETHOORN. Datum 28 april 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Kruithof,

Stichting GroenWest K.L. Verdooren Postbus DD WOERDEN. Datum 9 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Verdooren,

Woningstichting HEEMwonen De heer M. Segers Postbus AC KERKRADE. Datum 2 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Segers,

SW B.V. Van Weerden Poelmanweg PC ALMELO. Datum 8 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer/mevrouw,

Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus KP ROTTERDAM. Datum 12 april 2016 Betreft Wijziging ontheffing Ruimtelijke ingrepen

J. Bosch Buntlaan MG DOORN. Datum 23 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Bosch,

Stichting WonenBreburg K. op t Hoog Postbus AK TILBURG. Datum 23 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Op t Hoog,

Rijsenburgsehof V.o.f. S.J. van Dijk Menno van Coehoornsingel XA ZWOLLE. Datum 7 maart 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Gemeente Heusden P. Bosch Postbus AA VLIJMEN. Datum 29 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Bosch,

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

Stichting De Twentse Zorgcentra voor mensen met een verstandelijke handicap H.J.M. Finkenflügel Postbus CC ENSCHEDE

Stichting de Alliantie R.C. Haans Postbus AC HILVERSUM. Datum 23 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Haans,

Woonstichting Valburg M.P.C. Jansen Wageningensestraat DB Zetten. Datum 13 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jansen,

Junco B.V. M.J.A. Schrijver Buitenkant VH ZWOLLE. Datum 24 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Schrijver,

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

VERZONDEN ij 9 MEI 201~

Gereformeerde Gemeente in Nederland te Leerdam W.H. Heenck Nieuwstraat CB LEERDAM. Datum 3 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 6 juli

Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. P. Koppejan Postbus AJ WEESP. Datum 6 maart 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Logchies Renovatie en Onderhoud B.V. Postbus AM BEVERWIJK. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Ontheffing Wet natuurbescherming Art. 3.5, lid 4, Wnb

Ontheffing Wet natuurbescherming

Stichting Friese Milieufederatie G. Bergstra Agora CJ LEEUWARDEN. Datum 27 januari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Bergstra,

Formulier voor aanvraag ontheffing op grond van: Wet Natuurbescherming Onderdeel: Soorten (hoofdstuk 3 Wnb)

Woningstichting Haag Wonen A.S. Pronk Postbus CG S GRAVENHAGE. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Provincie Noord-Brabant J.A.L. van Zandvoort Postbus MC s-hertogenbosch. Datum 20 juli 2016 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

Stichting Vidomes E. Ewalt Kleveringweg LZ DELFT. Datum 28 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Ewalt,

Woonstichting Valburg M.P.C. Jansen Wageningsestraat DB ZETTEN. Datum 28 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jansen,

WOONopMAAT J. van Kuijk Postbus AA HEEMSKERK. Datum 3 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer van Kuijk,

GEMEENTE M!D 7-EM-DELFLAND. 1 MGEKOVilN OP 2 2 NOV Zaaknum:\eí

Stichting Ymere D.S.M. Louwerens Postbus GG AMSTERDAM. Datum 14 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Louwerens,

Somnium Real Estate B.V. W. van der Velden Postbus AB RIJNSBERGEN. Datum 1 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Stichting Thús Wonen Postbus AA DOKKUM. Datum 18 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer/mevrouw,

Landschap Overijssel G. Brouwer Popenallee KW DALFSEN. Datum 18 januari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Brouwer,

Een kopie van deze brief en de ontheffing wordt verstuurd aan Arcadis Nederland B.V.

Stichting HOZO A.J.C. Ricke-Molleman Garbialaan LA HILLEGOM. Datum 16 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

RUD Mevrouw EJ.G. Ros Wnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Jan van Kuikweg 18 te Heemskerk

Aanvraag Ontheffing Soortenbescherming

U verzoekt mij om de ontheffingstermijn te wijzigen in 18 oktober 2016 tot en met 17 oktober 2021.

IEF Berlage Utrecht (Boven Clarenburg) B.V. M.G. Boessenkool Postbus BT AMSTERDAM. Datum 25 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 26 februari

Servatius Woningstichting L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 21 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Hupperts,

Gemeente Boxmeer Afdeling Milieu, Realisatie en Mobiliteit Postbus AL BOXMEER. Datum 9 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Gemeente Heerhugowaard M. Hoosbeek Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Datum 22 december 2014 Betreft Beslissing op uw aanvraag Ruimtelijke ingrepen

Ymere Ontwikkeling B.V. V.A.C. Regout Postbus GG AMSTERDAM. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Gemeente Utrecht I. van de Klundert Postbus RK UTRECHT. Datum 21 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Van de Klundert,

Gemeente Heemstede Afdeling Voorbereiding Openbare Ruimte R.J. van Schaik Postbus AJ HEEMSTEDE

Gemeente Bodegraven-Reeuwijk J. Tijssen Postbus AK BODEGRAVEN. Datum 21 juni 2017 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

Stichting Vivare M. van Gerven Postbus EG ARNHEM. Datum 23 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Van Gerven,

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Witteveen+Bos C.M. Sluis-de Leeuw Postbus AE DEVENTER. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

Aannemingsbedrijf Lagendijk B.V. G.J. Lagendijk Kade EP HARDINXVELD GIESSENDAM

Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland A. Oosterhoff Hoofdweg BL VEENHUIZEN

BVR Groep B.V. A. Oomen Postbus BJ ROOSENDAAL. Datum 11 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Oomen,

RUD de heer J. van der Veldt Wnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Boomberglaan 9, Hilversum

Provincie Groningen Afdeling Omgeving & Milieu R.W.G. van der Zwaag Postbus AP GRONINGEN

Stichting Parteon Postbus AA WORMERVEER. Datum 22 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Gemeente Breda Postbus RH BREDA. Datum 13 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Petter,

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Uw kenmerk Uw aanvraag

Wovesto L.A.M. Overmars Postbus AC SINT-OEDENRODE. Datum 1 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Vijverweg B.V. E. van der Meijde Muiderstraat 5/E 1011 PZ AMSTERDAM. Datum 23 oktober 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Transcriptie:

PROVINCIE FLEVOLAND Postbus 55 8200 AB Lelystad Staatsbosbeheer De heer J. van Soest Smallepad 5 3811 MG DEVENTER Telefoon (Q320)-265265 Fax (0320-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Websfte www.flevoland.nl Verzenddatum 2 O OKT. 2017 Bijlasen 2 Uw kenmerk Onderwerp Wet natuurbescherming: ontheffing voor het vernietigen van verblijfplaatsen van kerkuil, ruige dwergvleermuis en huismus door de voorgenomen sloop van gebouwen en nieuwbouw aan de Kitsweg 1 te Lelystad Geachte heer Van Soest, Ons kenmerk Op 28 juli 2017 hebben wij uw aanvraag voor een ontheffing van artikel 3.1 lid 2 en 4 en artikel 3.5 lid 2 en 4 van de Wet natuurbescherming ontvangen voor het vernietigen van verblijfplaatsen van de kerkuil, ruige dwergvleermuis en de huismus in verband met de voorgenomen sloop en nieuwbouw van gebouwen van Staatsbosbeheer aan de Kitsweg 1 te Lelystad. Wij hebben uw aanvraag beoordeeld op basis van de in artikel 3.3 en 3.8 van de Wet natuurbescherming genoemde voorwaarden en criteria, op grond waarvan een ontheffing kan worden verleend. Deze beoordeling heeft ertoe geleid dat wij hebben besloten de door u aangevraagde ontheffing te verlenen. Hierbij treft u ons besluit aan. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretapi^ty^ de voorzitter. drs. T. van der Wal A.M. Meijer Inlichtinsen bij N. Bolt Doorkiesnummer 0320-265778 Bezoekadres Visarenddreef 1 Lelystad

2 Besluit van GEDEPUTEERDE STATEN van Flevoland op een verzoek voor een ontheffing op grond van artikel 3.1 lid 2 en 4 en artikel 3.5 lid 2 en 4 Wet natuurbescherming Inhoudsopgave A. Onderwerp aanvraag B. Wettelijk kader Wet natuurbescherming C. Beleid Provincie Flevoland D. Inhoudelijk beoordeling E. Kennisgeving en afschriften F. Besluit G. Bezwaar H. Ondertekening Bijlage 1: Kaart plangebied met te slopen gebouwen Bijlage la: kaart met vervangende uilennestkasten Bijlage 2: Informatieblad bezwaarprocedure Gedeputeerde Staten van Flevoland A. Onderwerp aanvraag Op 28 juli 2017 hebben wij uw aanvraag voor een ontheffing van artikel 3.1 lid 2 en 4 en artikel 3.5 lid 2 en 4 van de Wet natuurbescherming ontvangen voor het vernietigen van verblijfplaatsen van de kerkuil, ruige dwergvleermuis en de huismus in verband met de voorgenomen sloop van kantoorgebouw en kapschuur en nieuwbouw van Staatsbosbeheer aan de Kitsweg 1 te Lelystad. Bij de aanvraag horen de volgende bijlagen: een machtigingsformulier, het ecologisch onderzoek van Ecogroen (rapport 16321), een kaart met mitigerende maatregelen en een aanvraagformulier. De werkzaamheden bestaan uit de sloop van het kantoorgebouw oktober/november 2017, nieuwbouw kantoorgebouw in de loop van 2018/19 en de sloop van de kapschuur oktober/november 2019, dus na het gereedkomen van de nieuwbouw. Staatsbosbeheer vraagt ontheffing aan van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.1, lid 2 (vernietigen nest) en 4 (storen vogels) van de Wet natuurbescherming, voor wat betreft exemplaren van de huismus (Passer domesticus) en de kerkuil (Tyto alba) en 3.5, lid, 2 (verstoren) en 4 (vernietigen verblijfplaats), van de Wet natuurbescherming voor wat betreft exemplaren van de ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathiusii). Het onderzoek geeft het volgende aan: - In het kantoorgebouw is een zomerverblijf van de ruige dwergvleermuis aanwezig. - In het kantoorgebouw zijn zes nesten van de huismus aanwezig en - Een nestkast die gebruikt wordt door een kerkuil. Voor de sloop van de gebouwen wordt ruim gemitigeerd door: - Het plaatsen van vier geschikte tijdelijke zomerverblijven voor ruige dwergvleermuizen in bomen in de omgeving, - Het plaatsen van 24 tijdelijke nestkasten voor huismussen aan de kapschuur en - Het laten plaatsen door de kerkuilenwerkgroep van 2 tijdelijke nestkasten in bomen in de omgeving. Daarnaast is reeds een nestkast aanwezig in de kapschuur. - Enkele maanden voordat de kapschuur wordt gesloopt moet de nieuwbouw met permanente voorzieningen gerealiseerd zijn. B. Wettelijk kader Wet natuurbescherming De Wet natuurbescherming (hierna Wnb) is het nationale wettelijke kader voor de soortenbescherming van in Nederland in het wild levende planten en dieren. De Wnb geeft algemene beschermingsmaatregelen met de zorgplicht (artikel 1.11) en de actieve soortenbescherming (artikel 1.12).

3 Artikel 1.3 lid 1 luidt: Ingeval Gedeputeerde Staten ingevolge het bepaalde bij of krachtens deze wet bevoegd zijn tot het nemen van een besluit met betrekking tot projecten of handelingen, zijn, tenzij anders bepaald, bevoegd Gedeputeerde Staten van de provincie waar het project of de handeling wordt gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht. Gedeputeerde Staten van Flevoland zijn gezien artikel 1.3 lid 1 van de Wet natuurbescherming het bevoegd gezag voor de onderhavige handeling. In hoofdstuk 3: soorten, worden drie beschermingsregimes aangegeven: de Vogelrichtlijn (artikel 3.1 tot en met 3.4), de Habitatrichtlijn(artikel 3.5 tot en met 3.9) en de andere soorten (artikel 3.10 tot en met 3.11). De soort waarvoor ontheffing is aangevraagd van de in de Wnb genoemde verboden, valt onder het beschermingsregime van de: Vogelrichtlijn: Hiervoor gelden de volgende verboden: Opzettelijk doden of vangen (art. 3.1, lid 1 Wnb), Opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten, rustplaatsen en eieren van vogels (art. 3.1, lid 2 Wnb), Nesten van vogels wegnemen (art. 3.1, lid 2 Wnb), Het rapen en onder zich hebben van eieren van vogels (art. 3.1, lid 3 Wnb), Opzettelijk storen van vogels (art. 3.1, lid 4 Wnb). GS kunnen op basis van art. 3.3 Wnb ontheffing verlenen, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: a. Er bestaat geen andere bevredigende oplossing, b. Zij is nodig: 1. In het belang van de volksgezondheid of de openbare veiligheid, 2. In het belang van de veiligheid van het luchtverkeer, 3. Ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, visserij of wateren, 4. Ter bescherming van flora en fauna, 5. Voor onderzoek of onderwijs, het uitzetten of herinvoeren van soorten, of voor de daarmee samenhangende teelt, of, 6. Om het vangen, het onder zich hebben of elk andere wijze van verstandig gebruik van bepaalde vogels in kleine hoeveelheden toe te staan. c. De maatregelen leiden niet tot verslechtering van de staat van instandhouding van de desbetreffende soort. Habitatrichtlijn Hiervoor gelden de volgende verboden: O opzettelijk doden of vangen (art 3.5, lid 1), O opzettelijk verstoren, (art. 3.5 lid 2), O eieren van dieren als bedoeld in het eerste lid van artikel 3.5 WN in de natuur opzettelijk vernielen of rapen (art. 3.5 lid 3), O voortplantingsplaatsen of rustplaatsen beschadigen of vernielen (art. 3.5, lid 4), O opzettelijk planten plukken en verzamelen, afsnijden, ontwortelen of vernielen (art.3.5 lid 5).

4 GS kunnen op basis van art. 3.8 Wnb ontheffing verlenen, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: O er bestaat geen andere bevredigende oplossing; O zij is nodig: O in het belang van de bescherming van de wilde flora of fauna, of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats, O ter voorkoming van ernstige schade aan met name de gewassen, veehouderijen, bossen, visgronden, wateren of andere vormen van eigendom, O in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid, of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten, O voor onderzoek en onderwijs, repopulatie of herintroductie van deze soorten, of voor de daartoe benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten, of O om onder strikt gecontroleerde omstandigheden op selectieve wijze en binnen bepaalde grenzen een beperkt, bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde dieren van de aangewezen soort te vangen onder zich te hebben, onderscheidenlijk een beperkt bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde planten van de aangewezen soort te plukken of onder zich hebben. O er wordt geen afbreuk gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan. C. Beleidsuitgangspunten Provincie Flevoland Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Flevoland 2016 In de Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Flevoland 2016 zijn door Provinciale Staten regels gesteld ter invulling van de taken die de Provincie Flevoland heeft voortvloeiende uit de Wet natuurbescherming. Beleidsregels uitvoering Wet natuurbescherming Flevoland 2016 De beleidsuitgangspunten voor het verlenen van ontheffingen van de Wet natuurbescherming zijn opgenomen in de Beleidsregels Wet natuurbescherming. D. Inhoudelijke beoordeling De beoordeling van de aanvraag en de bijbehorende belangenafweging vindt plaats in 3 stappen: 1. Alternatieven 2. Wettelijke belang 3. Gunstige staat van instandhouding Ad. stap 1: Alternatieven De gebouwen moeten gesloopt worden omdat er asbest in de daken zit en voor 2024 alle asbestdaken vervangen moeten zijn. Het kantoorgebouw wordt gesloopt en vervangen voor nieuwbouw. Voor de locatie van de ingreep (het slopen van de bestaande bebouwing) zijn geen alternatieven. De ingreep is vereist om hier de volksgezondheid en veiligheid te kunnen garanderen en een nieuw kantoorgebouw te realiseren. De werkzaamheden worden gefaseerd uitgevoerd. Voor de locatie van de tijdelijke mitigerende maatregelen wordt gebruik gemaakt van de best beschikbare optie, namelijk de aangrenzende bebouwing, de kapschuur. Voordat de kapschuur wordt gesloopt zal mitigatie (in de vorm van minimaal hetzelfde aantal permanente vervangende verblijven) geregeld moeten zijn in de nieuwbouw, hiervoor wordt tzt een plan van aanpak opgesteld en ter goedkeuring opgestuurd. Bovendien wordt voldoende gewenningstijd aangehouden

5 waarin zowel de huidige en de nieuwe verblijfplaatsen aanwezig zijn en worden de werkzaamheden gestart in de minst kwetsbare periode van de soorten. Door het ongeschikt maken van verblijfplaatsen voorafgaande aan de sloop wordt zoveel mogelijk voorkomen dat huismussen, kerkuilen of ruige dwergvleermuizen kunnen worden gedood door de werkzaamheden. Gezien het bovenstaande zijn er geen redelijke alternatieven mogelijk met minder ecologische impact. De alternatievenafweging is hiermee dan ook voldoende onderbouwd. Ad. stap 2: Wettelijk belang U heeft ontheffing aangevraagd op grond van het belang 'volksgezondheid of openbare veiligheid'. Staatsbosbeheer heeft het voornemen om het huidige kantoorgebouw (en nadat nieuwbouw heeft plaatsgevonden ook de kapschuur) aan de Kitsweg te slopen. De daken bestaat volledig uit asbestplaten. Uit een asbestinventarisatie blijkt dat het materiaal sterk verweerd is en dat het zich mogelijk ook in het gebouw en de omgeving kan verspreiden. Het inademen van enkele vezels van deze stof kan al leiden tot kankervorming en daarom wil Staatsbosbeheer dit kantoor en de kapschuur in zijn geheel verwijderen. Met het verwijderen van dit asbest draagt Staatsbosbeheer bij aan de volksgezondheid en kan de veiligheid van bezoekers en personeel daarmee waarborgen. Gelet op de naar voren gebrachte omstandigheden zijn v/\j van oordeel dat het belang 'volksgezondheid of openbare veiligheid' voldoende onderbouwd is. Ad. stap 3: Gunstige staat van instandhouding Ruige dwergvleermuis Tijdens meerdere onderzoeken zijn diverse waarnemingen van ruige dwergvleermuis gedaan. Nabij de Kitsweg en omgeving komt de soort op meerdere plaatsen voor. In de wilgenbossen langs de randen van de Oostvaardersplassen (o.a. Oostvaardersveld) komen grote bonte spechten algemeen voor die zorgen voor vele boomholten. Wegens de verborgen levenswijze van boomholte- en gebouwbewonende soorten als ruige dwergvleermuis, zijn nergens in het land betrouwbare lokale trends beschikbaar. De ruige dwergvleermuis is in ons land een algemeen voorkomende soort. De aantallen in de trektijd, in het najaar, worden geschat op 50.000 tot 100.000 dieren. Op basis van het algemene voorkomen van ruige dwergvleermuis en het voorkomen in de nabijheid van het plangebied wordt de lokale staat van instandhouding als 'gunstig' beoordeeld. Kerkuil De landelijke staat van instandhouding van kerkuil is in 2013 beoordeeld als 'stabiel, maar kwetsbaar' (Kennisdocument Kerkuil, BIJ12). Bij strenge winters en/of slechte muizenjaren kunnen sterke dalingen in de stand optreden. Dit is de laatste jaren niet aan de orde geweest. Kerkuilen bevinden zich grotendeels in oostelijk Nederland en de provincie Zeeland (BUI2, 2017b). Kerkuilen zijn veelvuldig in en rondom het plangebied waargenomen. Gezien het territoriumgebruik van de kerkuil gaat het mogelijk vaak om hetzelfde individu. In het plangebied is een nestplaats van de soort vastgesteld. Het plangebied fungeert tevens als foerageergebied en vliegroute maar is gezien de omgeving van marginaal belang. De omgeving kent namelijk genoeg uitwijkmogelijkheden. Navraag bij de heer Liosi van de Kerkuilenwerkgroep die actief is in Lelystad en omstreken leert dat de kerkuilen het de laatste jaren goed doen in Flevoland. Belangrijke stijgingen en dalingen in het aantal nesten doen zich vooral voor bij schommelingen in de muizenstand. Bij goede muizenjaren worden soms wel tien jongen grootgebracht. Het kerkuilenpaar aan de Kitsweg had in 2017 zes jongen en doet het daarmee eveneens uitstekend. Hieruit blijkt dat de voedselsituatie in het territorium zeer gunstig is. Op basis van de lokale en landelijke trends en het stabiele voorkomen van kerkuil in de nabijheid van het plangebied beoordelen we de lokale staat van instandhouding als 'gunstig'. Een noodzakelijke verhuizing naar een andere uilenkast is overkomelijk. Overigens gaat Staatsbosbeheer in het kader van het Programma Nieuwe Natuur Flevoland uitvoering geven aan kiekendiefcompensatie in de zone tussen de Lage Vaart en de A6 vanaf de lage Dwarsvaart tot aan de Vaartpias. Dit project loopt buiten de herontwikkeling van de Kitsweg om

6 maar zorgt ervoor dat in de komende jaren de muizenstand op korte afstand van het plangebied belangrijk zal verbeteren. De voedselsituatie voor de kerkuilen van de Kitsweg zal daardoor eveneens aanmerkelijk verbeteren, hetgeen de lokaal gunstige staat van instandhouding verder verbetert. Huismus De huismus is een algemene soort in Nederland, ook in de omgeving van het plangebied is huismus veelvuldig waargenomen. De dichtstbijzijnde woningen van Lelystad en agrarische erven bevinden zich op tenminste drie kilometer afstand. Gezien de lokale populatie van zes paren (en mogelijk enkele ongepaarde vogels) is deze aan de kleine kant voor een zelfstandige satellietpopulatie. Naar verwachting komen jaarlijks rondzwervende mussen op de Kitsweg terecht en vullen de lokale broedpopulatie aan met vers bloed. In de zomer zijn grote hoeveelheden insecten beschikbaar (veelal dansmuggen en schietmotten) waardoor een uitstekende voedselsituatie heerst. Vermoedelijk is broedgelegenheid hier de beperkende factor. De vogels zijn genoodzaakt om op de TL-bakken in de loods te broeden. In de tijdelijke fase is voorzien in 24 tijdelijke houten kasten en in de eindsituatie worden tenminste 24 nestgelegenheden ingebouwd in de nieuwbouw van het beheerkantoor. De genoemde beperkende factor voor de huismus wordt hier flink uitgebreid, waardoor de stand zal toenemen. De gunstige staat van instandhouding wordt zodoende gewaarborgd door het aanbrengen van nestkasten. Zodoende is niet te verwachten dat de lokale gunstige staat van instandhouding in het geding is. De ecologische impact op de soorten is, door het nemen van mitigerende maatregelen, minimaal en tijdelijk. De staat van instandhouding van de soorten komt door het project niet in gevaar. Het belang gediend met het project mag in dit geval zwaarder wegen dan het behoud van de hier aanwezige verblijfplaatsen van de soorten. Mitigatie De sloop van de twee gebouwen wordt gefaseerd uitgevoerd. Vleermuiskasten zijn reeds voor oktober 2016 opgehangen in een boom op het werkschuurterrein. Huismuskasten en een kerkuilnestkast zijn reeds aanwezig in de kapschuur, die ten tijde van de sloop van het kantoorgebouw behouden blijft. Daarnaast zullen na afronding van de werkzaamheden permanente voorzieningen voor huismus, kerkuil en ruige dwergvleermuis worden aangebracht in het nieuwe beheerkantoor. Hiervoor is nog geen ontwerp beschikbaar. Na realisatie van het nieuwe beheerkantoor (en dus permanente voorzieningen) wordt pas begonnen met het slopen van de kapschuur. Hierdoor blijven verblijfplaatsen te allen tijde aanwezig. Voor ruige dwergvleermuis zijn vier tijdelijke verblijfplaatsen gerealiseerd. Voor de huismus zijn in totaal 24 huismuskasten gerealiseerd aan de kapschuur. De aanwezige zandplek en takkenhopen maken mogelijk deel uit van de functionele leefomgeving van huismus. Het is van belang dat deze plekken tijdens de werkzaamheden gespaard blijven. Wanneer dit niet mogelijk is zullen nieuwe takkenhopen worden aangelegd om het verlies te compenseren. In afwijking van het projectplan zullen twee extra nestkasten worden geplaatst ten behoeve van de kerkuil op twee daarvoor geschikte locaties. Voor de gewenningstijd van de kerkuilen aan de nieuwe kasten staat een periode van 3 maanden (kennisdocument BUI 2). Dit betekent dat de sloop van het deel van het gebouw waar de nestkast van de kerkuil zich bevindt, pas na 1 januari 2018 zou kunnen plaatsvinden. In februari begint de soort echter al vaak weer met broeden, sloop zou dan in eerste week januari plaats moeten vinden. Normaliter worden kerkuilenkasten in schuren en loodsen gehangen, maar aangezien hier in de omgeving geen geschikte bebouwing aanwezig is wordt gedacht aan boomkasten. De keuze voor locaties wordt begeleid door de heer Liosi van de lokale uilenwerkgroep. Hij heeft hier ruim 25 jaar ervaring mee en heeft ook (broed-)succes geboekt met boomkasten. Daarnaast is in de kapschuur al geruime tijd een nestkast aanwezig, er zijn verder geen beletsels waarom de kerkuil deze niet in gebruik zou kunnen nemen. In het nieuwe

7 kantoorgebouw zal een permanente nestkast worden gerealiseerd. Verder blijft de oppervlakte foerageergebied gelijk. Voorafgaand aan de werkelijke sloop dienen de soorten sterk gestimuleerd te worden om de alternatieve verblijfplaatsen te gaan accepteren. Concreet betekent dit: De mitigerende maatregelen voor de huismus en ruige dwergvleermuis zijn gerealiseerd in september 2016. Voor 1 januari 2018 moeten de soorten gestimuleerd worden om te vertrekken. De verblijfplaatsen van huismussen, kerkuil en ruige dwergvleermuis worden voor de sloop door een ecoloog bekeken op aanwezigheid van de soorten. Wanneer de ruige dwergvleermuis afwezig is wordt de verblijfplaats afgedicht met plastic. Indien noodzakelijk (zulks ter beoordeling van de ecoloog) wordt de verblijfplaats 's nachts na het uitvliegen beschenen met licht om terugkeer te voorkomen. Wanneer blijkt dat de nesten niet bewoond worden, worden maatregelen genomen om de vestiging van broedvogels te voorkomen. Hierbij kan gedacht worden aan het afsluiten van toegangswegen en/of het verwijderen van de buitenlampen. Bij de sloop zal een vleermuisdeskundige betrokken worden. Indien vleermuizen alsnog aangetroffen worden zullen, als de situatie dat nog toelaat, de dieren met rust gelaten worden en de ontmanteling van het gebouw zal ter plaatse worden stilgelegd. De dieren kunnen dan de aanstaande nacht alsnog vertrekken. Sloop van het deel van het dak van het kantoorgebouw met verblijfplaatsen van kerkuil en ruige dwergvleermuis dient uiterlijk te zijn afgerond op 7 januari 2018 E. Kennisgeving en afschriften Van dit besluit zal conform artikel 3:42 tweede lid van de Algemene wet Bestuursrecht door ons kennis worden gegeven door middel van publicatie in een huis-aan-huisblad en op de website van de Provincie Flevoland. Afschriften van dit besluit worden verzonden aan: - KNNV Lelystad, lelvstad@knnv.nl Vogel- en Natuurwacht Flevoland, info@vogelwachtflevoland.nl Dierbaar Flevoland, info@dierbaarflevoland.nl - OFGV, info@ofgv.nl

8 F. Besluit Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben besloten op grond van artikel 3.3 en artikel 3.8 Wet natuurbescherming, overwegende dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat en dat door het slopen van het kantoorgebouw en de kapschuur aan de Kitsweg 1, geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de huismus, kerkuil en ruige dwergvleermuis, aan Staatsbosbeheer ontheffing te verlenen: van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.1 tweede en vierde lid en artikel 3.5 tweede en vierde lid van de Wet natuurbescherming, voor zover dit betreft het opzettelijk storen en het beschadigen en/of vernielen van voortplantings- of rustplaatsen van de huismus, kerkuil en de ruige dwergvleermuis. De ontheffing geldt voor de gebouwen aan de Kitsweg 1 te Lelystad, zoals weergegeven op bijlage 1 bij dit besluit. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden: Algemene voorschriften 1. De ontheffing wordt slechts voor de hierboven genoemde soorten en beschreven verboden handelingen verleend. 2. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven. 3. De ontheffinghouder dient onverwijld contact op te nemen met provincie Flevoland (via wnb@flevoland.nl en handhaving@ofgv.nl indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift 1 noodzakelijk zijn. 4. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers blijven daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. 5. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en de bijbehorende brief op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. 6. Een week voordat wordt begonnen met de sloop van de gebouwen moet hiervan melding worden gedaan bij de OFGV via handhaving@ofgv.nl. Specifieke voorschriften 7. Er zijn ter mitigatie 24 vervangende mussennestkasten aan de kapschuur opgehangen in september 2016 en er zijn twee vervangende kerkuilkasten aan bomen in de omgeving opgehangen in oktober 2017. Er zijn ter mitigatie vier vleermuiskasten in de omgeving opgehangen per september 2016. Sloop van het deel van het dak van het kantoorgebouw met verblijfplaatsen van kerkuil en ruige dwergvleermuis dient uiterlijk te zijn afgerond op 7 januari 2018. Het deel van het gebouw met de verblijfplaatsen van de huismus dient uiterlijk 21 maart 2018 te zijn gesloopt. 8. Tenminste drie maanden voordat de kapschuur kan worden gesloopt dienen permanente voorzieningen gereed zijn gemaakt in het nieuw te bouwen kantoorgebouw aan de Kitsweg 1 voor ruige dwergvleermuis, huismus en kerkuil. Drie maanden nadat de permanente voorzieningen gereed zijn gekomen kunnen de in voorschrift 7 genoemde verblijfplaatsen worden verwijderd. Dit dient plaats te vinden onder ecologische begeleiding aan de hand van een ecologisch werkprotocol en buiten de voor de soorten kwetsbare perioden. 9. Voordat nieuwbouw plaatsvindt wordt een plan van aanpak ter goedkeuring naar de provincie gestuurd met betrekking tot de permanente voorzieningen die in het gebouw zullen worden geïntegreerd. In het plan van aanpak staat beschreven hoe, waar en wanneer

9 verblijfplaatsen voor huismus, kerkuil en ruige dwergvleermuis worden teruggebracht. Het gaat hierbij om tenminste 2 kerkuilkasten, 24 huismusnestkasten en 4 zomerverblijven voor ruige dwergvleermuis. Hier mag alleen van afgeweken worden als het om een verbetering gaat, zulks ter beoordeling van de provincie. Het plan dient verder duidelijk te maken dat de verlichting op het terrein niet toeneemt. Ook wordt aangegeven wanneer de sloop van de kapschuur plaatsvindt. Een afschrift van het door de provincie goed gekeurde plan van aanpak dient te worden verzonden aan de Omgevingsdienst Flevoland en Gooi & Vechtstreek via handhaving@ofgv.nl. 10. Drie tot vijf dagen voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden worden de verblijfplaatsen van de huismus ongeschikt gemaakt. Ongeschikt maken kan op verschillende manieren worden uitgevoerd; door het verwijderen van de dakpannen, de dakpannen op tochtstand te plaatsen, door het afdichten van de toegangswegen en het verwijderen van TLbakken en buitenlampen. De werkzaamheden worden tezamen met de begeleidende ecoloog beslist, uitgevoerd en gecontroleerd op hun effectiviteit. 11. Drie tot vijf dagen voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden worden de verblijfplaatsen van de kerkuilen ongeschikt gemaakt. Ongeschikt maken kan bijvoorbeeld door het afdichten van de toegangswegen. De werkzaamheden worden tezamen met de begeleidende ecoloog beslist, uitgevoerd en gecontroleerd op hun effectiviteit. 12. Drie tot vijf dagen voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden wordt de verblijfplaats van de ruige dwergvleermuis ongeschikt gemaakt. Ongeschikt maken kan bijvoorbeeld door het afdichten van de toegang (exclusion flaps) al dan niet vooraf gegaan door verlichting. De werkzaamheden worden tezamen met de begeleidende ecoloog beslist, uitgevoerd en gecontroleerd op hun effectiviteit. 13. Voordat verblijfplaatsen ongeschikt worden gemaakt dient hiervan uiterlijk 24 uur van te voren een melding te worden gedaan via handhaving@ofgv.nl. Deze melding bevat minimaal de informatie wanneer de verblijfplaatsen ongeschikt worden gemaakt. 14. Nadat door de ecoloog is vastgesteld dat alle ruige dwergvleermuizen, huismussen en kerkuilen de verblijfplaatsen hebben verlaten, dienen de sloopwerkzaamheden zo snel mogelijk te worden uitgevoerd. Als tijdens de uiteindelijke sloopwerkzaamheden toch ruige dwergvleermuizen, huismussen of kerkuilen worden aangetroffen, dienen de werkzaamheden onmiddellijk te worden stopgezet en dienen direct deskundigen ingeschakeld te worden. Tevens dient hiervan melding te worden gedaan via wnb@flevoland.nl en handhaving@ofgv.nl. 15. U dient er rekening mee te houden dat onder minder gunstige weersomstandigheden (bijvoorbeeld avonden met lage temperaturen, neerslag of veel wind) het langer duurt voordat de dieren de verblijfplaats succesvol kunnen verlaten. Bij de planning en uitvoering van de werkzaamheden dient hier rekening mee gehouden te worden. 16. Werkzaamheden worden bij daglicht uitgevoerd, wanneer het om onvoorziene redenen nodig is om in schemer of donker te werken dan wordt verlichting zo geplaatst dat vleermuizen en kerkuil hier geen hinder van ondervinden. 17. Er dient monitoring plaats te vinden om vast te stellen of gebruik wordt gemaakt van de tijdelijke vervangende verblijfplaatsen. De provincie ontvangt jaarlijks voor eind december een verslag van de monitoring. Tevens wordt een afschrift gestuurd aan handhaving@ofgv.nl. 18. Er dient monitoring plaats te vinden gedurende 3 jaar na realisatie van de nieuwbouw om vast te stellen of de aangeboden alternatieven in gebruik worden genomen. De gegevens van het monitoringsonderzoek dienen tot het einde van december van ieder monitoringsjaar (eerstvolgend verslag wordt verwacht voor eind december 2020 indien nieuwbouw tenminste 6 maanden eerder gereed is gekomen) te worden verstuurd naar provincie Flevoland. De provincie behoud het recht om nog aanvullende maatregelen op te leggen, indien zij hier noodzaak voor zien.

10 19. De nieuwe bebouwing dient niet meer licht uit te stralen dan de huidige bebouwing. Er dient eveneens geen extra straatverlichting ten opzichte van de huidige situatie te komen. Indien dit bij nadere uitwerking toch aan het plan toegevoegd wordt, dient gekozen te worden voor verlichting die de vleermuizen zo min mogelijk verstoord. 20. De werkzaamheden en bovengenoemde voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de soorten waarvoor ontheffing is verleend. 21. De ontheffinghouder dient een ecologisch werkprotocol op te stellen met daarin bovengenoemde voorschriften. Alle betrokken partijen, met name ook de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte gesteld te worden en dienen dit na te leven. Voor aanvang van de werkzaamheden dient dit ecologisch werkprotocol te worden verzonden aan de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek via handhaving@ofgv.nl. 22. Deze ontheffing kan worden ingetrokken, indien blijkt dat de ontheffinghouder zich niet houdt aan de voorschriften. 23. Indien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, dient u, minimaal drie maanden voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project. 24. Deze ontheffing is geldig vanaf de datering van dit besluit tot en met 31 december 2022. G. Bezwaar Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na datum van verzending van deze brief schriftelijk bij ons bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en voorzien van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Nadere informatie over de bezwaarprocedure treft u aan in het hierna volgende informatieblad. H. Ondertekening Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretaris,.^-^ \ de voorzitter. drs. T. van der Wal A.M. Meijer

Bladnummer 11 Bijlage 1: Kaart plangebied, geel omkaderd de te slopen gebouwen Tijdelijke mitigerende maatregelen

12 Bijlage 1a: kaart vervangende uilennestkasten

13 Bijlage 2 Informatieblad bezwaarprocedure Gedeputeerde Staten van Flevoland Bezwaar Tegen onze besluiten kunt u op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na datum van verzending ervan bij ons schriftelijk bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend en voorzien te zijn van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Verzoek om voorlopige voorziening Wanneer u van mening bent dat, in afwachting van de behandeling van uw bezwaarschrift, een voorlopige voorziening moet worden getroffen, kunt u een verzoek daartoe indienen bij de Voorzieningenrechter. Het adres is Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, voorlopige voorzieningen, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Uw verzoek om voorlopige voorziening wordt pas in behandeling genomen wanneer u griffierecht heeft betaald. De rechtbank laat u weten hoe hoog het griffierecht is en op welke wijze u dit kunt overmaken. Overslaan van de bezwaarschriftenprocedure Op grond van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht kunt u in uw bezwaarschrift aangeven dat u de bezwaarschriftenprocedure wilt overslaan en rechtstreeks in beroep wilt gaan bij de bestuursrechter. In artikel 7:1 a tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat wij een dergelijk verzoek in ieder geval moeten afwijzen wanneer: A) het bezwaarschrift is gericht tegen het niet op tijd nemen van een besluit. B) tegen het besluit door een andere belanghebbende ook een ander bezwaarschrift is ingediend waarin zo' n verzoek niet is gedaan en dit bezwaarschrift ontvankelijk is. Wij stemmen alleen in met het verzoek om de bezwaarschriftenprocedure over te slaan, wanneer de zaak daarvoor geschikt is. Wanneer dit het geval is, zenden wij het bezwaarschrift door aan de bevoegde rechter. Proceskostenvergoeding Tot slot wijzen wij u er nog op dat u op grond van artikel 7:15, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht bij ons - voordat wij een besluit hebben genomen op uw bezwaarschrift - een verzoek kunt indienen om de kosten die u redelijkerwijs in verband met de behandeling van uw bezwaarschrift moet maken, te vergoeden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kosten van rechtsbijstand, kosten van een getuige/deskundige; reis- en verblijfkosten, kosten van uittreksels uit openbare registers, telefoongesprekken. Bij het indienen van zo'n verzoek moet u het bedrag van de vergoeding aangeven en stukken overleggen waaruit blijkt dat u deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt. Bij het besluit dat wij op het bezwaarschrift nemen, wordt tegelijkertijd een besluit genomen op een ingediend verzoek om vergoeding van de kosten.