Statuten STICHTING SERVICE INSTITUUT VEILIGHEID, ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN EN GEZONDHEID
STATUTEN Naam en zetel Artikel 1 De stichting draagt de naam: STICHTING SERVICE INSTITUUT VEILIGHEID. ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN EN GEZONDHEID. Zij is gezeteld te Amsterdam en is opgericht voor onbepaalde tijd. Doel Artikel 2 2.1 De stichting heeft ten doel het ontwikkelen, opzetten en (laten) uitvoeren van een beleid gericht op verbetering van arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid in de bedrijfstak houthandel en het beheren van door sociale partners in deze bedrijfstak ter beschikking gestelde fondsen die bevorderlijk zijn tot dat doel, respectievelijk naastliggende doelen. 2.2 De stichting beoogt niet het maken van winst. Vermogen Artikel 3 Het vermogen van de stichting wordt gevormd door bijdragen en subsidies, schenkingen, erfstellingen en legaten, alsmede door alle andere verkrijgingen en baten. Bestuur Artikel 4 4.1 Het bestuur van de stichting bestaat uit zes leden. 4.2 a. Twee van de bestuursleden worden benoemd door de FNV; b. Eén bestuurslid wordt benoemd door CNV Vakmensen; c. Drie bestuursleden worden benoemd door de Koninklijke Vereniging Van Nederlandse Houtondernemingen, vereniging van ondernemingen op het gebied van de groothandel in en de bewerking van hout, plaatmateriaal en aanverwante artikelen, gezeteld te Almere. De genoemde organisaties benoemen voor elk bestuurslid een plaatsvervangend lid, die zitting zal nemen in het bestuur bij ontstentenis van het zittend bestuurslid. 4.4 Wanneer een vacature in het bestuur ontstaat, wordt daarin zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden. 4.5 Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een vicevoorzitter en een secretaris aan. Versie 2016 Pagina 2
4.6 De functie van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter worden vervuld door werknemersleden. De functie van secretaris wordt vervuld door een werkgeverslid. 4.7 Bestuursleden worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Zij treden af volgens een door het bestuur vast te stellen rooster van aftreden. Een volgens het rooster aftredend bestuurslid is terstond herbenoembaar. 4.8 De in lid 2. genoemde organisaties hebben te allen tijde het recht de door haar aangewezen bestuursleden en plaatsvervangende bestuursleden te vervangen door anderen. 4.9 Een bestuurslid defungeert: Bestuurstaak Artikel 5 a. door zijn overlijden; b. door zijn aftreden al dan niet ingevolge het in lid 7 bedoelde rooster; c. door zijn ontslag, verleend door de Rechtbank in gevallen in de wet voorzien; d. door zijn ontslag, verleend door degenen door wie hij is benoemd. 5.1 Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Iedere bestuurder is tegenover de stichting gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taken. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuurders behoort, is ieder van hen hoofdelijk aansprakelijk, tenzij hij bewijst dat de tekortkoming niet aan hem te wijten is en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden. 5.2 Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van alle rechtshandelingen waaronder begrepen het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen of het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerstelling voor de schuld van een derde verbindt. 5.3 Het bestuur kan ter uitvoering van zijn taak bepaalde werkzaamheden aan commissies opdragen en hun samenstelling en werkwijze vaststellen. Bestuursvergaderingen Artikel 6 6.1 Het bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo vaak als de voorzitter, de secretaris of tenminste twee bestuursleden zulks verzoeken. 6.2 De secretaris roept de bestuursvergadering bijeen met inachtneming van een termijn van één week, de dag van oproeping en de dag van vergadering niet meegerekend. De bijeenroeping geschiedt door een schriftelijke mededeling, welke de agenda bevat, aan het adres van ieder bestuurslid. Versie 2016 Pagina 3
6.3 Na ontvangst van een verzoek tot vergadering als bedoeld in het eerste lid, is de secretaris verplicht binnen vier weken een bestuursvergadering te doen houden. Indien de secretaris niet binnen twee weken na het verzoek de daartoe strekkende oproeping doet uitgaan, gaan de verzoekers zelf over tot bijeenroeping op dezelfde wijze als voor de secretaris bepaald. Besluitvorming Artikel 7 7.1 In de bestuursvergadering heeft ieder bestuurslid één stem, behoudens het bepaalde in lid 4. 7.2 Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter anders bepaalt. 7.3 Er wordt besloten met gewone meerderheid van stemmen, tenzij deze statuten anders bepalen. Blanco en ongeldig uitgebrachte stemmen worden niet in aanmerking genomen. 7.4 In de vergadering brengt ieder bestuurslid van werknemerszijde evenveel stemmen uit als er bestuursleden van werkgeverszijde aanwezig zijn en ieder bestuurslid van werkgeverszijde evenveel stemmen als er bestuursleden van werknemerszijde aanwezig zijn. 7.5 Wordt bij een stemming over twee of meer personen of zaken niet meer dan de helft van de geldig uitgebrachte stemmen op één daarvan uitgebracht, dan wordt een tweede stemming gehouden. Indien dan op een persoon of voor een zaak nog niet meer dan de helft van het aantal stemmen wordt uitgebracht dan vindt er een herstemming plaats tussen de personen of zaken die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben verworven. 7.6 Het bestuur kan ook buiten de vergadering besluiten nemen, mits het voorstel schriftelijk aan alle bestuursleden is ter kennis gebracht en deze allen zich schriftelijk, per fax of per email, daarmede hebben akkoord verklaard. Een besluit is alsdan genomen wanneer de vereiste meerderheid van alle in functie zijnde bestuursleden zich schriftelijk voor het voorstel heeft verklaard. Vertegenwoordiging Artikel 8 De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door: a. hetzij alle in functie zijnde bestuursleden gezamenlijk; b. de voorzitter, de vicevoorzitter of de secretaris, gezamenlijk handelend met één ander bestuurslid. Versie 2016 Pagina 4
Boekjaar en jaarrekening Artikel 9 9.1 Het boekjaar van de stichting valt samen met het kalenderjaar met dien verstande dat het eerste boekjaar wordt gerekend vanaf heden tot en met eenendertig december negentienhonderdnegentig. 9.2 Het bestuur stelt jaarlijks een begroting voor het komende boekjaar vast. 9.3 Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting zodanig aantekening te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. 9.4 Het bestuur is verplicht jaarlijks na afloop van het boekjaar een balans en een staat van baten en lasten van de stichting op te maken. 9.5 Voor één juli van ieder jaar wordt een bestuursvergadering gehouden, waarin de balans en de staat van baten en lasten, vergezeld van een rapport van een accountant, alsmede het daarop betrekking hebbende verslag, worden behandeld. 9.6 Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde bescheiden tien jaar lang te bewaren. Statutenwijziging Artikel 10 10.1 Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen. 10.2 Onverminderd het bepaalde in lid 3 behoeft een besluit van het bestuur tot statutenwijziging een meerderheid van twee/derde van de geldige stemmen, uitgebracht in een voltallige vergadering. Is een vergadering, waarin een besluit tot wijziging van de statuten aan de orde is niet voltallig dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houdend niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan rechtsgeldig omtrent het voorstel, zoals dit in de eerste vergadering aan de orde was, worden besloten, mits: in die vergadering tenminste twee bestuursleden aanwezig zijn, waaronder tenminste één werkgeverslid en één werknemerslid; èn het besluit wordt genomen met tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. 10.3 Bij de oproeping tot de vergadering waarin een statutenwijziging zal worden voorgesteld, dient een afschrift van het voorstel bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging te worden gevoegd. 10.4 Een besluit tot statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd. Versie 2016 Pagina 5
Ontbinding Artikel 11 11.1 Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. 11.2 Op het besluit tot ontbinding is het bepaalde in lid 2 van het vorige artikel van overeenkomstige toepassing. 11.3 Bij het besluit tot ontbinding wordt tevens de bestemming van het liquidatiesaldo vastgesteld. 11.4 Na ontbinding geschiedt de vereffening door het bestuur, tenzij bij het besluit tot ontbinding één of meer vereffenaars zijn aangewezen. 11.5 Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon. Slotbepaling Artikel 12 In alle gevallen waarin de statuten niet voorzien, beslist het bestuur. Versie 2016 Pagina 6