rijksuniversiteit gent

Vergelijkbare documenten
RIJKSUNIVERSITEIT GENT

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

VFRSLAG VAN DE VERKENNINGSBORING VOOR DE CENTRALE LINNENDIENST VAN DE VERENIGING VAN OPENBARE VERZORGINGSINSTELLINGEN TE EREMBODEGEM

HYDROGEOLOGISCHE VERKENNING VAN DE FREATISCHE LAAG

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

I Hili RIJKSUNIVERSITEIT GENT

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE. GRONDWATERWINNINGSMOGELIJKHEDEN VOOR HET REKREATIEDOMEIN nde BRIELMEERSENn TE DEINZE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

UITVOEREN BORINGEN IN HET KADER VAN ONDERZOEK NAAR ONDIEPE KLEILAAG. Gemeente Beerse

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

VERKENNING IN VERBAND MET EEN GRONDWATERVOORZIENING VAN DE G.U.S.B.

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

rijksuniversiteit gent

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

1\BO.RAli l I M VGOR OGIE EN 0 08EOl.O'GI.

lil Hl LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE RIJKSUNIVERSITEIT GENT GEOLOGISCHE EN HYDROGEOLOGISCHE GESTELDHEID TER HOOGTE VAN EEN

rijksuniversiteit gent

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat

ij) IJlJIJ UNIVERSITEIT GENT TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE .AL. BEPALING VAN DE HISTORISCHE VERONTREINIGING

rijksuniversiteit gent

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

rijksuniversiteit gent

rijksuniversiteit gent

Behoort bij ontwerpbesluit van B&W

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Het doel van het aanvullend onderzoek is het verkrijgen van aanvullende informatie over de verontreiniging.

DE EGYPTISCHE POORT TE BLADEL

Ref.nr.: ms.Ev0 Datum: Betreft: Monster ten behoeve van geschiktheid dijkenklei Project Linge

LABORATORII:JM VOOR jjiqeg PA5ll: GEOlOGIE EN lni DROGE0 061É

Bureau Schmidt T.a.v. de heer R. Schmidt Westersingel CK LEEUWARDEN

Legenda: Maaiveld Grondwaterstand Handmeting grondwaterstand

Bouwbedrijf Swart T.a.v. de heer T. Offringa Grote Hornstweg 19 D 9261 VW EASTERMAR

rijksuniversiteit gent

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

DIEPSONDERINGEN FUNDERINGSADVIES VERBEKE bvba-sprl GROUP VERBEKE _ Gedelegeerd bestuurder: ir J. VERCRUYSSE

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

MEMO DHV B.V. Logo. : SAB Arnhem : Michiel Krutwagen. : St Elisabethgaarde Winterswijk : Watertoetsnotitie. Datum : 13 januari 2012

rijksuniversiteit gent

Hierbij doen wij u de resultaten toekomen van het nader bodemonderzoek op het sportpark De Koepel te Vught.

C01N Grondwatermonitoring inclusief MTBE en ETBE conform AS SIKB Protocol 2002

WATER IN BURKINA. Van Bron tot Gebruiker. Waar: Albeda College Datum:

rijksuniversiteit gent

Verslag infiltratieonderzoek

Project : plaatsen dakopbouw aan het Utrechts Jaagpad 110 Plaats : LEIDEN

HET NEMEN, VERPAKKEN EN CONSERVEREN VAN GRONDMONSTERS

De meest optimale installatie is een zuinige installatie. Daarvoor dienen 3 componenten goed op elkaar te worden afgesteld:

OOSTKAPELLE. Siban Beheer B.V. Park Reeburg GC VUGHT

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

STAD I GENT. rijksuniversiteit gent

Opdracht : Plaats : Maasbree Project : Bepaling doorlaatfactor aan de Rozendaal. Bepaling doorlaatfactor aan de Rozendaal te MAASBREE

Rapportage Geotechnisch Bodemonderzoek te Lelystad

Advies over de ecologische risicoevaluatie. gegevens betreffende een grond langsheen het kanaal Gent-Brugge te Lovendegem

DOORLATENDHEID BARTOK TE ARNHEM

30 sept OU


Milieutechniek ZVS Eemnes BV BO Baarn, Wildenburglaan 1. Boring: 101. Boring: 102. Boring: 103. Boring: 104. Boring: 105.

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Nader asbestonderzoek in bodem Wolbertsdijk 13 te Wapenveld

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM

Waterboringen boringen verheyden bv

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan.

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE..

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: Project aan de Looweg te Uden. Opdrachtnr. : HA

5 Fase III: Granulaire analyses

Geotechnisch rapport

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: project aan de Aubade en de Vurehout te Zaandam. Opdrachtnr. : HA /

LABORAlfORI M VOOR li0et3epasté Ç3EQLOGIE EN H ROGEOtOGI.E

Van Bodemkaart tot. Ruilklassenkaart

9 I f HYDROGEOLOGISCHE VERKENNING VAN DE STORTPLAATS VAN N.V. GARWIG TE WOUMEN (DIKSMUIDE)

Grondwaterwinningsmogelijkheden in de ondiepe watervoerende lagen ter hoogte van de NV Horafrost te Staden (Fase 1)

Hoe een bodemonderzoek bovenhaalt wat u niet (meer) wist. Peter Hermans BU Manager Bodem

Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december Postbus AA Heerlen

GRONDONDERZOEK IN RELATIE TOT DE MILIEUPROBLEMATIEK door ir. J.G. de Gijt Fugro B.V. Leidschendam

Landslide milieu-adviesbureau

Martens Aannemingsbedrijf bv t.a.v. de heer M. Martens Postbus AB Lekkerkerk.

rijksuniversiteit gent

Workshop bodemenergiesystemen. Maarten Busstra

Demo Geothermische Screeningstool

rijksuniversiteit gent

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Ui tgraven wel 1 en bij Andel st S

Uitvoeringsfiche Berlijnse wanden Type 1: beschotting aangebracht tijdens de uitgraving

O.G. Mij. Th. G. van den Bosch B.V. LEGENDA. voormalige zinkput. drain pompput. grens monstername wand ontgravingscontour

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Rapport grondmechanisch onderzoek. Wegen- en rioleringswerken, Molenstraat - De Haan 15/376

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

lillil UNIVERSITEIT GENT

Historisch onderzoek Harderwijkerweg 134a te Ermelo

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Transcriptie:

rijksuniversiteit gent leerstoel voor toegepaste geologie VERKENNEND ONDERZOEK NAAR DE AANWEZIGHEID VAN BENZINE IN DE ONDERGROND VAN HET TEXACO-STATION LANGS DE AUTOSTRADE E3 TE NAZARETH geologisch instituut krijgslaan 281-SB B 9 gent telefoon 91-22.57.15 Onderzoek en verslag : Lic. E. VAN DYCK Lic. M. BUYSSE Lic. P. VAN BURM Leiding : Prof. Dr. W. DE BREUCK TGO 85/25 juli 1985

1. INLEIDING Op 28 juni 1985 heeft de heer HOUSIAUX, manager Texaco-station, Autostrade E3, te Nazareth, de Leerstoel voor Toegepaste Geologie van de Rijksuniversiteit Gent gevraagd een verkennend onderzoek te verrichten naar de aanwezigheid van benzine in de ondergrond van het tankstation richting Kortrijk. De aanleiding tot dit onderzoek is de verdwijning uit dit tankstation van 35. I superbenzine in de periode apr i I-mei 1985 en het geschi I dat hierbij is ontstaan tussen Texaco en de uitbater van het tankstation. Het doel van het onderzoek was een eventuele aanwezigheid van superbenzine in de ondergrond van het tankstation nabij een moge I ijk lek op te sporen. 2. TERREINWERK Op 5 juli 1985 werd door de Leerstoel het terreinwerk verricht. Hierbij werd een eerste handboring uitgevoerd op een plaats aangeduid door de heer HOUSIAUX, waar een lek kan geweest zijn, vlak naast de plaats waar vroeger de superbenzinepomp U4 heeft gestaan (fig. 1 ). Op deze plaats werd kort voordien een opening in het wegdek en een profielput tot een diepte van 5 cm gemaakt door een aannemer, ten einde de handboring vlot te kunnen laten verlopen. De handboring werd droog uitgevoerd met een Eykelkamp boorstel met wangboor zonder voerbuizen. Ongeveer elke 1 cm werd de boor opgehaald en het monster beschreven. Het boorverslag is in bij lage opgenomen. Op een diepte tussen 1,6 m en 1,8 m werden enkele gestoken monsters genomen met behulp van een Eykelkamp steekapparatuur uitgerust met roestvrijstalen ringen. Deze gestoken monsters werden in een afgesloten glazen bokaal geplaatst voor vervoer naar een laboratorium voor analyse. Vanaf 1,8 m werd verder geboord met de wangboor tot er verzadiging werd vastgesteld. Tussen 3,3 m en 3,6 m werden eveneens gestoken monsters genomen en in een glazen bokaal opgeslagen voor analyse. Op 3,8 m put. werd de boring stopgezet wegens dichtslibben van de

2.- Tijdens de ganse boring werd een sterke benzinegeur waargenomen. Bovendien werd een grondmonsters van omstreeks 3,3 m diepte getoetst op brandbaarheid; dit monster brandde zeer hevig. Tot slot werd met behulp van een dichtgekleefde puls, een vloeibaar monster genomen tussen 2,8 m en 3,8 m diepte en eveneens in een bokaal opgeslagen. Dit monster had een gele kleur, was zeer vluchtig en verspreide een zeer sterke benzinegeur. Na deze eerste boring werd op aanvraag van de heer HOUSlAUX een deurwaarder gevraagd ter plaatse de feiten vast te stellen. Op vraag van deze laatste werd een tweede boring met monstername uitgevoerd op dezelfde wijze, op een afstand van circa 25 cm van het eerste boorgat. Het boorverslag en de monsters van deze boringen waren identiek als bij de eerste baring. Een derde boring gebeurde bij het tankstation aan de overzijde van de E3, richting Gent, op ruwweg 45 m afstand van de eerste boring, op een plaats die vergelijkbaar was met die van de eerste twee boringen, nl. nabij pomp U'l(. Deze boring en monstername gebeurde op dezelfde wijze als de vorige. Van dezelfde diepten werden gestoken monsters genomen en bewaard. Het boorverslag is in bijlage 2 opgenomen. Tijdens deze boring werd geen sterke benzinegeur waargenomen. Enkele grondmonsters hadden een lichte benzinegeur. Bovendien bleek de vloeistof nabij de watertafel niet vluchtig te zijn, zoals vastgesteld bij de twee eerste boringen. Ook bleken de grondmonsters rond 3 m diepte niet te branden. Deze derde boring had tot doel een normale nultoestand onder het tankstation te bepalen. 3. LABO-ONDERZOEK De 5 bokalen nl. met de 2 gestoken monsters van de boring (monster 1/1 en 1/11), de 2 gestoken grondmonsters van de boring 3 (monster 3/1 en 3/11) en het vloeibaar monster van boring 1 (monster 1/111) werden op een donkere, koele plaats bewaard en op 8 juli 1985

3.- door de Leerstoel voor Toegepaste Geologie binnengebracht bij het Provinciaal Instituut voor Hygiëne (P.I.H.) te Antwerpen, een laboratorium erkend voor het uitvoeren van analysen in opdracht van de overheid. Aan dit labo werd gevraagd de grondmonsters te onderzoeken op de aanwezigheid van superbenzine en eventuele koncentratieverschillen aan te geven. Het integrale verslag van ir. F. PIETERS, labochef van het P.I.H. is in bijlage 2 opgenomen. 4. BESLUIT Uit dit verkennend onderzoek blijkt dat er onder het tankstation Texaco langs de autostrade E3, te Nazareth, richting Kortrijk, nabij pompplaats U4, een sterke koncentratie van superbenzine aanwezig is. Dit bi ijkt uit het terreinonderzoek, waarbij er tijdens het boren op die plaats een sterke benzinegeur in het boorgat en de grondmonsters waar te nemen was; vluchtige op benzine gelijkende vloeistof werd nabij de watertafel in het boorgat aangetroffen; de grondmonsters waren zeer brandbaar. Dit wordt bevestigd door de grondmonsteranalyses. Hieruit blijkt dat de koncentraties op deze plaats zeer hoog liggen en een faktor 1 tot 1 groter zijn, afhankelijk van diepte en analysemetode, dan op een gelijkaardige plaats aan de overzijde, nl. bij het tankstation E3 richting Gent. Dicht bij de watertafel is de koncentratie een faktor 1 hoger dan ongeveer halverwege maaiveld en watertafel. Er is dus een opeenhoping juist boven de watertafel. Uit dit alles kan men besluiten dat er in de grond een grote hoeveelheid superbenzine is terechtgekomen nabij de vroegere pomp UJv, van het tankstation Texaco E3 te Nazareth, richting Kortrijk. Op de plaats van het vermoedelijk lek heeft de benzine zich

4. vertikaal doorheen de onverzadigde zone bewogen. Eenmaal de verzadigde zone bereikt heeft de benzine de neiging zich horizontaal te verspreiden. Hierdoor vormt zich over een vrij grote oppervlakte een dunne laag koolwaterstof. De vrij grote dikte van de door benzine verontreinigde zone wijst erop dat dit proces nog niet ten einde is.

l.p.g. 2 Bl Shop 4 D B2 US Ul U4 boorplaats D 1 U6 D Bureel u 2 D wc 3 wc U7 D U3 Bur. 5 e.v. Fig. 1 - Grondplan tankst a.tion Texaco, Autostrade E3, Nazareth

Bijlage 1 - Boorverslag boring 1 analoog aan boring 2 Ligging : nabij pomp U'lf van Texaco-station E3 te Nazareth, richting Kortrijk Boorwijze :, -,5 : profiel put, gegraven,5 1,6 wangboor 1,6 1,8 steekapparaat 1,8 3,3 wangboor 3,3 3,6 steekapparaat 3,6 3,8 wangboor Beschrijving - grijs fijn zand - steengruis - bruin fijn zand - bruin fijn zand met benzinegeur - zwarte veenhoudende leem met benzinegeur - bruin weinig leemhoudend zand.et sterke benzinegeur - geelbruin fijn zand met sterke benzinegeur - idem + roestverschijnselen met sterke benzinegeur - idem, zeer nat Diepte van tot,,2,2,3,3,5,5 1,9 1,9 2, 1 2, 1 2,4 2,4 2,7 2,7 3,3 3,3 3,8 Geologische verklaring, I, 9 aangevoerde grond 1,9 3,8 kwartair

Bijlage 2 - Boring 3 Ligging : nabij pomp U'tJ van Texaco-station E3 te Nazaret, richting Gent Boorwijze :,,5 profielput, gegraven, 5 1, 6 wangboor 1,6 1,8 steekapparaat 1,8 3,3 wangboor 3,3 3,6 steekapparaat Beschrijving - grijs fijn zand - steengruis - bruin fijn zand - bruin fijn zand met zeer lichte benzinegeur - donkergrijs leemhoudend zand met leem en zeer lichte benzinegeur - donkerbruin fijn zand en zeer lichte benzinegeur - geelb ruin fijn zand met roestverschijnselen, met zeer lichte benzinegeur en zeer nat Die te van tot,.,2,2,3,3,5,5 1,9 1,9 2,2 2,2 2,8 2,8 3,6 Geologische verklaring, - 1,9 aangevulde grond 1,9-3,6 kwartair

Bijlage 3 N D En Z E K G R N D S T A L E N Staalname: A 339 A 31W A 3'+1 A 342 A 343 Methode Resultaten: Stalen binnene;ebracht door dhr. VAN DIJCK (RUG). 1/III 2,8-3,8 f,ele vloeistof met benzinereuk. 1/I 1,6-1,8 rondmonster. 1/II 3,3-3,6 v,rondmonster. 3/I 1,6-1,8 rondmonster. 3/II 3,3-3,6 rondmonster. staal A 339 werd vergeleken met p;aschromatografisch onderzocht en superbenzine. - de grondmonsters A 34 tot A 343 werden zowel gaschromatografisch als met infra-rood onderzocht : + gaschromatografie: extraktie met nitrobenzeen, en vergelijking met standaardreeks superbenzine (kwantificiering t.o.v. A 339) + IR : extraktie met CC 11, bepaling van het ge hal te koolwaterstoffen met infra-rood (cfr NBN T91-52 methode voor water). A 339 1/III : verontreinigde superbenzine. GC IR mg/kg superbenzine mg/kg koolwaterstoffen A 3lW 1/T 1,G-1,8 A 341 1/II 3,3-3,6 A 31+2 1,6-1,8 A 343 3/II 3,3-3,1+ 3/I 5 2 3 6 112 38 11 55 * 8 3 6 * cfr opmerking 1 Opmerkingen 1. staal A 342 bevat naast een geringe hoeveelheid benzine ook koolwaterstoffen, gelijkend op stookolie. 2. een verklaring voor de hogere waarden (behalve voor A 342) gevonden met GC t.o.v. IR ligt niet voor de hand. Mogelijke invloeden kunnen zijn - rendement van de extrakties ( beter met nitrobenzeen dan met CClJ). - vluchtigheid van de verontreiniging ( het onderzoek met GC werd uitgevoerd voor het onderzoek'rmet IR).