nederlandse ZETADYN Bescherming tegen ongewenste beweging van de liftkooi Technische Informatie Zelfbewaking en correcte functie van de drijfwerkremmen als remelementen ter bescherming tegen ongewenst bewegen van de liftkooi
Inhoudsopgave 1 Algemeen... 3 1.1 Gebruik van de handleiding... 3 1.2 Algemeen... 3 2 Veiligheid... 3 3 Principe van zelfbewaking.... 3 3.1 Hoe vindt de zelfbewaking van de correcte functie van de remelementen door de ZETADYN plaats?... 3 3.2 Bewakingsingangen van de ZETADYN... 4 3.3 Technische gegevens van de ingangen... 4 4 Functie van de zelfbewaking... 4 4.1 Bewaking bewegingsbegin... 4 4.1.1 Motor bevindt zich in stilstand (toerental 0)... 4 4.1.2 Door de activering van de uitgangsfunctie MB drijfwerkrem openen wordt de remopeningstijd T2 gestart... 4 4.2 Bewaking bewegingseinde... 4 4.2.1 Motor bevindt zich in stilstand (toerental 0)... 4 5 Activering van de zelfbewakingsfunctie en de vergrendelingsfunctie... 5 5.1 Activeren van de zelfbewaking... 5 5.2 Activeren van de vergrendeling van de ZETADYN bij foutieve functie van een remcircuit 5 6 Functiecontrole van de zelfbewaking.... 6 6.1 Algemeen... 6 6.2 Functiecontrole overeenkomstig EN81-1:1998+A3:2009... 6 6.3 Functiecontrole bij inbedrijfstelling... 6 7 Prototype Test Certificate... 7 2/8
Algemeen 1 Algemeen 1.1 Gebruik van de handleiding De volgende technische informatie is geen vervanging van de handleiding van de desbetreffende frequentieomvormer. De handleiding moet steeds beschikbaar zijn! De veiligheidsinstructies van de handleiding moeten in acht worden genomen! 1.2 Algemeen De zelfbewaking wordt alleen in combinatie met de drijfwerkremmen toegelaten als veiligheidsinrichting tegen ongewenst bewegen van de liftkooi, conform EN 81-1:1998 + A3:2009. 2 Veiligheid Personen die met de installatie, inbedrijfstelling en onderhoud en reparaties in verband met het apparaat zijn belast moeten over de voor hun werkzaamheden benodigde kwalificatie en kennis beschikken. Ze moeten op grond van hun opleiding, kennis en ervaring evenals kennis van de betreffende normen de aan hen opgedragen werkzaamheden kunnen beoordelen en mogelijke gevaren kunnen vaststellen. Bij alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de installatie spanningsloos worden geschakeld en tegen opnieuw inschakelen worden beveiligd. Werkzaamheden aan elektrische onderdelen mogen alleen door een elektricien of elektrisch geschoolde personen onder toezicht van een elektricien gedaan worden volgens de regels der techniek. Bij alle werkzaamheden aan spanningvoerende onderdelen of leidingen moet altijd een tweede persoon aanwezig zijn die in noodgevallen de machine kan uitschakelen. Elektrische uitrustingen moeten regelmatig gecontroleerd worden: losse verbindingen weer bevestigen, beschadigde leidingen of kabels direct vervangen. De schakelkast resp. alle elektrische stroomunits moeten altijd afgesloten zijn. De toegang is alleen aan bevoegde personen met sleutel of speciaal gereedschap toegestaan. Gevaar! Nooit onder spanning aan de frequentieomvormer werken. Ook na het uitschakelen staat het tussencircuit (klemmen X1:+DC / X1:-DC) nog onder spanning. Door het gebruik van condensatoren bestaat ook na het uitschakelen levensgevaar door direct contact met spanningvoerende onderdelen of onderdelen die op grond van defecten spanningvoerend zijn geworden. De afwezigheid van spanning moet met een tweepolige spanningzoeker gecontroleerd worden. Na een wachttijd van minstens 3 minuten kan aan het apparaat gewerkt worden. 3 Principe van zelfbewaking 3.1 Hoe vindt de zelfbewaking van de correcte functie van de remelementen door de ZETADYN plaats? De drijfwerkrem wordt reeds als veiligheidsinrichting voor de omhoog bewegende liftkooi gebruikt tegen te hoge snelheid. Daarom is de drijfwerkrem redundant geconstrueerd en is deze voor de in de modelkeuring vereiste detectie van redundantieverlies met een microschakelaar per remcircuit uitgevoerd. Deze microschakelaars worden voor de zelfbewaking van de correcte functie van de drijfwerkremmen als remelementen ter bescherming tegen ongewenst bewegen van de liftkooi gebruikt. 3/8
Functie van de zelfbewaking 3.2 Bewakingsingangen van de ZETADYN Frequentieomvormers van het type ZETADYN beschikken over vrij programmeerbare ingangen: Aansluitklem X-IN: I01 I08 Aansluitklem X-BR: BR1...BR4 Alle ingangen kunnen op de functie rembewaking worden geprogrammeerd. Er kunnen maximaal 4 remcircuits worden bewaakt. Als standaard worden de ingangen BR1...BR4 gebruikt. De bewaking kan zowel met verbreekcontacten (NC) als ook met maakcontacten (NO) worden uitgevoerd. Het soort bewakingscontact kan bij de programmering van de ingangen worden gekozen. 3.3 Technische gegevens van de ingangen Spanningsbereik Schakelniveau low / high Stroomopname bij 24V Klembereik +22,0...26,0 VDC < 5,0 VDC / > 11,0 VDC typ. 12,6 ma max. 1,5 mm² 4 Functie van de zelfbewaking 4.1 Bewaking bewegingsbegin 4.1.1 Motor bevindt zich in stilstand (toerental 0) Zodra er een bewegingscommando op de ZETADYN aanwezig is, wordt de rem op rusttoestand bewaakt: Bewakingsfunctie Maakcontact (NO): 0V-Signaal op de bewakingsingangen is noodzakelijk Bewakingsfunctie Verbreekcontact (NC): 24V-Signaal op de bewakingsingangen is noodzakelijk Wanneer de noodzakelijke signalen niet aanwezig zijn, geeft de ZETADYN de foutmelding 380 BR:Start Fout uit en vergrendelt zich. De op de functie Storing geprogrammeerde uitgang schakelt uit en blijft inactief tot de vergrendeling door het parametreren van de parameter "Bewakingen / UNLOCK = AAN" wordt teruggezet. 4.1.2 Door de activering van de uitgangsfunctie MB drijfwerkrem openen wordt de remopeningstijd T2 gestart Binnen deze tijd moet de drijfwerkrem worden geopend en wordt een signaalwissel aan de bewakingsingangen verwacht: Bewakingsfunctie Maakcontact (NO): 24V-Signaal op de bewakingsingangen is noodzakelijk Bewakingsfunctie Verbreekcontact (NC): 0V-Signaal op de bewakingsingangen is noodzakelijk Indien er binnen de tijd T2 geen signaalwissel plaatsvindt, geeft de ZETADYN de foutmelding 582:BR_T2 te klein uit en vergrendelt zich. De op de functie Storing geprogrammeerde uitgang schakelt uit en blijft inactief tot de vergrendeling door het parametreren van de parameter "Bewakingen / UNLOCK = AAN" wordt teruggezet. 4.2 Bewaking bewegingseinde 4.2.1 Motor bevindt zich in stilstand (toerental 0) Door de deactivering van de uitgangsfunctie MB (drijfwerkrem sluiten) wordt de remsluittijd T5 gestart Binnen deze tijd moet de drijfwerkrem worden gesloten en wordt een signaalwissel aan de bewakingsingangen verwacht: Bewakingsfunctie Maakcontact (NO): 0V-Signaal op de bewakingsingangen is noodzakelijk Bewakingsfunctie Verbreekcontact (NC): 24V-Signaal op de bewakingsingangen is noodzakelijk Indien er binnen de tijd T5 geen signaalwissel plaatsvindt, geeft de ZETADYN de foutmelding 585 BR:T5 te klein uit en vergrendelt. De op de functie Storing geprogrammeerde uitgang schakelt uit en blijft inactief tot de vergrendeling door het parametreren van de parameter "Bewakingen / UNLOCK = AAN" wordt teruggezet. 4/8
Activering van de zelfbewakingsfunctie en de vergrendelingsfunctie 5 Activering van de zelfbewakingsfunctie en de vergrendelingsfunctie 5.1 Activeren van de zelfbewaking De activering van de zelfbewaking vindt plaats door de selectie van het aantal remcircuits en de functie van de microschakelaar aan hand van parameter BR in het menu "Startup" of "Bewakingen" (bijv. 2 remcircuits met maakcontact-functie van de microschakelaars: BR=2xNO). Verdere instelmogelijkheden en een toelichting van de parameters "BR" vindt u in de handleiding. Monitoring -" BR 2*NO -" 2*NO Rem controle Startup -" BR 2*NO -" 2*NO Rem controle 5.2 Activeren van de vergrendeling van de ZETADYN bij foutieve functie van een remcircuit De vergrendelingsfunctie van de ZETADYN vindt plaats door het activeren van de parameter LOCKBR=Aan in het menu Bewakingen. Monitoring -" LOCKBR Off -" On Lock with malfunct. Door het activeren van de parameter is gewaarborgd dat de ZETADYN zich bij het herkennen van een foutief remcircuit vergrendelt. De vergrendeling van de ZETADYN kan alleen door het parametreren van de parameter "Bewakingen / UNLOCK = AAN" kan worden losgemaakt. De beschrijving van de activering is onderdeel van de handleiding. 5/8
Functiecontrole van de zelfbewaking 6 Functiecontrole van de zelfbewaking 6.1 Algemeen Daar de software van de ZETADYN veranderbaar is en permanent aan nieuwe voorwaarden wordt aangepast, moet de functie van de zelfbewaking zowel tijdens de softwaretest als ook bij de inbedrijfstelling van de ZETADYN worden gecontroleerd. 6.2 Functiecontrole overeenkomstig EN81-1:1998+A3:2009 De conform EN81-1:1998+A3:2009 bijlage F8.3.2 vereiste controle van de zelfbewaking wordt voor iedere softwareversie tijdens de interne softwaretest in de firma Ziehl-Abegg uitgevoerd. Hiervoor worden 10 testruns uitgevoerd waarbij de functie van de zelfbewaking wordt gecontroleerd. 6.3 Functiecontrole bij inbedrijfstelling Wanneer de drijfwerkremmen als remelementen ter bescherming tegen ongewenste beweging van de liftkooi worden toegepast, moet tijdens de inbedrijfstelling een functietest van de zelfbewaking worden uitgevoerd. Teststap 1 1. Signaalleiding aan een bewakingsingang vastklemmen. 2. Testrun uitvoeren. 3. Al bij de start moet de foutmelding 380 BR:Start Fout worden uitgegeven, anders is de bewaking defect. 4. De ZETADYN vergrendelt zich, er is geen verdere beweging meer mogelijk. 5. Signaalleiding weer aansluiten. 6. Hernieuwde testrun uitvoeren om de vergrendeling te controleren. Een hernieuwde beweging mag niet mogelijk zijn, de ZETADYN is nog steeds vergrendeld. 7. Vergrendeling door parametreren van de parameter "Bewakingen / UNLOCK = AAN " losmaken (zie display). 8. Nieuwe beweging starten, deze moet foutvrij kunnen worden uitgevoerd. Monitoring -" UNLOCK On -" On Unlock inverter Teststap 1 voor iedere bewakingsingang herhalen. Teststap 2 1. Signaalleiding aan een bewakingsingang losklemmen en de bewakingsingang met de interne 24V DC-spanningsbron van de ZETADYN kortsluiten. 2. Testrun uitvoeren. 3. Al bij de start moet de foutmelding 380 BR:Start Fout worden uitgegeven, anders is de bewaking defect. 4. De ZETADYN vergrendelt zich, er is geen verdere beweging meer mogelijk. 5. Kortsluiting verwijderen en signaalleiding weer aansluiten. 6. Hernieuwde testrun uitvoeren om de vergrendeling te controleren. Een hernieuwde beweging mag niet mogelijk zijn, de ZETADYN is nog steeds vergrendeld. 7. Vergrendeling door parametreren van de parameter "Bewakingen / UNLOCK = AAN " losmaken (zie display). 8. Nieuwe beweging starten, deze moet foutvrij kunnen worden uitgevoerd. Monitoring -" UNLOCK On -" On Unlock inverter Teststap 2 voor iedere bewakingsingang herhalen. De beschrijving van de functiecontrole is onderdeel van de handleiding. 6/8
Prototype Test Certificate 7 Prototype Test Certificate 7/8
by Ziehl-Abegg - 100-00163392-NL - 1215 - CP - Technische wijzigingen voorbehouden HOTLINE % Tel. +49 (0) 7940 16-308 Fax +49 (0) 7940 16-249 email hotline.ra@ziehl-abegg.de Ziehl-Abegg AG Heinz-Ziehl-Straße D-74653 Künzelsau Germany Tel. +49 (0) 7940 16-0 Fax +49 (0) 7940 16-249 drives@ziehl-abegg.de www.ziehl-abegg.com