Locatieonderzoek natuurwaarden

Vergelijkbare documenten
Locatieonderzoek natuurwaarden Willy van den Berkstraat Noord

Flora- & faunascan de Beekse Tuin Nuenen

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Scan natuurwaarden. Natuur- en soortenbeleid in relatie tot aanleg Ruimte voor Ruimte locatie Reusel-Zuid

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Flora- en fauna-inspectie locatie Heerweg-Berkenstraat te Blitterswijck door: ir. H. Hovens en ir. G. Hovens in opdracht van: Venterra

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Referentienummer Datum Kenmerk GM februari

Toets flora en fauna Tempeliersweg 46 te Haaren

Flora- en fauna-inspectie Gelderdijk 15 te Sevenum (Gemeente Horst aan de Maas) door ir. Hans Hovens, Paul op het Veld en ir. G.

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

Notitie flora en fauna Uitbreiding bouwblok Beliënberkdijk 21, Someren-Eind 2009

Quickscan flora en fauna. Hoef te Heesch

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

BIJLAGE 1. Quickscan ecologie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Beschermde flora en fauna

Faunaconsult. Tegelseweg GK Belfeld Tel: KvK Limburg BTW nr: NL B01

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Faunaconsult. Flora- en fauna-inspectie Maaijkantsestraat te Ulicoten door: ir. Hans Hovens, Faunaconsult in opdracht van: H.

Faunaconsult. Tegelseweg GK Belfeld Tel: KvK Limburg BTW nr: NL B01

De Flora- en faunawet maakt onderscheid in drie categorieën van beschermde soorten, te weten:

Toets flora en fauna Molenstraat 59c te Gemert

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Toets flora en fauna Kolping te Nijmegen

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen

Toets flora en fauna President Verhofstadtstraat Groeskuilenstraat en Virmundtstraat te Gemert

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Dreef 8 te Eersel

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Toets flora en fauna Dorpsstraat 52 te Loosbroek

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Pastoor Attendorenstraat Gemert

Scan natuurwaarden Ballemanseweg

Notitie quickscan Flora en fauna

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Toets flora en fauna Den Hoek 1 te Cromvoirt

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH

Nieuwe bedrijfslocaties

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Quick scan flora en fauna locatie Torenschouw te Oosterhout

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Jacob Poelsweg te America

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen

Toets flora en fauna Klantstraat 12 te Uden, Staro te Gemert, 13 december 2016, projectnummer

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Heikampseweg 28 De Mortel

Ordito Gilze B.V. t.a.v. dhr. C. van Kuijk Postbus ZH GILZE

Beschermde flora en fauna. Fase 1. diverse terreinen te Veldhoven. Quickscan in het kader van de Flora- en faunawet. concept

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Bureauonderzoek Flora en fauna

Toets flora en fauna Pandelaar 4 te Gemert

Notitie. 1 Inleiding. 1.2 Plangebied Het plangebied omvat de percelen op Straatweg 77 en Statenlaan 2 te Rotterdam (figuur 1 en 2).

Quick scan flora en fauna

Quickscan flora en fauna

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Flora- en faunascan Hooghei II te Zegge

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

Quick scan flora en fauna

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna

Faunaconsult. Flora- en fauna-inspectie locatie Kerkplein 8 te Mesch door: ir. Hans Hovens, Faunaconsult in opdracht van: L.

notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Notitie quickscan beschermde soorten Prinsejagt-Driehoeksbos te Eindhoven

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Danielweg te Horst

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Notitie flora en fauna

Quickscan flora en fauna

TOETSING FLORA- EN FAUNAWET VAN EEN BOUWLOCATIE TE ANNERVEENSCHEKANAAL.

Onderzoek flora en fauna

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem

Buro Maerlant. Rotterdam Marinestraat. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Quickscan Spechtstraat, aanleg park De Kraaij

Flora- en faunaonderzoek in plangebied Op den Beete te Blitterswijck. In opdracht van: BRO. oktober 2008 J.P.M. Hovens en G. Lenstra.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

Quickscan flora en fauna. Hoogstraat / t Dorp te Heesch

Scan natuurwaarden Nuland Oost

Onderzoek flora en fauna

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk

Vleermuisonderzoek Kildijk

Quickscan flora en fauna

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn

Transcriptie:

Locatieonderzoek natuurwaarden Natuur- en soortenbeleid in relatie tot ontwikkeling van Ruimte voor Ruimte locatie Rietdijk, Peelstraat te Vorstenbosch (gemeente Bernheze) Definitief Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte cv Grontmij Nederland bv Eindhoven, 20 maart 2009

Verantwoording Titel : Locatieonderzoek natuurwaarden Subtitel : Natuur- en soortenbeleid in relatie tot ontwikkeling van Ruimte voor Ruimtelocatie Rietdijk, Peelstraat te Vorstenbosch (gemeente Bernheze) Projectnummer : 188838 Referentienummer : 188838.ehv.211.F001 Revisie : 01 Datum : 20 maart 2009 Auteur(s) : R. Geraeds/R. Theunisz E-mail adres : ron.theunisz@grontmij.nl Gecontroleerd door : J. Toncman Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : Y. Coenegracht Paraaf goedgekeurd : Contact : Zernikestraat 17 5612 HZ Eindhoven Postbus 1265 5602 BG Eindhoven T +31 40 265 12 11 F +31 40 244 37 97 zuid@grontmij.nl www.grontmij.nl Pagina 2 van 14

Inhoudsopgave 1 1.1 Inleiding... 4 Doelstelling... 4 1.2 Aanpak... 4 1.3 Resultaat... 4 2 Gebiedsbeschrijving... 5 3 3.1 Beleidskader... 7 Algemeen... 7 3.2 3.3 Vigerend beleidskader... 7 Flora- en faunawet... 8 4 Inventarisatie en toetsing van beleid... 9 4.1 Algemeen... 9 4.2 Vogel- en Habitatrichtlijn... 9 4.3 Ecologische Hoofdstructuur (EHS)... 9 4.4 Groene Hoofdstructuur (GHS)... 9 4.5 Bestemmingsplan... 9 5 Inventarisatie en toetsing van flora en fauna... 10 5.1 Algemeen... 10 5.2 Inventarisatie en toetsing... 10 5.2.1 Flora... 10 5.2.2 Broedvogels... 11 5.2.3 Zoogdieren... 11 5.2.4 Amfibieën... 12 5.2.5 Overige soorten... 13 6 Conclusie... 14 6.1 Resultaat... 14 6.2 Advies... 14 Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Geraadpleegde literatuur Ecologische Hoofdstructuur Groene Hoofdstructuur Pagina 3 van 14

1 Inleiding Ten behoeve van de reconstructie van het landelijk gebied heeft de provincie Noord-Brabant de zogenaamde Ruimte voor Ruimte regeling ingesteld. Deze regeling resulteert in de uitgifte van extra bouwkavels in ruil voor de sloop van stallen. Plangebied Rietdijk te Vorstenbosch (gemeente Bernheze) is een locatie waar Ruimte voor Ruimte kavels worden ontwikkeld. De aanwezige natuurwaarden in het plangebied kunnen van invloed zijn op de toekomstige inrichting. Daarom is het van belang om in een vroegtijdig stadium beschermde natuurwaarden in beeld te brengen zodat hiermee met de planontwikkeling rekening kan worden gehouden. 1.1 Doelstelling Doel van deze notitie is tweeledig. Enerzijds wordt inzichtelijk gemaakt welke natuurwaarden in het plangebied Rietdijk aanwezig zijn. Anderzijds wordt duidelijk gemaakt wat eventuele consequenties van de geplande ontwikkelingen zijn voor de in het gebied aanwezige natuurwaarden. 1.2 Aanpak Het rapport omvat een onderzoek naar beschermde natuurwaarden en beschermde soorten binnen het plangebied Rietdijk in de gemeente Bernheze. In eerste instantie is de beleidsmatige status van het plangebied bepaald voor wat betreft natuur- en landschapswaarden (EHS, GHS, bestemmingplan e.d.). Vervolgens zijn bijzondere natuurwaarden in beeld gebracht door het raadplegen van diverse literatuurgegevens (zie bijlage 1). Verder is op 25 juli 2007 een aanvullend veldbezoek uitgevoerd om te beoordelen waar de natuurkwaliteiten in het plangebied liggen. Tijdens dit veldbezoek is gekeken naar de aanwezige biotooptypen in het gebied. Er is vooral gelet op de gedeelten waar ontwikkelingen gepland zijn. Waarnemingen van beschermde soorten die tijdens het veldbezoek zijn gedaan, zijn in dit rapport opgenomen. Aan de hand van de beschikbare gegevens en het veldbezoek is een overzicht opgesteld van de waargenomen beschermde soorten planten en dieren binnen het plangebied Rietdijk. Omdat de inventarisatie te weinig concrete resultaten opleverde om een volledig beeld te krijgen van de in het gebied aanwezige beschermde flora en fauna is aanvullend, aan de hand van de aanwezige biotopen en hun omvang, ingeschat welke beschermde soorten in het onderzoeksgebied nog meer aanwezig kunnen zijn. Dit is gedaan op basis van "expert judgement", wat inhoudt dat aan de hand van literatuur, onderzoek is gedaan naar de biotoopvoorkeur en verspreidingsgegevens in de regio. Er is een beeld geschetst van soorten die hoogstwaarschijnlijk voorkomen op de locaties waar de maatregelen worden getroffen. 1.3 Resultaat Bovengenoemde aanpak resulteert in een notitie waarin de beleidsmatige status van het plangebied en de aanwezige natuurwaarden in het kort worden beschreven. Op basis hiervan worden de mogelijke effecten van planrealisatie op de aanwezige beschermde natuurwaarden aangegeven. Indien er sprake is van negatieve effecten wordt aangegeven welke vervolgstappen nodig zijn. Pagina 4 van 14

2 Gebiedsbeschrijving Het plangebied ligt noordoostelijk van de kern Vorstenbosch in de gemeente Bernheze. In het noorden en westen wordt het gebied begrensd door de Rietdijk en bestaande bebouwing. In het zuiden grenst het gebied aan de Peelstraat en in de oosten grenst het aan agrarische percelen. In de huidige situatie kent de Ruimte voor Ruimte-locatie Rietdijk een agrarisch gebruik. Het grootste gedeelte bestaat uit een paardenwei (foto 1), op het oostelijke perceel wordt maïs geteeld. Rond het plangebied en langs perceelranden staan plaatselijk boomrijen (Zwarte els, populieren en wilgen). Aan de zuidkant van de locatie, de Peelstraat, ligt een sloot (foto 2). Figuur 2.1 Plangebied Ruimte voor Ruimte-locatie Rietdijk (rood omlijnd) Figuur 2.2 Foto impressie Pagina 5 van 14

Gebiedsbeschrijving Figuur 2.2 Foto impressie Foto 1: het grootste deel van het plangebied bestaat uit een paardenwei Foto 2: sloot aan de zuidkant van het plangebied (Peelstraat) Pagina 6 van 14

3 Beleidskader 3.1 Algemeen Het natuur- en soortenbeleid krijgt in Nederland enerzijds vorm via de Wet Ruimtelijke Ordening en de Natuurbeschermingswet, anderzijds via de Flora- en faunawet. In dit hoofdstuk wordt een korte toelichting gegeven op het natuurbeleid van de diverse overheden waarmee in deze rapportage rekening is gehouden alsmede de wijze waarop dit moet worden getoetst. Vervolgens vindt de daadwerkelijke toetsing plaats. 3.2 Vigerend beleidskader De Nota Ruimte (Ministeries van VROM, LNV, VenW en EZ, 2006) stelt dat ruimtelijke ingrepen in bepaalde beleidsmatig vastgestelde gebiedscategorieën moeten worden getoetst op mogelijke negatieve effecten voor aanwezige natuur- en landschapswaarden. Deze toetsing volgens het Nee-tenzij-principe (zie tabel 3.1) is uitgewerkt in de Notitie toepassing compensatiebeginsel Noord-Brabant 1997 (1999), en verder aangescherpt in de Beleidsregel Natuurcompensatie (2005). Hoofduitgangspunt daarbij is dat er per saldo geen verlies aan natuur- en landschapswaarden mag plaatsvinden. Tabel 3.1 A. Vraag: Procedure "Nee-tenzij-principe" Gaan bij de ingreep belangrijke natuur- en/of landschapswaarden verloren? Ja dan B. Nee dan is het compensatiebeginsel niet aan de orde. B. Vraag: Gaat het om een zwaarwegend maatschappelijk en/of economisch belang? Ja dan C. Nee dan wordt de ingreep niet toegestaan. C. Vraag: Zijn er andere locaties mogelijk waarbij geen waarden verloren gaan? Ja dan dient de ingreep daar plaats te vinden. Nee dan dienen de nadelige effecten zoveel als mogelijk verminderd te worden (mitigatie) en pas dan is compensatie aan de orde. Het compensatiebeginsel maakt strikt genomen geen deel uit van de beschermingsformules en geldt ook niet voor alle gebiedscategorieën. Pas als er na mitigatie nog sprake is van negatieve effecten komt compensatie in beeld. Een en ander betekent dat eerst aan de drie hierboven genoemde voorwaarden moet worden voldaan, voordat gesproken kan worden over compensatie. Compensatie vormt derhalve pas een eventuele 4 e stap. Pagina 7 van 14

Beleidskader Getoetst worden ingrepen in of nabij de onderstaande gebiedscategorieën: Europees beschermde gebieden en soorten (Habitat- en Vogelrichtlijn); De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) uit het Structuurschema Groene Ruimte (SGR), beheergebied, Reservaatgebied, Zoekgebied Ruime Jas, Natuurontwikkelingsgebied, Ecologische verbindingszone); De Groene Hoofdstructuur (GHS). Bossen en beplantingen buiten de GHS die planologisch bescherming genieten in bestemmingsplannen, onder de Boswet en/of APV's. 3.3 Flora- en faunawet Op 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Deze wet bundelt de bepalingen over soortenbescherming die voorheen in verschillende wetten waren opgenomen. Ook is in deze wet opnieuw vastgesteld welke planten- en diersoorten in Nederland beschermd zijn. Belangrijkste consequentie van deze nieuwe wet is dat ontheffing moet worden aangevraagd voor uitvoeringswerkzaamheden in de meest brede zin van het woord, als een soort of leefgebied van een beschermde soort door deze werkzaamheden kan worden aangetast. Dat geldt voor alle beschermde soorten, waaronder een groot aantal vrij algemeen voorkomende soorten. Bij het indienen van een aanvraag voor een ontheffing op basis van artikel 75 van de Flora- en faunawet wordt door de wetgever het "nee-tenzij-principe" als uitgangspunt gehanteerd. Dit betekent dat bij de aanvraag voor een ontheffing een uitgebreide motivering en nadere onderbouwing moet worden toegevoegd. Deze situatie gaf niet geheel de intenties van de wetgever weer. De wetgever beoogde niet om voor zeer algemene, niet bedreigde soorten tot een intensieve toetsing ten behoeve van een ontheffing van de bepalingen in de Flora- en faunawet te komen. Deze situatie is, door middel van de AMVB artikel 75 van de Flora- en faunawet (Besluit houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen) per 23 februari 2005 aangepast. Deze AMVB verdeelt de onder de wet beschermde soorten in drie categorieën, te weten: Tabel 3.2 Categorieën (tabellen) Flora- en faunawet 1 Algemene soorten Zeer algemene soorten (genoemd in Tabel 1van de AMVB) en voor de meeste situaties vrijgesteld voor een ontheffingsaanvraag. 2 Overige soorten Soorten die genoemd zijn in Tabel 2 van de AMVB. Voor de meeste situaties vrijgesteld voor een ontheffingsaanvraag indien men werkt volgens een door de Minister van LNV goedgekeurde gedragscode. 3 Soorten, genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en in bijlage 1 van de AMVB Soorten die genoemd zijn in Tabel 3 van de AMVB. Deze soorten genieten de zwaarste bescherming. Voor ruimtelijke ontwikkeling en inrichting geldt ten aanzien van deze soorten dat er altijd een ontheffing moet worden aangevraagd waarvoor een uitgebreide toets geldt. Vogelsoorten zijn niet gecategoriseerd. Alle vogelsoorten genieten in Nederland een gelijke bescherming. Algemeen geldt dat voor vogels niet snel een ontheffing nodig is indien de werkzaamheden worden verricht buiten het broedseizoen. Uitzondering hierop vormen vaste rust- en verblijfplaatsen van vogels, deze genieten jaarrond bescherming. In de praktijk worden hieronder nesten van spechten, uilen en roofvogels begrepen. Samengevat kan worden geconcludeerd dat voor de meeste situaties thans een vrijstelling geldt. Voor bepaalde typen werkzaamheden geldt een vrijstelling als men handelt volgens een door de Minister van LNV goedgekeurde gedragscode. In specifieke gevallen moet een ontheffing worden aangevraagd die aan een uitgebreide toetsing wordt onderworpen. Pagina 8 van 14

4 Inventarisatie en toetsing van beleid 4.1 Algemeen Onderstaand worden de belangrijkste conclusies, voor zover deze betrekking hebben op de toetsing van de beleidsmatige bescherming van het plangebied, samengevat weergegeven. 4.2 Vogel- en Habitatrichtlijn Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een gebied dat is beschermd onder de Vogel- en Habitatrichtlijn. In de nabije omgeving liggen geen gebieden die wel onder dit beschermingsregime vallen. 4.3 Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Het plangebied Rietdijk is geen onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (bijlage 3). 4.4 Groene Hoofdstructuur (GHS) Het plangebied Rietdijk is geen onderdeel van de Groene Hoofdstructuur (bijlage 4). 4.5 Bestemmingsplan In het vigerend bestemmingsplan van de gemeente Bernheze (bestemmingsplan Buitengebied, vastgesteld d.d. 19 november 1998, goedkeuring G.S. d.d. 29 juni 1999) is het plangebied bestemd als agrarisch gebied. Binnen het plangebied zijn geen gebiedsdelen bestemd als natuur of bos. Pagina 9 van 14

5 Inventarisatie en toetsing van flora en fauna 5.1 Algemeen In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de inventarisatie van planten- en diersoorten binnen het plangebied Rietdijk. Er wordt aangegeven welke volgens de Flora- en faunawet beschermde soorten in het gebied zijn waargenomen of te verwachten zijn. Per soort worden steeds de volgende gegevens aangeduid: Naam Jaar Het meest recente jaar waarin de soort daadwerkelijk is waargenomen; Gebiedsfunctie De functie die het gebied heeft voor de betreffende soort. Daarbij worden onderscheiden: Flora o Mogelijke groeiplaats; o Groeiplaats. Fauna o Mogelijk leefgebied; o Leefgebied; o Mogelijk foerageergebied; o Foerageergebied. FF Beschermde soort in het kader van de Flora- en faunawet, met bijbehorende categorie-indeling, (tabel 1, 2 of 3); In navolging van de indeling in de Flora- en faunawet wordt er onderscheid gemaakt in diverse relevante soortgroepen, te weten planten, zoogdieren, vogels, amfibieën, reptielen, vissen en ongewervelden. In deze laatste categorie zijn onder andere dagvlinders, libellen en slakken opgenomen. Bij zoogdieren wordt apart ingegaan op grondgebonden zoogdieren en vleermuizen, vanwege hun verschil in leefwijze en daarmee te verwachten effecten van de maatregelen. Er wordt per soortgroep gemotiveerd of een ontheffingsaanvraag noodzakelijk is en voor welke soorten. 5.2 Inventarisatie en toetsing 5.2.1 Flora Gezien de huidige inrichting en het gebruik van het plangebied als maïsakker en paardenwei, zijn de floristische waarden laag. De vegetatie wordt gekenmerkt door soorten van voedselrijke omstandigheden. Kenmerkende soorten langs de perceelranden zijn o.a. Boerenwormkruid, Haagwinde, Grote brandnetel, Ridderzuring. De sloot is dicht begroeid met Mannagras, Liesgras en Grote lisdodde. De gedeelten met open water zijn volledig begroeid met een laag Klein kroos. Langs de perceelranden en sloot staan verder verspreidt Zwarte els en verschillende soorten populieren en wilgen. De aanwezigheid van bijzondere beschermde plantensoorten (tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet) is onwaarschijnlijk. Dit blijkt ook uit de inventarisatiegegevens van de provincie Noord-Brabant. Het plangebied is in 1999 voor het laatst door de provincie Noord-Brabant op flora geïnventariseerd. Tijdens deze inventarisatie zijn in de omgeving van het plangebied de onderstaande beschermde plantensoorten aangetroffen. Tijdens het veldbezoek van 25 juli 2007 zijn beide soorten, evenals andere beschermde plantensoorten niet in het gebied aangetroffen. Pagina 10 van 14

Inventarisatie en toetsing van flora en fauna Tabel 5.1 Planten Naam Jaar Gebiedsfunctie FF 1 FF 2 FF 3 Brede wespenorchis (Epipactis helleborine) 1999 mogelijke standplaats x Koningsvaren (Osmunda regalis) 1999 mogelijke standplaats x De Brede wespenorchis en de Koningsvaren zijn opgenomen in tabel 1 van de Flora- en faunawet. Voor deze soorten geldt ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling. 5.2.2 Broedvogels Het plangebied is in 1998 en 2006 door de Provincie Noord-Brabant op broedvogels geïnventariseerd. Tijdens deze inventarisaties zijn broedgevallen van de volgende provinciale aandachtssoorten binnen en in de omgeving van het plangebied aangetroffen: Zanglijster, Groenling, Geelgors, Grasmus en Zwarte kraai. Daarnaast broeden naar verwachting nog diverse andere, algemene vogelsoorten binnen en rond het plangebied. Alle in Europa inheemse vogelsoorten genieten bescherming onder de Flora- en faunawet. In de praktijk betekent dit dat vooral in het broedseizoen sprake zal zijn van verontrusting, doden of verstoren van nesten of vaste rust- of verblijfplaatsen. Wanneer werkzaamheden buiten het broedseizoen plaatsvinden, zal in het algemeen niet snel een ontheffing nodig zijn (Brochure Buiten aan het werk? Ministerie van LNV, 2005). Broedplaatsen van spechten, uilen en roofvogels zijn jaarrond beschermd. Broedplaatsen van deze soorten zijn niet in het plangebied of de omgeving hiervan aangetroffen. 5.2.3 Zoogdieren Grondgebonden zoogdieren Bij de VZZ zijn uit het plangebied en de ruime omgeving drie waarnemingen van 2 grondgebonden zoogdieren voorhanden, de Bunzing en de Hermelijn. Deze zijn echter niet erg actueel. Ondanks het feit dat er geen andere waarnemingen van grondgebonden zoogdieren bekend zijn, is het niet zo dat deze niet in het plangebied voorkomen. Gezien de huidige inrichting (maïsakker en paardenwei) en de ligging (tegen de bebouwde kom) is de waarde hiervan voor zoogdieren beperkt. Op basis van inrichting van het plangebied, de habitateisen en regionale verspreiding van de verschillende soorten zoogdieren is het waarschijnlijk dat de volgende soorten momenteel (al dan niet permanent) van het plangebied gebruik maken. Tabel 5.2 Grondgebonden zoogdieren Naam Jaar Gebiedsfunctie FF 1 FF 2 FF 3 Egel (Erinaceus europaeus) - waarschijnlijk leefgebied x Mol (Talpa europaea) - waarschijnlijk leefgebied x Huisspitsmuis (Crocidura russula) - waarschijnlijk leefgebied x Konijn (Oryctolagus cuniculus) - waarschijnlijk leefgebied x Haas (Lepus europeus) - waarschijnlijk leefgebied x Bosmuis (Apodemus sylvaticus) - waarschijnlijk leefgebied x Rosse woelmuis (Clethrionomys glareolus) - waarschijnlijk leefgebied x Dwergmuis (Micromys minutus) - waarschijnlijk leefgebied x Veldmuis (Microtus arvalis) - waarschijnlijk leefgebied x Woelrat (Arvicola terrestris) - waarschijnlijk leefgebied x Wezel (Mustela nivalis) - mogelijk leefgebied x Hermelijn (Mustela erminea) 1985 Waarschijnlijk leefgebied x Bunzing (Mustela putorius) 1991 Waarschijnlijk leefgebied x Pagina 11 van 14

Inventarisatie en toetsing van flora en fauna Het betreft zeer algemeen voorkomende soorten met een brede ecologische amplitudo. Geen van deze soorten is opgenomen in de Rode lijst of in bijlage IV van de Habitatrichtlijn. In de Flora- en faunawet zijn ze dan ook in tabel 1 ondergebracht. Met het van kracht worden van de AMVB art. 75 van de Flora- en faunawet geldt voor deze soorten ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling. Vleermuizen Bij de VZZ zijn uit het plangebied en de ruime omgeving vier waarnemingen van twee soorten vleermuizen voorhanden. Twee waarnemingen betreffen de Laatvlieger en de Gewone dwergvleermuis. De andere twee waarnemingen betreffen niet nader gedetermineerde vleermuizen. Gezien de inrichting en ligging van het plangebied en de regionale verspreiding van de verschillende soorten vleermuizen, kunnen onderstaande soorten in het plangebied verwacht worden. Tabel 5.3 Vleermuizen Naam Jaar Gebiedsfunctie FF 1 FF 2 FF 3 Ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii ) - mogelijk leefgebied x Gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) 2002 leefgebied x Laatvlieger (Eptesicus serotinus) 2000 leefgebied x Rosse vleermuis (Nyctalus noctula) - mogelijk leefgebied x Watervleermuis (Myotis daubentonii) - mogelijk leefgebied x Vleermuizen hebben afhankelijk van de soort vaste rust- en verblijfplaatsen in gebouwen en/of holtes en spleten in (oude) bomen. Opgaande beplantingen als lanen en bomenrijen worden als migratieroute tussen de foerageergebieden en de verblijfplaatsen gebruikt. Gebouwen en oude bomen zijn niet binnen het plangebied aanwezig zodat de aanwezigheid van vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen kan worden uitgesloten. De beplantingen langs het plangebied worden mogelijk als migratieroute tussen de verblijfplaatsen en de foerageergebieden gebruikt. Alle soorten vleermuizen zijn opgenomen in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en vallen daardoor onder het zwaarste beschermingsregime (categorie 3). Ten aanzien van ruimtelijke ingrepen moet voor deze soorten een ontheffing van de Flora- en faunawet worden aangevraagd wanneer verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet worden overtreden. 5.2.4 Amfibieën Bij de Stichting RAVON en de provincie Noord-Brabant zijn geen waarnemingen van amfibieën uit het plangebied en de directe omgeving hiervan voorhanden. Langs de zuidrand van het plangebied, langs de Peelstraat, ligt een sloot die mogelijk voor algemene soorten amfibieën als voortplantingswater dienst doet. Het huidige agrarische gebruikt maakt dat binnen het plangebied geen geschikte zomer- en/of overwinteringsbiotopen voor amfibieën aanwezig zijn. Doordat de sloot plaatselijk volledig overwoekerd is en de delen met open water volledig zijn dichtgegroeid met Klein kroos, is de sloot voor amfibieën van marginale betekenis. De aanwezigheid van bijzondere, meer kritische soorten amfibieën is zeer onwaarschijnlijk. Tijdens het veldbezoek van 25 juli zijn geen amfibieën waargenomen. Tabel 5.4 Amfibieën Naam Jaar Gebiedsfunctie FF 1 FF 2 FF 3 Bastaardkikker (Rana esculenta synklepton) - mogelijk leefgebied x Bruine kikker (Rana temporaria) - mogelijk leefgebied x Gewone pad (Bufo bufo) - waarschijnlijk leefgebied x Kleine watersalamander (Triturus vulgaris) - mogelijk leefgebied x De te verwachten soorten amfibieën komen algemeen en zeer algemeen in Nederland voor en zijn daarom in tabel 1 van de Flora- en faunawet ondergebracht. Voor deze soorten geldt ten aanzien van ruimtelijke ontwikkeling een vrijstelling. Pagina 12 van 14

Inventarisatie en toetsing van flora en fauna 5.2.5 Overige soorten Er zijn geen waarnemingen uit het plangebied en omgeving bekend van overige beschermde soorten (reptielen, vissen en ongewervelden). Op grond van de habitateisen en verspreiding van de overige beschermde soorten en op basis van de huidige inrichting en gebruik van het plangebied, is de aanwezigheid van overige beschermde diersoorten uit te sluiten. Pagina 13 van 14

6 Conclusie 6.1 Resultaat Op basis van de beschikbare inventarisatiegegevens, aangevuld met de resultaten uit de veldbezoeken kan het volgende worden geconcludeerd: het plangebied is niet beschermd onder de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn; het plangebied maakt geen deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur; het plangebied is niet opgenomen in de Groene Hoofdstructuur; binnen het vigerende bestemmingsplan van de gemeente Bernheze zijn binnen het plangebied geen bestemmingen bos of natuur opgenomen; in het plangebied komen mogelijk twee algemene beschermde plantensoorten voor, de Brede wespenorchis en de Koningsvaren. Voor deze soorten geldt ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling; het plangebied is het broedgebied van diverse algemene vogelsoorten; het plangebied is waarschijnlijk actueel leefgebied voor een diverse beschermde, algemene grondgebonden zoogdieren. Voor deze soorten geldt ten aanzien van ruimtelijke ontwikkeling een vrijstelling; de opgaande beplantingen langs het plangebied worden mogelijk door vleermuizen als migratieroute gebruikt; binnen het plangebied komen geen andere beschermde diersoorten voor. 6.2 Advies Ten behoeve van de verdere planontwikkeling van de Ruimte voor Ruimte locatie Rietdijk binnen de huidige planbegrenzing, dienen de volgende stappen doorlopen te worden: indien met de planontwikkeling bestaande beplantingen rond het plangebied worden gekapt, dienen deze vooraf te worden geïnventariseerd op de aanwezigheid van migratieroutes van vleermuizen; indien uit deze inventarisaties blijkt dat in de beplantingen als migratieroute door vleermuizen worden gebruikt, dient het compensatiebeginsel (volgens het nee-tenzij principe) te worden uitgewerkt; indien uit de uitwerking van het compensatiebeginsel blijkt dat vleermuizen negatieve effecten ondervinden van de voorgenomen planontwikkeling, dient hiervoor een ontheffing van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd; bij de planning van werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen van vogels (15 maart-15 juli). Het is verboden om werkzaamheden uit te voeren die broedvogels verstoren of verontrusten. Pagina 14 van 14

Bijlage 1 Geraadpleegde literatuur

Bijlage 1: Geraadpleegde literatuur Broekhuizen, S, Hoekstra, B., Laar, V. van en Thissen, J.B.M (1992). Atlas van de Nederlandse zoogdieren. KNNV uitgeverij. Delft, J.J.C.W. van & W. Schuitema, 2005. Werkatlas amfibieën en reptielen in Noord- Brabant. RAVON Noord-Brabant, Tilburg/ Stichting RAVON, Nijmegen. Lange, R., Twisk, P., Winden, A. van en Diepenbeek, A. van (1994). Zoogdieren van West-Europa. KNNV uitgeverij. Limpens, H., K. Mostert & W. Bongers (1997). Atlas van de Nederlandse vleermuizen. Onderzoek naar verspreiding en ecologie. KNNV uitgeverij. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij & Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, (2002). Structuurschema Groen Ruimte. Ministerie van LNV & VROM, Den Haag. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, (2006). Besluit goedkeuring gedragscode flora- en faunawet voor waterschappen. (TRC 2006/3652). Vastgesteld d.d. 15 juli 2006. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, (2005a). Besluit inwerkingtreding AMVB art. 75 van de Flora- en faunawet. Vastgesteld d.d. 23 februari 2005. Staatsblad 2005. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, (2005b). Brochure Buiten aan het werk? Houd tijdig rekening met beschermde dieren en planten. Ministeries van VROM, LNV, VenW en EZ (2004). Nota Ruimte, Ruimte voor ontwikkeling. Den Haag. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, (2002). Flora- en faunawet. Vastgesteld d.d. 25 mei. Publicatie: Staatsblad d.d. 14 juli 1998. In werking getreden d.d. 1 april 2002. Provincie Noord-Brabant (1999). Notitie toepassing compensatiebeginsel Noord-Brabant 1997. Provincie Noord-Brabant, 's-hertogenbosch. Provincie Noord-Brabant (2005). Beleidsregel Natuurcompensatie. Provincie Noord- Brabant, 's-hertogenbosch. Provincie Noord-Brabant (2002). Streekplan Noord-Brabant 2002, Brabant in Balans. Provincie Noord-Brabant, s-hertogenbosch. Unie van Waterschappen (2006). Gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen. Den Haag, 2006.

Bijlage 2 Ecologische Hoofdstructuur

Bijlage 2: Ecologische Hoofdstructuur

Bijlage 3 Groene Hoofdstructuur

Bijlage 3: Groene Hoofdstructuur