B i j l a g e 4 : A d v i e s e x t e r n e v e i l i g - h e i d

Vergelijkbare documenten
Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan De Westereen-kom

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Buitenpost-Centrum te Buitenpost

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Sneek Van Giffenstraat

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Het externe veiligheidsbeleid is verankerd in diverse wet- en regelgeving. De volgende besluiten zijn relevant:

Algemeen. Externe Veiligheid

Bureau externe veiligheid \fryslan

Het externe veiligheidsbeleid is verankerd in diverse wet- en regelgeving. De volgende besluiten zijn relevant:

Advies Externe veiligheid inclusief verantwoording GR ten behoeve van bestemmingsplan Leeuwarden Industrieterreinen Leeuwarden-Oost en De Hemrik

Memo externe veiligheid

Advies Externe Veiligheid inzake ruimtelijke onderbouwing actualisatie Bestemmingsplan Wijnjewoude-Klein Groningen

Bijlage 1. Externe veiligheid

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding


Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello

Externe veiligheid. Algemeen

BUREAU EXTERNE VEILIGHEID FRYSLÂN

Kazernelaan te Weert Quickscan externe veiligheid. Datum 2 december 2011 Referentie

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

Ten behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid.

FUIV[b 2 JUN Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing. Gemeente Opsterland T.a.v.: de heer A. Kramer Postbus ZP BEETSTERZWAAG

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk

Notitie. Betreft : Berekening plaatsgebonden risico en groepsrisico hogedruk aardgasleiding t.b.v. bestemmingsplan Landgoed Heideburgh te Rucphen

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID INVLOEDSGEBIEDEN

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

1 Aanleiding. 2 Wettelijk kader. Memo

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum

Het externe veiligheidsbeleid is verankerd in diverse wet- en regelgeving. De volgende besluiten zijn relevant:

Risicoberekeningen Schoutenstraat te Barneveld. Risicoberekeningen Schoutenstraat Barneveld

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Rapportage quickscan externe veiligheid

ADVIES. 1 Probleembeschrijving. 2 Actoren. 3 Oplossingsrichting. 3.1 Wet en regelgeving

Externe veiligheid Bestemmingsplan Koningin Julianaplein. Datum 17 juli 2012 Referentie

FUIV[b VERZONDEN 2 9 OKT 215. Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing

Opdrachtgever: Contactpersoon: Uitgevoerd door: Contactpersoon: Datum: Rapportnummer: P

Risico-inventarisatie Boekels Ven

BP Vijverdalseweg te Maastricht Quickscan externe veiligheid. Datum 29 maart 2012 Referentie

Risicoberekening rijksweg A28 Vakantieparken Onze Woudstee en Dennenhoek Harderwijk

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen

Risicoanalyse transport gevaarlijke stoffen A1 en spoor Amersfoort-Deventer t.b.v woningbouwplan Bijenvlucht te Hoevelaken

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax Datum: 29 januari 2015

Kwantitatieve Risicoanalyse Hoogegeest Akersloot

memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart C. Land

Zoetermeer. Innovatiefabriek. Kwantitatieve risicoanalyse concept. ir. R.A. Sips. ing. J. Lauf

Externe veiligheidsrisico's

Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C

Milieuonderzoeken Losplaatsweg Noordwijk te Noordwijk

Advies externe veiligheid

Onderzoek externe veiligheid Ontwikkeling De Krijgsman te Muiden

Onderstaand advies heeft betrekking op het onderdeel externe veiligheid inzake het bestemmingsplan Tonselseveld Ermelo.

Externe Veiligheid. Bedrijventerrein Laarberg. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen. december 2013 concept

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax Datum: 28 mei Rapportnummer: P2014.

Herziening QRA. Hogedruk aardgastransportleiding A-510. Externe Veiligheid. Gemeente Leusden. september 2011 definitief

Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen

Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 01/11/ /III IIII IIIII IIII IIIIII IIIII IIIII IIIII IIIII IIII IIII 116.

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Planlocatie Nuland Oost te Nuland

Tonnaer. De heer G. Veugen. WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax.

Gemeente Tiel, maart 2013 Projectnummer: Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleiding Gemeente Tiel, ontwikkelingen Tiel - Oost

Realisatie appartementenblokken Joannes Riviusstraat te Elsloo Quickscan externe veiligheid. Datum 2 december 2011 Referentie

Risicoberekening hogedruk aardgasleidingen

Risicoanalyse transport Spoor en Vaarwegen

Uitbreiding Hansen Dranken te Linne Quickscan externe veiligheid. Datum 29 maart 2013 Referentie

Quickscan externe veiligheid; Hoge Wei te Oosterhout (GLD) Datum 6 september 2016 Referentie

Externe veiligheidsrisico's

Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Pierikstraat 11 te Gaanderen Rozenhagelaan 18a (De Overtuin) te Velp. Gemeente Doetinchem. Gemeente Rheden

Onderzoek externe veiligheid

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

Kwantitatieve Risicoanalyse Schutlandenweg, Hoogeveen. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

Notitie. : Aldi Oosterbroekweg Gronsveld. Datum : 1 juni 2015 : Externe veiligheid. 1 Inleiding

Plattelandmuseum Roosendaalseweg 39 te Sint Willebrord Externe Veiligheid. Datum 27 juni 2012 Referentie Uw referentie AM12173

Quickscan Externe Veiligheid uitbreiding recreatieterrein d'olde Kamp te Ansen

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2

SAB. De heer C. Deterink. WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax.

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Datum: 14 november 2016

Quickscan Externe veiligheid Ontwerpbestemmingsplan Bentinckspark, deelplan Kalkoven

Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleiding en transport over het spoor. Ontwikkeling gebied Contactweg

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid bestemmingsplan Entreegebied De Wieken Zuid Amersfoort. : Gemeente Amersfoort, mevr. C. Heezen

Madewater en Westmade te Monster externe veiligheid. Concept

Carola risicoberekening 'Hoofdstraat 27 De Steeg

Quickscan externe veiligheid Landgoed 'Klein Wolfswinkel' te Renswoude

datum 26 februari 2015 aan Ben van der Waal Gemeente Muiden Joris Jennen Roel Kouwen

Kwantitatieve Risicoanalyse Carola HO-Fort Hemeltje Door: Peter van der Meiden Milieudienst Zuidoost-Utrecht 18 juli 2011

Externe veiligheid. in bestemmingsplannen. Door: Hans Boerhof & André Gijsendorffer Hengelo,

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

Memo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid

Bijlage VIII Onderzoek externe veiligheid

Kwantitatieve Risicoanalyse Rodenrijse Zoom. (ruimtelijke onderbouwingen Bosplaatstraat en uitwerkingsplan Waddenweg 124 ev)

RBMII-berekeningen weg en spoor t.b.v. bp Bedrijventerrein Duurkenakker

: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk

Uitbreiding Brusselse Poort te Maastricht Quickscan externe veiligheid. Datum 2 september 2013 Referentie

Transcriptie:

B i j l a g e 4 : A d v i e s e x t e r n e v e i l i g - h e i d

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan De Kavels Inleiding Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door: - het gebruik, de opslag en productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen); - het transport van gevaarlijke stoffen (buisleidingen, wegen, waterwegen en spoorwegen); - het gebruik van luchthavens. Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het beperken van de risico s voor de burger door bovengenoemde activiteiten. Hiertoe zijn risico s gekwantificeerd, namelijk door middel van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Plaatsgebonden risico (PR) Het PR is de berekende kans per jaar, dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval bij een risicobron, aangenomen dat hij op die plaats permanent en onbeschermd verblijft. Groepsrisico (GR) Dit is de kans dat een groep mensen overlijdt door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het GR moet worden gezien als een maat voor maatschappelijke ontwrichting. Het externe veiligheidsbeleid is verankerd in diverse wet- en regelgeving. De volgende besluiten zijn relevant: 1. Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Met het Bevi zijn risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd. 2. Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (crnvgs) De circulaire is van toepassing op bestemmingsplannen die liggen binnen de invloedsgebieden van transportroutes met vervoer van gevaarlijke stoffen. 3. Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) Op basis van het Bevb dienen plannen, vergelijkbaar met het Bevi, te worden getoetst aan de grens- en richtwaarde voor het PR en de oriëntatiewaarde voor het GR. 4. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) Het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) en de daarbij behorende regeling is de opvolger van een groot aantal AMvB s. In het Activiteitenbesluit staan algemene regels voor verschillende milieuaspecten, zoals veiligheidsafstanden waaraan voldaan moet worden. 1

Verantwoordingsplicht In het Bevi, Bevb en de circulaire is onder andere een verantwoordingsplicht GR opgenomen. Deze verantwoording houdt in dat in bepaalde gevallen een wijziging met betrekking tot planologische keuzes moeten worden onderbouwd en verantwoord door het bevoegd gezag. Risicobronnen ten aanzien van het bestemmingsplan De Kavels Het plangebied De Kavels (zie figuur 1) is gesitueerd aan de oostzijde van Heerenveen en is ingericht als bedrijventerrein. Figuur 1: begrenzing bestemmingsplan De Kavels 2011 Uit de professionele Risicokaart blijkt dat binnen en in de directe nabijheid van het bestemmingsplan risicobronnen zijn gelegen waarvan de risicocontouren of het invloedsgebied zijn gelegen binnen het plangebied (zie figuur 2). Figuur 2: risicobronnen De relevante risicobronnen voor het plangebied zijn: - inrichtingen waar risicovolle activiteiten plaatsvinden - transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen - transport van gevaarlijke stoffen over wegen - transport van gevaarlijke stoffen over spoorwegen. 2

Inrichtingen waar risicovolle activiteiten plaatsvinden Transportbedrijf Broersma Aan de Saturnus 4 te Heerenveen is transportbedrijf Broersma (hierna: Broersma) gevestigd. Uit opgave van de gemeente Heerenveen is gebleken dat het bedrijf een omgevingsvergunning (onderdeel milieu) heeft voor een ammoniakkoelinstallatie met een inhoud van 3700 kg. De inrichting valt hiermee onder het Bevi. In de omgevingsvergunning is niet vastgelegd wat voor type installatie het betreft en welke opstellingsuitvoering van toepassing is. Om deze reden moet worden uitgegaan van de worst-case situatie. Bij een installatie met een inhoud van 3700 kg ammoniak (type installatie > -5 graden Celsius en opstellinguitvoering 3) ligt de PR contour op 95 meter en het invloedsgebied (1% letaliteitsgrens) op 360 meter, gerekend vanaf de machinekamer. Dit betekent dat diverse bedrijven, en het Regionaal Opleidingencentrum voor beroepsonderwijs en volwassenen educatie (ROC) binnen het invloedsgebied van Broersma te liggen. Binnen de PR contour van 95 meter ligt deels het distributiecentrum van Lidl. Het distributiecentrum is een beperkt kwetsbaar object in de zin van het Bevi. Bestaande beperkt kwetsbare objecten binnen de PR 10-6 contour zijn toegestaan, aangezien de PR 10-6 contour voor beperkt kwetsbare objecten als richtwaarde geldt. Dit houdt in dat het distributiecentrum geen probleem oplevert voor Broersma. Voor de verantwoording van het GR is gebruik gemaakt van de Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico van november 2007 (hierna: Handreiking). De personendichtheid mag conform tabel 17.3 van de Handreiking in de schil tussen de PR 10-6 contour (95 meter) en het invloedsgebied (360 meter) niet groter zijn dan 270 personen per hectare. Het invloedsgebied heeft een oppervlakte van 40,715 hectare. Het gebied binnen de PR 10-6 contour heeft een oppervlakte van 2,835 hectare. De schil, het gebied tussen de PR 10-6 contour en de 1 % letaliteitsgrens heeft een oppervlak van 37,879 hectare. Indien van de maximale bevolkingsdichtheid op een industrieterrein wordt uitgegaan 1 dan bedraagt de bevolkingsdichtheid 80 personen per hectare. In het totale gebied is het aantal personen dan 37,879 * 80 = 3030 personen. Voor het ROC wordt uitgegaan van een maximum van 1000 personen. Het aantal personen komt dan uit op 4030 personen. De rekensom wordt dan: 4030 personen: 37,879 hectare = 106 personen per hectare. Het aantal personen blijft daarmee ruim onder de 270 personen per hectare. Geconcludeerd kan worden dat Broersma geen belemmering vormt voor onderhavig plan. 1 Tabel 16.3 van de Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico van november 2007 3

Transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen In de nabijheid van het plangebied lopen vier hogedruk aardgastransportleidingen van Gasunie. Omdat sprake is van een hogedruk aardgastransportleiding is het Bevb van toepassing. De leidingen hebben, volgens de gegevens van Gasunie en de professionele Risicokaart, de volgende kenmerken: N-500-08 Diameter:8,63 inch Werkdruk: 40 bar 1% letaliteitsgrens 95 meter (invloedsgebied) 100 % letaliteitsgrens 50 meter N-500-20 Diameter: 12,75 inch Werkdruk: 40 bar 1% letaliteitsgrens 140 meter (invloedsgebied) 100 % letaliteitsgrens 70 meter N-501-40 Diameter: 8,63 inch Werkdruk: 40 bar 1% letaliteitsgrens 95 meter (invloedsgebied) 100 % letaliteitsgrens 50 meter N-504-20 Diameter: 8,63 inch Werkdruk: 40 bar 1% letaliteitsgrens 95 meter (invloedsgebied) 100 % letaliteitsgrens 50 meter In de figuren 3, 4, 5 en 6 is te zien dat de 1% letaliteitszone (invloedsgebied) van de transportleidingen (deels) over het plangebied valt. Het invloedsgebied van de transportleidingen die langs het plangebied lopen worden visueel met een bruine contour weergegeven. De transportleidingen worden met een aqua kleur weergegeven. De blauw gekleurde transportleiding betreft de leiding waar het om gaat. De objecten in het plangebied liggen voor wat betreft transportleiding N-500-20 deels binnen de 100 % letaliteitszone. Dit houdt in dat er een volledige verantwoording van het GR dient plaats te vinden. 4

Figuur 3: N-504-20 Figuur 4: N-501-40 Figuur 5: N-500-20 Figuur 6: N-500-08 Met behulp van het rekenprogramma CAROLA kan worden bepaald of voldaan wordt aan de risiconormen voor de externe veiligheid, zoals die zijn vastgelegd in het Bevb. Het resultaat van een berekening bestaat uit PR-contouren en een FN-curve voor het GR. PR Het Bevb stelt dat geen kwetsbare objecten mogen voorkomen binnenn de 10-6 contouren van leidingen waarin gevaarlijke stoffen worden getransporteerd. Als dat toch het geval is dan is er sprake van een zogenaamd knelpunt. De leidingbeheerderr is verplicht zodanige maatregelen te treffen dat zulke knelpunten vóór 1 januari 2014 worden opgeheven. Van een PR knelpunt is sprake als zich kwetsbare objecten binnen een PR 10-6 contour van een aardgastransportleiding bevinden. Uit zowel het rekenprogramma CAROLA als uit de professionele Risicokaart is gebleken dat geen PR 10-6 contour geldt. Belemmeringenstrook Conform artikel 14, lid 1 van het Bevb dient een bestemmingsplan de ligging weer te geven van de in het plangebied aanwezige buisleidingen alsmede de daarbij behorende belemmeringenstrook ten behoeve van het onderhoud van de buisleiding. De 5

belemmeringenstrook bedraagt tenminste vijf meter aan weerszijden van een buisleiding, gemeten vanuit het hart van de buisleiding. In casu wordt hier aan voldaan. Toetsing GR Naast de numerieke waarde van het GR, zoals de ligging van het GR ten opzichte van de oriëntatiewaarde en de toename daarvan ten opzichte van de nulsituatie, dient ter beoordeling van het GR en de verantwoording daarvan (conform artikel 12, lid 1 van het Bevb) ook gekeken te worden naar kwalitatieve aspecten. Door Brandweer Fryslân is vooralsnog geen advies uitgebracht omtrent de externe veiligheid in relatie tot het plan. Daarom is nu geen volledige verantwoording van het GR mogelijk. PM Ligging GR t.o.v. oriëntatiewaarde De wetgeving verbindt geen harde normen aan de toelaatbaarheid van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten binnen een invloedsgebied, zoals dat wel het geval is bij een PR-contour. Wel bestaat voor het bevoegd gezag bij het vaststellen van ruimtelijke plannen de wettelijke verantwoordingsplicht. De verantwoordingsplicht is van toepassing voor ruimtelijke plannen binnen een invloedsgebied in de gevallen dat het Bevb dat voorschrijft. Uit het voorgaande is gebleken dat de hogedruk aardgastransportleidingen de risicobronnen zijn. Berekening GR De GR berekening wordt uitgevoerd over een bepaald stuk tracé. Dit tracé bestaat uit de lengte van het plangebied vermeerderd met het invloedsgebied aan weerszijden van het plangebied. Daarnaast wordt aan weerszijden van deze invloedsgebieden een kilometer transportleiding vermeerderd met het invloedsgebied genomen. In figuur 7 is een voorbeeld gegeven. Figuur 7: deel van de buisleiding waarvoor het GR berekend kan worden 6

Huidige situatie Omdat het invloedsgebied van de aardgastransportleidingen N-504-20, N-501-40 en N-500-08 in het invloedsgebied van aardgastransportleiding N-500-20 valt, is gerekend met de gegevens van aardgastransportleiding N-500-20. De bepaling van de aanwezige personen binnen het invloedsgebied van aardgastransportleiding N-500-20 is gebaseerd op de aantallen personen per hectare genoemd in de Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico van november 2007. In deze Handreiking staat voor een aantal objecten aangegeven met welke fractie aanwezigheid standaard gerekend wordt. In figuur 8 zijn de bevolkingsdichtheden voor verschillende type gebieden weergegeven. Type gebied Bevolkingsdichtheid (personen/ha) Woongebieden Buitengebied 1 Rustige woonwijk 25 Industriegebieden Personeelsdichtheid 40 midden Personeelsdichtheid hoog 80 Kantoren hoogbouw 200 Figuur 8: Bevolkingsdichtheden voor verschillende type gebieden Omdat het invloedsgebied van de aardgastransportleiding bestaat uit een buitengebied, afgewisseld met een woongebied met een rustige woonwijk, industriegebied met een gemiddelde en hoge personeelsdichtheid en deels kantoorfuncties (hoogbouw), is voor de bepaling van de aanwezige personen gerekend met een gemiddelde van 50 personen per hectare. Toekomstige situatie GR t.o.v. nulsituatie In casu gaat het om een conserverend bestemmingsplan, waar planologisch geen nieuwe ontwikkelingen te verwachten zijn. Wel is op het adres Saturnus 7 een ROC gevestigd. Op grond van het vigerende bestemmingsplan is het oprichten van een school niet toegestaan. In het nieuwe bestemmingsplan wordt deze school positief inbestemd. Deze onderwijsinstelling valt echter buiten het invloedsgebied van de transportleidingen, zodat hiervoor geen GR-berekening hoeft te worden uitgevoerd. In figuur 9 wordt het resultaat van de berekening weergegeven die met behulp van het rekenprogramma CAROLA is gegenereerd. Uit de FN-curve kan worden opgemaakt dat er sprake is van een GR binnen het invloedsgebied van de transportleiding. Het GR is echter onder de oriëntatiewaarde gelegen. 7

Figuur 9: Nulsituatie N-500-20 Het invloedsgebied van de aardgastransportleidingen N-504-20, N-501-40 en N-500-08 valt voor een klein gedeelte over het plangebied (zie figuur 3, 4 en 6). Deze transportleidingen zijn voor het overige buiten beschouwing gelaten, omdat deze geen relevante bijdrage aan het GR leveren. Geconcludeerd kan worden dat de hogedruk aardgastransportleidingen geen belemmeringen vormen voor het GR van onderhavig plan. Transport van gevaarlijke stoffen over wegen Bronnen en afbakening Aan de westzijde van het plangebied De Kavels ligt de autosnelweg A32. Deze autosnelweg is relevant in verband met transport van gevaarlijke stoffen. De kortste afstand van de A32 tot bebouwing in het plangebied bedraagt circa 90 meter. Aan de noordzijde van het plangebied ligt de autosnelweg A7. Deze autosnelweg is in principe wel relevant in verband met transport van gevaarlijke stoffen, maar het plangebied valt buiten het invloedsgebied van de weg. Uitgangspunt voor de veiligheidsberekeningen van de A32 is de maximale intensiteit van het vervoer over dit traject conform het concept Basisnet Weg, zoals aangegeven in de crnvgs. Rijksweg A32 PR In de crnvgs staat beschreven dat bij de vaststelling van een bestemmingsplan welke ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maken langs wegen die deel uitmaken van het Basisnet Weg, de berekening van het PR achterwege kan blijven. De A32 maakt deel uit van het Basisnet Weg zodat een PR-berekening niet hoeft te worden gemaakt. Veiligheidszone 8

Bij het Basisnet Weg gelden de veiligheidsafstanden die in de crnvgs zijn opgenomen. In bijlage 5 van de crnvgs 2 staat dat voor de A32 geen veiligheidszone geldt. Plasbrand Aandachtsgebied (PAG) Het toekomstige PAG kan uit een zone van maximaal 30 meter bestaan waarbinnen niet zonder meer gebouwd mag worden. Op basis van het concept Basisnet Weg is langs de A32 geen PAG aanwezig. Indien het PAG wel van toepassing zou zijn dan zou deze geen ruimtelijke beperking opleveren voor onderhavig bestemmingsplan, omdat de dichtstbijzijnde bebouwing op een grotere afstand van de A32 ligt. GR Het GR wordt bepaald door de combinatie van de maximale transportintensiteit van gevaarlijke stoffen over de weg en het aantal aanwezige personen aan weerszijden van de transportroute. Het GR wordt weergegeven in een grafiek waarin op de verticale as de cumulatieve kans op het aantal doden per jaar en op de horizontale as het aantal doden logaritmisch is weergegeven. De kromme lijnen geven de verschillende externe veiligheidsscores weer van de ruimtelijke ontwikkelingen. De rechte lijn geeft de oriëntatiewaarde van het GR weer. Aan de rechterkant van deze lijn is sprake van een overschrijding van deze oriëntatiewaarde. Voor de GR berekening is gebruik gemaakt van het rekenprogramma RBM-II. Voor de populatie in het plangebied is rekening gehouden met: - de bedrijven ten noordoosten van de A32 (de bedrijven in het plangebied); - de toekomstige ontwikkeling van woonwijk Heerenveen Noordoost Deel 1; - de McDonald s; - een kantoorpand aan de KR Poststraat 131. Daarbij is rekening gehouden met de aanwezige personen in een zone van 200 meter tussen de Rijksweg en bebouwing. Voor de verkeerscijfers is gerekend met de uitgangspunten genoemd in bijlage 5 van de crnvgs (vervoershoeveelheid in 2020). In casu betekent dat dat gerekend is met 1500 transportbewegingen per jaar. In figuur 10 is de inventarisatie rond de A32 met daarbinnen aanwezige bebouwing weergegeven. 2 Tabel afstanden en vervoerscijfers Basisnet Weg 9

Figuur 10: inventarisatie rond de A32 met daarbinnen aanwezige bebouwing In figuur 10 is te zien dat het GR het hoogst is langs het geel gearceerde deel van de A32. Dit heeft te maken met de bebouwing aan weerszijden van de autosnelweg. Het bestemmingsplan is conserverend van aard. Desondanks is de nieuwe ontwikkeling van woonwijk Heerenveen Noordoost Deel 1 meegenomen in de berekeningen. Uit de berekening van RBM-II blijkt dat het GR binnen het invloedsgebied van de autosnelweg lager is dan de oriëntatiewaarde. In figuur 11 zijn de uitkomsten weergegeven Figuur 11 : GR-curve inclusief ontwikkeling woonwijk Heerenveen Noordoost - Deel 1 Het transport over de A32 vormt derhalve geen belemmering voor het bestemmingsplan. 10

Spoorwegen Ten westen van het plangebied bevindt zich de spoorlijn Meppel - Leeuwarden. Over deze spoorlijn vindt in principe geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Wel kan er zeer incidenteel transport plaatsvinden ingeval er geen transporten van gevaarlijke stoffen kunnen plaatsvinden over het traject Groningen - Meppel. Volgens het concept Besluit transportroutes externe veiligheid, het Basisnet Spoor en het rapport Vervoer van gevaarlijke stoffen door Fryslân (van 20 december 2010) zijn voor zowel het PR als het GR geen knelpunten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor. Er dient in het kader van rampenbestrijding wel rekening mee gehouden te worden dat transport van gevaarlijke stoffen over het spoor zou kunnen plaatsvinden. Het invloedsgebied (1% letaal) zou in theorie voor bepaalde stoffen maximaal 5 km kunnen bedragen. In casu is de spoorlijn op circa 1150 meter afstand van het perceel gelegen. Geconcludeerd kan worden dat de spoorweg geen belemmering vormt voor onderhavig plan. Advies Brandweer Fryslân PM Tot slot Ondanks maatregelen ter verhoging van de veiligheid kunnen risico s nooit voor 100% worden weggenomen. Ook na het nemen van veiligheidsverhogende maatregelen zal een restrisico blijven bestaan. Met behulp van het uitvoeren van de verantwoordingsplicht voor het GR en het advies van de Brandweer Fryslân, dient het bevoegd gezag zich uit te spreken over de aanvaardbaarheid van het restrisico. Voor wat betreft de acceptatie van het restrisico dient ook het belang van de ontwikkeling van het plangebied meegewogen te worden. Geconcludeerd kan worden dat het aspect externe veiligheid (vooralsnog) geen belemmering vormt voor de haalbaarheid van voorliggend plan. 11