Erkenningsvoorwaarden voor spermacentra voor paarden VANAF 01/09/2010



Vergelijkbare documenten
Activiteit : het winnen, behandelen, bewaren en de opslag van paardensperma bestemd voor het intracommunautair handelsverkeer.

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

Erkenningsvoorwaarden voor embryoteams en embryoproductieteams voor paarden VANAF 01/09/2010

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

Erkenningsvoorwaarden voor spermacentra voor paardachtigen, actief in het handelsverkeer

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Erkenningsvoorwaarden voor spermacentra voor schapen en geiten, actief in het handelsverkeer

Gearchiveerd op 03/01/2013

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Certificaat voor de intracommunautaire handel Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zending

spermacentrum nationaal handelsverkeer o 26 diersoortcode rund spermacentrum intracommunautair handelsverkeer

Gearchiveerd op 02/04/2013

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

(2003/C 20 E/22) COM(2002) 527 def. 2002/0229(CNS) (Door de Commissie ingediend op 25 september 2002) TOELICHTING

Gearchiveerd op 01/07/2015

Certificaat voor de intracommunautaire handel Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zending

Erkenningsvoorwaarden voor embryoteams en embryoproductieteams voor runderen

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

L 52/14 Publicatieblad van de Europese Unie

SGIU-001 bijlage 9.1.8b Bijlage 5

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

DPA 2396 Embryo(productie)team paardachtigen - intracommunautaire handel - Infrastructuur, inrichting en hygiëne [2396] v1

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Omzendbrief met betrekking tot de erkenning van instellingen, instituten en centra

Centra voor spermawinning, inseminatie en embryotransplantatie bij paarden - Overzicht

Publicatieblad van de Europese Unie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen - 1 -

AGRIBEX 2013 Conditions sanitaires Sanitaire voorwaarden Version/versie 25/09/2013

PRI 2558 Instellingen, instituten en centra - Dierengezondheid [2558] v1

Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal

L 249/20 Publicatieblad van de Europese Unie

Vertaling. Overwegende:

Instructie export varkenssperma en embryo s naar EU-lidstaten. code VRKES-01 versie 02 ingangsdatum pag. 1 van 7

I. IDENTIFICATIE VAN HET DIER / II. HERKOMST / III. BESTEMMING /

Certificaat voor de intracommunautaire handel Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zending

komen uit een beslag dat (beslagen die) officieel brucellosevrij is (zijn), en [II [II Deze optie aanvinken. II [II

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen - 1 -

KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE VETERINAIRRECHTELIJKE VOORSCHRIFTEN VOOR DE INVOER EN HET VERKEER VAN SCHAPEN EN GEITEN (B.S

1. AANGIFTE IN DE GIP 2 2. CONTROLES 2 3. VERVOER NAAR SCHEEPSBEVOORRADER 3 4. ERKENNINGSVOORWAARDEN VOOR SCHEEPSBEVOORRADER 3

(Voor de EER relevante tekst) (2011/874/EU)

COMMISSIE. (Voor de EER relevante tekst) (2009/712/EG)

Jaarrapport 2010 CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD. Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

Levende Dieren en Producten - Eenhoevigen Tijdelijke Toelating (<90 dg) Gereg. Paarden (DIPA012304) 31 oktober 2016 Versie: 1.0.9

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

Varkenssperma naar lidstaten en derde landen, algemeen (VRKES-01) 14 augustus 2012 Versie: 1.0.3

Invulvoorbeeld Traces certificaat fokschapen met dubbel ARR genotype naar Denemarken, Finland, Oostenrijk, Slovenië of Zweden.

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven dieren aan de volgende voorwaarden voldoen:

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Certificaat voor de uitvoer van paarden van de EU naar Canada - permanent verblijf

Wijziging Regeling handel levende dieren en levende producten, Wijziging Regeling rundersperma en Wijziging Regeling tarieven

1 Onderwerp. 2 Wettelijke basis. Erkende quarantainevoorzieningen voor vogels afkomstig uit 3 e landen

Reizen met honden, katten of fretten binnen de Europese Gemeenschap. Regels van toepassing vanaf 3 juli 2004

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Code FAVV Titel van het certificaat Pagina s. EX.VTL.ZA Veterinair certificaat voor uitvoer van paarden naar de Republiek van Zuid-Afrika.

GIDS VOOR DE ERKENNING VAN CENTRA VOOR KUNSTMATIGE INSEMINATIE VAN PAARDENSPERMA

juli 2014 Productomschrijving GN-Code Land Paardachtigen 0101 Douane-Unie

Certificaat voor de intracommunautaire handel Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zending

Wijziging Regeling handel levende dieren en levende producten

IB.CN April Productomschrijving GN-Code Land Paard 0101 China

(Voor de EER relevante tekst)

September Productomschrijving GN-Code Land Paarden 0101 Australië

IEC 2475 Infrastructuur, inrichting, hygiëne : Erkende inspectieplaatsen voor fytosanitaire invoercontroles (plantaardige productie) [2475] v2

oktober 2013 Veterinair certificaat voor de uitvoer naar Marokko van runderen bestemd voor de vetmesting afkomstig uit België

CENTRA VOORTPLANTINGS TECHNIEKEN PAARD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :... C NC Punten NA. 1.

sperma, eicellen en embryo s waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke

Algemene instructie voor het keuren en certificeren van paardensperma bij export naar lidstaten en derde landen.

oktober 2013 Veterinair certificaat voor de uitvoer van fokrunderen afkomstig uit België naar Marokko

November Veterinair certificaat voor de definitieve uitvoer van paarden van België naar Brazilië

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Certificaat voor de intracommunautaire handel Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zending

CENTRA VOORTPLANTINGS TECHNIEKEN PAARD

Augustus Deze instructiebundel beschrijft de modaliteiten inzake pre-attestatie en precertificatie.

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

RICHTLIJN 2008/73/EG VAN DE RAAD

29 SEPTEMBER Ministerieel besluit betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer en het verkeer van schapen en geiten.

Gearchiveerd op 02/02/2015

L 329/26 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

Augustus Titel van de verklaring

Omzendbrief met betrekking tot de fytosanitaire invoercontroles

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

KOPERS VAN MELK AFKOMSTIG VAN MELKGEVENDE DIEREN ANDERE DAN KOEIEN

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Certificaat voor de intracommunautaire handel Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zending

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

Geconsolideerde TEKST

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Augustus All-out = alle dieren verlaten op hetzelfde moment in de quarantaineruimte / isolatieruimte.

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

BESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 12 januari 2011.

Transcriptie:

Erkenningsvoorwaarden voor spermacentra voor paarden VANAF 01/09/2010 Bijlage II.10.4. bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Activiteit : Het winnen, behandelen, bewaren en opslag van sperma bestemd voor het intracommunautair handelsverkeer Bijkomende informatie te verstrekken bij de aanvraag : Om een erkenning te bekomen en te behouden voor de productie van sperma bestemd voor het intracommunautair handelsverkeer moet een spermacentrum beantwoorden aan de volgende voorwaarden : a) voldoen aan de sanitaire exploitatievoorwaarden in overeenstemming met de bepalingen van punt 2; b) onder het permanent toezicht staan van een erkende dierenarts; c) beschikken over een infrastructuur en een uitrusting die beantwoorden aan de vereisten zoals bepaald in punt 1; d) een register bijhouden waarin de verrichtingen van dag tot dag worden opgetekend volgens de instructies vastgesteld in punt 2.b; e) over personeel beschikken dat voldoende kennis en ervaring op het gebied van de kunstmatige inseminatie kan bewijzen, en dat voldoende kennis heeft over ontsmetting en gezondheidszorg om de verspreiding van ziekten tegen te gaan; f) in het spermacentrum alleen paarden houden die voldoen aan de voorwaarden vastgesteld in punt 3.

1. Infrastructuurvoorwaarden Het spermacentrum moet tenminste beschikken over : a) afsluitbare voorzieningen voor de huisvesting van dieren en eventueel een bewegingsruimte, welke materieel gescheiden zijn van de voorzieningen voor het winnen, behandelen en opslaan van het sperma; b) isolatievoorzieningen die niet rechtstreeks verbonden zijn met de normale huisvestingsvoorzieningen voor dieren; c) voorzieningen voor het winnen van sperma, mogelijks in open lucht mits bescherming tegen ongunstige weersomstandigheden, met antislip bodembekleding; d) een aparte ruimte voor het reinigen en ontsmetten of steriliseren van apparatuur; e) een ruimte voor de behandeling van het sperma, gescheiden van de voorzieningen voor het winnen van sperma, die niet noodzakelijk op hetzelfde terrein moeten liggen; f) een opslagruimte voor sperma die niet noodzakelijk op hetzelfde terrein moet liggen. Bovendien moet het spermacentrum zo gebouwd of geïsoleerd zijn dat contact met dieren buiten het centrum onmogelijk is. Het gehele centrum met uitzondering van de kantoorruimten en de bewegingsruimte moeten gemakkelijk schoongemaakt en ontsmet kunnen worden. 2. Sanitaire exploitatievoorwaarden In de spermacentra: a) moet erop worden toegezien dat daar alleen dieren verblijven van de soort waarvan het sperma wordt gewonnen. Evenwel kunnen ook andere huisdieren tot deze centra worden toegelaten, voor zover zij geen besmettingsgevaar opleveren voor de soorten waarvan het sperma wordt gewonnen en zij aan de door de dierenarts van het centrum vastgestelde voorwaarden voldoen. Indien het centrum het bedrijfsterrein deelt met een KI-station of een dekstation, worden merries, schouwhengsten en hengsten voor natuurlijke dekking toegelaten voor zover zij voldoen aan de voorwaarden van punten 3.a tem 3.d; b) moet erop worden toegezien dat rapporten worden bijgehouden met gegevens over: soort, ras, geboortedatum en identificatie van alle in het centrum aanwezige dieren, de verplaatsingen van de dieren, met name aankomst in of vertrek uit het centrum, de voorgeschiedenis vanuit gezondheidsoogpunt en alle onderzoeken en uitslagen daarvan, behandelingen en vaccinaties bij dieren in het centrum, de data waarop sperma werd gewonnen en behandeld, de bestemming van het sperma, de opslag van het sperma;

c) moet tijdens het fokseizoen ten minste eenmaal per jaar in het geval van seizoensgebonden fokkerij en tweemaal per jaar in het geval van niet-seizoensgebonden fokkerij door een officiële dierenarts een controle worden verricht waarbij wordt nagegaan of nog steeds aan alle voorwaarden inzake erkenning en toezicht wordt voldaan; d) moet erop worden toegezien dat er geen personen worden toegelaten die daartoe niet gemachtigd zijn. Bovendien moet toegang worden verleend aan daartoe gemachtigde bezoekers op de door de dierenarts van het centrum vastgestelde voorwaarden; e) moet vakbekwaam personeel werkzaam zijn dat een adequate opleiding heeft gekregen inzake de technieken van ontsmetting en hygiëne om verspreiding van ziekten te voorkomen; f) moet erop worden toegezien dat: geen van de dieren die in centrum verblijven, wordt gebruikt voor natuurlijke dekking gedurende ten minste 30 dagen vóór de eerste spermawinning en tijdens de winningsperiode; het winnen, behandelen en opslaan van sperma alleen geschiedt in speciaal daarvoor bestemde lokalen; ieder stuk gereedschap dat bij het winnen of behandelen in contact komt met het sperma of met het donordier, vóór gebruik naar behoren wordt ontsmet of gesteriliseerd, of nieuw is, vervaardigd is van wegwerpmateriaal en na gebruik wordt weggegooid; indien het spermacentrum het bedrijfsterrein deelt met een KI-station of een dekstation, moeten de instrumenten en apparatuur voor kunstmatige inseminatie of natuurlijke dekking strikt gescheiden worden gehouden van de instrumenten en apparatuur die in contact komen met donordieren of andere dieren in het centrum en met sperma; de produkten van dierlijke oorsprong die bij de behandeling van sperma worden gebruikt (verdunningsmiddelen, additieven, aanlengmiddelen) geen gevaar voor de gezondheid van de dieren opleveren of vóór gebruik zo behandeld zijn dat zij geen gevaar meer kunnen opleveren; wanneer het gaat om bevroren of gekoeld sperma, uitsluitend cryogene middelen worden gebruikt die voordien nog niet voor andere produkten van dierlijke oorsprong zijn gebruikt; alle recipiënten voor de opslag of het vervoer van sperma vóór gebruik naar behoren worden ontsmet of gesteriliseerd, of nieuw zijn, vervaardigd van wegwerpmateriaal en na gebruik worden weggegooid; g) moet ervoor worden gezorgd dat op elke dosis sperma een onuitwisbare identificatie wordt aangebracht die de volgende gegevens bevat: de Lidstaat van oorsprong, de datum van de winning, de soort, het ras en de identiteit van het donordier, en de naam en/of het nummer van het erkende centrum waar het sperma is gewonnen.

3. Voorschriften voor het toelaten van mannelijke donordieren Voor het winnen van sperma mogen slechts hengsten worden gebruikt waarvan de dierenarts van het spermacentrum heeft geconstateerd dat zij aan de volgende voorwaarden voldoen: a) bij de toelating en op de dag van de spermawinning vertonen zij geen tekenen van besmettelijke ziekten; b) zij zijn afkomstig van het grondgebied of, in geval van regionalisering, een deel van het grondgebied van een Lidstaat of een derde land, en van een bedrijf onder veterinair toezicht, waaraan geen verbodsmaatregelen wegens het optreden van besmettelijke ziekten zijn opgelegd; c) de laatste 30 dagen vóór de spermawinning hebben zij verbleven in bedrijven waar in die periode geen enkele paardachtige klinische symptomen van equine virusarteritis heeft vertoond; d) de laatste 30 dagen vóór de spermawinning hebben zij verbleven in bedrijven waar in die periode geen enkele paardachtige klinische symptomen van besmettelijke baarmoederontsteking bij paarden (CEM) heeft vertoond; e) in de laatste 30 dagen vóór de eerste spermawinning en gedurende de winningsperiode worden zij niet voor natuurlijke dekking gebruikt; f) bij de dieren worden de volgende tests verricht, welke worden uitgevoerd en gecertificeerd in een door het Agentschap erkend laboratorium volgens het programma in punt g: i) een agargel-immunodiffusietest (Coggins-test) of een ELISA-test voor het opsporen van infectieuze anemie bij paardachtigen, met negatief resultaat; ii) een serumneutralisatietest voor het opsporen van equine virusarteritis, die ofwel een negatief resultaat oplevert bij een serumverdunning van 1 op 4, ofwel een positief resultaat oplevert en dan wordt gevolgd door een virusisolatietest voor het opsporen van equine virusarteritis, met gebruikmaking van een deel van het volledige sperma van de donorhengst, die een negatief resultaat oplevert; iii) twee met een tussenpoos van zeven dagen uitgevoerde tests voor het opsporen van besmettelijke baarmoederontsteking bij paarden door isolatie van Taylorella equigenitalis uit de pre-ejaculatoire vloeistof of een spermamonster en uit genitale swabs die ten minste worden genomen van de fossa urethralis, inclusief de sinus urethralis, en de penis, inclusief de fossa glandis, waarbij in beide gevallen een negatief resultaat moet worden verkregen;

g) zij hebben een van de volgende testprogramma's ondergaan: i) indien de donorhengst in het spermacentrum aanwezig is gedurende ten minste de laatste 30 dagen vóór de eerste spermawinning en gedurende de winningsperiode het centrum niet verlaat en indien geen van de paardachtigen in het centrum rechtstreeks in contact komt met paardachtigen met een lagere gezondheidsstatus dan de donorhengst, de in punt f onder i), ii) en iii) genoemde tests voorafgaand aan de eerste winningsperiode en ten minste 14 dagen na het begin van bovengenoemde periode van verblijf van minstens 30 dagen; ii) indien de donorhengst in het spermacentrum aanwezig is gedurende ten minste de laatste 30 dagen voor de eerste spermawinning en gedurende de winningsperiode het centrum occasioneel verlaat, mits toestemming van de dierenarts van het centrum, voor een aaneengesloten periode van minder dan 14 dagen en/of indien andere paardachtigen in het centrum rechtstreeks in contact komen met paardachtigen met een lagere gezondheidsstatus, de in punt f onder i), ii) en iii) genoemde tests: minstens 1 maal per jaar aan het begin van het seizoen, of voorafgaand aan de eerste winningsperiode en minstens 14 dagen na het begin van de periode van verblijf van minstens 30 dagen en gedurende de winningsperiode als volgt: o de in punt f onder i) genoemde test ten minste om de 90 dagen; o de in punt f onder ii) genoemde test ten minste om de 30 dagen tenzij, wanneer het gaat om een voor equine virusarteritis seropositieve hengst waarbij uit een tweejaarlijks te verrichten virusisolatietest is gebleken dat het dier geen virus afscheidt; o de in punt f onder iii) genoemde test ten minste om de 60 dagen; iii) wanneer aan de voorwaarden vermeld in punt g onder i) of ii) niet voldaan wordt en/of het sperma wordt gewonnen voor de handel in bevroren sperma, de in punt f onder i), ii) en iii) genoemde tests: minstens 1 maal per jaar aan het begin van het seizoen; tijdens de verplichte opslagperiode van minstens 30 dagen en vooraleer het sperma het centrum verlaat, ten minste 14 en maximaal 90 dagen na de spermawinning. Testen op equine virale arteritis zoals vermeld in punt f onder ii) zijn niet verplicht wanneer het gaat om een seropositieve hengst waarbij uit een tweejaarlijks te verrichten virusisolatietest is gebleken dat het dier geen virus afscheidt; h) indien één van de in punt f vermelde tests positief blijkt, dient de donorhengst geïsoleerd te worden en mag het sperma, verzameld sinds de laatste negatieve test, niet verhandeld worden; met uitzondering voor equine virusarteritis waarbij bemonstering van het volledige sperma van de donorhengst een negatief resultaat oplevert; Sperma verzameld van alle andere hengsten aanwezig op het centrum sinds de laatste negatieve testen, moet afzonderlijk opgeslagen worden en kan niet verhandeld worden vooraleer de gezondheidsstatus van het centrum is hersteld en het opgeslagen sperma de gevraagde officiële onderzoeken heeft ondergaan om de afwezigheid van de in punt f vermelde ziektes aan te tonen;

i) sperma afkomstig van hengsten op een centrum, onderworpen aan beperkingen wegens het optreden van een besmettelijke ziekte, moet afzonderlijk opgeslagen worden en kan pas verhandeld worden indien de gezondheidsstatus hersteld is door de officiële dierenarts, en indien het opgeslagen sperma de gevraagde officiële onderzoeken heeft ondergaan om de afwezigheid van ziekte aan te tonen. 4. Voorschriften voor het winnen, behandelen, bewaren, opslaan en transport van sperma a) indien antibiotica of een mengsel van antibiotica aan het sperma wordt toegevoegd moet minstens het equivalent van volgende concentraties per ml sperma bereikt worden: Gentamycine 250 µg Tylosine 50 µg Lincomycine-spectinomycine 150/300 µg Penicilline 500 IU Streptomycine 500 µg Lincomycine-spectinomycine 150/300 µg Amikacine 75 µg Divekacine 25 µg De namen en concentraties van de toegevoegde antibiotica moeten vermeld worden op het gezondheidscertificaat; b) ieder stuk gereedschap dat bij het winnen, behandelen, bewaren of invriezen in contact komt met het sperma dient vóór gebruik naar behoren ontsmet of gesteriliseerd te worden, of is nieuw, vervaardigd van wegwerpmateriaal en wordt na gebruik weggegooid; c) voor diepvriessperma geldt dat: alle recipiënten voor de opslag van sperma vóór gebruik naar behoren worden ontsmet of gesteriliseerd, of nieuw zijn, vervaardigd van wegwerpmateriaal en na gebruik worden weggegooid; uitsluitend cryogene middelen worden gebruikt die voordien nog niet voor andere produkten van dierlijke oorsprong zijn gebruikt; het voorafgaand aan gebruik of verhandelen, minstens 30 dagen wordt opgeslagen. d) alle recipiënten voor het vervoer van sperma worden vóór gebruik naar behoren ontsmet of gesteriliseerd, of zijn nieuw, vervaardigd van wegwerpmateriaal en worden na gebruik weggegooid; e) het nummer op elke dosis sperma en de container voor het transport komt overeen met het nummer van het gezondheidscertificaat.

5. Registers De spermacentra moeten een register bijhouden zoals vermeld in punt 2b. 6. Wetgeving - Richtlijn 92/65/EEG van de Raad tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo s waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt. - Verordening (EU) nr. 176/2010 van de Commissie van 2 maart 2010 tot wijziging van bijlage D bij richtlijn 92/65/EEG van de Raad wat betreft spermacentra en spermaopslagcentra, embryoteams en embryoproductieteams, alsmede de voorschriften voor als donor fungerende paardachtigen, schapen en geiten en voor het hanteren van sperma, eicellen en embryo s van die diersoorten. - Richtlijn 2009/156/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen.