213/23/ (Vi? j: art. 260ii- 23e kamer burgerlijke zaken. eindvonnis - op tegenspraak NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL.

Vergelijkbare documenten
, weduwe van de heer. wonende te Zele, te Zele, wettelijke erfgenaam van de. heer, wonende te ZeleJ

éo,,:. r' '. (/J,jt... ' I} 'HJI(, Ï,; (..,\,, }, ~ Uitgereikt aan IBlUirrgerr~üjke rrechtlbanl< van de 1Rec lhf!:ro a rn1~< varn eerrstte aanleg

sectie burgerlijke rechtbank

. /1l /i/a4. e."'-'jlj1:>,.. "' gedaan bij gerechtsdeurwaarder Marc Monbailliu te 9820 Merelbeke, Jozef

i.,... :...' \. 1..'...;,";.~.t :i (.r l tu... \J".,. :., L.vv, L.v v...1-v -I(:') t'~, pi ' ''!'\ " " V ' ' r,-.., 'j Uitgifte Afgeleverd aan

23e kamer burgerlijke zaken

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest

Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout

Rechtbank v n eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie burgerlijke rechtbank

Rechtbank van eerste aanleg LIMBURG, Afdeling Hasselt, sectie burgerlijk

Burgerlijke rechtbank van de Rechtbank van eerste aanleg Leuven

Vonnis RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG OOST- VLAANDEREN, AFDELING DENDERMONDE BESLAG. , AAOr-j. .001/2012 m ST-059 B IN op vrljdag /

Uitgereikt aan.uitgereikt aan Uitgereikt aan. Niet aan te bieden aan de ontvanger NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL

, r rj' Rechtbank van eerste aardeg Antwerpen, afdeling Turnhout. ,.,. t \ f.l :1 t.l "f-.t ' Rechtsmiddelen. itgifte.

enkol ten titel van inlichting vrij afgeteverd {art. 792 Ger.W., 280, 2 W.reg.) Afgeleverd aan Referentie bestelling CD nummer RD nummer

.."' 2019/./~56'8. eindvonnis- op tegenspraak NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL. 4e kamer burgerlijke zaken

Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout

Arbeidshof te Brussel

Hof van Cassatie van België

rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk

- " "... ' '/rit;1."':"rr.,1,,, -' :!'.. l i;: i. 1.,.rl.. (;ll:;," ' '.'C!i.>. l f Git.?<;lli. op ( Oost-Vlaanderen, afdeling Gent BESCHIKKING

KOPle TER KENMS GEBRACHT,,.. UllVOERING VAN ART. 792 G.W. . VRIJGESTELD AIFFIERECHt /..J:f. op ( ( LIMBURG,

Hof van Cassatie van België

BESLAGRECHTER IN DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT OPENBARE TERECHTZITTING VAN 17 MEI 2011

Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout

V O N N I S OPENBARE TERECHTZITTING VAN : 18 APRIL de kamer. 1 e blad ARBEIDSRECHTBANK GENT

Hof van beroep Antwerpen

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

De rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Brugge, tiende kamer, heeft het volgend vonnis verleend:

Hof van Cassatie van België

Hof van beroep Antwerpen

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken, Vonnis I I. Kamer 19. Afschrfff von esn mlnuuf ben. dor rechtbonk van eerste aar.

vonms rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdelmg Mechelen sectie burgerlijke rechtbank MB6-kamer A's*v** afymrml n liivoertrw -wan 79?

Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen

Hof van beroep Antwerpen

Instantie. Onderwerp. Datum

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Fke: 2009/AR/296I EINDAR~~ST. Rep. rif.: Zitting van: Nummer:

Hof van Cassatie van België

vonnis Redhtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdesing Brugge, sectie burgerlijke rechtbank vierde kamer Uitgifte

De BESLAGRECHTER in de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, heeft de hiernavolgende beschikking verleend : , wonende te

vonnis MB6-kamer rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen sectle burgerlijke rechtbank Niet aan te bieden aan de ontvanger

- \ rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk. beschikking op eenzijdig verzoekschrift 2018/61J1. 19 november /1027/B. .

Hof van Cassatie van België

l llhllllllm111. Hof van beroep. Antwerpen. Arrest. burgerlijke zaken. 2018/6t=t' 2018/AR/1199. VAK3 - vakantiekamer

, geboren te op ' met ondernemingsnummer ~ wonende te. eisende p a r tij: vertegenwoordigd door mr te

Hof van Cassatie van Belgie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling leper

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Hof van Cassatie van België

Vonnis. rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel Kamer 130. di ----==-- 14H /280.

2. Soorten en verband

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Leuven. Kamer 09. Burgerlijke rechtbank van de Rechtbank van eerste aanleg EINDVONNIS I OPTEGENSPRAAK HYPOTHEEKWET. Uitgifte.

KBC verzekeringen NV - burgerlijke partij/partij in gedwongen tussenkomst en vrijwaring - ter terechtzitting vertegenwoordigd door Mr

Hof van beroep Antwerpen

Lil H11m1111H mm C1Jl/19 /2018. Hof van beroep Gent. Arrest. r- COVER. tiende kamer correctionele zaken 2018 / 3 '1 30

ARREST In de zaak A 2012/3. Inzake: Leunis Fr. tegen: Gewestelijk Stedenbouwkundige Inspecteur. ARRET Dans l affaire A 2012/3

Hof van beroep Antwerpen

Arbeidshof te Brussel

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ARRET Dans l affaire A 2012/1. En cause: ESPAL S.A. contre: SYNDICAT DES COPROPRIETAIRES ILOT DU NORD. Langue de la procédure : le français

Instelling. Onderwerp. Datum

V O N N I S OPENBARE TERECHTZITTING VAN : 8 MAART de kamer. 1 e blad ARBEIDSRECHTBANK GENT

Hof van Cassatie van België

Rechtbank van eerste aanleg Leuven, strafzaken

rlr Rechtbank wan eerste aanleg afdeling Dendermonde Oost-Vlaanderen, KORTGEDING 1 24 JUNI /l/C 2015/ 'iuif 1/5 op op op Repertoriumnummer

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te

chgf /[ ~30 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Hof van Cassatie van België

Oost-Vlaanderen, strafzaken. Vonnis

Hof van Cassatie van België

r : j :ie i 1 1zo18'd

Afgeleverd aan. Referentie bestelling. CD nummer RD nummer. RD nummer bedrag: EUR bedrag:. EUR datum: Rechtsmiddelen VERZET aangetekend op: AR-nr.

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van beroep Antwerpen

Instelling. Onderwerp. Datum

Arrest van 25 juni 2002 in de zaak A 2000/ Arrêt du 25 juin 2002 dans l affaire A 2000/

Hof van Cassatie van België

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

Hof van Cassatie van België

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, I.) / kamer. Griffienummer.

Instelling. Onderwerp. Datum

Hof van Cassatie van België

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN 14 JULI 2009

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Winkelbediende Geboren te ) op Wonende te Antwerpen, Pakistaan

lll llllll l llllll lll l llllll Il Il Il lllll ll llllll lll

Hof van Cassatie van België

In zake: 2005/AR/1731

Transcriptie:

213/23/ Uitgifte Volgnummer van de kamer Ultgereikt aan Uitgerelktaan Ultgerciki aan Datum van uitspraak 20 Juli 2017 op op op flof Hummer 201S/297/A Repertoflumnjmmer 2017/ ^ oomuri'.. (Vi? j: art. 260ii- Wb. fogiafiaite) 7.02-t^O) Nlct aante bledon aon de ontvangcr NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL - beschikklng * bevels ch rift - 6 besiulten 23e kamer burgerlijke zaken eindvonnis - op tegenspraak VON-EVT Aangeboden op Nlet :e reglstrercn

In de zaak van: 1. Deheer.,wonendete Ternat, 2. Mevrouw, wonende te Ternat, 3. 1, met zetel te Ternat,! en met ondernemingsnummer l 1 eisers, alien op de zitting vertegenwoordlgd door mr. Bart Croux, advocaat, met kantoor te 1082 Brussel, Basilieklaan 115 B 1. tegen: De WOONINSPECTEUR VAN HET VLAAMS GEWEST, met kantoor te 1210 Sint-Joost-ten- Node, Koning Albert II - laan 19 bus 22, verweerder, op de zitting vertegenwoordigd door mr. Dennis Mufiiz Espinoza, advocaat, in de plaats van mr. Philippe Declercq, advocaat, met kantoor te 3320 Hoegaarden, Gemeenteplein 25. * In deze zaak spreekt de rechtbank het volgende vonnis uit. Het vonnis wordt uitgesproken in eerste aanleg, na tegenspraak. Artikel 3, tweede lid, van de wet van 15 juni 1935 op het taalgebruik in gerechtszaken werd toegepast voor het opmaken van de akten van rechtspleging die aan dit vonnis voorafgingen. De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken van de rechtspleging, en in het bijzonder van : - de beschikking van de beslagrechter van 5 juni 2015 en de daarin vermelde procedurestukken; Nerierlandstallge rechtbank van eerste aanleg Brussel - A.R. 15/297/A -p. 2

het bevelschrift op grond van artikel 88, 2, van het Gerechtelijk Wetbaek van 4 maart 2015; de "conclusie", "syntheseconclusie na toepassing art. 748 Ger.W." en "tweedc syntheseconclusies na toepassing art, 748 Ger.W." van de heer I mevrouw : en de I, respectievelijk neergelegd op 7 September 2016, 20 januari 2017 en 5 mei 2017 ; - de "syntheseconclusie", eerste "conclusie" en iaatste "conclusie" van de wooninspecteur van het Vlaams Gewest, respectievelijk neergelegd op 14 oktober 2016, 21 maart 2017 en 30 mei 2017. Voor elk van de partijen werd een stukkenbundel neergelegd. Op de zittlng van 30 Juni 2017 werden de raadslieden van de partijen gehoord, waarna het debat werd gesloten en de zaak in beraad werd genomen. De Iaatste conclusie van elke parti) wordt beschouwd als syntheseconclusie. De rechtbank beoordeelt enkel de eisen en argumenten die in de syntheseconclusies zijn uiteengezet. * A. Felten en procedurevoorgaanden 1. Op 26 maart 2013 ging de wooninspecteur van het Vlaams Gewest (hierna : "de Wooninspecteur") over tot dagvaarding van de heer I, mevrouw en de i (hierna gezameniljk "de consorten I ) teneinde hen te zien veroordelen tot uitvoering van renovatiewerkzaamheden aan de panden gelegen te j. i en ;, waardoor deze voldoen aan de kwallteitsvereisten van artikel 5 van de Vlaamse Wooncode. Bij vonnls van 2 oktober 2014 heeft de Nederlandstallge rechtbank van eerste aanleg Brussel deze vordering gegrond verklaard. De rechtbank veroordeelde de consorten in solidum om aan de voormelde panden renovatlewerken ult te voeren, "dit Is het herstel van alle gebreken aan de voomoemde onroerende goederen waardoor deze voldoen aan de kwaliteitsverelsten van de Vlaamse Wooncode". Zij werden veroordeeld om dit herstel ult te voeren binnen een termijn van 18 maanden van het vonnis, op straffe van een dwangsom van 125 per persoon en per pand, per dag vertraging in de uitvoering van de herstelmaatregel. Nederlandstallge rechtbank van eerste aanleg Brussel - A.R. 15/297/A - p. 3

Het vonnis werd bij voorraad uitvoerbaar verklaard. Tegen het vonnis van 2 oktober 2014 werd hoger beroep anngetekend. 2. De Wooninspecteur liet het vonnis van 2 oktober 2014 op 14 januari 2015 aan de consorten betekenen, met bevel om over te gaan tot betaling van de gerechtskosten en tot uitvoering van de herstelwerkzaamheden vermeld in het vonnis. Op 21 januari 2015 lieten de consorten I ; een dagvaarding in verzet betekenen tegen het bevel tot betalen en tot uitvoering van herstel, voor de beslagrechter bij de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel. Bij beschikking van 5 juni 2015 legde de beslagrechter het dossier voor aan de voorzitter van de rechtbank, met toepassing van artikel 88, 2, van het Gerechtelijk Wetboek. Met een beschikking van 4 maart 2016 heeft de voorzitter de zaak verzonden naar de 23 kamer van deze rechtbank. Het betreft de thans voorliggende zaak. 3. Inmiddels werden herstelwerkzaamheden uitgevoerd aan het pand, en werd het pand gesloopt. Per brief van 19 September 2016 deelde de Wooninspecteur mee dat werd vastgesteld dat het pand voldoet aan de minimale kwaliteitsvereisten, zodot de herstelvordering zonder voorwerp is. Na een plaatsbezoek op 10 januari 2017 werd vervolgens ook bij proces-verbaal van 24 januari 2017 vastgesteld dat de woning was gesloopt. 4. Op 11 januari 2017 werd op verzoek van de Wooninspecteur aan de consorten i een bevel betekend tot betaling van dwangsommen die zouden verschuldigd zijn voor de periode van 14 juli 2016 tot 3 januari 2017. Op 17 januari 2017 werd tegen dit bevel verzet aangetekend met dagvaarding voor de beslagrechter voor de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel (zaak met rolnummer 17/259/A). Nederlaruhtallgc rechtbank van eerste aanleg Brussel - A.R. 15/297/A - p. 4

B. Eisen 5. De consorted vragen dat de rechtbank de thans voortiggende zaak zou verzenden naar de voorzitter van de rechtbank teneinde verzonden te worden naar de bestagrechter om gevoegd te worden met de aldaar aanhangige zaak 17/259/A. Ondergeschikt vragen zij, zo de zaak niet zou worden verzonden, dat de rechtbank het verzet tegen exploot van betekening-bevel tot betalen en tot uitvoering, gedaan op 14 januari 2015, ontvankelijk en gegrond zou verklaren. Zij vragen dat de rechtbank voor recht zou zeggen dat de titel die bestaat uit het vonnis van 2 oktober 2014 (2013/4531/A) gebrekkig is en geen zekere en vaststaande, bepaalde of bepaalbare schuldvordering incorporeert en dat de gedwongen tenuitvoerlegging krachtens deze titel vervolgd, bestaande uit de betekening van het bevel tot betalen en tot uitvoering van herstel, gedaan op 14 januari 2015 en de betekening van het bevel tot betalen en tot stuiting van de verjaring van dwangsommen, gedaan op 11 januari 2017, nietig is, van nul en geen waarde en geen rechtsgevolg kan hebben omdat de veroordeling geincorporeerd in de titel op grand waarvan de Wooninspecteur tot gedwongen tenuitvoerlegging overgaat, niet voldoet aan de vereisten van zekere en vaststaande vordering in de zin van artikel 1494 van het Gerechtelijk Wetboek, minstens voor recht zou zeggen dat de titel waarvan de tenuitvoerlegging wordt nagestreefd, onduidelljk is en dat hlerover ernstige betwisting bestaat en om die redenen de tenuitvoerlegging ervan te schorsen. Zij vragen vervolgens om voor recht te zeggen dat krachtens deze titel geen dwangsommen kunnen worden verbeurd. Ten slotte vragen zij om het bevel gedaan op 14 januari 2015 en de gevolgen daarvan op te heffen of minstens de gevolgen ervan op te schorten en de aangevatte uitvoeringsprocedure op te schorten. 6. De Wooninspecteur besluit dat de vordering met betrekking tot de betekening van het bevel tot betalen en tot stuiting van de verjaring van dwangsommen, betekend op zijn verzoek op 11 januari 2017, onontvankelijk is, en vraagt dienvolgens het verzoek om de zaal naar de voorzitter te verwijzen af te wijzen als ongegrond. Hij besluit vervolgens dat de overlge vorderlngen ongegrond zijn. Nederfandstallge rechtbank van eersteaanleg B-ussel - A.R. 15/297/A -p. 5

C. Beoordellne 7. De eis zoals geformuleerd in de dagvaarding, was gericht tegen het bevel dat op 14 januari 2015 werd betekend aan de consorten De voorzitter van de rechtbank heeft bepaald dat het hier gaat om een zaak van "reele executie" en de zaak om die reden onttrokken aan de beslagrechter en toebedeeid aan de 23' kamer van de rechtbank. Inmiddels werd door de consorten een nieuwe vordering aanhangig gerraakt bij de beslagrechter, gericht tegen het bevel tot betaling van dwangsommen dat op 11 Januari 2017 werd betekend. De consorten I werpen op dat de voorliggende zaak omwille van de samenhang ook door de beslagrechter dient beoordeeld te worden, en vragen om de zaak cpnieuw aan de voorzitter voor te leggen met toepassing van artikel 88, 2, van het Gerechtelijk Wetboek. De rechter aan wie een zaak is toebedeeid door de voorzitter na toepassing van artikel 88, 2, van het Gerechtelijk Wetboek, is door die toewijzing gebonden (artikel 88, 2, laatste lid, van het Gerechtelijk Wetboek). De omstandigheid dat inmiddels een samenhangende zaak aanhangig werd gemaakt voor een andere kamer of afdeling van de rechtbank, kan hieraan geen afbreuk doen. 5amenhangende zaken kunnen, doch moeten niet, samen behandeld worden (artikel 30 van het Gerechtelijk Wetboek). Het risico op tegenstrijdige uitspraken lijkt overigens onbestaande nu het gezag van gewijsde van dit vonnis aan de beslagrechter zal kunnen worden tegengeworpen voor de rechtsvragen die identiek zouden zijn in de beide zaken. Er bestaat aldus geen reden om deze zaak opnieuw aan de voorzitter van de rechtbank voorte leggen met het oog op het beslechten van een verdelingsincident. 8. De consorten vragen in ondergeschikte orde dat de rechtbank zich zou uitspreken zowel over hun verzet tegen het bevel van 14 januari 2015 als tegen het bevel van 11 januari 2017. De Woonlnspecteur werpt terecht op dat de els van de consorten I aldus werd uitgebreid in de loop van het gedlng. Een dergelijke uitbreiding is slechts toe'aatbaar wanneer zij berust op een feit of akte die in de dagvaarding wordt aangehaald (artikel 807 van het Gerechtelijk Wetboek). In de dagvaarding was uiteraard nog geen sprake van het bevel van 11 januari 2017, nu de dagvaarding dateert van 21 januari 2015. De uitbreiding van de eis berust aldus niet op een feit of akte die in de dagvaarding werd aangehaald. De eis is dan ook ontoelaatbaar in zoverre zij ertoe strekt de rechtbank uit te nodigen zich uit te spreken over het verzet tegen het bevel tot betalen van 11 januari 2017. Nederlandstalige rechtbank van eerste aanteg Brussef - A.R. 15/297/A - p. 6

9. Ten gronde vragen de consarten dat dc rechtbank zou zeggen dat het bevel dat hen op 14 januari 2015 werd betekend, nietig is omdat de verbintenis waarvan de gecwongen uitvoering wordt bevolen, geen zekere en vaststaande schuldvordering uitmaakt. Om te kunnen overgaan tot gcdwongcn tenuitvoerlegging moet de titel een verbintenis bevatten die voor uitvoering vatbaar is. Dit betekent onder meer dat de uitvoeringsrnodaiiteiten nauwkeurig in de titel zijn omschreven, zodat de schutdenaar precies weet wat van hem wordt verwacht. 10. De titel die hier ten uitvoer wordt gelegd, is het vcnnis van 2 oktober 2014. In het beschlkkend deel vonnis wordt bepaald : 7De rechtbank]... veroordeelt de heer de en mevrouw, in solidum, voor wat betreft de panden gelegen te. kadastraal gekend te en te, kadastraal gekend ie, tot het uitvoeren van renovatiewerkzaamheden, dit is het herstel van alle gebreken aan de voornoemde onroerende goederen waardoor deze voldoen aan de kwaiiteitsvereisten van artikel 5 van de Vlaamse Wooncode Dc door dc consorten uit te voeren werkzaamheden werden aldus omschreven met een verwijzing naar artikel 5 van de Vlaamse Wooncode. Hiermee is de rechtbank ingegaan op de eis die door de Wooninspecteur werd gesteld, en waarvoor zij de bevoegdheid had op grond van de artikelen 20bis, 1 en 5, van de Vlaamse Wooncode. Artikel 20bis, 1, bepaalt daarbij uitdrukkelijk dat de rechtbank de overtreder kan bevelen om werken uit te voeren om de woning "te laten voldoen aan de vereisten en normen, vastgesteld met toepassing van artikel 5". De vereisten on normen die vastgesteld zijn met toepassing van artikel 5 van de Vlaamse Wooncode, zijn een lange reeks van gedetailleerd uitgewerkte veiligheids-, gezondheids en woonkwaliteitsnormen die door de Vlaamse regering zijn opgesteld. Uit de Inhoud van het vonnis van 2 oktober 2014 blijkt verder dat de rechtbank de overtredingen van dc voormelde normen voldoende heeft bewezen geacht op basis van de voorgelegde processen-verbaal. Daarbij werd nergens enig vastgesteld gebrek als niet-bewezen verklaard. De consorten I dienden aldus over te gaan tot herstel van alle gebreken die in de processen-verbaal waren vermeld. Nu de voorgelegde processen-verbaal de consorten I goed bekend waren, wisten zij ook precies welke de gebreken waren waaraan moest worden verholpen. De overtreders Ncderlandstafige rechtbank van eerste aanleg Brussel - A.R. 15/297/A - p. 7

hebben de vrije keuze omtrent de wijze waarop aan de overtredingen wordt verholpen, hetgeen de rechtbank overigens reeds in het vonnis van 2 oktober 2014 opmerkte. Door de consorten I te verocrdelen tot het uitvoeren van de werken opdat de twee betrokker panden zouden beantwoorden aan de kwaliteitsvereisten van artike! 5 van de Vlaamse Wooncode, heeft de rechtbank dan ook de op de consorten. rustende verbintenis voldoende nauwkeurig omschreven. 11. Ten onrechte houden de consorten I nog voor dat de controle van de Wooninspecteur op de naleving van het rechterlijk bevel erop neerkomt dat de executiegerechtigde eenzijdig zou kunnen bepalen wat moet gebeuren opdat de executieplichtige haar verbintenis kan nakomen. De vaststellingen die de Wooninspecteur maakt betreffende het al dan niet nakomen van het rechterlijk bevel, kunnen immers in geval van betwistingaan de rechter worden voorgelegd. De Wooninspecteur treedt op in het algemeen belang, ter vrijwaring van de veiligheid, gezondheid en woonkwaliteit van de bewoners van woningen in het Vlaams Gewest. Bij decreet werden aan de Wooninspecteur aldus bijzondere bevoegdheden verleend, zoals het opstellen van processen-verbaal waarvan de feitelijke inhoud bcwijswaarde heeft tot bewijs van het tegendeel. De omstandigheid dat de Wooninspecteur de uitvoering van het vonnis kan controleren met vaststellingen die In dergelijke processen-verbaal worden gemaakt, betekent echter niet dat hij willekeurig zou kunnen bepalen of de overtreder het rechterlijk bevel is nagekomen. Vooreerst kunnen de overtreders het tegenbewijs leveren van de feitelijke vaststellingen die gemaakt worden. Bovendien is de rechter niet verplicht om zich aan te sluiten bij de juridische gevolgen die de Wooninspecteur zou afleiden uit de feitelijke vaststellingen die hij maakt. 12. De consorten I houden ten slotte nog voor dat zlj onrrogelljk tot de uitvoering kunnen gehouden zijn omdat niet zij, maar del, de eigenaar is van de panden waarin de herstelwerkzaamheden dienen uitgevoerd te worden. Het vonnis van 2 oktober 2014 heeft al ultdrukkelijk geantwoord op hetzelfde verweermiddel. De herstelvordering kan worden gericht tegen elke overtreder, en de consorten werden door de rechtbank als overtreders beschouwd. Zij dienen aldus in te staan voor het herstel, en de niet In het gedlng betrokken eigenaar moet dit herstel dulden. Het door de consorten I thans opnieuw aangehaaide argument kan de gedwongen tenuitvoerlegging van het vonnis dan ook niet verhinderen. NeaertsndstallBerechttwnk van eersteaanleg Brussel - A.R. is/297/a - p. a

De consorten I maker) overigens niet aannemelijk dat zij in de onmogelijkhcid verkeren om aan het rechterlijk bevel te voldoen. Integendeel blijkl uit de feiten dat de i inmiddels het nodige heeft gedaan (of geduld) opdat de panden niet meer in overtrading zijn met de bepalingen van de Vlaamse Wooncode. OP GROND VAN DEZE REDENEN BESLIST DE RECHTBANK : De eis is ontoelaatbaar in zoverre zij werd uitgebreld tot een verzet tegen het bevel tot betalen en tot stuiting van de verjaring van de dwangsommen van 11 januari 2017 ; De eis is voor het overige toelaatbaar doch ongegrond ; De rechtbank veroordeelt de heer I mevrouw en de i tot de gerechtskosten, begroot op 256,10 (dagvaarding) + 1.440,00 (rechtsplegingsvergoeding voor de wooninspecteur van het Vlaams Gewest). Dit vonnis wordt uitgesproken tijdens de buitengewone openbare zitting van de 235te kamer van de Nederiandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel van 20 juli 2017, door de heer Francis Van Nuffel, ondervoorzitter, in aanwezigheid van de heer Johan Gysemans, afgevaardigd griffier. Nederiandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel - A.R. 15/297/A - p. 9