4. Conclusie: gevolgen voor gebiedsplan ganzenfoerageergebieden Groningen p. 11

Vergelijkbare documenten
Bijlage 1. Stimulanspremie op het vaste beheersdeel van 20%

Eenjarige vergoeding 2006/2007 openstelling ganzenen smientenpakketten

Gebiedsplan Ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005

Uitvoering van het Beleidskader Faunabeheer in verband met overwinterende ganzen en smienten vanaf 1 oktober 2004 (Geactualiseerde versie)

Herzieningsbesluit foerageergebieden voor overwinterende ganzen en smienten

Subsidie voor Ganzenbeheer Aanvraagperiode 2008

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»;

Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer, openstelling ganzen- en smientenpakket

Begrenzingenplan Ganzenfoerageergebieden Noord-Holland

..OF. Aanwijzing foerageergebieden voor. overwinterende ganzen en smienten. Herzieningsbesluit 5 juli 2005

PROVINCIAAL BLAD. In de regionale ganzenwerkgroepen zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd:

BELEIDSKADER FAUNABEHEER DEN HAAG, 27 november Algemeen

Nota Faunabeleid Zeeland AANVULLEND VOORSTEL

Bekijk deze nieuwsbrief online

Index Natuur en Landschap. Onderdeel Agrarische beheertypen

de Wet natuurbescherming op 1 januari 2017 inwerking is getreden;

Groninger ganzenakkoord Definitief 27 mei 2014

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 10 januari 2010) Nummer 2340

Voorlichtingsavonden SNL Fryslan Vragen en antwoorden

Onderdeel B. Bijlage 3: Agrarisch natuurbeheer. Onderdeel A: Agrarisch natuurtype en bijbehorend agrarische beheertypen:

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003

nummer 20 van 2009 agrarisch natuurbeheer Drenthe (bijlage 28c, onderdeel A)

Via deze nieuwsbrief informeren de provincie Fryslân en de Faunabeheereenheid u over de stand van zaken rondom het Friese ganzenbeleid.

Beantwoording schriftelijke vragen van de Statenfractie PvdD over het provinciale ganzenbeleid

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 23 juli 2011) Nummer 2515

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE;

nummer 20 van 2005 Herziening Verordening vrijstelling grondgebruiker

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Samenvatting. Natura 2000 Beheerplan. Polder Zeevang

GANZEN IN NEDERLAND OVERZOMERENDE GANZEN

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900

PROVINCIAAL BLAD. Verordening Wet natuurbescherming Fryslân 2017, wijziging guozzen (kenmerk )

Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Wij beginnen met een herhaling van de vraag en geven vervolgens de antwoorden (cursieve tekst):

Fauna en wet Natuurbescherming

Hoe kunt u meedoen? Help

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

Index Natuur en Landschap. Onderdeel Agrarische beheertypen

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 oktober 2004 over de Floraen faunawet.

- 3 KM /10/A.9, LGW Buurmeijer F.8. (050) uw brief d.d. 30 januari 2015

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2018 (2)

Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 van de Flora- en faunawet

Index Natuur en Landschap. Onderdeel Agrarische beheertypen

Daarnaast zijn er subsidies voor het versterken van de landschapskwaliteit binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de Nationale Landschappen.

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d

NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2019

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - 1 mei 2014

De Fryske Guozzenoanpak 2014

Index Natuur en Landschap. Onderdeel Agrarische beheertypen

Weidevogelbeheer 2016

Fbe Fryslân Swichumerdyk AP Wirdum faunabeheereenheid.nl KvK

Effectbepaling ganzengebied Oosteinde en Westeinde 76 te Nieuwleusen

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007

EemlandE. Weidevogelland

Ganzenopvang in Zeeland

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

Aanwijzing foerageergebieden voor overwinterende ganzen en smienten

Beheerevaluatie 2018 weidevogels

Zie lijst WBE. Flora- en faunawet: aanwijzing ex. artikel 67. Geachte heer/mevrouw Paus,

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer Onderwerp Roeken

Nieuwsbrief edelherten Agrarische Enclave Tussenbericht, 16 december 2014


Gedeputeerde Staten van de Provincie

Aanvraagformulier 05 EB-1

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Evaluatie opvangbeleid overwinterende ganzen en smienten. Onderdeel van het Beleidskader Faunabeheer

10 juli 2018 Documentnummer : , LGW Nummer 33/2018

Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017

Bijlage Advies NOJG ganzenbeleid Friesland

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert

maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt:

Natuurwetgeving. Reinier van Elderen voorzitter HPG 25 september

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Weidevogelbeheer 2016

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

GANZEN. Last en lust

AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER. Versie 24 maart 2015

Nota van Beantwoording Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan. Ruimte voor de Grecht

Haarlem, 15 april 2014

06 april 2004 Nr , LG Nummer 21/2004

Nr. 18 Brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

PROVINCIAAL BLAD. Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer Openstellingsbesluit 2019 onderdeel agrarisch natuurbeheer

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open grasland

Was-wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel

PROVINCIAAL BLAD. Artikel 1 De Uitvoeringsregeling Natuur- en Landschapsbeheer Noord-Holland (SVNL) wordt als volgt gewijzigd: A

Artikel 3 Gedeputeerde staten kunnen bijlage I en bijlage II wijzigen, gehoord het Faunafonds.

Transcriptie:

Inhoudsopgave 1. Inleiding p. 2 2. Bedenkingen en commentaar 2.1 Algemene bedenkingen p. 3 2.2 Gebiedsgerichte bedenkingen p. 6 3. Ambtshalve wijzigingen p. 10 4. gevolgen voor gebiedsplan ganzenfoerageergebieden Groningen p. 11 5. Vragen en antwoorden van de streekavonden en de provinciale informatieavond p. 12 6. Nuttige informatie over het ganzenbeleid in de provincie Groningen p. 15 7. Onopgeloste kwesties p. 18 ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 1

1. Inleiding Op 5 juli 2005 hebben Gedeputeerde Staten het Gebiedsplan ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 vastgesteld. Hiermee zijn de foerageergebieden in de provincie Groningen definitief begrensd. In het gebiedsplan wordt teruggekeken op het proces van de begrenzing van deze foerageergebieden. Het Ontwerp-gebiedsplan ganzenfoerageergebieden Groningen heeft van 10 mei 2005 tot en met 6 juni 2005 ter inzage gelegen. Een aantal personen en organisaties hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt om hun bedenkingen kenbaar te maken, zowel schriftelijk als mondeling. Deze bedenkingen zijn door ons besproken met de Begeleidingscommissie ganzenfoerageergebieden, die gedurende het proces van begrenzing een adviserende rol gespeeld heeft. In deze Nota Reacties en Commentaar worden de verschillende bedenkingen voorzien van een commentaar. Vervolgens worden er conclusies getrokken ten behoeve van eventuele wijzigingen van het Gebiedsplan ganzenfoerageergebieden. Van de volgende personen en organisaties hebben wij bedenkingen ontvangen: 1. Gemeente Hoogezand-Sappemeer, te Hoogezand 2. Familie B.B. Jansen, te Oostwold 3. WetlandWacht Leekstermeer 4. Maatschap Huijssoon-Holtland, te Overschild 5. Vereniging Meervogel, te Overschild 6. Dhr. C.A.J. van Opstal, te Schildwolde 7. Familie M.P. Pestman, te Schildwolde 8. Dhr. E. Hooiveld, te Onnen 9. WBE Duurswold e.o. 10. Dhr. A.T.J. Versteeg, te Overschild 11. Dhr. Th. De Bruin, te Garrelsweer 12. Maatschap Kooi, te Onnen 13. Avifauna Groningen 14. Vogelbescherming Nederland, te Zeist 15. Dhr. L.P. van Tilburg, te Hellum 16. Dhr. E.J. Kort, te Overschild 17. Dhr. K.E. Huizingh, te Oostwold 18. Maatschap Krijnen, te Den Horn Verder hebben wij ambtshalve enige wijzigingen in het ontwerp aangebracht. Bij elk onderdeel in deze nota waarop bedenkingen zijn binnengekomen zal, middels bovenstaande nummers, verwezen worden naar de personen dan wel organisaties die de bedenkingen hebben ingediend. ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 2

2. Bedenkingen en commentaar 2.1 Algemene bedenkingen Schriftelijke bedenking (nr.: 1): Er is met instemming kennis genomen van het gebiedsplan ganzenfoerageergebieden en het convenant planologische schaduwwerking. Geen. Ter kennisgeving aangenomen. Schriftelijke bedenking (nr.: 9): Vanuit de jachtpartijen bestaan er onduidelijkheden over het ganzenbeleid. 1. Wat is de status van het convenant Midden-Groningen in relatie tot het ontwerp-gebiedsplan ganzenfoerageergebieden Groningen? 2. Waarom is het overlegplatform Midden-Groningen niet betrokken geweest bij de ontwikkeling van het gebiedsplan ganzenfoerageergebieden Groningen? 3. Wat is de juridische status van het gebiedsplan ganzenfoerageergebieden Groningen in relatie tot de lopende jachthuurovereenkomsten tussen eigenaar/gebruiker van de grond en de jager binnen het foerageergebied? Zij nemen geen genoegen met het argument dat de eigenaar/gebruiker en de jager hier zelf een oplossing voor moeten vinden. 4. Indien ganzen zich op de grens van het foerageergebied bevinden, dient de aangrenzende jager buiten het betreffende gebied zich dan ook te houden aan de afstand van 500 meter ten opzichte van de foeragerende ganzen? 5. Op welke termijn komt er duidelijkheid over het verjagen met ondersteunend afschot buiten de ganzenfoerageergebieden? Wat is de status van de verordening flankerend jachtbeleid (beleidskader ganzen/smienten)? 6. Is het ontwerp-gebiedsplan besproken met de herinrichtingcommissie Midden-Groningen, gelet op de inrichting van de percelen binnen het inrichtinggebied? 7. Wat zijn de consequenties voor het faunabeheer, zoals het reewildbeheer, in de betreffende ganzenfoerageergebieden? Welke rol speelt de WBE hierin? 8. Wordt schade aangericht door zwanen, roeken, kraaien en andere diersoorten vergoed door het faunafonds? Antw 1: Het wildschade-convenant Midden Groningen is in 1994 opgesteld om eventuele wildschade vanuit het natuurgebied in de omringende agrarische gebieden te voorkomen. Met de komst van de Flora- en faunawet (2002) is dit convenant buiten werking gesteld, omdat de inhoud in de Flora- en faunawet geregeld wordt. De partijen zijn hiervan op de hoogte gesteld ( brief februari 2005). Het convenant richtte zich op o.a broedende ganzen. Het ganzenfoerageergebied handelt om overwinterende ganzen. Zowel qua seizoen als wat betreft jaartal sluit het ganzenfoerageergebied dus aan op het voormalige wildschadeconvenant Midden Groningen. Antw 2: Het overlegplatform Midden Groningen bestond niet meer bij de aanvang van het proces voor de begrenzing van ganzenfoerageergebieden. De deelnemende partijen zijn uitgenodigd op de overlegavonden van 6 december 2004 en 12 mei 2005. Antw 3: Het gebiedsplan ganzenfoerageergebieden Groningen is een bestuursrechtelijke regeling. Een jachtovereenkomst daarentegen is een civielrechtelijke regeling. Het ministerie van LNV geeft aan dat het effect van het ganzenfoerageergebied op de overeenkomst tussen jachthouder en grondeigenaar door deze partijen zelf opgelost dient worden. ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 3

Antw 4: De 500 m grens geldt binnen het ganzenfoerageergebied; de foerageergebieden op zich kennen geen externe werking. Buiten de grens van het foerageergebied hoeft de 500 m grens dus niet in acht genomen te worden, tenzij het gebied gelegen is in een Vogelrichtlijngebied. De foerageergebieden hebben naast een foerageer- ook een rustfunctie, het is niet de bedoeling dat er binnen de foerageergebieden verstoring optreedt. Antw 5: Het beleid buiten de foerageergebieden is al beschreven: hier komen grondeigenaren pas in aanmerking voor een vergoeding, als zij de voorgeschreven verjaaginspanning hebben geleverd. Hierbij mag sprake zijn van een beperkte mate van afschot. Antw 6: De leden van de Herinrichtingcommissie Midden Groningen zijn uitgenodigd voor de overlegavonden van 6 december 04 en 12 mei 05. Bovendien is op 7 april een notitie over de ganzenfoerageergebieden besproken in de Herinrichtingscommissie Midden Groningen. Antw 7: Per jachtveld is één hele jachtdag toegestaan tussen 1 oktober en 31 december. Verder mag er na 12.00 uur gejaagd worden, waarbij een afstand van 500 meter tot foeragerende ganzen in acht genomen dient te worden. De jachtdagen per jachtveld worden door de WBE gecoördineerd. Antw 8: LNV, KNJV en LTO Nederland hebben afgesproken dat schade, veroorzaakt door andere beschermde diersoorten, binnen foerageergebieden vergoed wordt. Deze soorten hoeven niet te worden verjaagd (mondelinge informatie Faunafonds, 23 juni 2005). Deze bedenkingen hebben geen gevolgen voor het Gebiedsplan ganzenfoerageergebieden. Schriftelijke bedenking (nr.: 13): Vanuit de kant van Avifauna Groningen bestaan de volgende bedenkingen over het ganzenbeleid. 1. In het kader van de duurzame instandhouding van de Grauwe gans, Kolgans en Smient zal de omvang van de ganzenfoerageergebieden vergroot moeten worden. 2. Het is vreemd dat er geen foerageergebieden aangewezen zijn langs de Noordkust en de Dollard, terwijl Kropswolde en de westkant van het Zuidlaardermeer wel begrensd zijn. Dit lijkt erop dat de boerenbelangen en de ganzenbelangen door elkaar lopen. 3. Bij het Schildmeergebied zijn percelen loofbos begrensd. Wanneer hier beheersovereenkomsten worden aangegaan, worden overheidsgelden oneigenlijk gebruikt. 4. De begrenzing van de bergboezem bij het Lettelberterdiep is oninteressant voor ganzen, vanwege de lage kwaliteit van het gebied. 5. In het gebiedsplan ganzenfoerageergebieden Groningen wordt gesproken over ganzenfoerageergebieden in algemene zin. Dit kan een verkeerde interpretatie wekken, omdat het hier gaat om ganzenfoerageergebieden voor de Grauwe gans, de Kolgans en de Smient. 6. Wanneer de genoemde ganzen gemengd met andere soorten voorkomen, zijn verjaagacties toegestaan. Waar ligt hier de grens? 7. Dit beleid vraagt om een goede voorlichting over de betreffende ganzensoorten, de relatie met andere ganzensoorten en de manier waarop het beleid gecontroleerd en gehandhaafd dient te worden. Antw 1: SOVON had de geciteerde conclusie als uitslag en wordt door het Ministerie van LNV meegenomen in de evaluatie die in 2007 zal plaatsvinden. De provincie zal niet op eigen initiatief extra hectaren ganzenfoerageergebied realiseren, omdat de middelen ter financiering van beheersovereenkomsten ontbreken om tot extra foerageergebieden te komen. Antw 2: Bij de Noordkust en de Dollard zitten inderdaad dermate concentraties ganzen, dat ganzenfoerageergebieden hier te rechtvaardigen zouden zijn. Naast de aanwezigheid van ganzen is draagvlak onder de agrariërs ook een voorwaarde, zeker in agrarische gebieden. Het betreft hier akkerbouwgebieden waar onvoldoende draagvlak onder de agrariërs bleek te bestaan. In overleg met de betrokken partijen is ervoor gekozen om de oppervlakten in te zetten om andere kansrijke foerageergebieden ruimer te maken. Langs de weg Noordlaren Onnen en in Kropswolde zitten regelmatig concentraties ganzen; wij achten opname van dit gebied dus wel als doelmatig. ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 4

Antw 3: Het populierenbos bij Garrelsweer was begrensd om de voorgeschreven samenhang te bereiken tussen een agrarisch bedrijf ten westen van het bos en de rest van het foerageergebied. Voor het bereiken van deze samenhang is het niet nodig om het hele bos mee te begrenzen. Antw 4: De bergboezem bestaat uit delen open water en oeverlanden. Omdat de oeverlanden wel eens als foerageergebied gebruikt worden, willen we deze handhaven. Het gedeelte open water is geschrapt. Antw 5: Het gebruik van de term ganzenfoerageergebied komt voort uit praktische overwegingen. Hiermee wordt echter wel de opvang voor Smient, Grauwe gans en Kolgans bedoeld. In officiële provinciale stukken zal de term ganzenfoerageergebied nader uitgelegd worden. Antw 6: In Groningen is het toegestaan buiten de foerageergebieden alle soorten ganzen te verstoren. Antw 7: In deze Nota Reacties en Commentaar is een hoofdstuk opgenomen met praktische informatie over het ganzenbeleid en met de antwoorden op vragen die onbeantwoord bleven tijdens de informatieavonden. We hebben de begrenzing van het populierenbos bij Garrelsweer tot een minimum beperkt. Wij wijzigen de begrenzing van het Leekstermeergebied voor wat betreft de bergboezem. De oeverlanden worden opgenomen in de begrenzing, het open water wordt er buiten gelaten. De overige bedenkingen hebben niet geleid tot wijzigingen. Schriftelijke bedenking (nr. 14): Vanuit de kant van Vogelbescherming Nederland bestaan de volgende bedenkingen over het ganzenbeleid. 1. Uit onderzoek is gebleken dat voor adequate opvang van ganzen in Groningen minimaal 14.200 hectare nodig is. De provincie moet zich inzetten om een groter areaal foerageergebied te realiseren. 2. Binnen de aangewezen gebieden liggen nog percelen die niet meedoen aan het foerageergebied, hier vanuit mag verjaagd worden. Dit zal leiden tot verstoring in de foerageergebieden. Dergelijke randeffecten moeten worden geminimaliseerd. 3. De foerageergebieden zijn formeel ook bedoeld voor Smienten. Maar het blijkt dat deze soort zich niet naar foerageergebieden laat sturen. Er moeten extra maatregelen voor Smienten getroffen worden. 4. In foerageergebied bij het Leekstermeer is het bergboezemgebied Lettelberterdiep opgenomen in de begrenzing, terwijl dit niet fungeert als foerageergebied. Gepleit wordt voor verwijderen van dit gebied ten gunste van uitbreiding in zuidelijke of noordelijke richting. 5. Verlenging van de banen van vliegveld Eelde zal leiden tot extra verstoring in het foerageergebied Onnerpolder. Gepleit wordt voor maatregelen tegen verstoring. Antw 1: SOVON onderzoek had de geciteerde conclusie als uitslag, dit wordt door het Ministerie van LNV meegenomen in de evaluatie die in 2007 zal plaatsvinden. De provincie zal niet op eigen initiatief extra hectaren ganzenfoerageergebied realiseren, omdat de middelen ter financiering van beheersovereenkomsten ontbreken en omdat er onvoldoende draagvlak bij agrariërs leek te bestaan om tot extra foerageergebieden te komen. Antw 2: Bij het begrenzingproces hebben wij ernaar gestreefd om de gebieden zo aaneensluitend mogelijk te maken. Daarnaast was een politiek uitgangspunt dat vrijwilligheid noodzakelijk was. Naar onze mening is het resultaat voldoende om de foerageerfunctie adequaat te vervullen. Belangrijke aanwijzing hiervoor is dat in de afgelopen jaren het gebied Meervogel (bij het Schildmeer) als rustgebied goed functioneerde ondanks de aanwezigheid van enkele niet deelnemende (en verjagende) bedrijven. Antw 3: Het beleid om de Smient te beschermen, is formeel de verantwoordelijkheid van het ministerie van LNV. In Groningen is geen sprake van duidelijke concentratiegebieden van Smienten; wij zullen nader beleid van LNV afwachten. Antw 4: De bergboezem bestaat uit delen open water en oeverlanden. Omdat de oeverlanden wel eens als foerageergebied gebruikt worden, willen we deze handhaven. Het gedeelte open water is geschrapt. ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 5

Antw 5: In theorie is het mogelijk dat landende of stijgende vliegtuigen verstoring zullen gaan veroorzaken van foeragerende ganzen in de Onnerpolder. Tot nu toe hebben wij echter geen signalen van dergelijke verstoring gekregen. Afzonderlijke maatregelen lijken ons op dit moment niet nodig. Wij wijzigen de begrenzing van het Leekstermeergebied voor wat betreft de bergboezem. De oeverlanden worden opgenomen in de begrenzing, het open water wordt eruit gehaald. De overige bedenkingen leiden niet tot wijzigingen. 2.2 Gebiedsgerichte bedenkingen Leekstermeergebied Schriftelijke bedenking: (nr.:2) Dhr. Jansen is van mening dat begrenzing binnen een ganzenfoerageergebied beperkingen met zich meebrengt voor de weidegang. Er kan volgens hem niet voldaan worden aan de eis dat het vee in oktober uit het land gehaald dient te worden. Deze bedenking is gebaseerd op onjuiste informatie over de SAN regeling. Beweiding is toegestaan tot 15 november, mits er op 1 november een voederwaarde van 500 kvem aanwezig is. Echter, verstrekking van deze informatie onzerzijds heeft niet geleid tot afstand nemen van de bedenking. In het belang van het draagvlak en het principe van vrijwilligheid in de foerageergebieden, laten wij deze percelen buiten de begrenzing. Schriftelijke bedenking (nr.: 3): De WetlandWacht geeft aan dat de 110 ha bergboezem ten oosten van het Lettelberterdiep is opgenomen in de begrenzing van het foerageergebied, terwijl het geen aantrekkelijk gebied is voor foeragerende ganzen, vanwege het grote aanbod aan water en ruig pitrusland. Aantrekkelijker voor ganzen zijn de weilanden ten noorden van het Leekstermeer en ten zuiden van de A7. Er moet een uitspraak in het gebiedsplan opgenomen worden over de consequenties voor boeren, wanneer zij zich niet houden aan de voorwaarden die gelden in de ganzenfoerageergebieden. De bergboezem bestaat niet alleen uit open water, maar ook uit oeverlanden die als foerageergebied kunnen dienen. Tevens draagt deze begrenzing bij aan de samenhang binnen het gebied. In de regelgeving over het ganzenbeleid staat uitvoerig beschreven waar agrariërs zich aan dienen te houden en wat de consequenties zijn, wanneer zij dit niet doen. Wij wijziging de begrenzing van het Leekstermeergebied voor wat betreft de bergboezem. De oeverlanden worden opgenomen in de begrenzing, het open water wordt eruit gehaald. De andere bedenking heeft niet geleid tot wijziging van het Gebiedsplan. Mondelinge bedenking (nr.: 17): Dhr. Huizingh wil percelen toevoegen aan de begrenzing. ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 6

Het gaat hier om een drietal percelen, waarvan begrenzing van twee van de percelen bijdragen aan de samenhang van het foerageergebied. Eén van de percelen ligt tussen bebouwing aan en voldoet niet aan de eisen van een foerageergebied, namelijk voedsel en rust. Wij zullen twee percelen toevoegen aan de begrenzing. Voor het derde perceel zien wij geen reden de begrenzing aan te passen, vanwege de ligging van dit perceel tussen bebouwing.. Mondelinge bedenking (nr.: 18): Maatschap Krijnen valt met het bedrijfsareaal gedeeltelijk binnen het foerageergebied. Zij willen graag met hun gehele bedrijfsareaal opgenomen worden in de begrenzing. De percelen waar het hier om gaat liggen buiten het zoekgebied. Begrenzing van deze percelen zou een onlogische stap zijn en een verdergaande precedentswerking hebben. Wij zien geen aanleiding om de begrenzing van het ganzenfoerageergebied te wijzigen. Schildmeergebied Schriftelijke bedenking (nr.: 4): Bij maatschap Krijnen-Holtland zijn enkele percelen niet opgenomen in de begrenzing van het ganzenfoerageergebied. Jaarlijks ondervinden zij veel schade van overwinterende ganzen. Afgelopen jaren vielen deze percelen wel in het ganzenopvanggebied van Vereniging Meervogel. Begrenzing van deze percelen draagt niet bij aan de samenhang van het gebied. Echter, de naast gelegen collega is bereid om een oppervlakte van 1 ha beschikbaar te stellen om samenhang te creëren. Er is wel degelijk sprake van veel ganzenschade en bovendien draagt opname in de begrenzing bij aan draagvlak binnen het begrensde gebied en aan opvangcapaciteit voor ganzen. Wij stemmen in met het verzoek de percelen op te nemen in de begrenzing. Schriftelijke bedenking (nr.: 5): Vereniging Meervogel heeft aangegeven dat de verdeling in grasland en bouwland op de kaarten klopt niet. Het GIS-systeem waarmee de gebieden begrensd zijn, loopt enkele jaren achter. Bovendien rouleren (de meeste) agrariërs jaarlijks met de percelen grasland en bouwland. Voorgesteld wordt grasland en bouwland dezelfde kleur te geven op de kaarten. Het ministerie van LNV vraagt aan Gedeputeerde Staten om binnen de ganzenfoerageergebieden een onderscheid aan te geven tussen landbouwgrond en natuur. Door het rouleren met percelen grasland en bouwland is het ondoenlijk om een juist kaartbeeld te creëren. Een zelfde inkleuring van grasland en bouwland kan een goede oplossing zijn. Echter, zal er wel expliciet een globale verhouding grasland en bouwland opgenomen moeten worden op de kaart. Wij honoreren het verzoek om grasland en bouwland één kleur te geven op de kaarten. Het onderscheid tussen landbouwgrond en natuur op de kaarten blijft gehandhaafd. In de legenda zal voor drie foerageergebieden de verhouding grasland en bouwland vermeld worden. ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 7

Schriftelijke bedenking (nr.: 6): Dhr. Van Opstal valt gedeeltelijk met zijn bedrijfsareaal binnen de begrenzing van het ganzenfoerageergebied. Echter, Van Opstal heeft jaarlijks een fors bedrag aan schade en zou willen dat zijn gehele bedrijfsareaal opgenomen wordt in de begrenzing. Eventuele begrenzing draagt op dit moment niet bij aan de samenhang van het ganzenfoerageergebied, maar in de toekomst kan het weldegelijk een functie hebben. Wanneer de EHS gerealiseerd zal worden, bestaat er een reële kans dat de begrenzing van het ganzenfoerageergebied opschuift. Daarnaast draagt de begrenzing bij aan draagvlak binnen het gebied. Wij stemmen in met het verzoek om de overige bedrijfspercelen op te nemen in de begrenzing. Schriftelijke bedenking (nr.: 7) Een van de percelen van een agrariër zijn, tegen zijn wil in, opgenomen in de begrenzing van het ganzenfoerageergebied. Het perceel ligt aan de rand van het ganzenfoerageergebied en heeft dus geen nadelige gevolgen voor de samenhang van het foerageergebied. Bovendien speelt ook hier het argument van draagvlak een belangrijke rol. Wij honoreren het verzoek om dit perceel uit de begrenzing te halen. Schriftelijke bedenking (nr.: 10): Dhr. Versteeg wil zijn percelen uit de begrenzing halen. De samenhang wordt ernstig verstoord, omdat de percelen midden in het ganzenfoerageergebied liggen. Omdat dit beleid gestoeld is op draagvlak en vrijwilligheid, dienen de percelen uit de begrenzing gehaald te worden. Wij stemmen in met een wijziging van de begrenzing. Schriftelijke bedenking (nr.: 11): Dhr. De Bruin valt met zijn bedrijf gedeeltelijk binnen de begrenzing. Hij pleit ervoor met zijn gehele bedrijfsareaal opgenomen te worden. Volgens de Streekcommissie zijn hier veel overwinterende ganzen, bovendien vallen deze percelen binnen het zoekgebied. Tevens draagt begrenzing bij aan de samenhang van het gebied en draagvlak binnen het gebied. Wij honoreren deze extra begrenzing. Mondelinge bedenking (nr.: 15): Dhr. Van Tilburg wil twee percelen toevoegen aan de begrenzing. ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 8

Begrenzing van deze percelen draagt niet optimaal bij aan de samenhang, maar draagt wel bij aan het creëren van draagvlak. Wij stemmen in met het verzoek de twee percelen te begrenzen. Mondelinge bedenking (nr.: 16): Dhr. Kort wil twee percelen toevoegen aan de begrenzing. Begrenzing van deze percelen draagt bij aan de samenhang van het Schildmeergebied. Daarnaast vergroot het draagvlak binnen het gebied. Wij honoreren het verzoek tot begrenzen. Zuidlaardermeergebied Schriftelijke bedenking (nr.: 8): Volgens dhr. Hooiveld belemmert de opvang van ganzen agrariërs in hun bedrijfsvoering. Hij stelt voor de begrenzing van het ganzenfoerageergebieden op te schuiven naar de aansluitende beheersgebieden en landbouwgrond uit de begrenzing te halen. De bedenking heeft betrekking op het algemene ganzenbeleid. Echter, worden de betrokken agrariërs in staat gesteld hun gangbare werkzaamheden uit te voeren. Vanuit het oogpunt van draagvlak en vrijwilligheid zou dit verzoek ingewilligd moeten worden. Wij stemmen in met een wijziging van de begrenzing, waarbij de percelen uit de begrenzing gehaald worden. Schriftelijke bedenking (nr.: 12): Maatschap Kooi is van mening dat het landbouwgebied er moet blijven voor de landbouw. Dit wordt onderbouwd door het idee dat er vanaf 1 oktober niet meer beweid mag worden. Deze bedenking is gebaseerd op onjuiste informatie over de SAN regeling. Beweiding is toegestaan tot 15 november, mits er op 1 november een voederwaarde van 500 kvem aanwezig is. Echter, verstrekking van deze informatie onzerzijds heeft niet geleid tot afstand nemen van de bedenking. Gezien het belang van draagvlak en vrijwilligheid binnen het gebied, moeten wij deze wijziging honoreren, ondanks dat de samenhang binnen het ganzenfoerageergebied hierdoor verstoord wordt. ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 9

3. Ambtshalve wijzigingen In de begrenzing van het Schildmeergebied is aan de westzijde 73 ha op de kaart aangegeven, maar deze hectaren zijn in eerste instantie niet meegenomen in de berekening van de oppervlakte van het foerageergebied. Wij nemen de 73 ha mee in de berekening van de oppervlakte van het Schildmeergebied. Er zijn geen inhoudelijke wijzigingen in de tekst van het Gebiedplan Ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005: alleen actualisatie van de oppervlakten en een attendering op wenselijk overleg tussen grondeigenaar en jager over bijstelling van het jachthuurcontract. ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 10

4. gevolgen voor Gebiedsplan ganzenfoerageergebieden Samenvattend leiden bovenstaande bedenkingen tot de volgende wijzigingen in de kaartbeelden. Achter de wijzigingen zijn de nummers van de bedenkingen weergegeven. Leekstermeergebied o De oeverlanden van de bergboezem bij het Lettelberterdiep worden wel meebegrensd, het open water niet (3, 13, 14). o Enkele percelen worden uit de begrenzing gehaald (2) o Enkele percelen worden toegevoegd aan de begrenzing (17) Schildmeergebied o De begrenzing van het populierenbos bij Garrelsweer wordt tot een minimum beperkt (13) o Verschillende percelen worden opgenomen in de begrenzing (4, 6, 11, 15, 16). o Grasland en bouwland worden als landbouwgrond onder een kleur opgenomen in het kaartbeeld. De verhouding grasland en bouwland wordt aangegeven in de legenda. Het onderscheid tussen landbouwgrond en natuur blijft gehandhaafd (5). o Verschillende percelen worden verwijderd uit de begrenzing (7, 10). o 73 hectaren aan de westzijde van het ganzenfoerageergebied wordt opgenomen in de totale oppervlakte. Zuidlaardermeergebied o Verschillende percelen worden verwijderd uit de begrenzing (8,12). Gebiedsplan De volgende wijzigingen in de tekst van het Gebiedsplan aangebracht. o Actualisering van oppervlakten o Toevoegen attendering op overleg tussen grondeigenaar en jager over jachthuurcontract ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 11

5. Vragen en antwoorden van de streekavonden en de provinciale informatieavond Tijdens de verschillende streekavonden op 12 en 20 mei 2005 en tijdens de provinciale informatieavond op 23 mei 2005 zijn enkele vragen onbeantwoord gebleven. In dit hoofdstuk staan de vragen met de bijbehorende antwoorden beschreven. De vragen zijn ingedeeld op onderwerp. Binnen ganzenfoerageergebieden - Kan er binnen een foerageergebied aan wisselbouw gedaan worden? Antw: Ja, zaaien en oogsten vallen onder de gangbare landbouwwerkzaamheden en zijn toegestaan binnen de foerageergebieden, mits er rekening gehouden wordt met de foerageerfunctie. - Brengt het gedogen van ganzen landbouwkundige beperkingen met zich mee? Antw: Nee, de volgende handelingen zijn toegestaan, mits de foerageerfunctie niet wordt aangetast: o Rollen, slepen, bemesten, greppelen, alsmede op akkerbouwpercelen de daarop gangbare landbouwwerkzaamheden. o Oogsten van gewassen. o Tot 1 februari het onderhoud van sloten, walkanten en drainagesystemen. o Het zoeken van nesten van weidevogels en het plaatsen van markeringsstokken of nestbeschermers ten behoeve van de bescherming van weidevogels. - Mag men na 1 april de ganzen verjagen? Antw: Ja. - Hoe zit het met de vergoeding in de zware gebieden? Antw: Voor percelen die (deels) gelegen zijn in een door de Europese Commissie goedgekeurd probleemgebied, wordt op verzoek van de beheerder door Dienst Regelingen een (gedeeltelijke) probleemgebiedenvergoeding uitgekeerd, mits niet reeds een probleemgebiedenvergoeding gekoppeld aan een andere SAN-beschikking wordt uitgekeerd. - Mag er na de maïsoogst een grasgroenbemester worden gezaaid? Antw: Ja. - Als men in een ganzenfoerageergebied zit, maar geen SAN-pakket afgesloten heeft, kan men dan schadevergoeding krijgen? Antw: Ja, men kan een schadevergoeding krijgen naar aanleiding van taxatie. Deze taxatie moet men zelf aanvragen. Wanneer men een SAN-overeenkomst afsluit, wordt er automatisch getaxeerd. Het voordeel van een SAN-overeenkomst is dat er een beheerscomponent in de vergoeding opgenomen is. - Kan er een SAN-pakket aangevraagd worden in SN-gebied? Antw: In principe kan dit niet. Echter er is een uitzondering, namelijk overbruggingsbeheer. Wanneer een agrariër grond in eigendom heeft en hij een SAN-pakket aan wil vragen dat een natuurdoel dient, kan dit. Weidevogelpakketten en het pakket bonte weiderand dienen natuurdoelen. SAN-ganzenpakket kan in dit kader niet aangevraagd worden, wel het SN-pakket wintergasten. - Voor hoeveel ganzen moet het gebied begrensd worden? Antw: We hanteren geen aantallen. Het beleid over de ganzenfoerageergebieden is geënt op onderzoek van SOVON. SOVON telt de ganzen en deze aantallen zijn opgenomen zijn in het faunabeheerplan. Op dit onderzoek zijn de zoekgebieden gebaseerd. Convenant planologische schaduwwerking ganzenfoerageergebieden - Wordt de koepelorganisatie BoerenNatuur opgenomen in het convenant? Antw: BoerenNatuur zal het convenant, namens de betrokken agrarische natuurverenigingen, ondertekenen. ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 12

Contractbreuk door gemeente - Wat gebeurt er als een gemeente besluit een woonwijk in te richten in een ganzenfoerageergebied, worden de agrariërs daar de dupe van? Antw: Nee, bij aankoop van gronden zal de eigenaar de schadeposten verrekenen in de verkoopprijs met de gemeente. Bij een plan van toedeling (herinrichtingsplan) zoals in Haren, zal de SANovereenkomst beëindigd kunnen worden door de nieuwe eigenaar, zonder terugbetaling van de beheerskosten door de oude eigenaar, omdat dit in het kader van het algemeen belang gebeurt. Convenant planologische schaduwwerking ganzenfoerageergebieden - Wie is de derde partij die toch nog juridische procedures zouden kunnen beginnen? Antw: In het convenant zijn de direct betrokken partijen opgenomen. De convenantspartners kunnen hun achterban niet binden. Elke individuele natuurbeschermer of overige natuurorganisatie zou in theorie bezwaren kunnen maken voor planologische schaduwwerking. - Hoe is de verhouding met het convenant wildschade Midden Groningen? Antw: Rond Midden Groningen is een aantal jaren geleden vooruitlopend op de Flora en Faunawet een convenant gesloten ter voorkoming van wildschade. Met de komst van de Flora & Faunawet (in 2002) is dat convenant feitelijk slapend geworden. Inhoudelijk vullen het wildschade-convenant en het convenant tegen planologische schaduwwerking elkaar aan. Evaluatie: - In het verleden heeft men aangegeven dat de evaluatie van het ganzenbeleid na twee jaar zal plaatsvinden. Hoe zit dat nu er eenjarige overeenkomsten afgesloten worden voor het seizoen 2005-2006? Antw: In 2007 zal er inderdaad een evaluatie plaatsvinden. Voor alle pakketten voor grasland en bouwland zal dan bekeken worden in hoeverre ze bijdragen aan een effectieve, doelmatige uitvoering van het beleid voor de opvang van overwinterende ganzen en Smienten. Op basis van deze evaluatie is het mogelijk dat de pakketten in overleg tussen het ministerie van LNV en de belanghebbenden op onderdelen worden aangepast. Indien dit voor de deelnemers aanleiding vormt om tussentijds de beschikking op te zeggen, is dat mogelijk zonder de plicht tot terugbetaling van reeds toegewezen beheersvergoedingen. Jacht - Jacht op reewild in foerageergebieden: kan dat nog volgens de gewoonte? Antw: Voor jacht op overige diersoorten zijn beperkingen opgenomen wat betreft tijdstip (na 12 uur), aantal jachtdagen (1 per jachtveld), periode niet na 1 januari en afstand tot foeragerende ganzen (500 meter). Deze bepalingen gelden ook voor jacht op reeën. - Jachtcontract en deelname aan ganzenfoerageergebied: wat prevaleert? Antw: Het is een individuele zaak tussen de grondeigenaar en de jager, hoe de beperkingen voor jacht in foerageergebieden worden vertaald in het jachtcontract. In het Meervogelgebied is vanwege de beperkingen aan de jacht de huurprijs verlaagd. - Gelden de beperkingen aan de jacht per 27 oktober of per 1 oktober? Antw: Het seizoen voor de ganzenfoerageergebieden loopt van 1 oktober tot 1 april: daarbinnen mogen geen verjagende activiteiten plaatsvinden. De gestelde beperkingen aan de jacht gelden dus vanaf 1 oktober. - Kan de provincie wijzen op de verhouding boer en jager na foerageergebieden Antw: In de publiciteit en in het gebiedsplan zelf zullen wij wijzen op het belang, dat de grondeigenaar en de jager de effecten van het ganzenfoerageergebied kunnen vertalen in het jachtcontract. Kalenderweken en weersafhankelijkheid - Bij gunstige weersomstandigheden kunnen de ganzen voor 1 oktober aankomen of na 1 april vertrekken: wordt met die variatie rekening gehouden? ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 13

Antw: De data van 1 oktober en 1 april staan vast: er wordt niet gecorrigeerd voor de weersomstandigheden. De ervaring leert dat de grote massa ganzen na 1 oktober aankomt en voor 1 april vertrekt. Pachtcontracten - Wat voor regeling geldt er betreffende het SAN-ganzenpakket, wanneer men te maken heeft met pachtgrond? Antw: SAN-pakketten worden afgesloten voor een periode van zes jaar, dus enkel bij langdurige pachtcontracten. Agrariërs die gronden pachten van terreinbeherende organisaties hebben geen recht op een beheersvergoeding, omdat zij de gronden pachten tegen een laag tarief. Een SAN-pakket kan hier sowieso niet afgesloten worden, omdat deze gronden onder SN vallen. SAN-pakketten - Kan een SAN-pakket ganzen gestapeld worden met een Mc Sharry-vergoeding? Antw: De braaklegpremie en de beheersovereenkomst voor ganzenopvang mogen bij elkaar worden opgeteld, mits de doelstellingen niet strijdig zijn. Stichting Het Groninger Landschap - Wil Stichting Groninger Landschap (SGL) wel ganzen opvangen? Antw: De zomerpolders staan s winters onder water en kunnen niet dienen als foerageergebied voor ganzen. Om die reden zijn de zomerpolders niet begrensd binnen het foerageergebied. De ganzenfoerageergebieden op SGL gronden krijgen/hebben een gansvriendelijk beheer. Dit worden/zijn o.a bloemrijke graslanden -Is de visie van Stichting Het Groninger Landschap inmiddels bijgesteld, zij hebben in het verleden namelijk aangegeven dat zij hun beleid niet konden richten op ganzenopvang? Antw: Een half jaar geleden heeft Groninger Landschap ingestemd met de ganzenfoerageergebieden. Overig - Is de N33 een natuurlijke barrière of niet? Antw: Nee. - Als andere provincies hectaren overhebben, kunnen wij hier dan aanspraak op maken? Antw: Dit is onduidelijk. Goed om te weten is wel dat de provincie Friesland 39.000 ha tekort heeft en zich in dit geval ook heel hard in zal zetten om extra hectaren te krijgen. Zwanenschade binnen ganzenfoerageergebieden - Hoe wordt omgegaan met zwanenschade binnen ganzenfoerageergebieden? Antw: LNV, KNJV en LTO Nederland hebben afgesproken dat schade, veroorzaakt door andere beschermde diersoorten, binnen foerageergebieden vergoed wordt. Deze soorten hoeven niet te worden verjaagd (mondelinge informatie Faunafonds, 23 juni 2005). ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 14

6. Nuttige informatie over het ganzenbeleid in de provincie Groningen Na de brochure Uitvoering van het Beleidskader Faunabeheer in verband met overwinterende ganzen en Smienten vanaf 1 oktober 2004 van het ministerie van LNV is er aanvullende informatie op het ganzenbeleid verschenen. Dit hoofdstuk bevat informatie over het ganzenbeleid die nuttig kan zijn voor de betrokkenen. Daarnaast zijn er de afgelopen periode een aantal onopgeloste kwesties blijven liggen. Deze worden aan het einde van dit hoofdstuk beschreven. SAN-ganzenpakketten Voor het seizoen 2005-2006 worden eenjarige ganzenopvangovereenkomsten geregeld door het Faunafonds, omdat de SAN-ganzenpakketten nog niet goedgekeurd zijn door de Europese Commissie. De beheersvoorschriften voor de ganzenopvangovereenkomsten zijn inhoudelijk hetzelfde als de SAN-ganzenpakketten. De openstellingperiode voor het aanvragen van beheersovereenkomsten loopt van 15 juli tot en met 31 augustus 2005. De aanvragen worden gedaan door de agrarische natuurverenigingen. Ganzenopvangovereenkomsten mogen gestapeld worden met de SAN-pakketten 15 (landschapopelijk waardevol grasland), 16, 17, 19, 20, 21 en 22 (weidevogelpakketten). Voor randenbeheer, botanisch randenbeheer en botanisch beheer is geen stapeling met ganzenopvangovereenkomsten mogelijk. Indien men ganzenopvangovereenkomsten (of SAN-ganzenpakket) afsluit via de agrarische natuurverenigingen, zal het Faunafonds na 1 april automatisch die percelen taxeren die aangemeld zijn voor de overeenkomst. Indien men geen ganzenopvangovereenkomst afsluit moet men zelf een verzoek tot taxatie indienen bij het Faunafonds. Om voor schadevergoeding in aanmerking te komen, moet men aan kunnen tonen dat men verjagingactiviteiten ondernomen heeft. In het seizoen 2006-2007 kunnen SAN-ganzenpakketten afgesloten worden voor een periode van zes jaar. Beheersvoorschriften SAN-ganzenpakket grasland: - Op 1 november dient een grassnede aanwezig te zijn met een voederwaarde van minimaal 500 kvem. - Na 27 oktober mag het gras niet meer gebloot of gemaaid worden, behalve in die situaties dat het gras dan op 1 november te lang zou zijn om ganzen op te vangen. In dat geval mag tussen 27 oktober en 1 november nog gemaaid of gebloot worden. Na 1 november mag er niet meer gemaaid of gebloot worden. - Melkvee mag uiterlijk tót 15 november geweid worden, mits er op 1 november een voederwaarde van 500 kvem aanwezig is. - Voor de periode van 1 november tot 1 februari is per beheerder beweiding toegestaan met maximaal 0,25 GVE/ha. Het gaat hierbij om beweiding met jongvee, schapen en paarden. Melkvee is niet toegestaan. - Na 1 februari is beweiding met maximaal 0,25 GVE wel toegestaan, maar wordt op de percelen waar beweiding plaatsvindt, geen schadevergoeding meer uitgekeerd. Beheerders die na 1 februari nog beweiding willen toepassen, dienen dit jaarlijks voor 1 januari te melden aan Dienst Regelingen, vergezeld van een kaart waarop de te beweiden percelen aangegeven zijn. - Het is niet toegestaan om in de periode van 1 oktober tot en met 1 april binnen de ganzenfoerageergebieden handelingen te verrichten of toe te laten, die de foerageerfunctie van het gebied nadelig kunnen beïnvloeden. De volgende handelingen zijn toegestaan, mits de foerageerfunctie niet wordt aangetast: Rollen, slepen, bemesten, greppelen, alsmede de gangbare landbouwwerkzaamheden op akkerbouwpercelen. Oogsten van gewassen. Tot 1 februari het onderhoud van sloten, walkanten en drainagesystemen. ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 15

Het zoeken van nesten van weidevogels en het plaatsen van markeringsstokken of nestbeschermers. Beheersvoorschriften SAN-ganzenpakket bouwland: Zie beheersvoorschriften SAN-ganzenpakket grasland. Beheersvoorschriften SAN-ganzenpakket oogstresten: - Het betreft oogstresten van met name rooivruchten zoals bieten en aardappels. - Alleen voor het werkelijk aangeboden areaal oogstresten kan een vergoeding worden aangevraagd. - Indien de oogst plaatsvindt voor 1 november, mag ploegen van het perceel op zijn vroegst plaatsvinden na 1 december. Indien de oogst plaatsvindt na 1 november, mag ploegen van het perceel op zijn vroegst een maand na de oogst van het gewas. Beheersvoorschriften SAN-ganzenpakket grasgroenbemester: - Het moet gaan om een grasgroenbemester bestaande uit Italiaans raaigras, Engels raaigras, snijrogge of een mengsel van deze gewassen. - Op 1 november dient de grasgroenbemester een voedingswaarde van 500 kvem te hebben. - De grasgroenbemester mag niet worden ondergeploegd voor 1 februari. Beheersvoorschriften SAN-ganzenpakket grasgroenbemester op maïsland: - Het moet gaan om een grasgroenbemester bestaande uit Italiaans raaigras, Engels raaigras, snijrogge of een mengsel van deze gewassen. - De grasgroenbemester is voor 1 november ingezaaid en wordt niet voor 1 april omgeploegd. - De grasgroenbemester moet in het voorjaar voedselaanbod voor ganzen opleveren. Voor alle in deze SAN-ganzenpakketten genoemde zaken geldt dat in de evaluatie (medio 2007) wordt bekeken in hoeverre ze bijdragen aan een effectieve en doelmatige uitvoering van het ganzenbeleid. Jacht Tot 12.00 uur zijn jacht, beheer en schadebestrijding in ganzenfoerageergebieden niet toegestaan. Dit om de ganzen vanuit hun slaapplaatsen ongestoord de mogelijkheid te geven op zoek te gaan naar foerageerplaatsen. Na 12.00 uur zijn jacht, beheer en schadebestrijding toegestaan in ganzenfoerageergebieden zolang een afstand van tenminste 500 meter tot foeragerende ganzen in acht genomen wordt, om verstoring te voorkomen. Tot 1 januari is het toegestaan om, vantevoren gepland, eenmalig één dag per jachtveld te jagen, van een half uur voor zonsopgang tot een half uur na zonsondergang. Belangrijke data in de periode van 1 oktober tot en met 1 april 1 oktober Ingangsdatum ganzenfoerageergebied. 1 november Aanwezigheid van voederwaarde van 500 kvem. 15 november Uiterlijke datum dat beweiding van melkvee toegestaan is. 1 januari Tot deze datum is het toegestaan om, vantevoren gepland, eenmalig één dag per jachtveld te jagen. 1 februari Tot deze datum is het onderhoud van sloten, walkanten en drainagesystemen toegestaan 1 april Einddatum ganzenfoerageergebieden ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 16

Evaluatie In 2007 zal een beleidsevaluatie plaatsvinden. Het is mogelijk dat de SAN-ganzenpakketten in overleg met het ministerie van LNV en de belanghebbenden op onderdelen aangepast worden. Indien dit voor deelnemers aanleiding vormt om tussentijds de beschikking op te zeggen, kan dit zonder de plicht tot terugbetaling van de reeds toegewezen beheersvergoedingen. Meer informatie Voor meer informatie kunt u terecht op de website van het Informatiepunt Landelijk Gebied: www.informatiepuntgroningen.nl ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 17

7. Onopgeloste kwesties Na de inspraakperiode van het ontwerp gebiedsplan ganzenfoerageergebieden Groningen, zijn er een aantal onopgeloste kwesties blijven liggen. Deze worden hieronder opgesomd; bij het ministerie van LNV is het signaal afgegeven dat deze onderwerpen nog een antwoord behoeven. Achtergebleven punten voor LNV: Schade door zwanen, roeken, kraaien en andere diersoorten in foerageergebieden Kolgans Grauwe gans en Smient van 1 oktober tot 1 april. Toelichting: overige diersoorten die schade toebrengen aan landbouwgewassen, kunnen niet onbelemmerd verjaagd worden in foerageergebieden. LNV, KNJV en LTO Nederland hebben afgesproken dat schade, veroorzaakt door andere beschermde diersoorten, binnen foerageergebieden vergoed wordt. Deze soorten hoeven niet te worden verjaagd. Schade veroorzaakt door exoten, zoals de nijlgans en soepgans, wordt niet vergoed. Deze mogen afgeschoten worden in de periode van 1 april tot 1 oktober (mondelinge informatie Faunafonds, 23 juni 2005). Reewild mag niet bejaagd worden na 1 januari. Toelichting: na 1 januari heeft de reeënjacht specifieke eisen (individueel, in beschutte omgeving), die niet verstorend zijn voor ganzen. Toch wordt voor deze jachttechniek geen uitzondering gemaakt. Feitelijk wordt hiermee de reeënjacht binnen foerageergebieden onmogelijk. Van jagerszijde wordt gepleit om een uitzondering te maken voor de reeënjacht na 1 januari. Verjaging Smienten, Kol- en Grauwe ganzen na 1 april Toelichting: afhankelijk van de weersomstandigheden kunnen ganzen en Smienten langer aanwezig blijven dan 1 april. Formeel moeten ze dan verjaagd worden. De schadetaxatie vindt echter pas plaats in mei. Hoe wordt onderscheid gemaakt tussen schade die voor en na 1 april zou zijn toegebracht?kunnen feitelijk de ganzen en Smienten niet beter gedoogd worden tot na 1 april? Overzomerende ganzen Toelichting: het beleid voor overzomerende ganzen is nog steeds niet duidelijk. In verschillende foerageergebieden is steeds meer sprake van overzomerende Grauwe ganzen. Het is wenselijk om naast het beleid voor overwinterende, ook snel beleid voor overzomerende ganzen te formuleren. Monitoring Toelichting: de monitoring ter voorbereiding van de evaluatie in 2007, moet zich vooral richten op de randeffecten en effecten van verstoring op percelen binnen en buiten foerageergebieden. Helikoptervluchten Toelichting: om allerlei redenen nemen helikoptervluchten, ook over foerageergebiede, de laatste tijd toe. Deze vinden plaats op geringe hoogte en kunnen tot grote verstoring leiden. Bepleit wordt om boven foerageergebieden een minimale vlieghoogte van 450 meter in te stellen. ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 18

SN-gebieden Toelichting: momenteel is er nog geen duidelijkheid over de opvang van ganzen in SN-gebieden. SAN-ganzenpakketten in SN-gebied Toelichting: het afsluiten van SAN pakketten in te verwerven SN gebieden - wat niet kan, omdat het SAN ganzenpakket nog niet is aangemerkt als overgangsregeling. Wordt de schade aan zomergraan ook getaxeerd? Toelichting:Zomergraan wordt eind februari gezaaid en in augustus geoogst. De jonge plantjes zijn een gewilde lekkernij voor de ganzen. In Onnen zaaien de akkerbouwers al geen zomergraan meer, omdat de schade te groot is. Hoogst waarschijnlijk wordt de schade van zomergraan opgenomen in de taxatie Hoe zit het met de taxatie van schade die toegebracht wordt na 1 april? Toelichting: afhankelijk van de weersomstandigheden blijven ganzen regelmatig aanwezig tot na 1 april. Dan zouden ze verjaagd moeten worden. De taxatie van de schade gebeurt pas in mei. Hoe kan hierbij onderscheid worden gemaakt in schade van voor en na 1 april? Is het niet beter om de ganzen na 1 april te gedogen? ganzenfoerageergebieden provincie Groningen 2005 19