Inventaris & reductieplan Project Stadspolders Opgesteld door: Kader BV Versie: 1.0 Datum: februari 2016
Inhoud Inleiding... 3 1 Beschrijving project... 4 2 Verantwoordelijkheden... 4 3 Referentieperiode... 4 4 Afbakening CO 2 emissies... 5 5 GHG emissies... 5 5.1 Berekende CO 2 emissies project Stadspolders... 5 5.2 Verbranding van biomassa... 5 5.3 Broeikasgasverwijderingen... 5 5.4 Uitzonderingen... 6 6 Berekeningsmethoden... 6 7 Bronnen van de gegevens... 6 8 Conversiefactoren... 6 9 Onzekerheden... 6 10 Reductiedoelstellingen en maatregelen... 8 11 CO 2 Footprint 20xy... 9 Pagina 2 van 9 Inventaris en reductieplan Stadspolders versie 1.0
Inleiding Het project Stadspolders is gegund onder de gunningvoorwaarden van de CO 2 Prestatieladder. IN het kader van het CO2 Bewust Certificaat is daarom voor dit project een eigen emissie-inventaris en reductieplan opgesteld, als aanvulling op de algemene emissie-inventaris en het Energie Management Actieplan die al zijn vastgesteld voor A-GARDEN B.V. Dit document beschrijft de bronnen van verbruik op betreffend project, de CO 2 emissies, reductiedoelstellingen en maatregelen om tot die reductie te kunnen komen. Pagina 3 van 9 Inventaris en reductieplan Stadspolders versie 1.0
1 Beschrijving project Het project Stadspolders betreft een meerjarig contract (2016 tot en met 2019) voor onderhoud in de wijk Stadspolders in de gemeente Dordrecht. Het project betreft het uitvoeren van integraal (groen) onderhoud. De werkzaamheden beslaan diverse aandachtsgebieden en bestaan o.a. uit: - onkruidbestrijding op verharding en in beplanting, - maaien van gazons en ruwgras (bermen etc.), - snoeiwerkzaamheden, - opruimen zwerf- en drijfvuil - onderhoud van bomen en spelmaterialen Het materieel en materiaal dat bij het uitvoeren van deze werkzaamheden gebruikt gaat worden, betreft o.a.: - busjes - vrachtwagens - motorisch aangedreven handgereedschap - elektrisch aangedreven handgereedschap - diverse zelfrijdend werkmaterieel t.b.v. onkruidbestrijding - divers zelfrijdend werkmaterieel t.b.v. maaiwerkzaamheden 2 Verantwoordelijkheden De verantwoordelijkheid voor het uitvoeren conform opdracht ligt bij de meewerkend uitvoerder die de verschillende koppeltjes van uitvoerende medewerkers aanstuurt. Daarbij worden in overleg en samenwerking met de werkvoorbereider en KAM-coördinator, de algemene en specifieke (reductie) maatregelen toegepast en betreffende medewerkers en derden, geïnformeerd. Een deel van de werkzaamheden is uitbesteed aan derden. 3 Referentieperiode Het project Stadspolders is gestart in januari 2016 en loopt tot 2019. De input ten behoeve van de rapportage komt uit de projectadministratie die door middel van GroenVision zal worden bijgehouden. Rapportage over het project en de prestaties vindt plaats binnen de PDCA-cyclus van het Energie Management Actie Plan (d.m.v. de directiebeoordeling, de CO 2 Footprint, energie-beoordeling). Pagina 4 van 9 Inventaris en reductieplan Stadspolders versie 1.0
4 Afbakening CO2 emissies In de emissie-inventaris voor A-GARDEN B.V. zijn de organisatorische en operationele grenzen, inclusief de afbakening van de CO 2 emissies vastgelegd. Op projectniveau kunnen de volgende bronnen van emissies worden onderscheiden Tabel 4.1 Project Stadspolders Scope Categorie Specificatie Toelichting 1 Business Car Travel brandstofverbruik van het eigen wagenpark j Personenwagens en busjes, vrachtwagen 1 Fuel Used brandstofverbruik t.g.v. inzet machines en materieel J o.a. borstelmachine, heetwatermachine, hete luchtmachine, bladblazers, bosmaaier, gazonmaaiers, heggeschaar 2 Op dit project zijn geen emissiebronnen vanuit scope 2 aan de orde 3 Deze emissiebronnen zijn nog niet opgenomen in deze inventaris. In de loop van 2016 zullen vanuit de nog uit te voeren ketenanalyse(s) relevante scope-3 emissiebronnen worden vastgesteld en vastgelegd in dit document. 5 GHG emissies 5.1 Berekende CO2 emissies project Stadspolders Op basis van de inventarisatie van de werkzaamheden op projectniveau en de meest materiële emissies op basis van de CO 2 Footprints van de afgelopen jaren, worden vooreerst de volgende verbruikscijfers gehanteerd en gezien als relevant voor de CO 2 Footprint van dit project. - Brandstofverbruik van zelfrijdend cq gedragen materieel - Brandstofverbruik van wagenpark (inzet vrachtwagen) - Brandstofverbruik wagenpark (inzet bedrijfsbusjes) Uit de nog nader uit te voeren ketenanalyse(s), zullen de relevante scope-3 verbruiksbronnen gedistilleerd worden en worden opgenomen in de algemene en projectspecifieke emissie-inventaris. 5.2 Verbranding van biomassa Binnen A-GARDEN B.V. en het project Stadspolders vindt geen verbranding van biomassa plaats. 5.3 Broeikasgasverwijderingen Binding of verwijdering van broeikasgassen vindt niet plaats bij A-GARDEN B.V. of het project Stadspolders. Pagina 5 van 9 Inventaris en reductieplan Stadspolders versie 1.0
5.4 Uitzonderingen Voor het bepalen van de CO 2 uitstoot zijn alle gegevens van de in tabel 4.1 geïdentificeerde en van toepassing verklaarde bronnen, gebruikt. 6 Berekeningsmethoden Vanuit de projectadministratie in GroenVision kan een groot aantal gegevens worden gegenereerd om op projectniveau kosten te kunnen toerekenen. Dit betreft dan de uren inzet van medewerkers en machines, materialen. Ook worden gegevens van uitbesteedde cq ingehuurde werkzaamheden op projectbasis geboekt. Voor het project Stadspolders moet nog nader bepaald worden wat de meest significante emissiebronnen zijn en op welke manier de verbruikscijfers zullen worden bepaald (berekend, geschat etc.) Voor wat betreft de inzet van de zelfrijdende machines zal dit waarschijnlijk worden ingeschat op basis van draaiuren en een gemiddeld verbruik per draaiuur. Wat de inzet van transportmiddelen betreft (vrachtwagen, busjes), is de inschatting dat de methode die voor project Krispijn is gehanteerd, ook voor dit project zal worden toegepast. 7 Bronnen van de gegevens Op projectniveau worden diverse zaken geregistreerd die gehanteerd kunnen worden om uiteindelijk de CO 2 footprint van het project te kunnen inschatten. Zie ook hoofdstuk 6. 8 Conversiefactoren Voor het berekenen van de CO 2 emissies, zal gebruik gemaakt worden van de conversiefactoren die zijn opgenomen in de algemene emissie-inventaris. 9 Onzekerheden Om de CO 2 emissies zo waarheidsgetrouw mogelijk te kunnen bepalen, geldt dat daarvoor dan zo concreet mogelijke en betrouwbare gegevens beschikbaar moeten zijn. In onderstaande tabel zal de mate van betrouwbaarheid worden weergegeven, om zodoende een uitspraak te kunnen doen over onzekerheid van de berekende CO 2 Footprint op projectniveau. Pagina 6 van 9 Inventaris en reductieplan Stadspolders versie 1.0
Tabel 9.1 Onzekerheden binnen CO 2 Footprint project Stadspolders Bron Gegevens Betrouwbaarheid Opmerking Pagina 7 van 9 Inventaris en reductieplan Stadspolders versie 1.0
10 Reductiedoelstellingen en maatregelen Voor A-Garden zijn op basis van de CO 2 Footprint voor het referentiejaar 2013, algemene CO 2 reductiedoelstellingen en maatregelen bepaald. Ten behoeve van project Stadspolders zullen op basis van de meest materiële scope-1, scope-2 en scope-3 emissies projectspecifieke reductiedoelstellingen en maatregelen moeten worden vastgesteld. Reductiedoelstelling en CO 2 emissies project Stadspolders Nr Categorie CO 2 emissie Reductie doelstelling CO 2 reductie (eind 20xy) CO 2 emissie (eind 20xy) Navolgende (reductie)maatregelen zijn, aanvullend op de algemene (reductie) maatregelen zoals op beschreven in het Energie Management Actie Plan, aan de orde op project Stadspolders. Maatregel Door Plan datum Effect Pagina 8 van 9 Inventaris en reductieplan Stadspolders versie 1.0
11 CO2 Footprint 20xy Pagina 9 van 9 Inventaris en reductieplan Stadspolders versie 1.0