Inleiding. 3 De Minister en de Staatssecretaris van Justitie. 1 Algemeen. 2 Indeling

Vergelijkbare documenten
Het betreft hier met name de toepassing van: c. het Voorschrift Vreemdelingen - VV (Stcrt. 1966, 188).

Bevoegdheid Koninklijke Marechaussee tot inbewaringstelling van vreemdelingen

Molukkers. Inleiding. Personen op wie de Wet betreffende de positie van Molukkers van toepassing is

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

B 11 Buitenlandse werknemers 8

Vreemdelingencirculaire 2000 Deel A Modellen

Overdracht verlengingsaanvragen verblijfsvergunning regulier

In bezwaar of beroep

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

3 Beroep bij de rechtbank

Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000

Wet arbeid Vreemdelingen

Aanpassing i.v.m. einde overgangsregeling

Vreemdelingen op wie het Europees Verdrag betreffende sociale en medische bijstand van toepassing is

~it~aveüai het ministerie van Justitie, Immigratieen Naturalisatiedienst, maart 1994, 's-grauenhage.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 12 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

B1 O. Onderdanen van de Republiek Suriname

Ministerievan Justitie telefoon (070) telex mvj nl faxnummer (070)

VreemdelinKencirculaire. 's-gravenhage,11 december 1977

Besluit beschikbaarstelling politieambtenaren ten behoeve van vredesmissies

Uitvoering vreemdelingenvoorschriften AWB (derde tranche)

ingevolge artikel 12 Politiewet 2012 het OM is belast met het gezag over politie

opleiding BOA Besluit BOA

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vestigingsverdragen. Nederlands-Duits Vestigingsverdrag. sdu J&F -- VC (april 1995, Aanv. 13)

1 Inleiding. 1.1 In beqinsel schrifteliik contact

Verwerking Overeenkomst EG-Zwitserse Bondsstaat in Vc 2000

B17. Slachtoffers van vrouwenhandell

Staatlozen. Reisdocumenten

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

B 2 Molukkers 3. 1 Inleidinq

Buitenlandse pleegkinderen

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Paragraaf C1/2.3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2 Bezwaar en administratief beroep

2 Registratie van gegevens

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voortgezet verblijf secundaire migranten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

Ik doe u hierbij toekomen de tekst van de tweede wijziging van de. Vreemdelingenwet, zoals bepaald in Artikel 111 van de Wet"administratieve

2.1 Voorschriften voor opneminq en toelatinq voor wat betreft verzoeken om opneming ingediend vanaf 15 juli 1989

Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire TBV 2001/8

Rapport. Datum: 14 mei 1998 Rapportnummer: 1998/164

2017 no. 6 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. ïierna: de vreemdeling),

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

(Ministerie van Justitie, directie Vreemdelingenzaken AJZ 5707/4178-3) Contact met het Ministerie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie;

Wijziging Voorschrift Vreemdelingen 2000

Rapport. Datum: 10 oktober 2002 Rapportnummer: 2002/307

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Rapport. Datum: 27 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/329

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Verblijf op religieuze of levensbeschouwelijke gronden

B 7 Asielzoekers en vluchtelinqen 3. Inleidinq


5 Machtiging tot voorlopig verblijf

wijziging van het Barp in verband met de invoering van de wet op de medische keuringen

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

7 Signaleringen in het Opsporingsregister

2 Verplichtingen in het kader van toezicht

Wijziging van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie

Rapport. Datum: 14 juli 1998 Rapportnummer: 1998/274

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

ECLI:NL:RBDHA:2013:14334

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

1. In artikel 126nba, eerste lid, onderdeel d, wordt het woord verwerkt telkens vervangen door : opgeslagen.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Rapport. Datum: 6 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/345

Rapport. Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Hoofdstuk B12 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Au pair B13. 3 Duur van het verblijf. 6 Verandering van gastgezin. 7 Gezinshereniging of -vorming. Sdu J&F -. VC, ianuari 1994, Aanv. 8.

Samenwerkingsconvenant. tussen. Arbeidsinspectie, Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst. Immigratie- en Naturalisatiedienst

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

PROTOCOL VAN AFSPRAKEN OVER ONDERZOEKEN TWEEDE KAMER...

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Transcriptie:

Inleiding

Inleiding 1 Algemeen 2 Indeling 3 De Minister en de Staatssecretaris van Justitie 4 De procureurs-generaal, fungerend directeuren van politie 5 De verhouding tussen de Minister van Justitie, de korpsbeheerder en de korpschef 6 Ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen Sdu ]&F - VC, januari 1994, Aanv. 8

Al Inleiding a VC, januari 1994, Aanv. 8

Algemeen Al11 1 Algemeen De Vreenidelingencirculaire 1994 is vastgesteld bij beschikking van de Staatssecretaris van Justitie op 30 december 1993 (Stcrt. 1993,252) en vervangt de Vreemdelingencirculaire 1982. Deze vervanging is het resultaat van gewijzigde wet- en regelgeving inzake vreemdelingen enerzijds en de behoefte aan een gebruiksvriendelijke en toegankelijke Vreemdelingencirculaire anderszijds. Op 1 januari 1994 zijn de herziene Vreemdelingenwet, de Algemene wet bestuursrecht en de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte in werking getreden, gevolgd door op respectievelijk 7 en 8 januari 1994 het Vreemdelingenbesluit en het Voor:jchrift Vreemdelingen. De Politiewet is op 1 april 1994 in werking getreden en de Wet op de identificatieplicht wordt op 1 juni 1994 ingevoerd. Deze gewijzigde weten regelgeving heeft geleid tot ingrijpende beleidswijzigingen en -aanpassingen. Tevens Iieeft er in 1993 een onderzoek plaatsgevonden onder gebruikers van de Vreemdelingencirculaire 1982 naar de toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid hiervan. Het onderzoek wees uit dat ondere andere de systematiek, layout en gebruiksvriendelijkheid van de Vreemdelingencirculaire voor verbetering vatbaar waren. Het bovenstaande heeft geleid tot het besluit van de directie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (tot 1 januari 1994 genaamd de Directie Vreemdelingenzaken) om een geactualiseerde en verbeterde Vreemdelingencirculaire uit te brengen: de Vreemdelingencirculaire 1994. De Vreemdelingencirculaire vormt het geheel van algemene aanwijzingen aan de ambtenaren belast met de uitvoering van de vreemdelingenwetgeving, met uitzondering van de ambtenaren belast met de grensbewaking. Het betreft hier met name de toepassing van: a. de Vreemdelingenwet; b. het Vreemdelingenbesluit; c. het Voorschrift Vreemdelingen. De Vreemdelingencirculaire geeft tevens een toelichting op de wettelijke bepalingen. Bovendien zijn in de circulaire beleidsnormen opgenomen, die bij de toepassing van deze bepalingen gelden. Voorts is zorgvuldig aandacht besteed aan internationale verplichtingen op grond waarvan ten gunste van vreemdelingen dient te worden afgeweken van de bepalingen van de Vreemdelingenwet (zie in dit verband mede art. 49 VW). De Vreemdelingencirculaire wordt uitgegeven door Sdu Juridische & Fiscale Uitgeverij te Den Haag en is aldaar ook voor particulieren verkrijgbaar tegen een daarvoor vastgestelde prijs. Sdu J&]: - VC, januari 1994, Aanv. 8 A1-3

Inleiding VC, januari 1994, Aanv. 8

Indeling A1 /2 2 Indeling De Vreemdelingencirculaire 1994 bestaat uit drie banden waarin vier delen zijn opgenomen. In alle drie de banden bevindt zich voorin een inhoudsopgave en achterin de banden 1 en 2 bevindt zich een trefwoordenregister. Deel A is opgenomen in band 1 en bevat de voor vreemdelingen algemeen geldende bepalingen en algemene aanwijzingen in verband met de toegang, de toelating, het toezicht, de uitzetting, de bewaring, de rechtsmiddelen, de administratie, registratie en voorlichting. Deel B bevindt zich in band 2 en bevat het beleid ten aanzien van bijzondere categorieën vreemdelingen. De hoofdstukindeling van dit deel is enigszins gewijzigd ten opzichte van die in de Vreemdelingencirculaire 1982. De delen C en D zijn opgenomen in band 3. In deel C zijn de bijlagen opgenomen. Deel D bevat de modellen (teksten) van formulieren, documenten, stempels en folders die gebruikt worden door de korpschef en korpsbeheerder. Sdu J&F - VC, januari 1994, Aanv. 8

A1 /2 Inleiding VC, januari 1994, Aanv. 8

Minister en Slaatssecretaris van Justitie A1 I3 3 De Minister en de Staatssecretaris van Justitie De Minister van Justitie is verantwoordelijkvoor de uitvoering van de Vreemdelingenwetgeving. Daarom wordt in deze circulaire steeds over de Minister van Justitie als verantwoortlelijke bewindspersoon gesproken. De Minister van Justitie heeft, overeenkomstig art. 46 van de Grondwet, de Staatssecretaris van Justitie belast met het vreemdelingenbeleid. Daarom is deze circulaire door de Staatssecretaris vastgesteld. Binnen het Ministerie van Justitie is de uitvoering van de Vreemdelingenwetgeving (en de naturalisatiewetgeving) opgedragen aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Voor het organisatieschema van de IND en voor de wijze waarop contact kan worden opgenomen met de IND wordt verwezen naar A2. Sdu J&F -- VC, januari 1994, Aanv. 8

A1 I3 Inleiding VC, januari 1994, Aanv. 8

Procureurs-generaal, fungerend directeuren van politie A1 I4 4 De procureurs-generaal, fungerend directeuren van politie De procureurs-generaal, fungerend directeuren van politie, zien toe op de naleving van de bij en krachtens deze wet vastgestelde voorschriften en van de door Minister van Justitie gegeven aanwijzingen betreffende het toezicht op vreemdelingen (art. 4, vierde lid Vw). Sdu J&F - '(C, januari 1994, Aanv. 8

A114 Inleiding VC, januari 1994, Aanv. 8

Verhouding Minister van Justitie, korpsbeheerder en korpschef A1 I5 De verhouding tussen de Minister van Justitie, de korpsbeheerder en de korpschef @ De Minister en de Staatssecretaris van Justitie dragen de (politieke) verantwoordelijkheid voor het vreemdelingenbeleid. Uit een oogpunt van doelmatigheid zijn bij en krachtens de Vreemdelingenwet bevoegdheden toegekend en taken opgedragen aan bepaalde organen. De korpschef neemt daarbij een belangrijke plaats in. Ingevolge de Vreemdelingenwet zijn aan de korpschef bevoegdheden verleend en taken opgedragen op het gebied van: - de toelating van vreemdelingen (zie A4); - het toezicht op vreemdelingen (zie A5); - de uitzetting (zie AG); - de bewaring (zie A7). De korpschef oefent zijn bevoegdheden en taken niet uit naar eigen beleidsinzicht, maar met inachtneming van de algemene en bijzondere aanwijzingen van de Minister van Justitie. Dit is vastgelegd: - voor beslissingen betreffende de vergunning tot verblijf in de artt. 19 en 23 W; - voor de uitzetting en bewaring in art. 4a Vw; - voor het vreemdelingentoezicht in art. 4, derde lid, Vw. Bijzondere aanwijzingen bij de uitoefening van bevoegdheden in individuele gevallen kunnen direct door de Minister van Justitie aan de korpschef worden gegeven. Algemene aanwijzingen over de uitvoering van de Vreemdelingenwet worden uitsluitend door tussenkomst van de korpsbeheerder aan de korpschef verstrekt. Op deze wijze is gegarandeerd dat de korpsbeheerder op de hoogte is van ontwikkelingen die beheersmatige voorzieningen vereisen en is hij in de gelegenheid vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid als beheerder dergelijke algemene aanwijzingen in te passen in de algemene leiding waarmee hij is belast. Daar waar het gaat om bijzondere aanwijzingen in individuele gevallen bestaat die noodzaak niet, aangezien dergelijke aanwijzingen het beheer niet raken. Sdu J&F - V(:, januari 1994, Aanv. 8

A1 15 Inleiding VC. januari 1994. Aanv. 8

Ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen A1 I6 6 Ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen Ingevolge iirt. 4, eerste lid Vw zijn naast de korpschef belast met het toezicht op vreemdelingen: - de tot opsporing van strafbare feiten bevoegde ambtenaren van politie; - andere ambtenaren die daartoe door de Kroon zijn aangewezen. Bij Koninklijk Besluit van 26 november 1976 zijn als ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen aangewezen de ambtenaren van het Wapen der Koninklijke Marechaussee (Stb. 642). De Minister van Justitie bepaalt na overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken in welke gevallen deze ambtenaren hun taak moeten uitoefenen. Deze ambtenaren oefenen hun taak op het gebied van het toezicht op vreemdelingen uit onder leiding van de korpschef (art. 4, tweede lid, Vw). Sdu l&f - VC, januari 1994, Aanv. 8

A1 I6 Inleiding VC, januari 1994, Aanv. 8