Besluit Zorg voor Jeugd gemeente Vianen

Vergelijkbare documenten
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogezand-Sappemeer; gelet op de Verordening jeugdhulp gemeente Hoogezand-Sappemeer 2015;

Gemeente Stadskanaal: Nadere regels Jeugdhulp Stadskanaal 2015

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014, Gezien het advies van de Wmo-adviesraad van 22 oktober 2014,

gelet op artikel 2, artikel 4, artikel 7 en artikel 12 van de Jeugdverordening gemeente IJsselstein 2015;

VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE HEERENVEEN 2015

GEMEENTEBLAD. Nr Besluit Jeugdhulp gemeente Haren 2017

Gemeente Nijkerk Verordening jeugdhulp

Behoort bij raadsbesluit vanlo-iü'hi nr.glsotc Verordening jeugdhulp Heemstede 2015 D e g r Heemstede

VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE VEGHEL 2015

Verordening jeugdhulp

Verordening Jeugdhulp Leerdam

Samenvatting Deze nadere regels bevatten een nadere uitwerking van de verordening jeugdhulp Hof van Twente 2015.

NADERE REGELS JEUGDHULP GEMEENTE LOPIK 2015

De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 10. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 september 2014;

Onderwerp: Verordening Jeugdhulp gemeente Zederik gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2015;

Lelystad. Raadsbesluit. /Lj OSó2. gemeenteraad. Nummer: De raad van de gemeente Lelystad,

nadere regels jeugdhulp gemeente Hoogezand-Sappemeer

Nadere regels jeugdhulp gemeente Heemskerk 2015

gelet op artikelen 2 lid 3, artikel 4 en artikel 6 lid 3 en 4, van de Verordening Jeugd 2017 gemeente Bunschoten;

NADERE REGELS JEUGDHULP GEMEENTE BEVERWIJK Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beverwijk;

Nadere regels Jeugdhulp gemeente Oldambt 2016

CVDR. Nr. CVDR413924_1. Besluit Jeugdhulp gemeente Medemblik 2016

Nadere Regeling Jeugdhulp

Pijnacker-Nootdorp - Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015

- andere voorziening: voorziening op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen, niet vallend onder de wet;

CVDR. Nr. CVDR472122_1. Verordening jeugdhulp 2017

Nadere regeling niet vrij toegankelijke jeugdhulp

Was wordt-tabel Verordening Jeugdhulp gemeente Bunnik 2018

iiiiiiiniiiiiiiiiniiiiiiii D

Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Tytsjerksteradiel 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Krimpen aan den IJssel 2015

RAADSBESLUIT: BESLUIT:

Verordening uitvoering Jeugdwet gemeente Oldenzaal 2015

Verordening jeugdhulp Utrecht 2015

Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Krimpen aan den IJssel 2017

14 oktober 2014 Z/14/ VB/14/04498

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

02 Bestuursboek

Nadere Regels Jeugdhulp gemeente Winsum 2015

Verordening jeugdhulp Het Hogeland 2019

In onderstaande artikelgewijze opsomming, vindt u vragen, opmerkingen en adviezen die door de Wmo-cliëntenraad zijn geformuleerd.

Raadsbesluit Verordening Jeugdhulp Veldhoven 2015

Nadere regels Jeugdhulp gemeente Medemblik Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik;

Nadere regels behorende bij de Verordening jeugdhulp gemeente Eemnes 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Verordening jeugdhulp gemeente Gemert-Bakel. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 september 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 januari 2016;

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en , vierder lid, van de Jeugdwet en de verordening jeugdhulp Schinnen 2015;

UITVOERINGSREGELS. Bij de verordening jeugdhulp SWW. Programma Jeugd SWW. Uitvoeringsregels bij de verordening jeugdhulp SWW. Datum 01 december 2014

Nadere regels Jeugdhulp gemeente Ten Boer 2015

Nadere regels jeugdhulp gemeente Meppel 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlagtwedde;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 september 2014;

Was-wordt-tabel wijziging Verordening jeugdhulp

Besluit jeugdhulp Gemeente Wierden 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk van..

Toelichtingstabel bij Nadere regels jeugdhulp Purmerend 2015

Verordening. Jeugdhulp

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van kenmerk Agendapunt. 4 november 2014 KDK/03113/i Datum: 30 september 2014 Verzonden: 23 oktober 2014

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 april 2016;

Hoofdstuk 2 Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning

Gemeenteblad 2014 v Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

Nadere Regels Jeugdhulp gemeente Delfzijl, Appingedam en Loppersum 2015

Raadsbesluit Verordening jeugdhulp Veldhoven 2016

CVDR. Nr. CVDR350642_1. Verordening jeugdhulp gemeente Voorst 2015

Onderwerp : Beleidsregels en Nadere regels jeugdhulp Molenwaard

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014;

Besluit: Nadere regels jeugdhulp gemeente Meppel 2015

gelet op artikel 2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Beekdaelen 2019 ;

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loppersum

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2014;

Nadere regels Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Littenseradiel 2015

Gemeente Heerlen - Nadere regels WMO opvang en beschermd wonen Heerlen 2015

c. eigen kracht: het vermogen van individuen om het leven (of situaties) vorm te geven en problemen op te lossen of draaglijk te maken

2. Voor zover niet anders bepaald in deze regeling, gelden de begrippen zoals omschreven in de wet en de verordening.

Gemeente Nissewaard - Verordening jeugdhulp Nissewaard

Overwegende de doelstellingen van het Meerjaren Beleidskader Jeugdhulp in de Kempen

Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Nadere regels

Was/wordt tabel artikelen Verordening jeugdhulp Bloemendaal 2018 (corsa ) Ongewijzigd

Nadere regels Jeugdhulp gemeente Amersfoort 2016

het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 september 2014;

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 lid 2, vierde lid, en 12.4 lid 2 van de Jeugdwet en artikel 149 en 156 van de Gemeentewet;

gezien het voorstel van het college van de gemeente Oost Gelre van 26 augustus 2014;

Gemeente Heerlen - uitwerkingsbesluit nadere regels Wmo opvang en beschermd wonen gemeente Heerlen 2015, tweede wijziging

Besluit maatschappelijke ondersteuning/ Jeugdhulp 2015 gemeente Raalte

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, vierde lid, van de Jeugdwet;

Hoofdstuk 1 - Begripsomschrijvingen

Registratie code : 14B *14B.02305* Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Veere

MANDAAT BESCHERMD WONEN

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten

Het college van burgemeester en wethouder(s) van de gemeente Medemblik; besluit vast te stellen de Nadere regels Jeugdhulp gemeente Medemblik 2018

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vlagtwedde 2015

Verordening Maatschappelijke ondersteuning Waalwijk 2015:

Transcriptie:

Besluit Zorg voor Jeugd gemeente Vianen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vianen; gelet op de artikelen 2, 4, 6, 11 van de Verordening Zorg voor Jeugd gemeente Vianen 2015; besluit vast te stellen: het Besluit Zorg voor Jeugd gemeente Vianen 2015 Artikel 1. Begripsbepalingen In deze nadere regels wordt verstaan onder: a. gesprek: gesprek als bedoeld in artikel 5 van dit besluit; b. melding: melding van een hulpvraag als bedoeld in artikel 3, eerste lid; c. verslag: schriftelijke weergave van het onderzoek als bedoeld in artikel 4; d. Verordening: Verordening Zorg voor Jeugd gemeente Vianen 2015 e. Wet: Jeugdwet Alle begrippen die in dit Besluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet, de Verordening, het Uitvoeringsbesluit en de Algemene Wet bestuursrecht (Awb). Vormen van jeugdhulp Grondslag artikel 8.1.1. van de wet en artikel 2 van de verordening Artikel 2. Vormen van jeugdhulp 1. De volgende overige voorzieningen zijn in elk geval beschikbaar: a. Versterken van de sociale context: i. Algemene informatieverstrekking omtrent ontwikkelingsbehoeften jeugdigen en opvoedingsvragen opvoeders; ii. Activiteiten ter versterking van de pedagogische civil society, zoals stimuleren en faciliteren van initiatieven vanuit de informele netwerken, steuncontacten tussen ouders en jongeren en intergenerationele contacten die een bijdrage leveren aan een gezonde en veilige opgroei- en opvoedomgeving, mogelijkheden voor ouders/opvoeders om elkaar te ontmoeten; iii. Laagdrempelige opvoedondersteuningsactiviteiten; iv. Maatjesprojecten, vrijwilligersinzet, zelforganisaties gericht op ondersteuning van opgroeien en opvoeden; v. Mantelzorgondersteuning voor kinderen en gezinnen. b. Basisondersteuning i. Bieden van informatie, advies en consultatie bij opgroei en opvoedvragen; ii. Ondersteuning en lichte hulp voor jeugdigen en/of ouders, waaronder vormen van vrij toegankelijke hulp, gericht op het creëren van een stabiele opvoed- en opgroeisituatie; iii. Ondersteuning en lichte hulp aansluitend bij de onderwijs/ opvangsetting, waarbij ondersteuning voor opvoeders en jeugdigen geboden wordt. Het betreft activiteiten die in een onderwijssetting plaatsvinden waarbij de nadruk ligt op zorg;

iv. Regulier casemanagement: het systematisch coördineren, afstemmen en volgen van de benodigde hulpverlening aan jeugdigen en/of gezinnen, waarbij meerdere hulpverleners betrokken zijn. 2. De volgende individuele voorzieningen zijn in elk geval beschikbaar: a. Voorzieningen behorend bij flexibele ondersteuning, waaronder: i. Specifieke jeugdhulptrajecten gericht op jeugdige en/of gezinssysteem; ii. Langdurige leun-en-steuncontacten ; iii. Dag- of weekendopvang, respijtzorg; iv. Deskundigheidsbevordering voor werkers in de basisondersteuning en medewerkers in voorzieningen als onderwijs, kinderdagcentra, peuterspeelzalen; v. Specifieke multidisciplinaire interventies gecoördineerd uitgevoerd door verschillende zorgaanbieders voor gezinnen met meervoudige problemen. b. Intensieve ondersteuning: i. Intensieve en meer langdurige interventies gericht op behandeling, herstel en/of rehabilitatie; ii. iii. iv. Intensieve dagbehandeling op maat; Inzet van (tijdelijke) vervangende opvoedsituatie, verblijf (op maat) van cliënten buiten de gewone leef-/gezinssituatie; Inzet van spoedzorg en crisisopvang (bij acute onveiligheid en/of inzet van crisisplekken vanuit verblijfsfuncties; v. Gedwongen jeugdhulp en dwang- en drangtrajecten; vi. Specialistische diagnostiek. Toegang tot de jeugdhulp Grondslag artikelen 3, 4 en 5 van de verordening Artikel 3. Melding hulpvraag 1. Jeugdigen en ouders kunnen een hulpvraag melden bij het college. 2. Het college bevestigt de ontvangst van een melding schriftelijk. 3. In spoedeisende gevallen treft het college zo spoedig mogelijk een passende tijdelijke maatregel of vraagt het college een machtiging gesloten jeugdhulp als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Wet. 4. Jeugdigen en ouders kunnen zich rechtstreeks wenden tot een overige voorziening. Artikel 4. Vooronderzoek 1. Het college verzamelt alle voor het onderzoek, bedoeld in artikel 5, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie en maakt vervolgens zo spoedig mogelijk met hem en/of zijn ouders een afspraak voor een gesprek. 2. Voorafgaand aan het gesprek verschaffen de jeugdige en/of zijn ouders aan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige en/of zijn ouders geven in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage. 3. Het college kan in overleg met de jeugdige of zijn ouders afzien van een vooronderzoek als bedoeld in het eerste en tweede lid. Artikel 5. Gesprek 1. Het college onderzoekt in een gesprek tussen deskundigen en/of de jeugdige en/of zijn ouders, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:

a. de behoeften, persoonskenmerken, voorkeuren, veiligheid, ontwikkeling en gezinssituatie van de jeugdige en het probleem of de hulpvraag; b. het gewenste resultaat van het verzoek om jeugdhulp; c. het vermogen van de jeugdige of zijn ouders om zelf of met ondersteuning van de naaste omgeving een oplossing voor de hulpvraag te vinden; d. de mogelijkheden om gebruik te maken van een andere voorziening; e. de mogelijkheden om jeugdhulp te verlenen met gebruikmaking van een overige voorziening; f. de mogelijkheden om een individuele voorziening te verstrekken; g. de wijze waarop een mogelijk toe te kennen individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, of werk en inkomen; h. hoe rekening zal worden gehouden met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van de jeugdige en zijn ouders, en i. de mogelijkheden om te kiezen voor de verstrekking van een persoonsgebonden budget, waarbij de jeugdige of zijn ouders in begrijpelijke bewoordingen worden ingelicht over de gevolgen van die keuze. 2. In de gevallen bedoeld in artikel 8.2.1 van de wet informeert het college de ouders dat een ouderbijdrage is verschuldigd en hoe deze bijdrage wordt geïnd. 3. Het college informeert de jeugdige en/of zijn ouders over de gang van zaken bij het gesprek, hun rechten en plichten en de vervolgprocedure en kan hen toestemming vragen om hun persoonsgegevens te verwerken. 4. Het college kan in overleg met de jeugdige en/of zijn ouders afzien van een gesprek. Artikel 6. Verslag 1. Het college en de jeugdige of zijn ouders zorgen voor schriftelijke verslaglegging van het onderzoek, verder te noemen het gezinsplan. Het familiegroepsplan, het eigen plan van ouders dat zij samen met hun sociale netwerk opstellen, kan eventueel ook onderdeel zijn van het gezinsplan. 2. Binnen tien werkdagen na het gesprek verstrekt het college aan de jeugdige of zijn ouders een verslag van de uitkomsten van het onderzoek, tenzij zij hebben meegedeeld dit niet te wensen. 3. Opmerkingen of latere aanvullingen van de jeugdige of zijn ouders worden aan het verslag toegevoegd. Artikel 7. Aanvraag 1. Jeugdigen en ouders dienen een aanvraag om een individuele voorziening schriftelijk in bij het college. 2. Het college kan een ondertekend verslag van het gesprek aanmerken als aanvraag als de jeugdige of zijn ouders dat op het verslag hebben aangegeven. Artikel 8. Voorwaarden, beoordeling en afweging toegang individuele voorziening 1. Het college kent een individuele voorziening toe voor zover in het verslag zoals bedoeld in artikel 6 wordt vastgesteld dat de jeugdige: a. op eigen kracht of met zijn ouders of andere personen uit zijn naaste omgeving geen oplossing voor zijn hulpvraag kan vinden; b. geen oplossing kan vinden voor zijn hulpvraag door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te maken van een andere voorziening, of; c. geen oplossing kan vinden voor zijn hulpvraag door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te maken van een overige voorziening.

2. Het college kent eveneens een individuele voorziening toe voor zover met betrekking tot de jeugdige een verwijzing zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Verordening is afgegeven. Artikel 9. Onderdelen beschikking 1. Bij het verstrekken van een voorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd: a. welke de te verstrekken voorziening is en wat het beoogde resultaat daarvan is; b. wat de ingangsdatum en duur van de verstrekking is; c. hoe de voorziening wordt verstrekt, en indien van toepassing d. welke andere voorzieningen relevant zijn of kunnen zijn. 2. Bij het verstrekken van een voorziening in de vorm van een PGB wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd: a. voor welk resultaat het PGB wordt aangewend; b. welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het PGB; c. wat de hoogte van het PGB is en hoe hiertoe is gekomen; d. wat de duur is van de verstrekking waarvoor het PGB is bedoeld, en e. de wijze van verantwoording van de besteding van het PGB. Persoonsgebonden budget (PGB) Met inachtneming van artikel 8.1.1 Wet en artikel 6 van de verordening Artikel 10. Regels voor PGB 1. Het tarief voor een PGB: a. is gebaseerd op een door de jeugdige of zijn ouders opgesteld plan over hoe zij het PGB gaan besteden; b. is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en c. bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura. 2. De hoogte van een PGB kan zijn opgebouwd uit verschillende kostencomponenten, zoals salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekering(en) en reiskosten. 3. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor diensten is gerelateerd aan de tarieven waarvoor het college deze diensten heeft gecontracteerd. 4. Het college kan de hoogte van het persoonsgebonden budget jaarlijks als bedoeld in het vorige lid vaststellen op basis van een offerte van een jeugdhulpaanbieder. 5. De persoon aan wie een PGB wordt verstrekt, kan ervoor kiezen de jeugdhulp alleen te betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk, wanneer er sprake is van een zware beperking en deze vorm van ondersteuning noodzakelijk is voor het kunnen wonen en functioneren van de jeugdige binnen het eigen gezin. Voor deze vorm van besteding van PGB gelden de volgende voorwaarden: a. De hulp is niet goed vooraf in te plannen. b. De hulp moet op ongebruikelijke tijden geleverd worden. c. De hulp moet op veel korte momenten per dag geboden worden d. De hulp moet op verschillende locaties worden geleverd. e. De hulp moet 24 uur per dag en op afroep beschikbaar zijn. f. De hulp moet vanwege de aard van de beperking geboden worden door een persoon waar de jeugdige geen hechtings- of contactprobleem mee heeft. 6. Het uurtarief voor geboden zorg vanuit het sociale netwerk bedraagt maximaal 20,--. 7. Voor PGB zorgaanbieders gelden de volgende kwaliteitseisen a. Een Verklaring omtrent gedrag van de professionals.

b. Een zorgaanbieder mag niet op de zwarte lijst van de gemeente Vianen en/of andere gemeenten staan vanwege ondeskundige zorg, het handelen in strijd met de Jeugdwet, het Besluit en de gemeentelijke voorwaarden en beleid, misleiding, fraude en uitbuiting personeel. c. Jeugdhulpverleners zijn geregistreerd in het beroepsregister zoals bedoeld in het Besluit. d. Hulpaanbieders en vrij gevestigden moeten zijn aangesloten bij een professioneel collectief. Het collectief is mede verantwoordelijk voor de kwaliteit van de hulpverlening. e. Hulpaanbieders zijn verplicht te melden in de verwijsindex risicojongeren (VIR) en hanteren de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. f. Hulpverleners kunnen de grenzen van het eigen kunnen en bevoegdheden inschatten en aangeven wanneer specialistische ondersteuning is gewenst, bijvoorbeeld van uit het flexibele aanbod dan wel specialistische hulp. g. De hulpaanbieder werkt actief samen met andere jeugdhulpverleners wanneer sprake is van een bedreiging van de veiligheid of welzijn van de jeugdige of andere betrokkenen. Inspraak en medezeggenschap Grondslag artikel 11 van de verordening Artikel 11. Procedure medezeggenschap 1. Indien het college beleidsvoornemens heeft met betrekking tot jeugdhulp kunnen cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen eerst worden uitgenodigd voor een interactieve beleidsvormingssessie om voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen. De termijnen waarbinnen ingebrachte ideeën of concrete voorstellen kunnen gedaan wordt in onderling overleg met elkaar afgestemd. 2. De cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen kunnen op verzoek van het college advies uitbrengen bij de besluitvorming over de Verordening, nadere regelingen op grond van de Verordening en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp. 3. Het college overlegt periodiek met de cliënten en de vertegenwoordigers van cliëntengroepen over de uitvoering van het jeugdbeleid. De agenda van het periodiek overleg wordt in onderling overleg met elkaar afgestemd. 4. Het college draagt er zorg voor dat de cliënten en vertegenwoordigers van cliëntengroepen kunnen beschikken over de informatie en documentatie die voor de overleggen met het college noodzakelijk zijn. Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel 1. Dit Besluit treedt in werking op 1 januari 2015. 2. Dit besluit kan aangehaald worden als Besluit zorg voor jeugd gemeente Vianen 2015. Ondertekening Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Vianen op 16 december 2014 de secretaris a.i., de burgemeester, drs. W. (Wabe) Wieringa W.G. (Wim) Groeneweg