Programma van toetsing en afsluiting 2017-2018 R HAVO 4 O.S.G. Willem Blaeu
Cohort 2017-2020 In de bovenbouw mavo, havo en vwo komt het cijfer van het schoolexamen geleidelijk tot stand. In het PTA wordt de toetsing van het schoolexamen geregeld. Het PTA is een afkorting van programma van toetsing en afsluiting. Het PTA maakt onderdeel uit van het examenreglement. Wet- en regelgeving PTA Het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs, respectievelijk de examencommissie vavo, stelt jaarlijks voor 1 oktober een programma van toetsing en afsluiting vast, dat in elk geval betrekking heeft op het desbetreffende schooljaar. Het programma vermeldt in elk geval: a. welke onderdelen van het examenprogramma in het schoolexamen worden getoetst, b. de inhoud van de onderdelen van het schoolexamen, c. de wijze waarop en de tijdvakken waarbinnen de toetsen van het schoolexamen plaatsvinden, de herkansing daaronder mede begrepen, d. de wijze van herkansing van het schoolexamen, alsmede e. de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt. Studieplanners Voor alle vakken wordt voor elke periode een studieplanner verstrekt aan de kandidaten. Deze studieplanners geven aan wat er voor een vak in een periode gedaan moet worden. Daarmee zijn ze het verlengde van de PTA's (per vak te vinden op magister in de elo). In deze studiewijzers staat aangegeven: o wat de verdeling van de stof over de periode is, o wat en wanneer er getoetst gaat worden en hoe de weging is, o wat de inleverdata van opdrachten zijn. Afsluiting vakken Er zijn vier mogelijkheden om een vak af te sluiten. Mogelijkheid 1: Een vak heeft een schoolexamen en een centraal, landelijk examen. Het schoolexamen wordt gemaakt volgens dit PTA. Het schoolexamen krijgt een cijfer van 1-10 met één decimaal. Ook het centraal examen krijgt ook een cijfer van 1-10 met één decimaal. Beide cijfers worden gemiddeld en dan afgerond tot een heel cijfer (zonder decimaal). Het cijfer van het schoolexamen, van het centraal examen en het eindcijfer worden vermeld op de cijferlijst van het diploma. Vakken die zo worden afgesloten zijn: Nederlands, Frans, Duits, Engels, geschiedenis, aardrijkskunde, economie, m&o, wiskunde A en B, natuurkunde, scheikunde, biologie en kunst beeldende vorming. Mogelijkheid 2: Een vak wordt afgesloten met alleen een schoolexamen. Het schoolexamen krijgt een cijfer van 1-10 met één decimaal en wordt vervolgens afgerond tot een heel cijfer (zonder decimaal). Het onafgeronde en afgeronde cijfer worden vermeld op de cijferlijst van het diploma. Vakken die zo worden afgerond zijn: wiskunde D en bewegen, sport en maatschappij. Mogelijkheid 3: Het vak is een handelingsdeel. Het moet gedaan zijn en met een voldoende of met een goed zijn beoordeeld. Als het met een onvoldoende beoordeeld wordt, is de leerling niet geslaagd. Lichamelijke opvoeding wordt zo afgesloten. Mogelijkheid 4:
Een vak wordt afgesloten met alleen een schoolexamen. Het schoolexamen krijgt een cijfer van 1-10 met één decimaal en wordt vervolgens afgerond tot een heel cijfer (zonder decimaal). Vakken die zo worden afgerond zijn: maatschappijleer en culturele en kunstzinnige vorming. Opmerkingen o Gebruikte afkortingen: SE = schoolexamen, CE = centraal examen. o We onderscheiden vier soorten toetsen: T = toets, M = mondeling, PO = praktische opdracht en verzamel-se = verzameling van verschillende cijfers. Daarnaast kunnen er ook nog handelingsdelen zijn, waaraan voldaan moet worden. o Bij de omschrijving is, waar mogelijk, aangegeven over welke stof uit de gebruikte methode de toets gaat. Soms is het niet mogelijk het onderwerp van te voren op te geven, omdat het onderwerp een actueel karakter heeft of omdat het door de overheid in een later stadium wordt vastgesteld. o Bij praktische opdrachten (PO) wordt soms gewerkt met de omschrijving "nader te bepalen". Dit heeft te maken met jaarlijks wisselende praktische opdrachten, die door de docent of de kandidaat zelf worden gekozen. o In de kolom Tijdsduur staat vermeld hoe lang de toets duurt als deze in de proefwerkweken wordt afgenomen. Bij de praktische opdrachten (PO) staat vaak geen tijdsduur vermeld omdat deze in de tussenliggende lesperiodes worden afgenomen. Informatie hierover staat vermeld in de studieplanners. o In de kolom Herkansing staat aangegeven of de toets wel (J) of niet (N) in aanmerking komt voor een herkansing (voor herkansingsregeling zie examenreglement). o Een docent mag, tot maximaal een extra punt van het cijfer, bonuspunten bij een toets geven. In de studiewijzer dient aangegeven te worden hoe deze punten behaald kunnen worden. o Een docent, tot maximaal een punt van het cijfer, opdrachten mee laten tellen bij een toets. In de studiewijzer dient aangegeven te worden hoe deze punten behaald kunnen worden. Toetsweken 2017-2018 TW1 6 november t/m 10 november 2017 TW2 17 januari t/m 24 januari 2018 TW3 22 maart t/m 29 maart 2018 TW4 3 juli t/m 10 juli 2018 (versie september 2017)
Vak: Nederlandse taal en lit. 441 Schrijfvaardigheid: gedocumenteerd schrijven T S TW1 15 100 442 Spreekvaardigheid: debat T M P2 5 50 443 Leesvaardigheid T S TW3 10 100 444 Literatuur: mondeling in groepen T M TW4 10 30 701 Boekverslag 1, 2, 3, 4 HD P 0
Vak: geschiedenis 443 Tijdvak 5 en 6 + Historische context 1 T S TW3 10 100 444 Tijdvak 1 t/m 6 + Historische context 1 T S TW4 20 100
Vak: aardrijkskunde 441 Arm en rijk + Brazilië deel 1 T S TW3 15 100 442 Brazilië deel 2 + Europa T S TW4 15 100 443 Wereldnieuws PO P 5 P4
Vak: wiskunde A 441 H1, 2,3,4,5 T S TW3 10 100 442 Praktische opdracht: statistiek met de computer PO P 10 P4 443 H1, 2,3,4,5,6 T S TW4 10 100
Vak: wiskunde B 441 H1,2,4,5,6 T S TW3 10 100 442 Praktische opdracht PO P P4 10 443 H1,3,4, 5, 8 met de nadruk op 3 en 8 T S TW4 10 100
Vak: wiskunde D 441 Discrete dymanische modellen T S P1 10 100 442 Kansrekenen T S P2 10 100 443 Afgeleide T S P3 10 100 444 Rekenen in meetkunde T S P3 10 100 445 Ruimtemeetkunde I T S P4 10 100
Vak: natuurkunde 442 H6 T S P1 1 50 444 H1 T S P1 2 50 446 Keuzekatern 2 T S P2 1,6 50 448 H1 + H3 T S TW3 3 100 449 Alle practica van periode 1 t/m 4 PO P P4 4 50 450 H2 + H4 T S P4 3,4 50 451 H1 t/m H5 T S TW4 5 100
Vak: scheikunde 441 H1 t/m H3 T S P2 10 100 442 H4 t/m H6 T S TW4 10 100 443 Gemiddelde van de beoordeelde practica PO P 10 P1-P4
Vak: biologie 441 H1,2,4,8 T S TW3 20 100 442 Practicum map, cijfers tellen apart mee voor rapport PO P 10 P1 - P4
Vak: economie 441 M1, M2, M3, M4 T S TW4 10 100 701 Klassenexperiment HD 0
Vak: management & organisatie 441 H14 t/m H24 T S TW4 10 100
Vak: maatschappijleer 441 Verzorgingsstaat T S P1 25 50 442 Pluriforme samenleving T S P2 25 50 443 Parlementaire democratie T S TW3 25 50 444 Rechtsstaat T S TW4 25 50
Vak: lichamelijke opvoeding 441 Rapportcijfer periode 1 PO P TW1 15 442 Rapportcijfer periode 2 PO P TW2 15 443 Rapportcijfer periode 3 PO P TW3 15 444 Rapportcijfer periode 4 PO P TW4 15
Vak: bew., sport en maat. 441 Praktijk periode 1 + 2* PO P P2 9 442 Toets boek + aantekeningen T S TW3 9 50 443 Toets boek + aantekeningen T S TW4 9 50 444 Praktijk periode 3 + 4* PO P P4 9 445 Stage PO P P4 4
Vak: cult. en kunstz. vorm. 441 Opdrachten en één culturele activiteit + een zelfgemaakt onderzoek PO P P1 25 442 Opdrachten en één culturele activiteit + een onderzoek PO P P2 25 443 Opdrachten en één culturele activiteit PO P P3 25 444 Opdrachten en één culturele activiteit PO P P4 25
Vak: kunst (beeldende vormgeving) 441 Werkstuk PO P P1 7 442 Morfologisch model T S P1 3 50 443 Werkstuk PO P P2 7 444 Dans, muziek, theaterkenmerken T S P2 3 50 445 Werkstuk PO P P3 7 446 Romantiek T S TW3 3 50 447 Werkstuk PO P P4 7 448 Realisme T S TW4 3 50
Vak: Rekentoets 3F 441 H4 Rekentoets 1 1 442 H4 Rekentoets 2 1 443 H4 Rekentoets 3 1