DOC-125-versie01 31/05/2012 MILIEU- & PREVENTIEFLITS EVALUATIE, COMMUNICATIE EN DOCUMENTATIE NA ONTVANGST esds In deze milieu en preventieflits wordt toegelicht hoe u kan beoordelen of de beschrijvingen van veilig gebruik in blootstellingsscenario s, die u ontvangt als bijlage bij een veiligheidsinformatieblad bij een stof of mengsel (of esds genaamd), overeenstemmen met de feitelijke omstandigheden waaronder de stof of het mengsel wordt gebruikt. Deze werkwijze wordt beschreven in het richtsnoer voor downstreamgebruikers (= DU), januari 2008 en is te consulteren op de website van ECHA http://echa.europa.eu/nl/web/guest/guidance-documents/guidance-on-reach. Hieronder volgt een toelichting van de verschillende controle stappen en dit m.b.v. een stroomschema, voor een uitgebreidere toelichting kan u doorklikken op bovenstaande link of ons contacteren op onderstaande coördinaten. Stroomschema voor controle van overeenstemming met het blootstellingsscenario
- Toelichting bij a blootstellingsscenario( s) bij veiligheidsinformatieblad ontvangen Als u een zelfde stof bij verschillende leveranciers koopt, ontvangt u mogelijk uiteenlopende blootstellingsscenario s op verschillende tijdstippen. Deze zijn wellicht niet vergelijkbaar gezien ze kunnen verschillen qua reikwijdte (aantal en soort behandelde geïdentificeerde vormen van gebruik) of beschreven gebruiksvoorwaarden. U moet voor elk blootstellingsscenario apart nagaan of er sprake is van overeenstemming. U kan het blootstellingsscenario met de strengste gebruiksvoorwaarden kiezen (laagste gebruikshoeveelheden, laagste frequentie en duur van het gebruik, meest efficiënte risicobeheersmaatregelen, enz.) en nagaan of uw gebruiksomstandigheden daarmee overeenstemmen. Als dit het geval is, zou u kunnen stellen dat de feitelijke omstandigheden strikter zijn dan de voorwaarden van de andere blootstellingsscenario s. Dit betekent niet dat u per se de strengste risicobeheersmaatregelen moet toepassen, maar u moet wel een besluit nemen met betrekking tot het strengste scenario en doorgaan met de beoordeling van de overeenstemming met de andere blootstellingsscenario s. Gezien de blootstellingsscenario s een beschrijving geven van de veilige gebruiksomstandigheden van een stof of mengsel, kunnen zij een uiterst nuttig hulpmiddel zijn bij uw inspanningen om te voldoen aan de werknemers-beschermings- en milieuwetgeving. Zo zou u zich kunnen buigen over de vraag hoe blootstellingsscenario s deel zouden kunnen gaan uitmaken van uw programma s op het gebied van gezondheids-, veiligheids- en milieumanagement. - Toelichting bij b geïdentificeerd gebruik Geïdentificeerde vormen van gebruik (zie ook vorige milieuflitsen) worden onder rubriek 1 in het veiligheidsinformatieblad genoemd. Hun benaming dient aan te sluiten bij, doch niet noodzakelijkerwijs identiek te zijn aan, de benaming in de titel van het blootstellingsscenario. Er kunnen verschillende blootstellingsscenario s met verschillende gebruiksvoorwaarden bestaan die betrekking hebben op hetzelfde geïdentificeerde gebruik. Andersom kan er ook één blootstellingsscenario worden gebruikt voor meerdere vormen van geïdentificeerd gebruik met soortgelijke gebruiksomstandigheden. Een standaardmodel voor de beschrijving van vormen van gebruik is te vinden in het richtsnoer voor het chemisch veiligheidsrapport. Als uw gebruik niet wordt genoemd in het veiligheidsinformatieblad of de titel van het blootstellingsscenario, betekent dit niet per definitie dat u niet voldoet aan de verplichtingen. Zolang er sprake is van overeenstemming met de in het blootstellingsscenario beschreven gebruiksvoorwaarden, kan u een stof of mengsel gebruiken voor een niet-geïdentificeerd gebruik. Voorbeelden - vergelijking van geïdentificeerd gebruik met uw eigen gebruik: - Toelichting bij c ontraden vormen van gebruik Als uw leverancier bepaalde vormen van gebruik ontraadt met het oog op de bescherming van de menselijke gezondheid of het milieu, moet hij dit vermelden onder rubriek 16 van het veiligheidsinformatieblad of in de overeenkomstig artikel 32 (van de REACH-verordening) verstrekte informatie. Als hij geen redenen hiervoor aanvoert, hebt u het recht daarnaar te vragen. Een reden kan bijvoorbeeld zijn dat bij de beoordeling van de vraag of risico s afdoende worden beheerst, uit het chemisch veilig-heidsrapport niet is gebleken dat dit het geval is. Een ontraden gebruik valt uiteraard buiten het blootstellingsscenario van de leverancier. - Toelichting bij d redenen voor ontraden vormen van gebruik Als uw gebruik volgens het veiligheidsinformatieblad ontraden wordt, is het raadzaam met het gebruik van de stof of het mengsel te stoppen. Maar wellicht kan u, via het opstellen van een chemisch veiligheidsrapport als downstream-gebruiker, aantonen dat uw gebruik, hoewel ontraden,veilig is. Hiervoor moet u het gebruik van de stof of het mengsel grondiger beoordelen dan uw leverancier en uw gebruiksomstandigheden voor zover van toepassing aanpassen, waarmee u in principe tot een andere conclusie over het risico kan komen. Begeleiding voor de chemische veiligheidsbeoordeling door downstreamgebruikers is te vinden in hoofdstuk 7 van het richtsnoer voor downstreamgebruikers (zie link bovenaan). - Toelichting bij e controle van processen/activiteiten van het blootstellingsscenario De activiteiten/processen worden in het blootstellingsscenario beschreven in een korte tekst en/of lijst. Bij de activiteiten betreffende het geïdentificeerde gebruik gaat het alleen om activiteiten waarbij blootstelling aan de stof of het mengsel in kwestie wordt verwacht. Ga na of u activiteiten met de stof of het mengsel verricht die niet in het scenario voorkomen en tot een hogere of andere blootstelling kunnen leiden dan voorzien in het scenario. Merk op dat activiteiten zoals het laden of lossen van schepen doorgaans onder de beschreven hoofdactiviteit vallen.
Voorbeeld - controle van processen en activiteiten: - Toelichting bij f - documentatie U moet uw beoordeling van, en overeenstemming met, de gebruiksvoorwaarden in het blootstellingsscenario vastleggen, bijvoorbeeld om het gebruik van andere mengsels die u bij dezelfde toepassing gebruikt, eenvoudiger te kunnen controleren. Een model hiervoor is te vinden in bijlage 3 van het richtsnoer voor downstreamgebruikers (zie link bovenaan). U kan ook overwegen om overeenstemmingscontrole op te nemen in uw systeem op het gebied van gezondheids-, veiligheids- en milieumanagement. - Toelichting bij g vergelijking van operationele omstandigheden Vergelijk de informatie in het blootstellingsscenario met uw eigen operationele omstandigheden. Als u een risicobeoordeling in het kader van de Richtlijn chemische agentia hebt uitgevoerd, kan u die informatie gebruiken voor de overeenstemmingscontrole. Informatie uit milieuvergunningsaanvragen kan ook waardevol zijn. Voorbeeld - controle van operationele omstandigheden:
- Toelichting bij h vergelijking van risicobeheersmaatregelen Vergelijk de informatie over risicobeheersmaatregelen, inclusief hun doeltreffendheid, met de maatregelen die u toepast. Voor het vastleggen van uw beoordeling kan u gebruikmaken van bijlage 3 van het richtsnoer voor downstreamgebruikers (zie link bovenaan). Om erachter te komen hoe doeltreffend uw risicobeheersmaatregelen zijn, kan u overleggen met het technisch personeel of onderhoudsinstructies c.q. meetprotocollen van technische inrichtingen raadplegen. Ook kunnen producenten van die inrichtingen informatie verstrekken over werking en efficiëntie. Voorbeeld - controle van risicobeheersmaatregelen - Toelichting bij i analogiseren van de gebruiksomstandigheden Als uw gebruik in meerdere opzichten afwijkt van het blootstellingsscenario, is het niet altijd duidelijk of uw gebruik al dan niet onder het scenario valt. In die gevallen, en als uw leverancier toepasselijke analogieregels of beoordelingsinstrumenten in het blootstellingsscenario heeft opgenomen, kan u nagaan of uw gebruik onder het scenario valt door de factoren die bepalend zijn voor de blootstelling, te analogiseren. Uw leverancier moet nadere informatie geven over het analogiseren. Specifieke begeleiding wordt gegeven in het richtsnoer voor het chemisch veiligheidsrapport. Onderstaande tabel illustreert de soort informatie over analogiseren die in het blootstellingsscenario kan worden gegeven. Voorbeeld - Soort informatie over analogiseren in blootstellingsscenario Indien uw operationele omstandigheden in de praktijk leiden tot procesemissies die hoger zijn dan in het blootstellingsscenario, kan u dit wellicht compenseren door doeltreffender risicobeheersmaatregelen te treffen of gebruik te maken van hogere verdunningsvolumes*. Omgekeerd kunnen minder doeltreffende risicobeheersmaatregelen worden gecompenseerd door strengere operationele omstandigheden of hogere verdunningsvolumes (bv. in plaats van een halfopen systeem een gesloten systeem gebruiken, met slechts de helft van de in het blootstellingsscenario vermelde hoeveelheid, of werk laten verrichten in grotere ruimten enz. met hogere, verdunnende luchtvolumes). * De blootstelling van werknemers en milieu kan tijdmatig gezien worden verminderd (intermitterend vrijkomen in het milieu wordt gedefinieerd als eenmaal in de 30 dagen (richtsnoer voor het chemisch veiligheidsrapport, hoofdstuk over milieublootstellingsbeoordeling) en biedt de mogelijkheid een lagere toepassingsfactor te hanteren). Daarnaast kunnen de milieucompartimenten zelf een uitgestoten stof verdunnen, bv. hoe hoger het ontvangende watervolume is, hoe lager de concentratie van de stof. Voorbeelden - verbanden tussen blootstellingsfactoren en blootstelling
Wanneer u de analogieregels kan toepassen die in of samen met het blootstellingsscenario worden verstrekt, of wanneer u gebruik kan maken van door uw leverancier gespecificeerde IT-tools om de gebruiksomstandigheden aan te passen, valt uw eigen gebruik onder het scenario, omdat hiermee wordt aangetoond dat uw omstandigheden minimaal even streng zijn als de voorwaarden van het blootstellingsscenario. Om aan REACH te voldoen moet u ofwel zijn vrijgesteld krachtens artikel 37 van REACH, ofwel de in het blootstellingsscenario beschreven gebruiksvoorwaarden toepassen, ofwel via analogieinstrumenten die bij het blootstellingsscenario worden verstrekt, kunnen aantonen dat uw eigen gebruiksomstandigheden minimaal even streng zijn als de voorwaarden van dat scenario. Als uw eigen gebruiksomstandigheden afwijken van de beschrijving in het blootstellingsscenario en u niet via analogie kan aantonen dat u ten minste aan de minimumvereisten in dit verband hebt voldaan, valt uw eigen gebruik niet onder het scenario. Dit gaat ook op als u concentraties van stoffen in de werkplaats/op de werkplek en in de omgeving hebt gemeten die aangeven dat de gemeten blootstellingsniveaus lager zijn dan de afgeleide doses zonder effect (DNEL s) of de voorspelde concentraties zonder effect (PNEC s) die vermeld staan in het veiligheidsinformatieblad. Dit kan overigens wel een indicatie zijn dat u ten minste de gebruiksvoorwaarden van het blootstellingsscenario toepast (artikel 37, lid 4, onder d), van REACH). U dient dit echter wel aan te tonen via een chemisch veiligheidsrapport en het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen hiervan in kennis te stellen, of u kan uw gebruik aan uw leverancier meedelen teneinde er een geïdentificeerd gebruik van te maken. Besluit Het is absoluut aan te raden, wanneer u deze controle uitvoert, om daarvan een overzichtstabel en/of verslag bij te houden, zodat dit kan voorgelegd worden aan de bevoegde controle instanties. De ervaring leert dat het niet altijd even evident is om deze verschillende stappen te doorlopen. Voor meer info, kom naar de PREBES PRENNE opleidingssessie op 18 september 2012 in het Kursaal te Oostende, inschrijvingen zie website http://www.prebes.be/prenne_programma.shtm! Wij zijn tevens present tijdens de PREBES PRENNE opleidingssessies te Gent op 14 juni ek. Bezoek onze stand! Extra info contacteer : Griet Buyck - Pascal Herman Peggy Clerick - Lieve Brillant - John Valcke Katrien Decruyenaere Hannele Duyck - Evy Vanoutrive - Nele Vanpraet. Onze coördinaten zie www.consultes.be. Om uit te schrijven, graag email naar milieu@consultes.be