omgevingsdienst HAAGLANDEN

Vergelijkbare documenten
omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus KP ROTTERDAM. Datum 12 april 2016 Betreft Wijziging ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Aannemingsbedrijf Lagendijk B.V. G.J. Lagendijk Kade EP HARDINXVELD GIESSENDAM

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Woerden J. van Leer Blekerijlaan GR WOERDEN. Datum 22 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Almere A.R.M. Loijer Postbus AE ALMERE. Datum 18 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Servatius Woningstichting L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 31 maart 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Amarant Groep K. Hermens Postbus AS TILBURG. Datum 12 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Hermens,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Dordrecht R.P.E. Koppelaar Postbus AA DORDRECHT. Datum 7 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Elburg W. Jager Postbus AB ELBURG. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Jager,

WOM Den Haag Zuidwest B.V. R.H.W. Meere Loevesteinlaan BG DEN HAAG. Datum 2 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J. Stam Postbus BV AMSTERDAM

Wijk Ontwikkelings Maatschappij Kerckebosch B.V. F. Steenbergen Graaf Lodewijklaan DM ZEIST

Gemeente Renkum Postbus HA OOSTERBEEK. Datum 1 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Dijkhuis Aannemersbedrijf B.V. G.J. Horsman Molensteen NM HARDENBERG. Datum 11 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Arnhem M. Geurs Postbus EL ARNHEM. Datum 24 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte mevrouw Geurs,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Stam + De Koning Bouw B.V. R. Thijssen Postbus JB EINDHOVEN. Datum 22 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Van Wijnen Projectontwikkeling Noord B.V. P.W.L. Hutten Postbus AB GORREDIJK

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam F. van Hage Postbus BC AMSTERDAM

Provincie Noord-Brabant J.A.L. van Zandvoort Postbus MC s-hertogenbosch. Datum 20 juli 2016 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

BVR Groep B.V. A. Oomen Postbus BJ ROOSENDAAL. Datum 11 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Oomen,

Havenbedrijf Rotterdam N.V. H.J. Steens Wilhelminakade AP ROTTERDAM

omgevingsdienst HAAGLANDEN

U verzoekt mij om de ontheffingstermijn te wijzigen in 18 oktober 2016 tot en met 17 oktober 2021.

Gemeente Dalfsen Postbus AA DALFSEN. Datum 18 maart 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Stichting wonencentraal B. van der Marel Postbus CA ALPHEN AAN DEN RIJN

Dimensis B.V. A. van der Zaan Kerkplein BM OLST. Datum 22 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Servatius L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Eigen Haard Arlandaweg EX AMSTERDAM. Datum 30 januari 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie:

Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00505724 ODH-2018-00018232 1 3MAARI 2018 Beschikking Wet natuurbescherming - Soortenbescherming Onderwerp Op 15 december 2017 hebben wij een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 3.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming ontvangen. De aanvraag heeft betrekking op het project 'Sportlaan 27 te De Lier'. De werkzaamheden bestaan uit sloop- en nieuwbouwwerkzaamheden, verwijdering van groen en het ter plaatse vergraven van de grond aan de westzijde van de locatie. De aanvraag betreft het opzettelijk verstoren, alsmede het vernielen van voortplantings- of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis. Ontheffing wordt gevraagd van de verbodsbepalingen zoals genoemd in: artikel 3.5, tweede lid, van de Wet natuurbescherming, voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis {Pipistrellus pipistrellus); artikel 3.5, vierde lid, van de Wet natuurbescherming, voor wat betreft het vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis {Pipistrellus pipistrellus). Ontheffing wordt gevraagd voor de periode van 22 februari 2018 tot en met 31 maart 2019. Besluit Wij besluiten: I. de aangevraagde ontheffing :e verienen. I. de voorschriften 1. tot en met 8. te verbinden aan deze ontheffing; II. de aanvraag van 15 december 2017 en de aanvullende stukken (ontvangen op 9, 22 en 26 februari 2018) onderdeel te laten zijn van deze ontheffing; III. dat deze ontheffing geldig is van de datum van besluit tot en met 31 maart 2019 Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen, ing. L. Hoplman Hoofd Toersing & Vergunningveriening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden

Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven. 2/9

VOORSCHRIFTEN Algemene voorschriften 1 De ontheffinghouder dient: - de start van de werkzaamheden en eventuele wijzigingen gedurende de uitvoering schriftelijk te melden aan Unit Groen Bocem en Opsporing van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, Postbus 550, 3300 AN te Dordrecht, telefoonnummer 078-7708585, emailadres meldingwnb(gozhz.nl onder vermelding van Flora en Fauna (FF); - uiteriijk een week na het beeindigen van de werkzaamheden Unit Groen Bodem en Opsporing van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid hiervan schriftelijk in kennis te stellen. 2 De ontheffinghouder is ervoor verantwoordelijk dat zijn personeel of derden welke betrokken zijn bij de uitvoering van het project, op de hoogte zijn van de voorschriften in deze ontheffing en de maatregelen in het Activiteitenplan. Hiervoor dient een ecologisch werkprotocoi te worden opgesteld en op de locatie aanwezig te zijn. In het ecologisch werkprotocoi dient in ieder geval het volgende te worden opgenomen: a De voorwaarden zoals opgenomen in deze ontheffing; b Aanduiding van de locatie van het plangebied; c De uit te voeren werkzaamheden; d De periode waarin de werkzaamheden uitgevoerd worden; e De mitigerende en compenserende maatregelen; f De momenten waarop ecologische begeleiding ingeschakeld wordt. 3 Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. Specifieke voorschriften 4 De werkzaamheden dienen ecologisch begeleid te worden door een deskundige op het gebied van gewone dwergvleermuis''. 5 De tijdelijke vieermuiskasten dienen aangemeld te worden bij www.vleermuiskasten.nl. 6 De tijdelijke kasten dienen funcloneel te zijn voor de periode waarvoor deze worden ingezet. Dit houdt in dat de kasten minimaal Ix per jaar gecontroleerd dienen te worden op de functionaliteit en dat - indien nodig - de functionaliteit van de kast hersteld wordt. ^ Onder een deskundige wordt verstaan: Hij/zij heeft een afgeronde hbo- of unlversitaire opieiding, met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; Hij/zij heeft een afgeronde mbo-opleiding, met als zwaartepunt de Flora- en faunawet, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; Hij/zij is werkzaam voor een ecologisch adviesbureau, zoals een bureau dat is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; Hij/zij is als ecoloog of adviseur/specialist ecologie werkzaam voor een (semi)overheidsinstantie zoals het Ministerie van Economische Zaken, het Ministerie van Defensie, Rijkswaterstaat, het Rijksvastgoedbedrijf provincies, waterschappen, hoogheemraadschappen, gemeenten, omgevingsdiensten en drinkwaterbedrijven Hij/zij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de soortenbescherming en is werkzaam of aangesloten bij de volgende Nederlandse organisaties. Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied; Hij/zij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de monitoring en/of bescherming van desbetreffende beschermde soorten. 3/9

7 De gewenningsperiode ten behoeve van de permanente mitigatie, dient te worden aangehouden voordat de tijdelijke vieermuiskasten kunnen worden verwijderd. Indien de tijdelijke voorzieningen worden verwijderd, dient dit buiten de kwetsbare periode uitgevoerd te worden onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de gewone dwergvleermuis. 8 De ontheffinghouder dient, met in achtneming van de voorschriften in deze ontheffing, de maatregelen uit te voeren zoals beschreven in hoofdstuk 4 van het rapport "Ecologisch werkprotocoi Sport:laan 27 te De Lier" van 24 november 2017. AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK Voor alle soorten- beschermd en onbeschermd- geldt de zorgplicht ex artikel 1:11 van de Wnb. Op grond hiervan dient zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te voorkomen. Gedurende de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd in het kader van de Wnb. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Als de ontheffinghouder de onderhoudsverplichting wenst over te dragen aan een derde (bijvoorbeeld de Vereniging van Eigenaren) dan zal de ontheffinghouder ervoor moeten zorgdragen dat de onderhoudsverplichting wordt overgenomen door een derde door dit contractueel vast te leggen en dient ons te verzoeken om wijziging van de te naamstelling van de beschikking. 4/9

OVERWEGINGEN omgevingsdienst Aanleiding Op 15 december 2017 hebben wij een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 3.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming (verder: Wnb) ontvangen. De aanvraag heeft betrekking op het project 'Sportlaan 27 te De Lier'. De werkzaamheden bestaan uit sloop- en nieuwbouwwerkzaamheden, verwijdering van groen en het ter plaatse vergraven van de grond aan de westzijde van de locatie. De aanvraag betreft het opzettelijk verstoren, alsmede het vernielen van voortplantings- of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis. Ontheffing wordt gevraagd van de verbodsbepalingen zoals genoemd in: artikel 3.5, tweede lid, van de Wnb, voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis {Pipistrellus pipistrellus); artikel 3.5, vierde lid, van de Wnb, voor wat betreft het vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis {Pipistrellus pipistrellus). Ontheffing wordt gevraagd voor de periode van 22 februari 2018 tot en met 31 maart 2019. Bij de aanvraag zijn de volgende stukken gevoegd: - Eco-effectscan Sportlaan 27 te De Lier, Aqua-Terra Nova, 216132/AQT 301 b FF/JM, 5 december 2016; - Ecologisch onderzoek Sportlaan 27 te De Lier, Aqua-Terra Nova, 216132/AQT 302a FF/ML, 16 november 2017; - Ecologisch werkprotocoi Sportlaan 27 te De Lier, Aqua-Terra Nova, 216132/AQT 303a FF/ML, 24 november 2017; Notitie ontheffingsaanvraag Sportlaan 27 te De Lier, Aqua-Terra Nova, 216132/AQT304FF/ML, 13 december 2017; Ruimtelijk ontwikkelingskader De Lier 2020, Gemeente Westland, juli 2009; Kamer van Koophandel uittreksel t.b.v. Gentlemen Development B.V. en Aristocrat Holding B.V.; Machtiging van Aqua-Terra Nova B.V. ondertekend door Cihan Bugdaci van Gentlemen Development B.V.; Technical error service provider (KPN). Op 9 februari 2018 hebben wij de volgende aanvullende gegevens ontvangen: - Verzoek aanvullingen Sportlaan te De Lier, Aqua-Terra Nova, 216132/AQT201 FF/ML, 8 februari 2018. Op 22 februari 2018 hebben wij de volgende aanvullende gegevens ontvangen: Beantwoording aanvullende vragen (e-mailbericht), Aqua-Terra Nova. Op 26 februari 2018 hebben wij de volgende aanvullende gegevens ontvangen: Ontwerp en sociale veiligheid Eindrapportage Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VROM, Universiteit Leiden: Erika van Gemerden en Henk Staats, juli 2016.; Sportlaan 27 De Lier vastgesteld, Gebiedsvisie. Procedure Titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.1 van de Wnb zijn toegepast op deze beschikking. Doordat de aangeleverde gegevens onvolledig waren, is de procedure op 31 januari 2018 opgeschort en is verzocht om aanvullende gegevens. 5/9

De procedure is op 26 februari 2018 hervat. Bevoegd gezag omgevingsdienst Het project wordt gerealiseerd dan wel verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in artikel 1.3 van de Wnb zijn wij bevoegd gezag voor de beoordeling van de aanvraag. Toetsingskader en grondslag beschikking De aanvraag is getoetst aan de artikelen 3.5 en 3.8 van de Wnb en de Beleidsregel uitvoering natuurwetgeving Zuid-Holland (verder: de beleidsregel). De gewone dwergvleermuis is een van nature in Nederiand in het wild levende soort genoemd in bijlage IV, onderdeel a, van de Habitatrichtlijn. Op grond van artikel 3.5 van de Wnb is het verboden: - de gewone dwergvleermuis opzettelijk te verstoren; - voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis te beschadigen of te vernielen. Op grond van artikel 3.8, vijfde lid, van de Wnb wordt een ontheffing slechts verieend indien: - er geen andere bevredigende oplossing bestaat; - de ontheffing nodig is omdat een van de belangen genoemd in artikel 3.8, vijfde lid onder b, van de Wnb aan de orde is; en - de maatregelen niet leiden tot verslechtering van de staat van instandhouding van de soort. Beoordeling Aanvraag De initiatiefnemer is voornemens het plangebied her in te richten. Het onderhavige project betreft de voorgenomen sloop van de bibliotheek en de realisatie van zeven nieuwbouwwoningen aan de Sportlaan 27 te De Lier. De wilg aan het water blijft behouden. De sloop van de bibliotheek en de start van de bouw staan voor maart 2018 gepland. Er zullen vier woningen worden gerealiseerd aan de noordzijde van het te behouden cafetaria en de drie woningen aan de zuidzijde hiervan. De nieuwbouw wordt afgerond eind 2018/begin 2019. Overtreding verbodsbepaling(en) Om te bepalen of er sprake is van overtreding van de Wnb is er in 2016 en 2017 onderzoek verricht naar de aanwezigheid van vieermuizen in het plangebied. Naast de quickscan die in februari 2016 is uitgevoerd, is een aanvullend onderzoek in 2017 gedaan naar het voorkomen van vieermuizen. Op voorhand zijn delen van het plangebied uitgesloten op grond van geschiktheid; ontbreken van verblijfmogelijkheden enlof laag dak met veel straatveriichting. Gedurende het onderzoek naar kraam- en zomerverblijfplaatsen heeft een extra veldbezoek plaatsgevonden. Tijdens de paarperiode bedroeg het veldbezoek eenmaal 1,5 uur in plaats van 2 uur, aangezien de functies reeds waren vastgesteld in de omgeving van het plangebied. Naast het plangebied zijn vier zomer- en baltsverblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis aan de Sportlaan 31 vastgesteld. Uit het onderzoek bleek dat het plangebied geen deel uit maakt van een essentieel foerageergebied of essentiele vliegroute van vieermuizen. Het onderzoek is conform het VIeermuisprotocol 2017 uitgevoerd. Hiermee zijn wij van mening dat de onderzoeksinspanning voldoende is geweest om de functionaliteit voor vieermuizen te bepalen. De gewone dwergvleermuis is in het plangebied aangetroffen. Er is een zomerverblijfplaats van een solitaire gewone dwergvleermuis aan de Sportlaan 27 vastgesteld. Door het slopen van de bibliotheek gaat een zomerverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis aan de westzijde van het pand verioren. Daarnaast kunnen vieermuizen worden verstoord tijdens de 6/9

werkzaamheden. Negatieve effecten (zoals licht, trillingen, geluid) op de verblijfplaatsen aan de Sportlaan 31 worden uitgesloten. Het vernietigen van de bovengenoemde verblijfplaats van de gewone dwergvleermuis en het verstoren van individuen van de gewone dwergvleermuis leidt ertoe dat de in artikel 3.5, tweede en vierde lid, van de Wnb genoemde verboden worden overtreden. Voorgestelde maatregelen Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de gewone dwergvleermuis tot een minimum te beperken worden maatregelen zoals beschreven in hoofdstuk 4 van het ecologische werkprotocoi van 24 november 2017 voorgesteld. Beoordeling functionaliteit verblijfplaatsen; staat van instandhouding Als gevolg van de sloopwerkzaamheden gaat een zomerverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis verioren. In december 2017 zijn er vier vieermuiskasten aan de cafetaria gehangen, zoals weergegeven in figuur 4.1 van het ecologische werkprotocoi. De gewenningsperiode van minimaal 3 maanden is niet gehanteerd (waarbij alleen de maanden april tot en met oktober meetellen) waarin de soort in staat is om de nieuwe verblijfplaatsen te vinden en te inspecteren omdat ze niet in winterrust zijn. De cafetaria betreft echter wel hetzelfde pand, waardoor de vindbaarheid van de tijdelijke mitigatie wordt vergroot. De locatie bevindt zich dus grenzend aan het plangebied, waardoor de tijdelijke mitigatie niet buiten de invloedsfeer van de werkzaamheden blijft. Verstoring van de getroffen tijdelijke mitigatie door geluid en trillingen is dan ook aannemelijk. Verstoring door veriichting wordt in de actieve periode voorkomen door de werkzaamheden uit te voeren bij daglicht. Ter vervanging van een zomerverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis biedt de directe omgeving, naast de aangeboden tijdelijke vieermuiskasten, echter voldoende alternatieven in de vorm van spouwmuren, boeiboorden en betimmering in en op de woningen, welke voldoende geschikt en beschikbaar worden geacht. In de permanente situatie worden voldoende geschikte alternatieven gerealiseerd in de vorm van ruimte achter het dakbeschot, over de gehele lengte van de gevels van de zeven nieuwbouw woningen, welke toegankelijk wordt gehouden voor de soort. De veriichting wijzigt niet ten opzichte van de huidige situatie, waarmee een toename van veriichting op de achteriiggende waterplas wordt voorkomen. De zeven woningen zijn geschikt als zomerverblijfplaats voor de gewone dwergvleermuis. In de omgeving van het plangebied is bebouwing aanwezig waar de gewone dwergvleermuis tijdelijk naar kan uitwijken gedurende de uitvoering van de werkzaamheden. Daarmee is er sprake van slechts een tijdelijk negatief effect op de gewone dwergvleermuis. Het is aannemelijk dat de soort in het plangebied aanwezig blijft. Voor het verdwijnen van een zomerverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis worden vier tijdelijke kasten aangebracht. Van belang is dat deze kasten worden aangemeld bij www.vleermuiskasten.nl. Op deze wijze komt meer inzicht waar kasten zijn geplaatst. Wij hebben deze verplichting in voorschrift 5 opgenomen De tijdelijke vieermuiskasten moeten functioneel zijn voor de periode waarvoor deze worden ingezet. Dit houdt in dat de kasten minimaal Ix per jaar worden gecontroleerd op de functie waarvoor deze zijn aangebracht. Indien blijkt dat de kasten niet meer functioneel zijn, bijvoorbeeld omdat de vliegopening niet meer bereikbaar is als gevolg van obstakels, of omdat de kast dusdanig vervuild is dat deze niet gebruikt wordt, of omdat door nieuwe lichtbronnen de kast niet gebruikt wordt, dient er voor gezorgd te worden dat de kast weer functioneel is. Wij hebben dit in voorschrift 6 opgenomen. Indien de tijdelijke vieermuiskasten worden verwijderd, dient de uitvoering hiervan plaats te vinden na de gewenningsperiode van de permanente mitigatie. Dit betekent dat gedurende een periode van drie maanden in de actieve periode van de gewone dwergvleermuis zowel de tijdelijke kasten als de permanente alternatieven aanwezig moeten zijn. Wij hebben dit in de ontheffing opgenomen onder voorschrift 7. Op grond van het vorenstaande zijn wij van mening dat de maatregelen, met inachtneming van de voorschriften, voldoende zijn om negatieve effecten te voorkomen dan wel tot een minimum te beperken en 7/9

dat de sloop- en bouwwerkzaamheden niet leiden tot verslechtering van de instandhouding van de gewone dwergvleermuis. Ecologisch werkprotocoi De werkzaamheden en de wijze waarop de maatregelen worden uitgevoerd dienen in een ecologisch werkprotocoi te worden opgenomen en dit protocol dient op de locatie aanwezig te zijn waardoor de zorgvuldige uitvoering van het werk is gegarandeerd. We hebben dit in voorschrift 2 van de ontheffing opgenomen. Belangenonderbouwing De ontheffing is aangevraagd op grond van de belangen 'Volksgezondheid of de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten'. De bibliotheek staat sinds halverwege 2017 leeg. In het pand was asbest aanwezig, welke reeds is verwijderd. Het pand is in de huidige staat niet bruikbaar door de verouderde, slechte staat en de asbest die uit het pand gesaneerd is, waardoor renovatie of sloop onvermijdelijk is. Daarnaast is er momenteel geen nieuwe bestemming voor het pand. De toegankelijkheid van het pand in combinatie met de onoverzichtelijke ruimte achter het pand vormen een risico voor (kraak en) veiligheid. Het rapport Ontwerp en sociale veiligheid Eindrapportage Onderzoek van het ministerie van VROM vermeldt op pagina 17: "Niet alleen de ontwerpkenmerken van de gebouwde omgeving spelen een rol met betrekking tot ongewenst en cnmineel gedrag maar ook de onderhoudstoestand, de snelheid waarmee winkels en woningen opnieuw worden verhuurd of verkocht, en het tempo waann lege terreinen nieuwe bestemmingen krijgen". De bibliotheek ligt binnen een woonwijk, waardoor leegstand een risico vormt voor de omgeving. Voor de directe omgeving van de voormalig bibliotheek is het van belang dat het leegstaande pand spoedig gesloopt wordt en een nieuwe bestemming krijgt. Deze bestemming is reeds volledig gereed en speelt in op efficient gebruik van ruimte in het bestaande stedelijke gebied. Deze inpassing sluit aan op doelstellingen uit het Regionaal structuurplan Haaglanden 2020. De bouw van zeven grondgebonden betaalbare koopwoningen (middeldure segment) binnen de kern van De Lier past binnen het ruimtelijk ontwikkelingskader. Dit blijkt ook uit de weergave waarin de gehele Sportlaan staat vermeld ten behoeve van nieuwbouwplannen. Gelet op het voorgaande zijn wij van oordeel dat het belang 'Volksgezondheid of de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten' voldoende onderbouwd is om de geringe (negatieve) effecten op de gewone dwergvleermuis, die als gevolg van de uitvoering van de activiteit zullen optreden, te rechtvaardigen. Aangezien het negatieve effect op de gewone dwergvleermuis van tijdelijke aard is en de werkzaamheden niet leiden tot een verslechtering van de staat van instandhouding van de soort zijn wij van oordeel dat het belang van de uitvoering van de werkzaamheden zwaarder weegt dan het belang van de gewone dwergvleermuis. Geen andere bevredigende oplossing Het project is locatie gebonden vanwege de sloop van bestaande bebouwing. Gezien de huidige tijdsgeest, waarin digitalisering en centralisatie de boventoon voeren, heeft de Stichting Bibliotheek Westland te kampen met een achterhaald aanbod van bibliotheken. Het pand staat dan ook sinds halverwege 2017 leeg. Renovatie of sloop is onvermijdelijk aangezien de voormalige bibliotheek in slechte staat verkeert, waarbij reeds asbest is gesaneerd. In beide gevallen wordt de aanwezige verblijfplaats van de gewone dwergvleermuis vernietigd en beschadigd. Gezien het specifieke karakter, de 'verouderde' hoedanigheid, zowel in technische als functionele zin, gebrek aan vraag aan dergelijk vastgoed en de ligging midden in een woonwijk is het niet mogelijk om een nieuwe maatschappelijke functie aan het pand te geven. Bij renovatie is het gebouw door de inrichting niet geschikt om er appartementen in te maken, waardoor gekozen is voor sloop van het pand. De nieuwbouwwoningen worden binnen een jaar gerealiseerd. 8/9

Gelet op de noodzaak en wijze van uitvoering zijn wij van mening dat er geen andere bevredigende oplossing voorhanden is. Door de gekozen wijze en periode van uitvoering, wordt schade aan de gewone dwergvleermuis zoveel mogelijk voorkomen. Er is voldoende aangetoond dat er geen andere bevredigende oplossing voorhanden is. Conclusie Op grond van het vorenstaande kan de gevraagde ontheffing op grond van artikel 3.8 van de Wnb worden verieend. 9/9