Onderwerp Voorstel van de wet tot wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvootschtiften en

Vergelijkbare documenten
Ons kenmerk z Onderwerp Verzoek om wetgevingsadvies onderdelen Wijzigingswet financiële markten 2018

Ons kenmerk. Uw briefvan 22 februari Contactpersoon

Ons kenmerk z Contactpersoon

Ons kenmerk z

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ons kenmerk z Onderwerp Adviesaanvraag nota van wijziging bij wetsvoorstel register onderwijsdeelnemers

Na artikel 5b van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften wordt een artikel ingevoegd, luidende:

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG

Ons kenmerk z Contactpersoon

Na artikel 5b van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften wordt een artikel ingevoegd, luidende:

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Wetgevingsadvies - wetsvoorstel actualisering deugdelijkheidseisen funderend onderwijs

31 mei 2012 z

Ons kennnerl< Contactpersoon

Ons kenmerk z Contactpersoon

Ons kenmerk z Contactpersoon Onderwerp Wetgevingsadvies Wet wijziging financieringsstelsel kinderopvang

Ons kenmerk z Contactpersoon

Ons kenmerk z Contactpersoon

Ons kenmerk z Onderwerp Verzoek om wetgevingsadvies - Wijziging van de Aanpassingswet studiefinanciering BES

Datum Ons kenmerk Uw brief van 1 november 2017 z september Contactpersoon. Uw kenmerk

Ons kenmerk z Contactpersoon

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 1 en 2 nieuwe Wetboek van Strafvordering

Ons kenmerk z

de minister van Economische Zaken, de heer mr L.J. Brinkhorst Postbus EC Den Haag Ministeriële regeling afsluitingen

Ons kenmerk z Contactpersoon

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Ons kenmerk z Contactpersoon

Ons kenmerk z Contactpersoon

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Toetsmodel Gegevensbeschermingseffectbeoordeling Rijksdienst

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1

Ons kenmerk z Onderwerp Advies concept besluit verplichte geestelijke gezondheidszorg

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advisering ontwerpbesluit onderzoek in een geautomatiseerd werk

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 13 juni Rapportnummer: 2012/101

Ook zet het CBP vraagtekens bij de noodzaak voor het van toepassing verklaren van het gehele hoofdstuk VIII van de AWBZ.

het Ministerie van Infrastructuur en Milieu Hoofddirectie bestuurlijke en juridische zaken Postbus EX DEN HAAG

Ons kenmerk z Onderwerp Wetgevingsadvies Tijdelijk besluit experiment vervroegde inzet no-risk polis

Ons kenmerk z

Ons kenmerk z Contactpersoon

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ons kenmerk z

De voorgestelde wijziging in artikel I B geven het CBP aanleiding tot het maken van de volgende op- en aanmerkingen.

Ons kenmerk z Contactpersoon

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wetgevingsadvies AMvB wijziging Besluit SUWI

Privacy op school in 10 stappen geregeld! Job Vos expert privacy en uitwisseling leerlinggegevens - Kennisnet

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wijziging in SZW wetgeving

Ons kenmerk z Contactpersoon

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ons kenmerk z

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ons kenmerk z Contactpersoon

De voorgestelde wijzigingen hebben betrekking op de volgende onderwerpen.

Ministerie van Veiligheid en Justitie DATUM 19 februari 2015 T.a.v. de heer 1W. Opstelten ONS KENMERK z EH DEN HAAG

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073

Gelet op de adviesaanvraag van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ontvangen op 21 juni 2018;

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel

No.W /III 's-gravenhage, 23 juni 2011

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2016 (OR. en)

Privacy en gegevensbescherming in relatie tot geo-informatie. Dr. Colette Cuijpers

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn. Advies conceptwijziging Besluit gebruik BSN in de zorg

De minister voor Wonen en Rijksdienst. Postbus XP Den Haag. Geachte,

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Het nieuwe Europese raamwerk bescherming persoonsgegevens in Europa en België/Vlaanderen. Willem Debeuckelaere WVG Colloquium gegevensindeling

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Advies wetsvoorstel gebruik camerabeelden en meldplicht datalekken.

Het nieuwe Europese raamwerk bescherming persoonsgegevens in Europa en België/Vlaanderen

Op voornoemde verplichting tot schoolbezoek kent de Lpw - onder meer - de volgende uitzonderingen:

Een onderzoek naar het gebruik van een bodycam/pda door een BOA van de gemeente Maastricht.

I A VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opsteken Postbus EH DEN HAAG

Ons kenmerk z Contactpersoon

Ons tenmert z

Rapport. Datum: 4 mei 2007 Rapportnummer: 2007/086

Gelet op artikel 2.14, tweede lid, onderdeel a, van de Wet studiefinanciering 2000;

Met deze brief voldoet het CBP aan uw verzoek. In dit advies zullen beide voorstellen in onderlinge samenhang worden behandeld.

De Minister van Justitie

Kennedy Van der Laan. Dhr. R. Paping. H.H. de Vries. Nederlandse Woonbond / Privacy. 6 maart /HVR/792435

Wegwijzer: Europese richtlijn gegevensbescherming opsporing en vervolging (EU) 2016/680

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Artikel 1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

jeugdbescherming (CO-A )

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies over het wetsvoorstel centraal aandeelhoudersregister

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2

15730/14 ver/ons/hw 1 DG D 2C

De minister van Justitie en Veiligheid dr. mr. F.B.J. Grapperhaus Postbus EH Den Haag. Datum: 25 april Inhoud van de brief

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

Rapport. Rapport over een klacht over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Amsterdam. Datum: 5 juni Rapportnummer: 2012/0094

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

======================================================== 1 Raadsbesluit 2009/371/JBZ, PbEU L 121/37

Ministerie van Veiligheid en Justide

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Datum 16 Juni 2014 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over het bericht dat politie particuliere data plundert

No.W /III 's-gravenhage, 21 augustus 2015

Het College bescherming persoonsgegevens mr. W.B.M. Tomesen Postbus AJ Den Haag

De Minister van Financiën. Wetgevingsadvies - Wet gebruik BSN in de financiële sector

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29; Advies nr 34/2016 van 29 juni 2016

verklaring omtrent rechtmatigheid

Transcriptie:

_-(ij PERSOONSG EG EVEN S Aangetekend Aan de Minister van Veiligheid en Justitie De heet drs. S.A.Blok 0 Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Autoriteit Persoonsgegevens Postbus93374,2509AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg3o, 2594AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.ni Uw brief van 2 mei 2017 Contactnprr Uw kenmerk Onderwerp Voorstel van de wet tot wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvootschtiften en de Wet Justitiele en strafvorderlijke gegevens in verband met het verstrekken van gegevens over personen met diplomatieke immuniteit die verkeersovetredingen hebben begaan. Geachte heer Blok, Bij brief van 2 mei2017 heeft u de Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP) op grond van het bepaalde in artikel 51, tweede lid van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) gevraagd te adviseren op het conceptwetsvoorstel tot wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens ÇWjs in verband met het verstrekken van gegevens over personen met diplomatieke immuniteit die verkeersovertredingen begaan (hierna: het conceptwetsvoorstel). Achtergrond Het conceptwetsvoorstel geeft het Centraal Justitieel Incassobureau (CJlB) de mogelijkheid om namens het Openbaar Ministerie persoonsgegevens te verstrekken aan de Minister van Buitenlandse Zaken (hierna: de Minister) met betrekking tot personen die immuniteit genieten op grond van het volkenrecht, zogeheten personen met diplomatieke immuniteit. Het betreft gegevens ten aanzien van verkeersgerelateerde en - strafrechtgerelateerde overtredingen op kenteken. Op26 september 2014 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (het Hof) in zijn uitspraak1 geoordeeld dat het in strijd is met internationaal recht om een administratieve boete op te leggen aan personen met diplomatieke immuniteit. Deze uitspraak zette een streep door de tot dan toe bestaande praktijk. Die praktijk 1ECLI:NL:GHARL20147398. 1

1 ) Ce?, 4: PERSOONSGEGEVENS bestond eruit om personen met diplomatieke immuniteit in het geval van verkeersovertredingen op kenteken een boetebeschikking te sturen, maar geen gebruik te maken van dwang bij de inning van de boete. Nu het op basis van de uitspraak van het Hof niet meer mogelijk is om aan personen met diplomatieke immuniteit een verkeersboete op te leggen, beoogt het wetsvoorstel om naleving van de verkeersregels door deze personen op een andere manier te bevorderen. De naleving wordt aangemoedigd, aldus de Memorie van Toelichting (toelichting), door bij een geconstateerde verkeersovertreding op kenteken degenen met diplomatieke immuniteit een notificatiebriefte sturen namens de Minister. De brief wordt verzonden door het CJIB. In die brief wordt er op gewezen wanneer en op welke wijze de Nederlandse wet is overtreden. Tevens legt de brief uit dat personen zonder diplomatieke immuniteit in dezelfde situatie een boete opgelegd zouden krijgen. De brief vermeldt daarnaast de hoogte van het boetebedrag én nodigt de geadresseerde uit om het bedrag te betalen. Inhoud conceptwetsvoorstel Het voorgestelde artikel 5c van de Wahv creëert voor het Openbaar Ministerie een grondslag om, via het CJIB, gegevens van personen met diplomatieke immuniteit, te verstrekken aan de Minister indien zij een verkeersgerelateerde overtreding op kenteken hebben begaan. Het voorgestelde artikel 39e, (nieuwe) derde lid, van de Wjsg beoogt volgens de toelichting een grondsiagte creëren voor het College van procureurs-generaal om, via het CJlB, gegevens van personen met een diplomatieke immuniteit te verstrekken aan de Minister indien zij een strafrechtgerelateerde overtreding op kenteken begaan. Een strafrechtgerelateerde overtreding kan bestaan uit een overtreding zoals de overschrijding van de maximum snelheid op autosnelwegen met 40 km/h. De gegevens worden aan de Minister verstrekt ten behoeve van het versturen van een notificatie aan de kentekenhouder. Beoordeling Wetsvoorstellen dienen te voldoen aan artikel 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (Handvest), artikel 16.van Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en artikel 10 van de Grondwet. Voor wat betreft het voorgestelde artikel 5c van de Wahv moet tevens getoetst worden aan de Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, waarvan de Wbp een uitwerking is. Artikel 8 van het Handvest bepaalt onder meer dat persoonsgegevens eerlijk en voor bepaalde doeleinden moeten worden verwerkt, en met toestemming van de betrokkene of op basis van een andere gerechtvaardigde grondslag waarin de wet voorziet. Artikel i6 VWEU bepaalt dat eenieder in de Europese Unie recht heeft op bescherming van zijn persoonsgegevens. 0p grond van artikel 8 EVRM is geen inmenging 2/5

--1!. a -, -.. PERSOONSGEGEVENS,,- r-) t) van enig openbaar gezag toegestaan in de uitoefening van het recht op respect voor zijn privéleven, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Artikel 10, eerste lid,.van de Grondwet bepaalt dat een ieder recht heeft op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen. Bij de toepassing van dein voornoemde grondrechtbepalingen opgenomen beperkingsclausules spelen het propoftionaliteits- en het subsidiariteitsbeginsel een belangrijke rol? Deze beginseten volgen uit het woord noodzakelijk zoals opgenomen in elk van de bovengenoemde grondslagen. Het propofti6naliteitsbeginsel houdt in dat de inbreuken op de belangen van de bij de verwerking van persoonsgegevens betrokkene niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot het met de verwerking te dienen doel.3 Ingevolge het subsidiariteitsbeginsel dient het doel waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt niet op een andere, voor de bij de verwerking van persoonsgegevens betrokkene minder nadelige, wijze te kunnen worden verwerkelijkt.4 Verstrekken en verwerking van de persoonsgegevens De toelichting op het conceptwetsvoorstel van beide artikelen vermeldt dat de gegevens van personen met diplomatieke immuniteit die een overtreding op kenteken hebben begaan, verstrekt worden aan de Minister door het CJIB. Vervolgens stuurt het CJIB namens de Minister een notificatiebrief aan de kentekenhouder. Hoewel in de toelichting wordt ingegaan op de noodzaak van het sturen van een notificatiebrief in het geval een persoon met diplomatieke immuniteit een verkeers of strafrechtgerelateerde overtreding op kenteken heeft begaan, blijkt uit de toelichting niet dat voor het verstrekken van de gegevens aan dé Minister en voor de verwerking van de gegevens door de Minister is beoordeeld of aan het proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel wordt voldaan. Artike/5c Wahv Van belang in het kader van het voorgestelde artikel 5c Wahv is, dat het is in beginsel op grond van artikel 16 Wbp verboden is om strafrechtelijke persoonsgegevens te verwerken. Hierop bestaan uitzonderingen neergelegd in onder andere artikel 23, eerste lid, onderdeel f, Wbp. Het verbod geldt op grond van dit artikel niet indien de verwerking noodzakelijk is met het oog op een zwaarwegend algemeen belang, er passende waarborgen worden geboden om de gegevens te beschermen en dit bij wet wordt bepaald. De AP adviseert om bij de onderbouwing in de toelichting van artikel 5c Wahv in te gaan op de vraag waarom het noodzakelijk is voor het CJIB om de persoonsgegevenste verstrekken aan de Minister en waarom verwerking van de gegevens door de Minister noodzakelijk is, gelet op het feit dat de notificatiebrief verstuurd wordt door het CJIB. In het verlengde daarvan mist de AP een afwegingwaaruit blijkt dat de inbreuk op de privacybelangen van de bij deze verstrekking en verwerking van persoonsgegevens van dusdanig 2Kamerstukken 111997/98,25892, nr. 3. p. 8. Kamerstukken 11 1997/98,2 892, nr. 3, p. 8. Kamerstukken 111997/98,25892, nr. 3, p. 8-9. 3/5

-i PERSOONSGEGEVENS c: - ci zwaarwegend algemeen belang zijn dat de inbreuk niet onevenredig is in verhouding tot het met de verwerking te dienen doel. De AP merkt verder op dat het voorgestelde artikel 5c Wahv niet voorziet in een wettelijke grondslag voor de ontvangst van de gegevens door de Minister. De AP adviseert om bij voorkeur een wettelijke grondslag te creëren voor de ontvangst van de gegevens door de Minister en om nader te onderbouwen welk zwaarwegend belang ten grondslag ligt aan de verwerking van de gegevens door de Minister. Attike/39 e //d3 Wjsg De AP adviseert om bij de onderbouwing in de toelichting van artikel 39 e lid 3 Wjsg in te gaan op de vraag waarom het noodzakelijk is voor het CjIBom de persoonsgegevens te verstrekken aan de Minister en op de noodzaak voor de ontvangst van de persoonsgegevens door de Minister, gelet op het feit dat de notificatiebrief verstuurd wordt door het Cjl B. De AP mist tevens een afwegingwaaruit blijkt dat de inbreuk op de privacybelangen van de bij deze verwerking van persoonsgegevens betrokkene niet onevenredig is in verhouding tot het met de verwerking te dienen doel. Het nieuwe artikel 39e lid 3 Wsg bepaalt dat het College van procureurs-generaal strahiorderlijke gegevens kan verstrekken aan de Minister ten behoeve van het versturen van notificaties. De AP merkt op dat uit de tekst van het artikel, anders dan uit de toelichting, niet blijkt dat het alleen gaat om het verstrekken van gegevens van personen met diplomatieke immuniteit die een verkeersovertreding op kenteken hebben begaan. De AP adviseert om Uitte verduidelijken in de wettekst. Dictum De AP adviseert u aan het vorenstaande op passende wijze aandacht te schenken. Tot slot wil de AP u nog op het volgende wijzen. Tot slot wil de AP u nog op het volgende wijzen. Zoals ook vermeld in de Memorie van Toelichting van het conceptwetsvoorstel is vanaf 25 mei 2018 de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van toepassing. Uw voorstel is door de AP reeds aan de AVG getoetst en de toets aan de AVG leidt thans niet tot een ander oordeel dan énder de huidige Wbp. In dat kader acht de AP het echter wel van belang het volgende op te merken. De AVG beoogt in de gehele Europese Unie een uniforme toepassing van de regels inzake bescherming van de grondrechten en de fundamentele vrijheden van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens te bewerkstelligen. Hiertoe is het onder meer noodzakelijk dat de toezichthoudende autoriteiten in de lidstaten van de EU gezamenlijk bijdragen aan de ontwikkeling van een uniforme uitleg van bepalingen van de AVG. Gelet op de omstandigheid dat de AVG pas vanaf 25 mei 2018 van toepassing is, kunnen inzichten met betrekking tot de toepassing van de AVG door bijvoorbeeld benodigde afstemming met andere toezichthouders in de toekomst invloed hebben op het oordeel van de AP. In mei 2016 is de Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27april2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/)BZ van de Raad (hierna: de Richtlijn gegevensbescherming Politie Ef 4/5

!- -.j -I PERSOONSGEGEVENS 4:. Justitie) door het Europees Parlement en de Raad aangenomen, deze richtlijn moet uiterlijk in mei2018 in de nationale wetgeving zijn geïmplementeerd. In haar advies d.d. april 2017 ten aanzienvan het wetsvoorstel inzake de implementatie van het wetsvoorstel van de Richtlijn (EU) 2076/680 heeft de AP aangegeven dat uit het wetsvoorstel niet geheel duidelijk is ofwahv-overtredingen önder toepassing vallen van de Richtlijn. Gelet op deze omstandigheid kunnen inzichten met betrekking tot de Richtlijn (EU) 2016/680 in de toekomst mogelijkerwijs invloed hebben op het huidige oordeel van AP. De AP heeft bij haar toetsing eventuele aanpassingen in (nadere) wetgeving en procedures die nodig zijn als gevolgvan het van kracht worden van de Richtlijn buiten beschouwing gelaten. Wij adviseren u voorts om bij het opstellen van nieuwe wet- en regelgeving geen bepalingen op te nemen die een juiste toepassing en verwezenlijking van de werking van de AVG en, voorzover van toepassing, EU richtlijn 2016/680 in gevaar kunnen brengen. Hoogachtend, Autoriteit persoonsgegevens, 5/5