Hoe gaat het met de kinderen in regio IJsselland?

Vergelijkbare documenten
Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Zwolle

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Hardenberg

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Raalte

Tabellenboek kindermonitor regio Noord- en Oost-Gelderland

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Deventer

Tabellenboek kindermonitor regio Achterhoek

Tabellenboek kindermonitor regio Noord-Veluwe

Tabellenboek kindermonitor regio Midden-IJssel/Oost-Veluwe

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Olst-Wijhe

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Ommen

Tabellenboek kindermonitor gemeente Oldebroek

Tabellenboek kindermonitor gemeente Voorst

Tabellenboek kindermonitor gemeente Zutphen

Tabellenboek kindermonitor gemeente Hattem

Tabellenboek kindermonitor gemeente Heerde

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Kampen

Tabellenboek kindermonitor gemeente Nunspeet

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Tabellenboek kindermonitor gemeenten Hattem en Heerde

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Tabellenboek kindermonitor gemeente Winterswijk

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Hoe gezond zijn de inwoners van Deventer? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Ommen? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

= laag opl niveau is geen onderwijs tm mavo; = midden opl niveau is mbo, havo en vwo; = hoog opl niveau is hbo en wo. ***

Hoe gezond zijn de inwoners van Hardenberg? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Gemeente Westervoort. Tabellenboek Kindermonitor 2009

Aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar voor analyse

Tabellenboek Kindermonitor Gemeente Renkum

Tabellenboek Kindermonitor Gemeente Nijkerk

Gemeente Arnhem. Tabellenboek Kindermonitor 2009

Presikhaaf Arnhem. Tabellenboek Kindermonitor 2009

Tabellenboek Kindermonitor Gemeente Scherpenzeel

Tabellenboek Kindermonitor Gemeente Wageningen

Totaal Totaal Totaal Aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar voor analyse

Tabellenboek kindermonitor regio Noord- en Oost-Gelderland GGD Noord- en Oost-Gelderland, juni 2014

Jeugdmonitor 0-11 jaar

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Rozendaal

Jeugdmonitor 0-11 jaar Eersel

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Lingewaard

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Wageningen

8 t/m 11 jaar Jongen Meisje SES Laag. SES Midden SES Hoog Totaal

Wijchen. 4 t/m 7 jaar. SES Midden SES Hoog Totaal t/m 11 jaar SES Laag

Nijmegen. 4 t/m 7 jaar. SES Midden SES Hoog Totaal t/m 11 jaar SES Laag

Berg en Dal. 4 t/m 7 jaar. SES Midden SES Hoog Totaal t/m 11 jaar SES Laag.

Tiel. 4 t/m 7 jaar. SES Midden SES Hoog Totaal t/m 11 jaar SES Laag. Tiel

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

aantal correct ingevulde vragenlijsten,bruikbaar voor analyse regio Nijmegen 2009 regio Nijmegen 8 t/m 11 jaar Jongen Meisje SES Laag

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Renkum

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Overbetuwe

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Rijnwaarden

Purmerend Team Epidemiologie Monique Heemskerk

Jeugdmonitor 0-11 jaar

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Regio Gelderland Midden

Jeugdmonitor 0-11 jaar

Zaltbommel. 4 t/m 7 jaar. SES Midden SES Hoog Totaal t/m 11 jaar SES Laag.

Geldermalsen. 4 t/m 7 jaar. SES Midden SES Hoog Totaal t/m 11 jaar SES Laag.

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Doesburg

4 t/m 7 jaar. 8 t/m 11 jaar SES Laag. SES Midden SES Hoog Totaal

Jeugdmonitor 0-11 jaar

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Duiven

Tabellenboek kindermonitor gemeente Nunspeet GGD Noord- en Oost-Gelderland, juni 2014

Hoe gaat het met de gezondheid van de Utrechtse Jeugd?

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Zevenaar

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Nijkerk

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Westervoort

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Arnhem

Tabellenboek kindermonitor regio Midden-IJssel/Oost-Veluwe GGD Noord- en Oost-Gelderland, juni 2014

Tabellenboek kindermonitor gemeente Oude IJsselstreek GGD Noord- en Oost-Gelderland, juni 2014

Tabellenboek kindermonitor gemeente Oost Gelre GGD Noord- en Oost-Gelderland, juni 2014

Tabellenboek kindermonitor gemeente Aalten GGD Noord- en Oost-Gelderland, juni 2014

Deventer. Tabellenboek. Kindermonitor jarigen

Ommen. Tabellenboek. Kindermonitor jarigen

Jeugdmonitor 0-11 jaar

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Ede

Tabellenboek kindermonitor regio Achterhoek GGD Noord- en Oost-Gelderland, juni 2014

Jeugdmonitor 0-11 jaar

Tabellenboek kindermonitor gemeente Hattem GGD Noord- en Oost-Gelderland, juni 2014

Tabellenboek kindermonitor gemeente Epe GGD Noord- en Oost-Gelderland, juni 2014

Tabellenboek kindermonitor gemeente Heerde GGD Noord- en Oost-Gelderland, juni 2014

Tabellenboek kindermonitor gemeente Doetinchem GGD Noord- en Oost-Gelderland, juni 2014

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

E U RN E 86% Het kind voelde zich de afgelopen 3 maanden. (heel) blij 20% Het kind heeft één of meer. Gewicht (vanaf 2 jaar) ondergewicht

Raalte. Tabellenboek. Kindermonitor jarigen

Olst-Wijhe. Tabellenboek. Kindermonitor jarigen

Hardenberg. Tabellenboek. Kindermonitor jarigen

Transcriptie:

Hoe gaat het met de kinderen in regio IJsselland? Kindermonitor 2017-2018 PSYCHISCHE GEZONDHEID MEDIAGEBRUIK OPVOEDING GEZONDHEIDSZORG SLAPEN LEEFSTIJL

Steenwijkerland Kampen Zwartewaterland Zwolle Staphorst Dalfsen Ommen Hardenberg Moeite met rondkomen Acht procent van de ouders heeft aangegeven moeite te hebben om financieel rond te komen, 27% heeft geen moeite met rondkomen, maar moet wel letten op de uitgaven. Moeite met rondkomen speelt niet alleen, maar wel voornamelijk, bij mensen met een laag opleidingsniveau. Onder mensen met een laag opleidingsniveau heeft 16% moeite met rondkomen, onder de hoogopgeleiden is dit 5%. Sinds 2013 is het percentage ouders met een laag opleidingsniveau en het percentage ouders dat moeite heeft met rondkomen afgenomen. Daarbij zijn een aantal gevolgen van geldgebrek ook afgenomen, namelijk het niet op vakantie gaan of dagjes uit kunnen en onder 4-12 jarigen ook het geen lid kunnen zijn van een club of vereniging (zoals toneel, muziek en knutselen). Raalte GGD IJsselland verzamelt jaarlijks gegevens over de Olst-Wijhe gezondheid van inwoners. De GGD presenteert deze gegevens in zogenaamde gezondheidsmonitoren. Elk Gevolgen van geldgebrek Deventer jaar is een andere leeftijdscategorie aan de beurt. In het Niet op vakantie of dagjes uit kunnen 11 % schooljaar 2017/2018 is de kindermonitor uitgevoerd. Met deze kindermonitor is de gezondheidssituatie van Spanningen in het gezin 7 % de kinderen uit gemeenten in de regio IJsselland in kaart gebracht. Hiermee kan het regionaal en lokaal gezondheids- en jeugdbeleid onderbouwd worden. Kind (4-12 jaar) kan geen lid van een club of vereniging zijn (zoals toneel, muziek, knutselen) 6 % Deze kindermonitor bestaat uit verschillende onderdelen: Kind (4-12 jaar) kan geen lid van een sportclub of sportvereniging zijn 3 % vragenlijstonderzoek panelonderzoeken focusgroep gesprekken en interviews Kind (o-4 jaar) kan niet naar de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf 3 % Gezondheid Vragenlijst onderzoek 7.448 ouders hebben een vragenlijst ingevuld over de gezondheid van hun kind (0-12 jaar). Hiermee is informatie verzameld over 2.925 kinderen van 0-4 jaar, 2.252 kinderen van 4-8 jaar en 2.271 kinderen van 8-12 jaar. Thuissituatie Thuissituatie Gezinssamenstelling Vader en moeder 90 % Co-ouderschap 2 % Moeder en partner 2 % Alleen bij moeder 4 % (Echt)scheiding meegemaakt 7 % Opleidingsniveau ouders Laag 14 % Midden 50 % Hoog 36 % Ervaren gezondheid Het overgrote deel van de ouders (97%) vindt dat hun kind een (zeer) goede gezondheid heeft. In de vier schoolweken voorafgaand aan het onderzoek is 27% van de 4-12 jarigen wegens ziekte niet naar school gegaan. Het verzuim duurde meestal 1 of 2 dagen. Huisartsenbezoek Tweeëntwintig procent van de ouders heeft de afgelopen 2 maanden voor hun kind contact gehad met de huisarts. Bij kinderen van 0-4 jaar is dit 32% en bij kinderen van 4-12 jaar 18%. Het percentage lag hoger bij gezinnen die (enige) moeite met rondkomen hebben en bij gezinnen met een midden opleiding. In de meeste gevallen ging het om eenmalig contact met de huisarts. Psychosociale gezondheid De score voor psychosociale gezondheid (bij kinderen van 4-12 jaar) is bepaald op basis van 25 vragen over onder andere gedrag, emotie en sociaal functioneren. Bij 79% van de kinderen zijn geen aanwijzingen voor psychosociale problemen. Elf procent heeft een grens score en bij is de score verhoogd wat wijst op een verhoogd risico op psychosociale problemen. 2 3

Psychosociale problemen Verhoogd risico op psychosociale problemen Pesten Gepest in afgelopen twee maanden 31 10 12 Er is een duidelijk verschil te zien als de score wordt uitgesplitst naar geslacht, opleiding van de ouders en het wel of geen moeite hebben met rondkomen. Jongens hebben vaker een verhoogde score dan meisjes. Ouders met een lage opleiding hebben vaker een kind met een verhoogde score dan ouders met een hoge opleiding en ouders die (enige) moeite hebben met rondkomen, hebben vaker een kind met een verhoogde score dan ouders die geen moeite hebben met rondkomen. 26 36 8 34 16 28 10 6 38 30 8 30 25 29 48 Totaal Jongens Meisjes Ouders met lage opleiding Ouders met midden opleiding Ouders met hoge opleiding Geen moeite met rondkomen (enige) moeite met rondkomen Kinderen met een verhoogde score op psychosociale gezondheid worden meer gepest, zijn vaker niet weerbaar, hebben vaker ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt (waarvan ze last ondervinden) en verzuimen vaker wegens ziekte. Totaal 4-8 jaar 8-12 jaar Jongens Meisjes Ouders met lage opleiding Ouders met midden opleiding Ouders met hoge opleiding Weerbaarheid Kinderen die weerbaar zijn, kunnen op een goede manier voor zichzelf opkomen. Ze kunnen hun grenzen aangeven en zoeken hulp wanneer dat nodig is. 93% van de ouders (van 4-12 jarigen) vindt hun kind weerbaar en 91% van de ouders geeft aan dat hun kind over zorgen of problemen met hen of iemand anders praat. Ouders met een lage opleiding vinden hun kind vaker niet weerbaar () dan ouders met hoge opleiding (6%). Ingrijpende gebeurtenissen Bijna de helft van de kinderen (46%) heeft een ingrijpende gebeurtenis meegemaakt. Veel voorkomende ingrijpende gebeurtenissen zijn: Het overlijden van een familielid of geliefd persoon (28%), Langdurige ziekte of handicap van een gezinslid (11%), Conflicten of ruzies binnen het gezin (). Van de kinderen die ooit een ingrijpende gebeurtenis hebben meegemaakt heeft een kwart daar nog zorgen of problemen door. Een langdurige ziekte of handicap bij het kind zelf (4%) en echtscheiding (7%) komen minder voor, maar dit zijn wel gebeurtenissen waar kinderen het meeste last van hebben (resp. 48% en 36%). Kinderen in een gezin met ouders met een lage opleiding hebben vaker minstens één ingrijpende gebeurtenis meegemaakt en hebben daar vaker nog problemen of zorgen van dan kinderen van ouders met een hoge opleiding. Mantelzorg Drie procent van de ouders van 8-12 jarigen geeft aan dat hun kind mantelzorg geeft. Van de kinderen die te maken hebben met een langdurige ziekte of handicap van een gezinslid en/of psychische problemen van één van de ouders, geeft 9% van de ouders aan dat hun kind mantelzorg geeft. Opvoeding Ervaren opvoeding Een groot deel van de ouders (44%) ervaart de opvoeding als (zeer) makkelijk. 5% ervaart de opvoeding van hun kind als (zeer) moeilijk. Ruim de helft van de ouders maakt zich weleens zorgen over hun kind. Veel voorkomende onderwerpen waar ouders zich weleens zorgen over maken: 0-4 jaar: eten (13%), luisteren/gehoorzamen (9%), slapen (9%) en gezondheid (7%). 4-12 jaar: faalangst (18%), angst en onzekerheid (18%), eten (11%), gehoorzamen/luisteren (11%) en gebruik van sociale media en gamen (). Voor de meeste onderwerpen maken ouders van oudere kinderen zich vaker zorgen dan ouders van jongere kinderen. Bij jongens hebben ouders vooral meer zorgen over pesten en luisteren/gehoorzamen dan bij meisjes. Veel ouders geven aan bepaalde zaken bij opvoeden lastig te vinden. De figuur hieronder geeft een overzicht. Geen moeite met rondkomen Wat is lastig bij opvoeden? (enige) moeite met rondkomen Geduld bewaren 36 % Ruim van de kinderen is in de afgelopen twee maanden gepest, meestal minder dan twee keer per maand. Kinderen die vaker worden gepest zijn kinderen van ouders met een laag opleidingsniveau, jongens, kinderen van 8-12 jaar en kinderen van ouders die (enige) moeite hebben met rondkomen. Vier procent van de kinderen wordt volgens de ouders wekelijks gepest. Pesten komt het meest voor op school: 27% van de kinderen is op school gepest, 5% in de buurt, 1% op de sportclub en minder dan 1% via internet, sociale media of WhatsApp. Ten opzichte van 2013 wordt er minder gepest. Ook het pesten op school is afgenomen. Consequent zijn Regels en grenzen stellen Op één lijn zitten met mijn partner Het gezellig houden met elkaar Seksuele voorlichting geven Ik vind opvoeden nooit lastig 2 % 12 % 17 % 18 % 19 % 33 % 4 5

Steun of hulp bij opvoeding Bijna een kwart van de ouders (23%) krijgt vaak of regelmatig steun of hulp van familie en bekenden bij het opvoeden. Vierennegentig procent vindt de hulp die zij krijgen voldoende. Vijf procent van de ouders zou wel meer hulp/steun willen krijgen. Ouders van jonge kinderen krijgen vaker steun (0-4 jaar: 29% vs. 8-12 jaar: 17%) en hoogopgeleide ouders ook: 17% van de ouders met een lage opleiding krijgt vaak/regelmatig steun en bij hoogopgeleiden is dat 28%. Veertien procent van de ouders had het afgelopen jaar behoefte aan deskundige hulp. De meest genoemde deskundigen zijn: psycholoog of pedagoog (5%), jeugdarts/ jeugdverpleegkundige (4%) en CJG/sociaal wijkteam (3%). Bij jongens hebben ouders vaker behoefte aan deskundige hulp. Verder neemt dit percentage toe met de leeftijd. Ook hebben ouders die moeite hebben met rondkomen vaker behoefte aan deskundige hulp. Het grootste deel heeft de gewenste hulp ook ontvangen: 79% heeft de hulp van de jeugdarts/jeugdverpleegkundige ontvangen, 66% kreeg de hulp van een psycholoog/ psychiater en 79% van het CJG/sociaal wijkteam. Voorlezen/lezen 51% van de kinderen wordt dagelijks voorgelezen door één van hun ouders. Van 0-8 jarigen is dat ongeveer bij twee derde van de kinderen en bij 8-12 jarigen is dat nog 21%. Ruim een derde van de 4-12 jarige kinderen leest buiten schooltijd dagelijks zelf (4-8 jaar: 26% en 8-12 jaar: 46%). Kinderen van ouders met een lage opleiding worden minder vaak dagelijks voorgelezen en lezen ook minder vaak zelf dan kinderen van ouders met een hoge opleiding (37% en vs. 59% en 41%). Roken en alcohol Zes procent van de ouders rookt in huis. Dit percentage neemt toe met de leeftijd van het kind: van 2% bij 0-4 jaar naar 8% bij 8-12 jaar. Twee procent van de ouders rookte de afgelopen 7 dagen in het bijzijn van hun kind. Vijf procent van de ouders (van 4-12 jarigen) geeft aan dat hun kind onder de 18 jaar af en toe mag roken en 1% vindt dat hun kind onder de 18 jaar dagelijks mag roken. Bijna twee derde van de ouders (62%) vindt het goed dat hun kind onder de 18 jaar een slokje alcohol drinkt, bijna een derde (31%) vindt dat een heel glas mag en 8% vindt dat hun kind meerdere glazen mag drinken. Ten opzichte van 2013 vinden minder ouders het goed dat hun kind alcohol drinkt voordat ze 18 jaar zijn. Negenentwintig procent van de ouders drinkt niet, 54% houdt ten aanzien van het eigen alcoholgebruik rekening met de aanwezigheid van het eigen kind en 16% houdt daar geen rekening mee. Vierentwintig procent van de ouders heeft iets afgesproken met hun kind rondom alcohol drinken. Dit percentage neemt toe met de leeftijd: bij de 10-12 jarigen is dit 39%. Tweeëntwintig procent heeft een bepaalde grensleeftijd afgesproken, meestal is dat 18 jaar. Elf procent van de ouders die een grensleeftijd hebben afgesproken, houdt de grens van 16 jaar aan en 3% de grens van 17 jaar. Ruim 6% van de ouders van 10-12 jarigen koopt weleens alcoholvrij bier, speciaal voor hun kind. Gezonde leefstijl Voeding en bewegen Voeding en beweging 100% Eet elke dag fruit 90% 80% Eet elke dag groente 70% 73 71 60% 64 65 Is lid van een sportclub 44 Beweegt 7 uur of meer per week (4-12 jaar) Speelt meer dan 30 minuten per dag buiten (2-12 jaar) Belemmeringen om buiten te spelen Te weinig vriendjes Te weinig speelplekken 17 % 16 % Water in de buurt Kind speelt liever binnen 14 % 14 % Teveel verkeer 12 % Teveel afval 9 % Kinderen eten vaker dagelijks groente en fruit dan in 2013. Kinderen van ouders met een laag opleidingsniveau eten minder vaak dagelijks groente en fruit dan kinderen van ouders met een hoog opleidingsniveau (28% en 56% vs. 51% en 72%). Overgewicht Van de kinderen van 5,5 jaar heeft overgewicht * Van de kinderen van 10,5 jaar heeft 16% overgewicht * * Deze gegevens komen uit de registratie van de jeugdgezondheidszorg van GGD IJsselland. Dit geldt ook voor kinderen van ouders die (enige) moeite hebben met rondkomen: die worden minder vaak dagelijks voorgelezen en lezen ook minder vaak zelf dan kinderen van ouders die geen moeite hebben met rondkomen (43% en 32% vs. 51% en 37%). Ruim de helft van de 4-12 jarigen gaat altijd met de fiets of lopend naar school. Bijna een vijfde van de 4-12 jarigen gaat nooit op de fiets of lopend naar school. Redenen hiervoor zijn: het is te ver (11%), het is gevaarlijk () en het kost teveel tijd (9%). Het percentage ouders dat hun kind nooit voorleest is afgenomen ten opzichte van 2013. Het percentage kinderen dat nooit leest is ongeveer gelijk gebleven. 6 7

Panelonderzoeken Slapen In totaal hebben 435 ouders meegedaan aan het panelonderzoek over slapen. Hiervoor hebben ze een vragenlijst ingevuld. Zesenveertig procent van de ouders heeft de vragenlijst ingevuld voor hun kind van 0-4 jaar en 54% van de ouders heeft de vragenlijst ingevuld voor hun kind van 4-12 jaar. Mening van ouders over slapen van kinderen van 0-4 jaar 95% van de panelleden vindt dat hun kind voldoende slaap krijgt. Ouders hebben geen behoefte aan adviezen of ondersteuning ten aanzien van het slaapgedrag van hun kind. Media en opvoeding In totaal hebben 1.508 ouders meegedaan aan het panelonderzoek over media en opvoeding. Hiervoor hebben ze een vragenlijst ingevuld. 37% van de ouders heeft de vragenlijst ingevuld voor hun kind van 0-4 jaar en 63% van de ouders heeft de vragenlijst ingevuld voor hun kind van 4-12 jaar. Vierenvijftig procent vulde de vragenlijst in voor hun zoon en 46% voor hun dochter. Vrijwel alle panelleden hebben een computer, ipad en/of smartphone in huis. Ruim van de ouders geeft aan vaak tot heel vaak gebruik te maken van media in het bijzijn van hun kind. Mening van ouders over slapen van kinderen van 4-12 jaar Zowel in het weekend als doordeweeks vinden ouders dat hun kind voldoende slaap krijgt (ruim 90%). Bijna van de ouders geeft aan dat hun kind weleens slecht in slaap kon komen in de afgelopen twee maanden. Bijna van de ouders geeft aan dat hun kind weleens s nachts wakker is geworden in de afgelopen twee maanden. Ruim van de 4-12 jarigen slaapt weleens bij zijn of haar ouder(s) in bed. Ouders hebben geen behoefte aan adviezen of ondersteuning ten aanzien van het slaapgedrag van hun kind. Bijna alle panelleden hebben aangegeven dat hun kind voor het slapengaan geen cafeïne houdende dranken drinkt. Media: positief of negatief? Sommige ouders vinden het gebruik van media negatief voor hun kind. Redenen die hiervoor genoemd zijn: mijn kind beweegt hierdoor te weinig, mijn kind besteedt er te veel tijd aan en mijn kind krijgt ruzie. Sommige ouders vinden het gebruik van media positief voor hun kind. Redenen die hiervoor genoemd zijn: het is leerzaam, mijn kind heeft zo aansluiting bij leeftijdsgenoten en mijn kind kan op deze manier contacten onderhouden. Elf procent van de panelleden vindt media alleen maar negatief voor hun kind en 11% vindt media alleen maar positief voor hun kind. Een derde van de ouders maakt gebruik van filters zodat hun kind alleen veilige websites kan bezoeken. Driekwart van de ouders gebruikt samen met hun kind digitale media. Mening ouders over media in de opvoeding Schermgebruik voor het slapen gaan Vindt media handig om hun kinderen bezig te houden 71% Kijkt uw kind in het uur voor het slapen gaan televisie of gebruikt het een mobiele telefoon, computer/laptop of tablet? Vindt media handig als beloning bij goed gedrag 28 % Vindt dat voor straf geen TV mogen kijken of computeren een kind helpt gehoorzaam te worden 20 % Vindt media een handige oppas als hun kind een poosje alleen is 13 % 21 33 27 18 (Bijna) nooit Soms Vaak (Bijna) altijd Vragen over mediagebruik De vragen die het vaakst spelen onder ouders zijn: Wat is voor mijn kind een normale tijd om per dag gebruik te maken van digitale media? en Hoe garandeer ik de veiligheid van mijn kind online? Voor vragen met betrekking tot gebruik van digitale media worden de websites van het CJG, mediawijsheid en ouders.nl het meest geraadpleegd. Afspraken over mediagebruik Ruim een derde vindt het heel makkelijk om hun kind aan te spreken op zijn/haar mediagebruik. De meeste ouders bepalen de regels op basis van hun eigen gevoel en praten er met hun partner over. Een vijfde van de ouders bepaalt de regels over mediaopvoeding op basis van wat er verschijnt in de media. 8 9

Focusgroep gesprekken en interviews Telefoneren is erg lastig. Het is logisch dat alles moeilijk is met een andere taal. Maar als ik ergens naartoe moet kom ik er met handen en voeten wel uit. Als ik moet bellen vind ik dat wel lastig, dat begrijp ik niet goed. In Eritrea zijn geen huisartsen en het ziekenhuis is ver weg van het dorp waar ik woon. Hier in Nederland is de zorg dichtbij. Het beleid in Nederland voor de kinderen is goed. Op die manier bouwen ze al van jongs af aan een goede weerstand op. In Syrië krijg je gelijk medicijnen, of het nou goed is of niet, je kan het zo meekrijgen. In Nederland is dat niet zo, dat zijn we niet gewend. De vragenlijst van de kindermonitor wordt door veel ouders ingevuld. Door een aantal doelgroepen wordt de vragenlijst echter, vooral door taalbarrières, minder of niet ingevuld. De groepen statushouders en laaggeletterden zijn hier een voorbeeld van. Daarom zijn er focusgroep gesprekken gevoerd en interviews gehouden met deze doelgroepen. Gezondheidsbeleving van statushouders In de gemeenten Olst-Wijhe en Hardenberg zijn twee focusgroep gesprekken gevoerd met Syrische ouders en zes individuele interviews met Eritrese ouders. Er is gesproken over de ervaren gezondheid van hun kind(eren), de ervaringen met (preventieve) zorg van hun kind(eren) en het vinden van de weg binnen de Nederlandse zorg. De gezondheid van de kinderen wordt over het algemeen als goed ervaren. De communicatie met hulpverleners blijkt echter vaak lastig. Er worden niet altijd tolken ingezet en dat maakt het moeilijk om uit te leggen aan welke hulp/ondersteuning er precies behoefte is. Naarmate de Nederlandse taal van de statushouder verbetert, verbetert ook het contact. De meeste ouders zijn tevreden met de zorg voor hun kind(eren) hier in Nederland, maar geven aan dat er grote verschillen zijn met hun thuisland en dat ze nog erg moeten wennen. De ouders zijn niet bekend met alle zorg- en welzijnsorganisaties, maar weten wel de weg te vinden wanneer ze zich zorgen maken over de gezondheid van hun kind. We waren ons niet bewust van de kosten van de tandarts, dat was opeens veel geld. We hadden het liever van tevoren geweten. De volgende keer ga ik eerst vragen hoeveel het kost. We hebben geleerd dat als er iets met ons kind is, dat we dan naar het consultatiebureau moeten. Die kan ons doorverwijzen als dat nodig is. Gezondheidsbeleving van laaggeletterde ouders Er zijn 10 individuele interviews gehouden met laaggeletterde ouders, waarvan 5 met een migratieachtergrond. Er is gesproken over de gezondheid en opvoeding van de kinderen, het vinden en begrijpen van informatie, schaamte en onzekerheid en het gebruik van het sociale netwerk. Omgaan met informatie Geschreven tekst is vaak moeilijk te begrijpen door te veel informatie, te lange zinnen en moeilijke woorden. Laaggeletterde ouders geven dan op. Dat geldt voor bijsluiters van medicijnen, verpakkingen in de supermarkt, formulieren van instanties of werk, maar ook voor websites. Vaak gebruiken de ouders geen internet. De ouders gaan wel af op afbeeldingen als die er zijn. Bij het voorlezen verzinnen ouders soms zelf een verhaal bij de afbeeldingen. Hulp bij huiswerk is moeilijk of lukt niet. Ik had denk ik wel hulp willen hebben voor de kinderen bij de scheiding, maar ik heb nooit zelf dingen hoeven regelen, mijn vrouw deed dat. Ik kan niet goed lezen. Ik weet allemaal niet hoe dat werkt. Instanties In de wisselwerking met instanties is een vertrouwensrelatie belangrijk. Ook de durf om te zeggen dat er hulp, meer passende uitleg en extra tijd nodig is omdat iets niet (snel) wordt begrepen is van belang. Soms lukt dat, bijvoorbeeld bij een juf van school of de huisarts. Wanneer dat niet het geval is, zetten de ouders compensatiestrategieën in. Dan wordt bijvoorbeeld het eigen netwerk ingeschakeld. Of de ouders vragen de instantie om iets te doen op basis van uitvluchten zoals: internet dat het niet doet, een bril die vergeten is, of ze zeggen dat ze iets begrepen hebben terwijl dat niet het geval is. Als er weinig begrip en tegemoet komendheid lijkt te zijn, trekt de ouder zich vaak terug. Netwerk De familie (veelal de partner, moeder of oudere kinderen) vormt vaak het belangrijkste compenserende netwerk. Soms is een goede kennis of vriendin in beeld. Ze doen lees- en regelwerk en gaan mee naar instanties of helpen bij huiswerk. Dit netwerk is vaak beperkt en daarmee kwetsbaar. Soms is er naast een informeel netwerk professionele ondersteuning en begeleiding. Mijn zoontje heeft bronchitis en ik vind de medicijnen die je dan krijgt moeilijk. Ik weet niet precies wat er op staat en wat de bijwerkingen zijn. Bepaalde dingen zie ik wel, maar andere dingen snap ik gewoon niet. Hulp vraag ik liever niet, want het is wel een soort schaamte die je hebt natuurlijk. Het is niet zo dat ik daar mee te koop ga lopen. Dan krijg je een uitnodiging voor een ouderavond waarvoor je je via internet moet opgeven. Nou, dat ging niet en dan belde ik als mijn dochter zei dat er een ouderavond kwam. En dan legde de juffrouw dingen uit en kon ik er toch bij zijn.? Ik let niet op gezond in de winkel, ik snap de verpakkingen niet. Ik koop wat goedkoop is en wat ik nodig heb. Nederlandse- en migratieachtergrond De Nederlandse taal is voor laaggeletterden met een migratieachtergrond een extra barrière, bijvoorbeeld bij het zoeken van hulp. Instanties zoals de kerk en het welzijnswerk zijn vaker als netwerk genoemd dat mensen gebruiken. Anderzijds zorgt onbekendheid met Nederlandse instanties en werkwijzen er soms voor dat deze moeilijker bereikbaar zijn, of dat er meer wantrouwen is ten aanzien van deze organisaties. Schaamte voor het niet goed kunnen begrijpen van en omgaan met informatie is vaak expliciet genoemd door ouders met een Nederlandstalige achtergrond. Deze ouders gaven aan dat ze hun laaggeletterdheid vaak lang konden verbergen. 10 11

Colofon Uitgave: GGD IJsselland, 2018. Onderzoek uitgevoerd door: Kennis- en expertisecentrum GGD IJsselland Eén van de deelonderzoeken is uitgevoerd in samenwerking met het lectoraat De Gezonde Stad van Hogeschool Windesheim. Ontwerp en opmaak: hollandse meesters, Utrecht Kijk voor meer informatie over dit onderzoek en de uitkomsten in de bijbehorende 11 gemeentelijke inlegvellen. Vanaf medio december zijn de cijfers ook digitaal te vinden. Hou onze website in de gaten: www.ggdijsselland.nl/onderzoek. Voor vragen over deze monitor kunt u mailen naar het Kennis- en expertisecentrum van GGD IJsselland: KEC@ggdijsselland.nl.