Monitor Veelplegers 2016

Vergelijkbare documenten
Aandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van

Omvang van verschillende sanctiegroepen; volwassen en jeugdige daders met minstens één strafzaak afgedaan in 1997

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ?

Monitor Veelplegers 2017

Samenvatting Tabel a Enkele achtergronden van ex-gedetineerden uitgestroomd tussen 1996 en 1999

awetenschappelijk Onderzoeken

Nazorgproblematiek en recidive van kortgestrafte gedetineerden

Samenvatting. Tabel a Onderzoeksaantallen recidivemetingen ex-pupillen JJI uitgesplitst naar wettelijk kader

Monitor 2013 Veelplegers Twente

Monitor Veelplegers 2016

Monitor veelplegers 2012

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

Recidive na discriminatie Een onderzoek naar de strafrechtelijke recidive onder daders van discriminatiedelicten

Samenvatting. De onderzoeksgroep

Criminaliteit en rechtshandhaving Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting

Misdrijven en opsporing

Trends in de geregistreerde jeugdcriminaliteit onder 12- tot en met 24-jarigen in de periode

Monitor veelplegers 2013

Monitor veelplegers 2008 Samenvatting van de resultaten

Monitor 2009 Veelplegers Twente

Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 2013

Monitor 2010 Veelplegers Twente

Vervolging. N.E. de Heer-de Lange

5 Vervolging. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Samenvatting 1. 1 Inleiding 3

6. Veiligheid en criminaliteit

Feiten & Achtergronden. Aanpak veelplegers. December 2006/F&A 6806

Haalbaarheid recidivemeting inzake woninginbraak en gewelddadige vermogensmisdrijven

Monitor 2006 veelplegers Twente

Recidive Onderzoek en beleid. Een cijfermatig overzicht van de strafrechtelijke recidive van volwassen en jeugdige daders. B.S.J.

Monitor 2007 Veelplegers Twente

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer

Jeugdcriminaliteit in de periode

Recidive onder justitiabelen in Nederland

12 Veelplegers: specialisten of niet?

Nederland in internationaal perspectief 1

9 De strafrechtsketen in samenhang

Monitor jeugdcriminaliteit

Samenvatting 1. 2 Opzet van het onderzoek Gegevensbron Selectie van de deelnemers De werkwijze in dit onderzoek 10

awetenschappelijk Onderzoeken

6 Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Recidivebericht

Monitor veelplegers Samenvatting van de resultaten

2011 Veelplegers Twente

Voorspelling van het recidivegevaar van elektronisch gedetineerden

6 Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Samenvatting Jeugdinterventieprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef

De strafrechtsketen in samenhang

Recidivemeting onder de deelnemers aan de Sociale Vaardigheidstraining voor groepen van het Leger des Heils

Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Berechting. A.Th.J. Eggen

Recidivebericht Ontwikkelingen in de strafrechtelijke recidive van Nederlandse justitiabelen

Minder ernstig Vaker gestraft

Berechting. R.F. Meijer en A.Th.J. Eggen

Datum 12 mei 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen leden Recourt en Marcouch inzake taakstraf in de buurt

Datum 29 januari 2014 Onderwerp Aanpak veelplegers en aanbieding Factsheet Veelplegersmonitor 2013 en Factsheet 'Veelplegers specialisten of niet

Inhoud. 1 Inleiding 13 M.M. van Rosmalen, S.N. Kalidien en F.P. van Tulder 1.1 Opbouw van de publicatie Kanttekeningen 17

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De strafrechtsketen in samenhang

Vrijheid binnen de perken Een verkennend onderzoek naar de inzet van voorwaardelijke vrijheidsstraffen

awetenschappelijk Door na de gevangenis B.S.J. Wartna N. Tollenaar A.A.M. Essers Januari 2005

De strafrechtsketen in samenhang

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 8

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks

De strafrechtsketen in samenhang

awetenschappelijk Onderzoeken

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Recidive na huiselijk geweld

7.1.1 Door de rechter afgedane strafzaken

Inhoud. 1 Inleiding 13 S.N. Kalidien en N.E. de Heer-de Lange 1.1 Opbouw van de publicatie Kanttekeningen 18

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

awetenschappelijk Onderzoeken

Tenuitvoerlegging van sancties

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen

De strafrechtsketen in samenhang

Wat weten wij over de gevangenispopulatie?

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2013-I

Effect deelname ESF-projecten op werk/opleiding en strafrechtelijke recidive

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

Door na de gevangenis

September B.S.J. Wartna, S. el Harbachi & A.A.M. Essers

9 De strafrechtsketen in samenhang

Recidivebericht Factsheet Landelijke cijfers over de terugval van justitiabelen bestraft in de periode

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

Jeugdige recidiverende woninginbrekers

Recidive onder werkgestrafte jongeren

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen

Ontwikkeling hoogte eigen bijdrage gesubsidieerde rechtsbijstand

Vervolging. R.F. Meijer en A.Th.J. Eggen 1

Bijlagen bij hoofdstuk 9 Jongeren en criminaliteit Annette van Rijn (WODC), Frits Huls (CBS) en Aslan Zorlu (WODC)

Criminaliteit in Nederland

Belangrijkste bevindingen

De invloed van verschillende factoren op de behoefte aan celcapaciteit

Verdachten van criminaliteit

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Onderzoeksvragen

Feiten die tellen. Memorandum

Transcriptie:

Factsheet 2016-4 Monitor Veelplegers 2016 Trends in de populatie zeer actieve veelplegers uit de periode 2003 tot en met 2014 Auteurs: M.G.J.C. Beerthuizen, N. Tollenaar, A.M. van der Laan Juni 2016 Mensen die frequent misdrijven plegen werden kort voor de millenniumwisseling stelselmatige daders, de harde kern of draaideurcriminelen genoemd. Sinds 2000 is het gangbaar dat de groep met de term veelplegers wordt aangeduid (Ferwerda, Kleemans, Korf & Van der Laan, 2003). Omdat veelplegers verantwoordelijk zijn voor een disproportioneel aandeel van de totale Nederlandse criminaliteit, is er vanuit beleid en wetenschap veel aandacht voor deze groep daders. Omdat het gewenst is dat veelplegers stoppen met plegen van delicten of minder frequent delicten gaan plegen, is de aanpak van bij justitie bekende veelplegers met een hoog recidiverisico en in het bijzonder de zeer actieve volwassen veelpleger (ZAVP) de afgelopen jaren een speerpunt binnen het Nederlands justitieel beleid. Om kerncijfers te leveren voor het justitiebeleid ten aanzien van veelplegers is in 2005 de Monitor Veelplegers (MV) ontwikkeld. Hierin worden de omvang van de populatie ZAVP s, de achtergrond- en criminele-carrièrekenmerken en de recidive van veroordeelde ZAVP s in kaart gebracht en gevolgd over de tijd. Veelplegers werden, zowel in de praktijk als voor monitoring, tot voor kort gedefinieerd op basis van het aantal processen-verbaal wegens een misdrijf dat van iemand bekend was bij de politie. Sinds 2014 is men overgestapt op de definitie van een zeer actieve veelpleger volgens de richtlijn van het Openbaar Ministerie (OM), waarbij het aantal bij het OM bekende misdrijffeiten 1 wordt geteld (OM, 2013; de gevolgen van deze definitieverandering en de bijbe - horende cijfers worden gepresenteerd in Tollenaar, Beerthuizen & Van der Laan, 2016). Daarom wordt in de Monitor Veelplegers voortaan gerapporteerd over deze bij het OM geldende definitie op basis van aantallen geregistreerde misdrijffeiten die tegen een verdachte zijn opgemaakt. 1 Een misdrijffeit is een registratie van een enkel delict of cluster van gelijke delicten dat onder een specifiek wetsartikel valt. Ministerie van Veiligheid en Justitie WODC Factsheet 2016-4 1

In dit factsheet zijn op landelijk niveau de nieuwste statistieken over de volwassen zeer actieve veelplegers uit de periode 2003 tot en met 2014 weergegeven. De hoofdvraag die we beantwoorden, is: Welke verschuivingen hebben zich voorgedaan in de aantallen zeer actieve veelplegers en hun delictgedrag, hun achtergrondkenmerken, recidive en afdoeningen? Box 1 Belangrijkste bevindingen Het aantal ZAVP s per 1.000 volwassenen is afgenomen van 0,71 in 2003 naar 0,38 in 2014. Het deel dat deze groep uitmaakt van de totale volwassen daderpopulatie is in dezelfde periode gedaald van 5,6% naar 3,8%. Er zijn geen verschillen in de daling als wordt uitgesplitst naar geboorteland van de ZAVP s. De oververtegenwoordiging van ZAVP s in de Nederlandse (geregistreerde) criminaliteit is in 2014 op zijn hoogst, sinds de start van de monitor. In dat jaar hebben ZAVP s twee keer zoveel strafzaken en drie keer zoveel geregistreerde misdrijffeiten, als verwacht zou worden op basis van hun aandeel in de totale daderpopulatie. De oververtegenwoordiging van ZAVP s komt doordat hun aandeel in de verdachtenpopulatie minder snel daalt dan de totale populatie. Relatief de meeste geregistreerde misdrijffeiten van ZAVP s zijn vermogensmisdrijven zonder geweld. In de periode 2003-2014 zien we een afname in alle typen misdrijven onder de ZAVP s. Maar de aard van het type misdrijven door ZAVP s verandert wel in de tijd. Naar verhouding zien we meer gewelds- en agressiemisdrijven. De recidive onder ZAVP s blijft hoog over de hele observatieperiode na twee jaar heeft 70-8 gerecidiveerd en na acht jaar ligt dit percentage zelfs op of boven de 9. De (onvoorwaardelijke) vrijheidsstraf wordt het meest opgelegd aan ZAVP s. Toch zien we in de loop der tijd steeds meer taakstraffen en overige afdoeningen opgelegd worden. De ISD-maatregel wordt jaarlijks bij 4-5% van de ZAVP s opgelegd als zwaarste sanctie. Binnen de groep ISD ers lijkt de maatregel bij een groep steeds lichtere ZAVP s met een beperkter en minder ernstig strafrechtelijk verleden opgelegd te worden. Methode van onderzoek In de Monitor Veelplegers worden registratiegegevens uit verschillende databronnen aan elkaar gekoppeld. Op basis van OM-registratiegegevens wordt jaarlijks nagegaan welke personen voldoen aan de definitie van de zeer actieve volwassen veelpleger (ZAVP). In het beleid gericht op de aanpak van veelplegers wordt de ZAVP sinds 2014 als volgt gedefinieerd: Een zeer actieve veelpleger is een persoon van 18 jaar of ouder die over een periode van vijf jaren processen-verbaal tegen zich opgemaakt zag worden voor meer dan tien misdrijffeiten, waarvan ten minste één misdrijf in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde misdrijffeit. Door registratiegegevens van instanties als het OM, reclassering (3RO) en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) te koppelen, wordt ketenbrede informatie verkregen. Tevens worden de personen uit de verschillende jaarcohorten 2 door de tijd gevolgd. Voor een uitgebreide behandeling van de methode, zie Tollenaar et al. (2016). Resultaten Aantal ZAVP s halveert Het aantal ZAVP s per 1.000 volwassenen daalt flink vanaf 2004 tot en met 2013 (halvering; zie figuur 1). Echter, vanaf 2010 vlakt de sterkte van deze daling af en lijkt in 2014 ten opzichte van 2013 voor het eerst weer sprake te zijn van een kleine stijging: van 0,36 ZAVP s per 1.000 volwassenen naar 0,37 (absoluut zijn dit 187 personen meer). Ook als onderdeel van de volwassen daderbevolking nemen ZAVP s een steeds kleinere rol in. In 2004 was nog 5,6% van alle volwassen daders ZAVP, in 2012 was hun aandeel op zijn laagst met 3,5% en in 2013-2014 steeg dit aandeel weer tot 3,8%. 2 Het is mogelijk dat in de tijd één persoon in meerdere cohorten voorkomt. 2 Factsheet 2016-4 Ministerie van Veiligheid en Justitie WODC

Figuur 1 Per 1.000 volwassenen 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 Aantal ZAVP s per 1.000 volwassenen en als onderdeel van totale volwassen daderpopulatie voor 2003 tot en met 2014 Relatieve aantal ZAVP'ers (per 1.000 volwassenen; linker-as) Percentage ZAVP'ers van totale volwassen daderbevolking (rechter-as) Oververtegenwoordiging van ZAVP s in Nederlandse geregistreerde criminaliteit thans op zijn hoogst in tien jaar In 2003 tot en met 2005 nam de oververtegenwoordiging van ZAVP s in strafzaken en misdrijffeiten 3 nog af van, respectievelijk, factor 2,0 en 2,9, naar factor 1,6 en 2,4 (zie figuur 2). Daarna bleef deze factor voor beide kenmerken relatief gelijk in 2006 tot en met 2010, maar nam in 2011 deze voor strafzaken en misdrijffeiten weer toe. In 2014 is de oververtegenwoordiging zelfs op zijn hoogst binnen de huidige observatieperiode, met een factor 2,3 voor strafzaken en 3,0 voor misdrijffeiten. 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% Van totale daderbevolking Figuur 2 Factor van overtegenwoordiging 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 Factor van oververtegenwoordiging ZAVP s in strafzaken en misdrijffeiten voor 2003 tot en met 2014 Strafzaken Misdrijffeiten ZAVP s blijven vooral stelen In 2003 maakte ZAVP s zich vooral schuldig aan vermogensdelicten zonder geweld 4 (59%; zie figuur 3). Deze categorie blijft de grootste, maar neemt in aandeel wel af naarmate de jaren verstrijken. Zo worden in latere jaren (vooral 2007 tot en met 2011) relatief meer ZAVP s veroordeeld voor ook gewelddadige delicten, vernieling en agressie en overige delicten (welke zich laten kenmerken door verkeersdelicten en belediging; zie ook Tollenaar et al., 2016). In 2013 lijkt de delictsamenstelling langzaam terug te keren naar de toestand van 2003, maar in 2014 neemt het aandeel van delicten niet zijnde vermogensdelicten zonder geweld weer toe. 3 De oververtegenwoordiging wordt berekend door het percentage van het aantal feiten/strafzaken horend bij ZAVP s van alle feiten/strafzaken van de totale daderpopulatie te delen door het percentage dat de ZAVP s uitmaken van de totale daderpopulatie. 4 Het grootste gedeelte hiervan is (winkel)diefstal. Andere delicten zoals heling en inbraak komen minder voor. Ministerie van Veiligheid en Justitie WODC Factsheet 2016-4 3

Figuur 3 Percentueel aandeel 10 75% 5 25% Samenstelling gepleegde misdrijven door ZAVP s voor 2003 tot en met 2014 Vermogen zonder geweld Overig Geweld VLAOO Noot: VLAOO = vernieling, agressie en openbare orde; de categorie geweld betreft gewelds-, zeden- en vermogensdelicten met geweld; de categorie overig betreft drugs-, verkeers- en overige delicten. Daling ZAVP s zichtbaar bij ieder geboorteland dader De algehele daling van de totale groep ZAVP s is zichtbaar ongeacht geboorteland (zie figuur 4). Ook de afzwakking van deze daling na 2010 is uniform voor alle deze groepen. Personen geboren in de (voormalig) Nederlandse Antillen zijn oververtegenwoordigd in de groep ZAVP s, evenals tot ongeveer 2010 personen geboren in Marokko, Suriname en overig niet-westerse landen. De oververtegenwoordiging van de laatste drie groepen is vanaf 2011 echter dicht bij elkaar komen te liggen. Box 2 Jongvolwassen ZAVP s Het aantal jongvolwassen ZAVP s per 1.000 jongvolwassenen daalt net als de totale groep ZAVP flink vanaf 2004 tot en met 2013 (-53%; zie figuur 5). Ook bij deze groep vlakt de sterkte van de daling vanaf 2010 af en in 2014 is zelfs sprake van een lichte toename. Van 2003 tot en met 2010 neemt het aandeel van jongvolwassen ZAVP s af in de totale daderbevolking, maar stijgt in 2014 weer sterk tot en met iets meer dan 4%. Ten opzichte van de totale groep ZAVP s plegen jongvolwassenen iets meer geweldsdelicten en krijgen zij vaker een taakstraf opgelegd. De (onvoorwaardelijke) vrijheidsstraf blijft de meest voorkomende afdoening en de ISD-maatregel wordt bij ongeveer 1% van de jongvolwassen ZAVP s opgelegd (zie verder Tollenaar et al., 2016). Figuur 5 Per 1.000 jongvolwassenen 1,8 1,5 1,2 0,9 0,6 0,3 Aantal jongvolwassen ZAVP s per 1.000 jongvolwassenen en als onderdeel van totale jongvolwassen daderpopulatie voor 2003 tot en met 2014 6% 5% 4% 3% 2% 1% Van totale jongvolwassen daderbevolking Figuur 4 Aantal ZAVP s naar geboorteland per 1.000 geboortelandgenoten voor 2003 tot en met 2014 Relatieve aantal jongvolwassen ZAVP's (per 1.000 jovo's; linker-as) Percentage van totale jongvolwassen daderbevolking (rechter-as) Per 1.000 volwassen geboortelandgenoten 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 Nederland Marokko Nederlandse Antillen Suriname Turkije Overig westers Overig niet-westers Vooral vrijheidsstraffen voor ZAVP s Verreweg de meeste ZAVP s krijgen een (vooral onvoorwaardelijke) vrijheidsstraf voor de misdrijven die zij plegen. In 2003 betrof dit 8 van de ZAVP s in dat jaar. In de jaren daarna blijft deze straf de meest voorkomende afdoening. Het aandeel (onvoorwaardelijke) vrijheidsstraffen Ten opzichte van het totale aantal sancties neemt in de tijd echter wel af en gaat gepaard met een opkomst van de taakstraf als afdoening in de jaren 2006 tot en met 2011. Eind 2004 is de ISD-maatregel ingevoerd. Deze maatregel wordt jaarlijks bij 4-5% van de ZAVP s opgelegd. Het aandeel ISD-maatregelen lijkt het laatste jaar iets toe te nemen. 4 Factsheet 2016-4 Ministerie van Veiligheid en Justitie WODC

Figuur 6 Percentueel aandeel 10 75% 5 25% Zwaarste afdoening van ZAVP s in 2003 tot en met 2014 ISD Vrijheidstraf Taakstraf Geldstraf of overig Noot: Hiërarchie van zwaarste naar lichtste afdoening is: ISD, vrijheidsstraf (onvoorwaardelijk en voorwaardelijke), taakstraf, geldstraf of overig. Figuur 7 Gem. aantal strafzaken per jaar 5 4 3 2 1 0 Strafrechtelijke profiel van ZAVP s met ISD-maatregel voor 2004 tot en met 2014 '04 '06 '08 '10 '12 '14 ISD-maatregel opgelegd bij steeds lichtere ZAVP s Het strafrechtelijke verleden van de ZAVP s die een ISD-maatregel kregen is door de jaren heen steeds lichter geworden (zie figuur 7). Zo is de omvang in aantallen strafzaken minder geworden en ook de frequentie waarmee deze strafzaken voorkwamen. Bovendien is de gemiddelde ernst (in termen van maximale strafdreiging) van deze zaken in de loop van de jaren ook afgenomen. Recidive onder ZAVP s blijft hoog Het merendeel van de ZAVP s recidiveert 5 snel binnen twee jaar is al meer dan 7 opnieuw veroordeeld voor een misdrijf (zie figuur 8). Na acht jaar loopt dit percentage zelfs op tot rond de 9 (hoewel we dit laatste alleen weten voor de groep die tot 2007 instroomde als ZAVP). Hoewel op de korte termijn er nog wel verschillen zijn tussen cohorten (bijv. de ZAVP s uit 2003 recidiveerde voor 78% na twee jaar en die uit 2008 maar voor 71%), vervaagt dit op de langere termijn. Deze percentages zijn een stuk hoger dan de algemene recidive bij de totale groep volwassen daders met een strafzaak (circa 26-3 in dezelfde periode, REPRIS, 2016). 5 Er wordt hier gesproken over strafrechtelijke recidive het opnieuw in contact komen met justitie met een strafzaak naar aanleiding van nieuw gepleegde delicten. Voor meer informatie over deze definitie, zie Wartna, Blom en Tollenaar (2011). Figuur 8 Redidivepercentage 10 9 8 7 6 Conclusie Twee-, vier- en achtjarige recidive onder ZAVP s voor 2003 tot en met 2012 5 '03 '04 '05 '06 '07 '08 '09 '10 '11 '12 Na 2 jaar Na 4 jaar Na 8 jaar De gepresenteerde resultaten betreffen de trends in ZAVP s van 2003 tot en met 2014 volgens de nieuwe definitie van de ZAVP (volgens de OM-richtlijn van 1 januari 2014). De omvang van de ZAVP-groep halveert in de periode 2003 tot en met 2014. Deze dalende trend gaat gelijk op met de afname in criminaliteit onder jeugdigen (Van der Laan & Goudriaan, 2016) en volwassenen (Kessels & Verkleij, 2015). Er is echter wel een toename te zien in de mate waarin ZAVP s zijn oververtegenwoordigd in de geregistreer- Ministerie van Veiligheid en Justitie WODC Factsheet 2016-4 5

de criminaliteit. Dit betekent dat de sterke daling van het aandeel ZAVP s in de totale daderpopulatie niet gespiegeld wordt in hun aandeel gepleegde misdrijffeiten en strafzaken deze afname is minder sterk. ZAVP s krijgen overwegend een (onvoorwaardelijke) vrijheidsstraf opgelegd, dit is in de loop van de jaren niet veranderd. Er lijkt sprake van een steeds minder ernstige groep ZAVP s binnen de ISD. De recidive van ZAVP s na een straf of maatregel is in de loop van de jaren nauwelijks veranderd. Wat betreft type recidivedelicten blijven de ZAVP s zich hoofdzakelijk met vermogensdelicten zonder geweld bezighouden. Literatuur Ferwerda, H. Kleemans, E., Korf, D., & Van der Laan, P. (2003). Veelplegers. Tijdschrift voor criminologie, 45, 110-118. Van der Laan, A.M. & Goudriaan, H. (2016). Monitor Jeugdcriminaliteit. Den Haag: WODC/CBS. Cahier 2014-7. Kessels, R.J., & Verkleij, C.M.P. (2015). Misdrijven en opsporing. In S.N. Kalidien & N.E. De Heer-De Lange (red.) Criminaliteit en rechtshandhaving 2014: Ontwikkelingen en samenhangen (pp.21-28). Den Haag: Boom Criminologie. Justitie in statistiek 5. Tollenaar, N., Beerthuizen, M.G.C.J., & Van der Laan, A.M. (2016). Monitor Veelplegers: Transitie van de oude naar de nieuwe definitie van zeer actieve veelpleger. Den Haag: WODC. Cahier 2016-4. Openbaar Ministerie (2013). Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige veelplegers (in het bijzonder de vordering van de ISD-maatregel bij stelselmatige daders) (2013R017). Staatscourant, 35061. REPRIS (2016). Recidive volwassen daders met een strafzaak. http://www.wodc-repris.nl. Wartna, B.S.J., Blom, M., & Tollenaar, N. (2011). De WODC-Recidivemonitor. Den Haag: WODC. Memorandum 2011-3. Deze reeks omvat korte verslagen van onderzoek dat door of in opdracht van het WODC is verricht. Opname in de reeks betekent niet dat de inhoud het standpunt van de Minister van Veiligheid en Justitie weergeeft. Alle rapporten van het WODC zijn gratis te downloaden van www.wodc.nl. 6 Factsheet 2016-4 Ministerie van Veiligheid en Justitie WODC