Installatiehandleiding DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro



Vergelijkbare documenten
Warmtepompen voor woningen

Installatiehandleiding DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti

Elektrische installatie instructie

Elektrische installatie instructie

Warmtepompen voor woningen

Inbedrijfstelling van de installatie

ONDERHOUDSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING

ONDERHOUDSHANDLEIDING

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

Flamco. Automaat voor drukverzorging Ontluchten Bijvullen D1/D2. Installatie- en bedieningsvoorschrift. 2002, Flamco

Installatiehandleiding. Atec.

Inbedrijfstelling. Atec.

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

Veiligheid afwasautomaat 4. Vereisten installatie 5. Instructies installatie 7

ZONNEBOILER INSTALLATIE - INSTRUCTIE. voor een collector gemonteerd op panlatten.

Inbouwhandleiding. voor koel-vriescombinatie NoFrost Pagina CN/CBNes

Installatievoorschriften vervangen van elektropatroon Nefit Auris/Greenline CW 3x400V

Draaibare en kantelbare muurbeugel APM-70 INSTALLATIE HANDLEIDING 35 KG

Nefit Economy cv-boilers

Voeg de vloerdelen samen en zorg dat de inkepingen goed aansluiten.

GEBRUIKSAANWIJZING 1/8 LUCHTGORDIJN ECONOMIC B

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-L. voor de vakman

2Power opslagtank. Installatie instructies

Installatie & Onderhoudsinstructies

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

UKS140-8RVA+ Onderbouw koelkast Gebruiksaanwijzing

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

HANDLEIDING PREMIUM. De krachtigste en zuinigste douche ter wereld GEFELICITEERD! MONTAGE UPFALLSHOWER

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Installatie handleiding

AC-TRSP-2.7/3.5 SPLIT AIRCONDITIONER INSTALLATIEHANDLEIDING

Opmerkingen. Installatievoorbereiding. De vaatwasmachine aanzetten

ETS 12 / 121 Elektrische bijverwarming

[INSTALLATIE HANDLEIDING]

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-V. voor de vakman. Vitocell 100-V type CVW. Intern verwarmde warmwaterboiler 390 liter inhoud

Installatiehandleiding

Installation instructions, accessories. Parkeerhulp, achter. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden

Planningsgids. Atec.

Reservoir PRO3-VAQ PRO7-VAQ

MONTAGE HANDLEIDING ROLLUIK

CEEPEE 15 K / G / M. Montagevoorschrift condenswaterpomp

Facilitair BV. Pulpmatic Vermaler. Installatie handleiding. QRS Facilitair Randmeer JW Oss. T: E:

Quick Guide Artel Mono Block schema 1

Koelvloeistofuitlaat voor externe verwarming. Algemeen

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler

ONDERHOUDSHANDLEIDING

Airco Electra kabel Afstandsbediening

Algemene meubelhandleiding

LET OP MONTAGE VOORSCHRIFT. StarMaster HR. Verpakking is tevens boormal. COLLECTOR met STRALINGSSENSOR AAN DE INSTALLATEUR

PLAATSINGSINSTRUCTIES DUOFUSE POORTJE

Koelvloeistofuitlaat voor externe verwarming. Algemeen

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Bedradingsschema DHP-L. DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro/Opti Pro+

ELEKTRO-EINBAUMODUL (Cerankochplatte)

service art.nr INSTALLATIEVOORSCHRIFT Afwasmachine Pelgrim - GVW465RVS

Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL.

Montage-instructie. Rolpoort. RV55 - RV77 - Vision Door

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond

Voor de montage van de Bear County schutting Garden Design WPC

Montagehandleiding Screens screenstotaalshop.nl 1. Instructie plaatsen screen. 1.1 Aftekenen montage gaten

Installation instructions, accessories. Parkeerhulp, achter. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden , ,

VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK

Montage-instructie. Rolluik RV40 - RV41

Universeel plenum UP Ventilatiesysteem

Montage-instructie. Screens. V599 Ritz V599R Ritz V599 Ritz XL

Het typenummer is te vinden op de identificatiesticker aan de onderzijde van het product.

Warmtepompen voor woningen

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA

Verstralers, montageset

Optima Canopy accessoires voor het ophangen

Handleiding. G-kit Bonanza 1m2. Opbouw instructies. Versie: NL

Uitdeukset hydraulisch 4 ton Handleiding

GEFELICITEERD MET UW NIEUWE BADMEUBEL

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

DucoGrille Close 105. Dagmaat breedte Speling boven. Dagmaat breedte= breedte DGC *speling 5mm. Dagmaat hoogte

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Bedradingsschema. DHP-A Opti.

Servicehandleiding DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro

T Technische Informatie

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

Awning Instructions. Drop Arm Awning Instructions

INSTALLATIEHANDLEIDING UNICO 8,5-11 HE / HP

Elektrische motorverwarming, 230 V

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

Oximo WireFree Solar Panel

Voeg de vloerdelen samen en zorg dat de inkepingen goed aansluiten.

MONTAGEHANDLEIDING. Kit met 2-wegafsluiter/kit met 3-wegafsluiter voor ventilatorconvectoren EKMV2C09B7 EKMV3C09B7

Elektrische motorverwarmer, 230 V, 6 cil.

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Bedradingsschema. DHP-R Eco.

M O N T A G E - I N S T R U C T I E S D E U R E N

Installateurs handleiding Installatieset

Montage instructie Mechanisch codeslot. Montage instructie Mechanisch codeslot met krukbediening Type KNSV 5150 SCP

Montage instructie. Flashingkit. Landscape

Installatiehandleiding en gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler. Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W

ZentaSOL 1C ZentaSOL 2C

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: voor de vakman

DELTA WATER ENGINEERING V09/2014/P1

VIH 80 / VIH 120 / VIH 150

Stookolie-/gasketels BORA CU 150. Montage-instructie

Transcriptie:

Installatiehandleiding DHP-A DHP-A Opti DHP-AL DHP-AL Opti DHP-C DHP-H DHP-H Opti DHP-H Opti Pro DHP-L DHP-L Opti DHP-L Opti Pro VMBMA1010

Als deze instructie niet wordt gevolgd bij installatie en service, is de aansprakelijkheid van Danfoss A/S krachtens de geldende garantiebepalingen niet langer bindend. Danfoss A/S behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande mededeling wijzigingen aan te brengen in details en specificaties. 2010 Copyright Danfoss A/S. De originele gebruiksaanwijzing is in het Zweeds opgesteld. De overige talen zijn vertalingen van de originele gebruiksaanwijzing. (Richtlijn 2006/42/EG)

Inhoudsopgave 1 Over documenten en stickers... 3 10 Inbedrijfstelling... 66 1.1 Inleiding... 3 10.1 Vul boiler en verwarmingssysteem... 66 1.2 Symbolen in documenten... 3 10.2 Verwarmingssysteem ontluchten... 66 1.3 Symbolen op stickers... 3 10.3 Vul het brinesysteem... 66 2 Belangrijke informatie/veiligheidsvoorschriften... 6 10.4 Brinecircuit ontluchten... 68 2.1 Koudemiddel... 7 10.5 Buitengedeelte ontluchten... 68 2.2 Elektrische aansluiting... 8 10.6 Opstarten... 69 2.3 Inbedrijfstelling... 9 10.7 Inbedrijfstelling... 72 3 Warmtepompgegevens, afmetingen en aansluitingen... 10 10.8 Verwarmingssysteem afregelen... 73 3.1 DHP-H, DHP-H Opti... 10 10.9 Informatie voor de klant... 74 3.2 DHP-H Opti Pro... 10 3.3 DHP-C... 11 3.4 DHP-L, DHP-L Opti... 11 3.5 DHP-L Opti Pro... 12 3.6 DHP-A, DHP-A Opti... 12 3.7 DHP-AL, DHP-AL Opti... 13 3.8 Buitengedeelte DHP-A, DHP-A Opti, DHP-AL, DHP-AL Opti. 14 4 Vervoeren, uitpakken en plaatsen... 15 4.1 Transport van warmtepomp... 15 4.2 Warmtepomp uitpakken... 15 4.3 Warmtepomp plaatsen... 15 4.4 Buitengedeelte plaatsen... 17 5 Installatie van leidingen... 22 5.1 Veiligheidskleppen... 22 5.2 Aansluiting verwarming... 23 5.3 Aansluiting brine... 34 5.4 Geluidsinformatie... 38 6 Elektrische installatie... 40 6.1 Elektrische onderdelen... 40 6.2 Zekeringgrootte... 41 6.3 Sluit de voeding aan... 41 6.4 Plaats buitensensor en sluit deze aan... 43 6.5 Sluit buitengedeelte aan, DHP-A, DHP-AL... 43 6.6 Temperatuursensor warm water aansluiten, DHP-L... 44 6.7 Wijzig taal in regelaar... 44 6.8 Keuze van systeemoplossing en inschakeling van externe bijverwarming. 44 6.9 Wijzig het aantal bijverwarmingsstappen... 47 7 Menu-informatie... 48 8 Menu INFORMATIE... 49 8.1 Submenu BEDRIJF... 50 8.2 Submenu WARMSTOOKLIJN... 51 8.3 Submenu WARMSTOOKLIJN 2... 52 8.4 Submenu TEMPERATUUR... 52 8.5 Submenu BEDRIJFSTIJD... 53 8.6 Submenu ONTDOOIPERIODE... 53 8.7 Submenu TAAL... 53 9 Menu SERVICE... 54 9.1 Submenu WARMWATER... 57 9.2 Submenu WARMTEPOMP... 57 9.3 Submenu BIJVERWARM... 58 9.4 Submenu MANUEEL TEST... 59 9.5 Submenu INSTALLATIE... 61 9.6 Submenu ONTDOOIPERIODE... 63 9.7 Submenu OPTIMUM... 63 9.8 Submenu HGW... 64 VMBMA1010 1

1 Over documenten en stickers 1.1 Inleiding De volgende documenten horen bij dit product: Installatiehandleiding met informatie over het installeren en in bedrijf stellen van een warmtepompinstallatie. Wordt bij de warmtepomp meegeleverd. Servicehandleiding met informatie over de werking, de accessoires, het storingzoeken en de technische gegevens van de warmtepomp. De handleiding bevat ook tips en adviezen voor een warmtepompinstallatie. Daarom bevelen wij aan de handleiding voorafgaand aan de installatie te lezen. De servicehandleiding kan worden gedownload, zie hieronder. Elektrische voorschriften met bedradingsschema's voor de warmtepomp, bedoeld voor storingzoeken en service. De elektrische voorschriften kunnen worden gedownload, zie hieronder. Gebruikershandleiding die aan de eindgebruiker moet worden gegeven en met hem/haar moet worden doorgenomen. Wordt bij de warmtepomp meegeleverd. Landspecifieke instructies en formulieren zijn mogelijk als dat vereist is. Wordt bij de warmtepomp meegeleverd. Sticker met vertaling. Moet bij de installatie op het productieplaatje worden aangebracht. Wordt bij de warmtepomp meegeleverd. De Servicehandleiding en de Elektrische voorschriften kunnen hier worden gedownload: www.documentation.heatpump.danfoss.com 1.2 Symbolen in documenten De handleiding bevat verschillende waarschuwingssymbolen die samen met de tekst de lezer laten weten dat de uit te voeren handelingen gevaren met zich meebrengen. De symbolen worden links naast de tekst weergegeven en er worden drie verschillende symbolen gebruikt om de mate van gevaar aan te geven. GEVAAR! Geeft een direct gevaar aan dat leidt tot levensgevaarlijk of ernstig letsel indien niet de vereiste maatregelen worden genomen. Waarschuwing! Gevaar voor persoonlijk letsel!geeft een mogelijk gevaar aan dat kan leiden tot levensgevaarlijk of ernstig letsel indien niet de vereiste maatregelen worden genomen. Voorzichtig! Gevaar voor schade aan de installatie.wijst op een mogelijk gevaar dat kan leiden tot productschade indien niet de vereiste maatregelen worden genomen. Er wordt een vierde symbool gebruikt voor praktische informatie of tips voor het uitvoeren van een procedure. Let op! Informatie met betrekking tot het vereenvoudigen van het werken met de installatie of een mogelijk operationeel technisch nadeel. 1.3 Symbolen op stickers De volgende symbolen kunnen op stickers op de verschillende onderdelen van de warmtepomp voorkomen. De gebruikte symbolen hangen af van het model van de warmtepomp. Installatiehandleiding VMBMA1010 3

!! Waarschuwing, gevaar! Lees de bijgevoegde documentatie. Lees de bijgevoegde documentatie. Waarschuwing, gevaarlijke elektrische spanning! Waarschuwing, hete oppervlakken! Waarschuwing, bewegende onderdelen! Waarschuwing, klemgevaar! Elektrische onderdelen Onderdeel, normaal Onderdeel, accessoire 3 Buitengedeelte 353 Lekbak 50 Buitensensor 362 Shuntklep 54 Warmwatersensor 406 Kamersensor 55 Sensor warm water top 408 EVU 71 Flowsensor 417 Ontdooisensor 4 Installatiehandleiding VMBMA1010

Leidingaansluitingen Tapwater Verwarmingssysteem Brine Ontdooitank Expansievat met veiligheidsklep, brine Ontluchting Veiligheidsklep voor temperatuur en druk Buitengedeelte Boiler Installatiehandleiding VMBMA1010 5

2 Belangrijke informatie/veiligheidsvoorschriften Waarschuwing! Gevaar voor persoonlijk letsel! Zorg ervoor dat er geen kinderen met het product spelen. Waarschuwing! Aangezien de warmwatertemperatuur in de DHP-H Opti Pro en DHP-L Opti Pro zeer hoog wordt, moet er tussen de koud- en warmwaterleidingen een mengklep worden geïnstalleerd, die zorgt voor een lagere temperatuur van het warmtapwater.als alternatief kan de max. warmwatertemperatuur worden verlaagd in het menu Service. Waarschuwing! Danfoss SP (eenfasige) warmtepompen zijn voorzien van een af fabriek gemonteerde veiligheidsklep voor temperatuur en druk, (10 bar 90-95 C) overeenkomstig de eisen in Groot-Brittannië. Deze klep zit in de watertank en mag alleen worden gebruikt voor het aansluiten van een afvoerleiding. Vergeet ook niet dat het daarom voor warmtepomp DHP-H Opti Pro SP en DHP-L Opti Pro SP absoluut noodzakelijk is om de heetwatertemperatuur van de fabrieksinstelling van 95 C te wijzigen in 85 C. Voorzichtig! De warmtepomp dient te worden geïnstalleerd door bevoegde installatietechnici en de installatie moet voldoen aan de van toepassing zijnde plaatselijke regels en voorschriften en aan deze installatiehandleiding. Voorzichtig! Dit product mag niet worden gebruikt door personen (waaronder kinderen) met verminderde fysieke, sensorische of mentale vermogens of gebrekkige kennis of ervaring, tenzij onder supervisie van of geïnformeerd over de functies van het product door een veiligheidsfunctionaris. Voorzichtig! Plaats de warmtepomp op een vorstvrije locatie! Voorzichtig! De warmtepomp moet worden geplaatst in een ruimte met een afvoerput. Voorzichtig! De warmtepomp moet op een stabiele ondergrond worden geplaatst. De ondergrond moet het totale gewicht van de warmtepomp met gevulde boiler (zie Technische gegevens) kunnen dragen. Voorzichtig! Om lekkage te voorkomen, mogen de aansluitleidingen bij het monteren niet gespannen zijn! Voorzichtig! Het is belangrijk dat het verwarmingssysteem na installatie wordt ontlucht. Voorzichtig! Waar nodig moeten ontluchtingskleppen worden gemonteerd. 6 Installatiehandleiding VMBMA1010

Voorzichtig! De boiler moet worden voorzien van een goedgekeurde veiligheidsklep. Voorzichtig! Bij verwarmingssystemen met gesloten expansievaten moet ook dat systeem zijn voorzien van een goedgekeurde drukmeter en een veiligheidsklep. Voorzichtig! Koud- en warmwaterleidingen en overstortleidingen vanuit veiligheidskleppen moeten worden vervaardigd uit hittebestendig en roestvrij materiaal, bijvoorbeeld koper. De overstortleidingen van de veiligheidskleppen moeten een niet-afsluitbare verbinding hebben met de afvoer. De aansluiting daarop moet zichtbaar zijn en zich in een vorstvrije omgeving bevinden. Voorzichtig! De verbindingsleiding tussen het expansievat en de veiligheidsklep moet onafgebroken omhoog lopen. Met onafgebroken omhoog lopen wordt bedoeld dat de leiding nergens mag aflopen onder een denkbeeldige horizontale lijn. Let op! Als er bij muurdoorvoeren voor brineleidingen gevaar is voor een binnendringend grondwater moet gebruik worden gemaakt van waterdichte doorvoeren. Let op! Naast de van toepassing zijnde lokale regels en voorschriften dient de installatie zodanig plaats te vinden dat de trillingen vanuit de warmtepomp zich niet voortplanten door het huis en voor ongewenste geluiden zorgen. 2.1 Koudemiddel Voorzichtig! Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit mogen uitsluitend worden uitgevoerd door personen met een diploma koeltechniek. Hoewel het koelsysteem (koudemiddelcircuit) van de warmtepomp is gevuld met een chloorvrij en milieuvriendelijk koudemiddel dat geen negatieve invloed heeft op de ozonlaag, mag er alleen aan dit systeem worden gewerkt door daartoe bevoegde personen. 2.1.1 Brandgevaar Het koudemiddel is onder normale omstandigheden niet ontvlambaar of explosief. 2.1.2 Giftigheid Bij normaal gebruik en onder normale omstandigheden heeft het koudemiddel een lage giftigheid. Hoewel het koudemiddel een lage giftigheid heeft, kan het toch tot letsel leiden (ook levensgevaarlijk letsel) in bijzondere omstandigheden of als het opzettelijk verkeerd wordt gebruikt. Waarschuwing! Gevaar voor persoonlijk letsel! Ruimtes waar zich zware dampen kunnen vormen die de lucht kunnen verdringen, moeten goed worden geventileerd. Koudemiddeldamp is zwaarder dan lucht en in besloten ruimtes of in een deel van een ruimte onder het niveau van bijvoorbeeld een deur, kan in geval van lekkage de concentratie dermate toenemen dat verstikkingsgevaar door zuurstoftekort kan ontstaan. Installatiehandleiding VMBMA1010 7

Waarschuwing! Gevaar voor persoonlijk letsel! Als koudemiddel wordt blootgesteld aan een open vlam, komt er een giftig en irriterend gas vrij. Dit gas kan worden herkend aan de geur, ook bij concentraties onder de toegestane grenswaarde. Evacueer het betreffende gebied totdat het zorgvuldig geventileerd is. 2.1.3 Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit Voorzichtig! Bij reparatiewerkzaamheden aan het koudemiddelcircuit mag er geen koudemiddel uit de warmtepomp ontsnappen. Het koudemiddel moet op geschikte wijze worden behandeld. Het aftappen en bijvullen mag alleen worden gedaan met nieuw koudemiddel (zie voor type koudemiddel en voorgeschreven hoeveelheid het machineplaatje) via servicekleppen. Voorzichtig! Alle garanties van Danfoss komen te vervallen als andere koudemiddelen worden gebruikt dan het door Danfoss A/S gespecificeerde koudemiddel, tenzij schriftelijk is bevestigd dat het nieuwe koudemiddel in combinatie met andere ingrepen wordt goedgekeurd. 2.1.4 Afvoeren Voorzichtig! Als de warmtepomp moet worden afgevoerd, moet het koudemiddel voor vernietiging worden afgetapt. Er moet worden voldaan aan de plaatselijke regels en verordeningen met betrekking tot het afvoeren van koudemiddel. 2.2 Elektrische aansluiting Voorzichtig! De elektrische installatie mag alleen worden uitgevoerd door een erkende elektricien en moet voldoen aan de toepasselijke lokale en landelijke voorschriften. Voorzichtig! Bij de elektrische installatie mogen alleen permanent aangelegde kabels worden gebruikt. De stroomtoevoer moet kunnen worden geïsoleerd met een werkschakelaar (meerpolige schakelaar) met een minimale contactopening van 3 mm. (De maximale belasting voor extern aangesloten eenheden is 2 A.) GEVAAR! Gevaarlijke elektrische spanning! De klemmenstroken staan onder spanning en kunnen levensgevaarlijk zijn vanwege het gevaar voor elektrische schokken. Alle stroomtoevoeren moeten worden onderbroken voordat met de elektrische installatie kan worden begonnen. De warmtepomp is in de fabriek intern aangesloten. Daarom bestaat de elektrische installatie hoofdzakelijk uit het aansluiten van de stroomtoevoer. 8 Installatiehandleiding VMBMA1010

2.3 Inbedrijfstelling Voorzichtig! De installatie mag alleen in bedrijf worden gesteld als het verwarmingssysteem en het brinesysteem zijn gevuld en ontlucht. Anders kunnen de circulatiepompen beschadigd raken. Voorzichtig! Als de installatie tijdens het installeren alleen zal worden aangedreven door de bijverwarming, zorgt u ervoor dat het verwarmingssysteem gevuld is en dat de brinepomp en de compressor niet kunnen starten. Dit doet u door de bedrijfsmodus in te stellen op Bijverwarm. Installatiehandleiding VMBMA1010 9

3 Warmtepompgegevens, afmetingen en aansluitingen 3.1 DHP-H, DHP-H Opti Legenda 1 Brine in, 28 Cu 1845 (±10) 110 528 440 300 1 2 2 Brine uit, 28 Cu 3 Aanvoerleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 4-10 kw, 28 Cu: 12-16 kw 4 Retourleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 4-10 kw, 28 Cu: 12-16 kw 5 Aansluiting voor ontluchtingsklep, 22 Cu 6 Warmwaterleiding, 22 mm 7 Koudwaterleiding, 22 mm 455 596 4 3 40±10 9 5 6 7 8 610 80 8 Doorvoer voor voeding, sensor en communicatiekabel 9 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) De brineleidingen kunnen naar keuze worden aangesloten op de linker- of rechterzijde van de warmtepomp. Afbeelding 1. Afmetingen en aansluitingen 3.2 DHP-H Opti Pro Legenda 1 Brine in, 28 Cu 1845 (±10) 110 528 440 300 1 2 2 Brine uit, 28 Cu 3 Aanvoerleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 4-10 kw, 28 Cu: 12-16 kw 4 Retourleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 4-10 kw, 28 Cu: 12-16 kw 5 Aansluiting voor ontluchtingsklep, 22 Cu 6 Warmwaterleiding, 22 mm 7 Koudwaterleiding, 22 mm 455 596 4 3 40±10 9 5 6 7 8 610 80 8 Doorvoer voor voeding, sensor en communicatiekabel 9 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (geldt alleen voor bepaalde modellen) De brineleidingen kunnen naar keuze worden aangesloten op de linkerof rechterzijde van de warmtepomp. Afbeelding 2. Afmetingen en aansluitingen 10 Installatiehandleiding VMBMA1010

3.3 DHP-C Legenda 1 Brine in, 28 Cu 1845 (±10) 110 440 300 2 1 2 Brine uit, 28 Cu 3 Aanvoerleiding verwarmingssysteem, 22 Cu 4 Retourleiding verwarmingssysteem, 22 Cu 5 Aansluiting voor ontluchtingsklep, 22 Cu 6 Warmwaterleiding, 22 mm 7 Koudwaterleiding, 22 mm 528 8 Doorvoer voor voeding, sensor en communicatiekabel 455 596 40±10 De brineleidingen kunnen naar keuze worden aangesloten op de linkerof rechterzijde van de warmtepomp. 4 3 5 67 8 80 610 Afbeelding 3. Afmetingen en aansluitingen 3.4 DHP-L, DHP-L Opti Legenda 1538 (±10) 110 528 440 300 1 2 1 Brine in, 28 Cu 2 Brine uit, 28 Cu 3 Aanvoerleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 4-10 kw, 28 Cu: 12-16 kw 4 Retourleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 4-10 kw, 28 Cu: 12-16 kw 5 Doorvoer voor voeding, sensor en communicatiekabel 455 596 40±10 690 De brineleidingen kunnen naar keuze worden aangesloten op de linkerof rechterzijde van de warmtepomp. 3 4 5 610 80 Installatiehandleiding VMBMA1010 11

3.5 DHP-L Opti Pro Legenda 1538 (±10) 455 596 40 ±10 6 5 4 110 528 7 610 440 300 2 1 690 3 1 Retourleiding boiler, 22 (flex. slang) 2 Brine in, 28 Cu 3 Brine uit, 28 Cu 4 Aanvoerleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 4-10 kw, 28 Cu: 12-16 kw 5 Retourleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 4-10 kw, 28 Cu: 12-16 kw 6 Aanvoerleiding boiler, 22 Cu 7 Doorvoer voor voeding, sensor en communicatiekabel De brineleidingen (2), (3) en de retourleiding boiler (1) kunnen worden aangesloten op de rechter- of linkerkant. 80 Afbeelding 4. Afmetingen en aansluitingen 3.6 DHP-A, DHP-A Opti Legenda 1 Brine in, 28 Cu 1845 (±10) 455 596 300 250 40±10 5 9 10 6 78 3 4 528 258 610 80 1 2 2 Brine uit, 28 Cu 3 Doorvoer voor voeding, sensor en communicatiekabel 4 Aanvoerleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 6-10 kw, 28 Cu: 12 kw 5 Retourleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 6-10 kw, 28 Cu: 12 kw 6 Aansluiting voor ontluchtingsklep, 22 Cu 7 Warmwaterleiding, 22 mm 8 Koudwaterleiding, 22 mm 9 Expansieaansluiting brinecircuit, R25 inw. 10 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) De brineleidingen kunnen naar keuze worden aangesloten op de linkerof rechterzijde van de warmtepomp. Afbeelding 5. Afmetingen en aansluitingen 12 Installatiehandleiding VMBMA1010

3.7 DHP-AL, DHP-AL Opti De brineleidingen kunnen naar keuze worden aangesloten op de linker- of rechterzijde van de warmtepomp. 1538 (±10) 2 6 5 7 596 11 15 17 14 13 12 10 16 1 4 3 9 8 40±10 40±10 455 690 455 690 Afbeelding 6. Afmetingen en aansluitingen warmtepomp en boiler Legenda Warmtepomp 1 Brine in, 28 Cu 5 Aanvoerleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 6-10 kw, 28 Cu: 12 kw 2 Brine uit bij normaal bedrijf, 28 Cu 6 Retourleiding verwarmingssysteem, 22 Cu: 6-10 kw, 28 Cu: 12 kw 3 Brine uit bij ontdooien naar boiler pos 8, 28 Cu 7 Doorvoer stroom- en sensorkabel 4 Retourleiding vanaf boiler, pos 9, 28 Cu Legenda Boiler 8 Aansluiting voor brine uit bij ontdooien vanaf pos 3 13 Koudwaterleiding, 22 mm 9 Boiler, retourleiding naar pos 4 14 Aanvoerleiding naar boilerspiraal 10 Ontluchtingsklep, bij roestvrije boiler 15 Brine, expansieaansluiting bij hooggeplaatst buitengedeelte 11 Brine uit bij ontdooien, 28 Cu 16 Doorvoer sensorkabel 12 Warmwaterleiding, 22 mm 17 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) Installatiehandleiding VMBMA1010 13

3.8 Buitengedeelte DHP-A, DHP-A Opti, DHP-AL, DHP-AL Opti 2 1 910 Afbeelding 7. 1 120 441 342 2 1175 405 300 Buitengedeelte, afmetingen en aansluitingen 630 Legenda 1 Brine in, 28 Cu 2 Brine uit, 28 Cu 14 Installatiehandleiding VMBMA1010

4 Vervoeren, uitpakken en plaatsen 4.1 Transport van warmtepomp Voorzichtig! Bij het transporteren of heffen van de complete warmtepomp moet altijd de frontplaat zijn gemonteerd, omdat deze de rest van de plaatconstructie vastzet. Voorzichtig! De warmtepomp moet altijd staand en in een droge ruimte worden getransporteerd en opgeslagen. Maak de warmtepomp goed vast, zodat deze niet kan kantelen tijdens het transport. Bij transport binnenshuis naar de installatieplek kan het noodzakelijk zijn om de warmtepomp op de achterkant te leggen. Houd de tijd dat de warmtepomp liggend wordt getransporteerd zo kort mogelijk. Nadat hij weer rechtop is gezet, moet de warmtepomp minimaal één uur staan voordat hij in bedrijf wordt gesteld. 4.2 Warmtepomp uitpakken 4.2.1 Controle levering 1. Controleer of er geen schade is ontstaan tijdens het transport. De warmtepomp is verpakt in sterk golfkarton. 2. Verwijder de verpakking en controleer of de levering de volgende onderdelen bevat. Artikelnummer 4-10 kw 12-16 kw Veiligheidsklep 9 bar 1/2 086U2369 1 1 Veiligheidsklep 1,5 bar 1/2 086U0896 1 1 Buitensensor 086U2701 1 1 Expansie- en ontluchtingsvat 086U2824 1 1 Rubbermanchet opening 22-28 mm 086U3423 5 5 Flex. slang R20 L=550 086U6033 2 - Flex. slang R25 L=550 086U6034-2 Bijvulkoppeling DN25 086U6006 1 - Bijvulkoppeling DN32 086U6007-1 Vuilfilter met afsluiting DN20 086U3427 1 - Vuilfilter met afsluiting DN25 086U6005-1 Houder voor handleiding 086U3988 1 1 4.3 Warmtepomp plaatsen 4.3.1 Aanbevolen locatie Voorzichtig! Om problemen met condensvorming op de brineleidingen te vermijden, wordt geadviseerd om binnenshuis de brineleiding zo kort mogelijk te houden. De warmtepomp moet op een stabiele vloer worden geplaatst, liefst een betonnen vloer. Bij plaatsing op houten vloeren moet de vloer worden verstevigd, zodat deze het gewicht kan dragen van de warmtepomp inclusief een volle boiler (zie technische gegevens voor de betreffende warmtepomp). Een oplossing is het aanbrengen van een dikke plaat, van minimaal 6 mm, onder de warmtepomp. De plaat moet over meerdere balken liggen, zodat het gewicht van de warmtepomp over een groter oppervlak verspreid wordt. Als daarentegen de warmtepomp moet worden geïnstalleerd in een nieuwbouwwoning, is hiermee tijdens de bouw meestal rekening gehouden en zijn Installatiehandleiding VMBMA1010 15

de balken verstevigd op de plek waar de warmtepomp moet komen. Controleer altijd of dit het geval is bij installaties in nieuwbouwwoningen. Plaats de warmtepomp bij voorkeur niet in een hoek, omdat de omringende muren dan het geluid van de warmtepomp kunnen versterken Het is ook belangrijk om de warmtepomp met behulp van de verstelbare poten zo af te stellen dat deze horizontaal op de ondergrond staat. 4.3.2 Benodigde ruimte Voorzichtig! De warmtepomp mag niet worden ingebouwd, omdat de temperatuur in de kast te hoog wordt. Om de installatie en latere controle- en onderhoudswerkzaamheden te vereenvoudigen, moet er rond de warmtepomp een ruimte vrij worden gehouden volgens de volgende afbeelding: 300 mm 300 mm 300 mm 1905 1620 10 mm 600 mm 4.3.3 Plaatsen Let op! De warmtepomp is voorzien van verstelbare poten die kunnen worden aangepast om te compenseren voor onregelmatigheden in de ondergrond. Als de ondergrond dermate onregelmatig is dat hiervoor niet kan worden gecompenseerd met de poten, moet de installatietechnicus hiervoor maatregelen nemen. Let op! Aanbevolen wordt om een condensafvoer te monteren vanaf de afvoerleiding van de lekbak door de warmtepomp neer te leggen. De afvoerleiding komt naar buiten door een gat in de onderplaat en heeft een slangaansluiting van Ø 10 mm. Let op! Als de warmtepomp is neergelegd, wordt aanbevolen om deze minimaal één uur rechtop te laten staan voordat hij in gebruik wordt genomen. 16 Installatiehandleiding VMBMA1010

4.3.4 Demonteer de frontplaat Voorzichtig! Let bij het wegtillen van de frontplaat op de kabels van de display! Bij installatie van de warmtepomp moet de frontplaat worden gedemonteerd. 1 2 3 Afbeelding 8. Frontplaat demonteren 1. Houd de frontplaat tegen en draai de borgring 90 linksom om de frontplaat los te maken. 2. Laat de frontplaat naar buiten kantelen. 3. Til de frontplaat naar boven om deze los te maken van de warmtepomp. 4.4 Buitengedeelte plaatsen Let op! Geldt voor DHP-A. 4.4.1 Aanbevolen locatie Denk bij het plaatsen van het buitengedeelte aan het volgende: Voorzichtig! Wanneer het buitengedeelte ontdooit, zal het smeltwater recht omlaag lekken onder de unit. Het gebied rond het buitengedeelte moet daarom een goede afvoer hebben, om het water te kunnen opvangen (circa 2 liter per keer ontdooien). Voorzichtig! De verstelbare poten van het buitengedeelte moeten op een stevige ondergrond worden geplaatst, zoals houten blokken, tuintegels of een gestorte fundering. Let op! Het buitengedeelte hoeft niet in een bepaalde richting te worden geplaatst. Let op! Als de ventilator draait, zal het buitengedeelte lawaai produceren. Houd hier rekening mee wanneer u de unit plaatst, om de geluidsoverlast in uw eigen huis en voor eventuele buren zoveel mogelijk te beperken. Installatiehandleiding VMBMA1010 17

4.4.2 Benodigde ruimte 300 mm 300 mm 300 mm 1500 mm Afbeelding 9. Noodzakelijke ruimte voor service voor buitengedeelte. 4.4.3 Uitpakken Het buitengedeelte is verpakt en wordt geleverd in een kist. 1. Haal eerst de eenheid uit de kist. 2. Controleer of de levering compleet is, met het buitengedeelte zelf, frontkap, afdekplaat en een ongemonteerde standaard inclusief benodigde schroeven, moeren en ringen. 4.4.4 Montage 4.4.4.1 Monteer de standaard Standaard in elkaar zetten 1. Schroef de twee horizontale steunen (2) in de twee eindstukken (1) vast zoals in de afbeelding hieronder. Gebruik 10 M6x10-schroeven. De gebogen randen van de horizontale steunen moeten naar binnen wijzen. 2 1 Legenda 1 Eindstukken 2 Steun 3 Poten 1 3 Afbeelding 10. Standaard monteren 2. Schroef de verstelbare poten (3) vast in de gaten onder de eindstukken. 4.4.4.2 Prepareer het buitengedeelte Terwijl het buitengedeelte nog op het houten pallet staat, kan dit worden geprepareerd voor plaatsing op de standaard. Dit doet u als volgt: 18 Installatiehandleiding VMBMA1010

1. Aan de onderkant van het buitengedeelte zitten drie M6x20-schroeven. Draai deze eruit tot er 2-3 mm schroefdraad over is. Gebruik een torx TX25 of vergelijkbare schroevendraaier. Voorzichtig! Houd het buitengedeelte bij heffen of omhoog brengen niet vast aan de zijplaten. 2. Breng het buitengedeelte omhoog. 3. Verwijder de zijplaten. Deze zitten vast met behulp van klembevestigingen en kunnen dus los worden gemaakt door ze naar buiten te trekken. 4. Verwijder alle vier de vastgeschroefde hijsogen. Gebruik hiervoor een 13 mm steek/ring-sleutel of vergelijkbaar. 4.4.4.3 Monteer het buitengedeelte op de standaard 1. Til het buitengedeelte op de standaard. 2. Schroef het buitengedeelte vast op de standaard. Gebruik 4 M6x20-schroeven. Het kan nodig zijn om een beetje te drukken tegen de standaard en er een beetje aan te trekken om de schroefgaten te laten passen. Voorzichtig! Bij het bijvullen van het brinesysteem moet het buitengedeelte worden ontlucht met behulp van de ontluchtingsschroeven op de aansluitleidingen binnen de zijplaten. Ons advies is om na het bijvullen van het brinesysteem het vervolg van deze instructie er weer bij te pakken. 3. Plaats de zijplaten terug. 4.4.4.4 Monteer de ontdooisensor Afbeelding 11. Bevestiging ontdooisensor vasthaken 1. Schuif de bevestiging in de opening aan de achterkant van het buitengedeelte tot de plaat vasthaakt aan de rand. 2. Pak de ontdooisensor die in het elektrische aansluitkastje ligt. Steek de sensor door de juiste doorvoer. 3. Trek de kabel van de ontdooisensor door de kabeldoorvoer naar voren naar de bevestiging. 4. Bevestig de ontdooisensor helemaal onderaan op de bevestiging met bijvoorbeeld een kabelbinder. 4.4.4.5 Monteer de frontplaat 1. Haak de onderkant van de frontplaat vast op minimaal één van de drie schroeven in de onderkant van het buitengedeelte. 2. Bevestig de bovenkant van de frontplaat tijdelijk in de middelste opening. Gebruik 1 M6x15 torx TX25. 3. Breng alle drie schroeven aan in de onderkant. 4. Schroef de drie schroeven in de onderkant er helemaal in. Gebruik een torx TX25 of vergelijkbare schroevendraaier. Installatiehandleiding VMBMA1010 19

5. Bevestig de bovenkant van de frontplaat met de 2 resterende M6x15 torx TX25 (zie de onderstaande afbeelding). Afbeelding 12. Deksel bevestigen 4.4.4.6 Monteer het deksel 1. Haak het deksel vast aan de voorkant van de frontkap. Afbeelding 13. 1. Haak het deksel vast Zet het deksel vast met een schroef aan beide zijden. Gebruik 2 kruiskopschroeven. Als het deksel niet tegen de afdekplaten aan de zijkanten past, moeten er mogelijk nieuwe gaten van 3 mm worden geboord: Markeer waar de nieuwe gaten moeten komen Til het deksel weg Boor de gaten Plaats het deksel en schroef het vast Afbeelding 14. Schroef het deksel vast 20 Installatiehandleiding VMBMA1010

4.4.4.7 Monteer de afdekplaat 1. Haak de afdekplaat vast op de standaard. Afbeelding 15. Haak de afdekplaat vast op de standaard. Installatiehandleiding VMBMA1010 21

5 Installatie van leidingen Waarschuwing! Aangezien de warmwatertemperatuur in de DHP-H Opti Pro en DHP-L Opti Pro zeer hoog wordt, moet er tussen de koud- en warmwaterleidingen een mengklep worden geïnstalleerd, die zorgt voor een lagere temperatuur van het warmtapwater.als alternatief kan de max. warmwatertemperatuur worden verlaagd in het menu Service. Waarschuwing! Danfoss SP (eenfasige) warmtepompen zijn voorzien van een af fabriek gemonteerde veiligheidsklep voor temperatuur en druk, (10 bar 90-95 C) overeenkomstig de eisen in Groot-Brittannië. Deze klep zit in de watertank en mag alleen worden gebruikt voor het aansluiten van een afvoerleiding. Vergeet ook niet dat het daarom voor warmtepomp DHP-H Opti Pro SP en DHP-L Opti Pro SP absoluut noodzakelijk is om de heetwatertemperatuur van de fabrieksinstelling van 95 C te wijzigen in 85 C. Voorzichtig! Bij de installatie van de leidingen moeten de toepasselijke plaatselijke regels en voorschriften in acht worden genomen. De boiler moet worden voorzien van een goedgekeurde veiligheidsklep. Voorzichtig! Om lekkage te voorkomen, mogen de aansluitleidingen bij het monteren niet gespannen zijn! Voorzichtig! Het is belangrijk dat het verwarmingssysteem na installatie wordt ontlucht. Waar nodig moeten ontluchtingskleppen worden gemonteerd. Let op! Zorg dat de leidingen worden geïnstalleerd volgens de maatschetsen en aansluitschema's. Let op! In het menu SERVICE\BIJVERWARM.\EXT. BIJVERWARMING wordt de warmtepomp geconfigureerd voor de gewenste systeemoplossing. 5.1 Veiligheidskleppen Voorzichtig! Bij radiatorsystemen met gesloten expansievat moet ook dit systeem worden voorzien van een goedgekeurde drukmeter en een veiligheidsklep, minimaal DN 20, 1,5 bar openingsdruk, of conform de in het betreffende land geldende eisen. Voorzichtig! Koud- en warmwaterleidingen en overstortleidingen vanuit veiligheidskleppen moeten worden vervaardigd uit hittebestendig en roestvrij materiaal, bijvoorbeeld koper. De overstortleidingen van de veiligheidskleppen moeten een niet-afsluitbare verbinding hebben met de afvoer. De aansluiting daarop moet zichtbaar zijn en zich in een vorstvrije omgeving bevinden. Voorzichtig! De verbindingsleiding tussen het expansievat en de veiligheidsklep moet onafgebroken omhoog lopen. Met onafgebroken omhoog lopen wordt bedoeld dat de leiding nergens mag aflopen onder een denkbeeldige horizontale lijn. 22 Installatiehandleiding VMBMA1010

5.2 Aansluiting verwarming 5.2.1 Systeemoplossing 1 Bij systeemoplossing 1 produceert de warmtepomp zowel verwarming als warm water met de compressor en de ingebouwde elektrische bijverwarming. Verwarming en warm water kunnen niet tegelijkertijd worden geproduceerd, omdat de driewegklep voor verwarming/warm water na de elektrische bijverwarming is geplaatst. De ingebouwde elektrische bijverwarming voert doorverwarming uit (anti-legionellafunctie) in de bedrijfsmodi die bijverwarming toestaan. Voor systeemoplossing 1 selecteert u in het menu SERVICE\BIJVERW.\EXT. BIJVERWARMING de fabrieksinstelling: EXT. BIJVERWARMING = 0 (uit) VXV WARMWATER = INT 5.2.1.1 Voorbeeld systeemoplossing 1 Systeemoplossing voor DHP-H, DHP-H Opti, DHP-H Opti Pro, DHP-C, DHP-A, DHP-A Opti. Legenda 1 Warmtepomp 10 Aanvoerleiding 11 Retourleiding 12 Koud water 13 Warm water 80 Afsluitklep 83 Terugslagklep 85 Ontluchtingsklep 86 Veiligheidsklep expansie verwarmingssysteem 87 Veiligheidsklep koud water 9 bar 89 Vacuümklep 91 Vuilzeef 96 Flexibele slang 113 Expansie verwarmingssysteem 126 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) Afbeelding 16. Voorbeeld systeemoplossing 1 Installatiehandleiding VMBMA1010 23

5.2.1.2 Voorbeeld systeemoplossing 1 Systeemoplossing voor DHP-L, DHP-L Opti Afbeelding 17. Voorbeeld systeemoplossing 1 Legenda 1 Warmtepomp 10 Aanvoerleiding 11 Retourleiding 12 Koud water 13 Warm water 18 Boiler 80 Afsluitklep 83 Terugslagklep 85 Ontluchtingsklep 86 Veiligheidsklep expansie verwarmingssysteem 87 Veiligheidsklep koud water 9 bar 89 Vacuümklep 91 Vuilzeef 96 Flexibele slang 113 Expansie verwarmingssysteem 126 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) 24 Installatiehandleiding VMBMA1010

5.2.1.3 Voorbeeld systeemoplossing 1 Systeemoplossing voor DHP-L Opti Pro. Afbeelding 18. Voorbeeld systeemoplossing 1 Legenda 1 Warmtepomp 10 Aanvoerleiding 11 Retourleiding 12 Koud water 13 Warm water 18 Boiler 80 Afsluitklep 83 Terugslagklep 85 Ontluchtingsklep 86 Veiligheidsklep expansie verwarmingssysteem 87 Veiligheidsklep koud water 9 bar 89 Vacuümklep 91 Vuilzeef 96 Flexibele slang 113 Expansie verwarmingssysteem 126 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) Installatiehandleiding VMBMA1010 25

5.2.1.4 Voorbeeld systeemoplossing 1 Systeemoplossing voor DHP-AL, DHP-AL Opti. Afbeelding 19. Voorbeeld systeemoplossing 1 Legenda 1 Warmtepomp 10 Aanvoerleiding 11 Retourleiding 12 Koud water 13 Warm water 17 Boiler (DHP-AL) 80 Afsluitklep 83 Terugslagklep 85 Ontluchtingsklep 86 Veiligheidsklep expansie verwarmingssysteem 87 Veiligheidsklep koud water 9 bar 89 Vacuümklep 91 Vuilzeef 96 Flexibele slang 113 Expansie verwarmingssysteem 126 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) 5.2.2 Systeemoplossing 2 Bij systeemoplossing 2 kan de warmtepomp zowel verwarming als warm water produceren en ondersteunt een externe bijverwarming (oliegestookte of elektrische boiler, stadsverwarming o.i.d.) de productie van warmte wél, maar die van warm water niet. De driewegklep voor warmte/warm water zit vóór de externe bijverwarming, waardoor gelijktijdige productie van warmte en warm water mogelijk is. De ingebouwde elektrische bijverwarming kan worden gebruikt voor warmte- en warmwaterproductie alsmede de anti-legionellafunctie. Met de waarden voor de integralen A2 en A3 wordt geselecteerd of een externe bijverwarming stapsgewijs moet worden geactiveerd vóór of na de ingebouwde elektrische bijverwarming. De regelaar van de warmtepomp stuurt ook een bijverwarmingsshunt aan die achter de externe bijverwarming is geplaatst. Voor systeemoplossing 2 selecteert u in het menu SERVICE\BIJVERWARM.\EXT. BIJVERWARMING: EXT. BIJVERWARMING = AAN VXV WARMWATER = INT 26 Installatiehandleiding VMBMA1010

5.2.2.1 Voorbeeld systeemoplossing 2 Systeemoplossing voor DHP-H, DHP-H Opti, DHP-H Opti Pro, DHP-C, DHP-A, DHP-A Opti. Afbeelding 20. Voorbeeld systeemoplossing 2 Legenda 1 Warmtepomp 10 Aanvoerleiding 11 Retourleiding 12 Koud water 13 Warm water 36 Circulatiepomp 51 Aanvoerleidingsensor, uit warmtepomp verplaatst 72 Bijverwarmingsshunt 80 Afsluitklep 83 Terugslagklep 85 Ontluchtingsklep 86 Veiligheidsklep expansie verwarmingssysteem 87 Veiligheidsklep koud water 9 bar 89 Vacuümklep 91 Vuilzeef 96 Flexibele slang 113 Expansie verwarmingssysteem 117 Externe bijverwarming 126 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) Installatiehandleiding VMBMA1010 27

5.2.2.2 Voorbeeld systeemoplossing 2 Systeemoplossing voor DHP-L, DHP-L Opti. Afbeelding 21. Voorbeeld systeemoplossing 2 Legenda 1 Warmtepomp 10 Aanvoerleiding 11 Retourleiding 12 Koud water 13 Warm water 18 Boiler 36 Circulatiepomp 51 Aanvoerleidingsensor, uit warmtepomp verplaatst 72 Bijverwarmingsshunt 80 Afsluitklep 83 Terugslagklep 85 Ontluchtingsklep 86 Veiligheidsklep expansie verwarmingssysteem 87 Veiligheidsklep koud water 9 bar 89 Vacuümklep 91 Vuilzeef 96 Flexibele slang 113 Expansie verwarmingssysteem 117 Externe bijverwarming 126 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) 28 Installatiehandleiding VMBMA1010

5.2.2.3 Voorbeeld systeemoplossing 2 Systeemoplossing 2 voor DHP-L Opti Pro. Afbeelding 22. Voorbeeld systeemoplossing 2 Legenda 1 Warmtepomp 10 Aanvoerleiding 11 Retourleiding 12 Koud water 13 Warm water 18 Boiler 36 Circulatiepomp 51 Aanvoerleidingsensor, uit warmtepomp verplaatst 72 Bijverwarmingsshunt 80 Afsluitklep 83 Terugslagklep 85 Ontluchtingsklep 86 Veiligheidsklep expansie verwarmingssysteem 87 Veiligheidsklep koud water 9 bar 89 Vacuümklep 91 Vuilzeef 96 Flexibele slang 113 Expansie verwarmingssysteem 117 Externe bijverwarming 126 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) Installatiehandleiding VMBMA1010 29

5.2.2.4 Voorbeeld systeemoplossing 2 Systeemoplossing voor DHP-AL, DHP-AL Opti. Afbeelding 23. Voorbeeld systeemoplossing 2 Legenda 1 Warmtepomp 10 Aanvoerleiding 11 Retourleiding 12 Koud water 13 Warm water 17 Boiler (DHP-AL) 36 Circulatiepomp 51 Aanvoerleidingsensor, uit warmtepomp verplaatst 72 Bijverwarmingsshunt 80 Afsluitklep 83 Terugslagklep 85 Ontluchtingsklep 86 Veiligheidsklep expansie verwarmingssysteem 87 Veiligheidsklep koud water 9 bar 89 Vacuümklep 91 Vuilzeef 96 Flexibele slang 113 Expansie verwarmingssysteem 117 Externe bijverwarming 126 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) 5.2.3 Systeemoplossing 3 Bij systeemoplossing 3 kan de warmtepomp zowel verwarming als warm water produceren en ondersteunt een externe bijverwarming (oliegestookte of elektrische boiler, stadsverwarming o.i.d.) de productie van warmte én warm water alsmede een eventuele anti-legionellafunctie. De driewegklep voor warmte/warm water zit achter de externe bijverwarming, waardoor gelijktijdige productie van warmte en warm water niet mogelijk is. De ingebouwde elektrische bijverwarming kan worden gebruikt voor warmte- en warmwaterproductie alsmede de anti-legionellafunctie. Met de parameter TOPVERW. EXT.BV wordt bepaald of de externe of interne bijverwarming de anti-legionellafunctie uitvoert. Met de waarden voor de integralen A2 en A3 wordt geselecteerd of een externe bijverwarming stapsgewijs moet worden geactiveerd vóór of na de ingebouwde elektrische bijverwarming. De regelaar van de warmtepomp stuurt ook een bijverwarmingsshunt aan die achter de externe bijverwarming is geplaatst. Voor systeemoplossing 3 selecteert u in het menu SERVICE\BIJVERWARM.\EXT. BIJVERWARMING: EXT. BIJVERWARMING = AAN VXV WARMWATER = EXT 30 Installatiehandleiding VMBMA1010

5.2.3.1 Voorbeeld systeemoplossing 3 Systeemoplossing voor DHP-H, DHP-H Opti, DHP-C, DHP-A, DHP-A Opti. Afbeelding 24. Voorbeeld systeemoplossing 3 Legenda 1 Warmtepomp 10 Aanvoerleiding 11 Retourleiding 12 Koud water 13 Warm water 36 Circulatiepomp 51 Aanvoerleidingsensor, uit warmtepomp verplaatst 72 Bijverwarmingsshunt 77 Driewegklep 80 Afsluitklep 83 Terugslagklep 85 Ontluchtingsklep 86 Veiligheidsklep expansie verwarmingssysteem 87 Veiligheidsklep koud water 9 bar 89 Vacuümklep 91 Vuilzeef 96 Flexibele slang 113 Expansie verwarmingssysteem 117 Externe bijverwarming 126 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) Installatiehandleiding VMBMA1010 31

5.2.3.2 Voorbeeld systeemoplossing 3 Systeemoplossing voor DHP-L, DHP-L Opti. Afbeelding 25. Voorbeeld systeemoplossing 3 Legenda 1 Warmtepomp 10 Aanvoerleiding 11 Retourleiding 12 Koud water 13 Warm water 18 Boiler 36 Circulatiepomp 51 Aanvoerleidingsensor, uit warmtepomp verplaatst 72 Bijverwarmingsshunt 77 Driewegklep 80 Afsluitklep 83 Terugslagklep 85 Ontluchtingsklep 86 Veiligheidsklep expansie verwarmingssysteem 87 Veiligheidsklep koud water 9 bar 89 Vacuümklep 91 Vuilzeef 96 Flexibele slang 113 Expansie verwarmingssysteem 117 Externe bijverwarming 126 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) 32 Installatiehandleiding VMBMA1010

5.2.3.3 Voorbeeld systeemoplossing 3 Systeemoplossing voor DHP-AL, DHP-AL Opti. Legenda 1 Warmtepomp 10 Aanvoerleiding 11 Retourleiding 12 Koud water 13 Warm water 17 Boiler (DHP-AL) 36 Circulatiepomp 51 Aanvoerleidingsensor, uit warmtepomp verplaatst 72 Bijverwarmingsshunt 77 Driewegklep 80 Afsluitklep 83 Terugslagklep Afbeelding 26. Voorbeeld systeemoplossing 3 85 Ontluchtingsklep 86 Veiligheidsklep expansie verwarmingssysteem 87 Veiligheidsklep koud water 9 bar 89 Vacuümklep 91 Vuilzeef 96 Flexibele slang 113 Expansie verwarmingssysteem 117 Externe bijverwarming 126 Veiligheidsklep voor temperatuur en druk (alleen op bepaalde modellen) 5.2.4 Sluit koud- en warmwaterleidingen aan 1. Sluit de koud- en warmwaterleidingen aan met alle noodzakelijke onderdelen volgens het aansluitschema voor het betreffende systeem. 5.2.5 Sluit aanvoer- en retourleidingen van verwarmingssysteem aan Voor informatie over de montage van flexibele slangen, zie Flexibele slangen. 1. Sluit de aanvoerleiding aan met een flexibele slangaansluiting en alle noodzakelijke onderdelen. 2. Sluit de retourleiding aan met een flexibele slangaansluiting en alle noodzakelijke onderdelen, inclusief vuilfilter. 3. Isoleer de aanvoer- en retourleidingen. 4. Sluit de ontluchtingsklep op de aansluiting (22 mm Cu) op de bovenkant van de warmtepomp aan. Installatiehandleiding VMBMA1010 33

5.3 Aansluiting brine 5.3.1 Aansluiting brine DHP-H, DHP-H Opti, DHP-H Opti Pro, DHP-L, DHP-L Opti, DHP-L Opti Pro 5 6 7 2 3 4 3 1 3 3 Afbeelding 27. Algemeen aansluitschema brineleidingen Legenda 1 Brine in 2 Brine uit 3 Afsluitklep (zit in bijvulkoppeling) 4 Vuilzeef 5 Veiligheidsklep (1,5 bar) 6 Ontluchtings- en expansievat 7 Afsluitklep 5.3.2 Aansluiting brine DHP-C 5 6 3 4 3 1 3 3 2 7 Afbeelding 28. Algemeen aansluitschema brineleidingen Legenda 1 Brine in 2 Brine uit 3 Afsluitklep (zit in bijvulkoppeling) 4 Vuilzeef 5 Veiligheidsklep (1,5 bar) 6 Ontluchtings- en expansievat 7 Afsluitklep 5.3.3 Aansluiting brine DHP-A, DHP-A Opti Als het buitengedeelte hoger wordt gemonteerd dan de warmtepomp, moet er een drukvat met veiligheidsklep worden aangesloten op de aansluiting voor ontluchting. 34 Installatiehandleiding VMBMA1010

Als het buitengedeelte even hoog of lager wordt gemonteerd dan de warmtepomp, kan het bijgeleverde kunststof vat worden gebruikt. Het bovenste deel van het buitengedeelte mag in dat geval niet hoger liggen dan het waterniveau in het vat. 5 8 5 6 7 2 3 4 3 1 3 3 Afbeelding 29. Algemeen aansluitschema brineleidingen Legenda 1 Brine in 2 Brine uit 3 Afsluitklep (zit in bijvulkoppeling) 4 Vuilzeef 5 Veiligheidsklep (1,5 bar) 6 Ontluchtings- en expansievat 7 Afsluitklep 8 Drukvat 5.3.3.1 Aansluiting brine Buitengedeelte DHP-A, DHP-A Opti 3 1 2 Legenda 1 Brine uit 2 Brine in 3 Flexibele slangen Algemeen aansluitschema, brinelei- Afbeelding 30. dingen 5.3.4 Aansluiting brine DHP-AL, DHP-AL Opti Als het buitengedeelte hoger wordt gemonteerd dan de warmtepomp, moet er een drukvat met veiligheidsklep worden aangesloten op de aansluiting voor ontluchting. Installatiehandleiding VMBMA1010 35

Als het buitengedeelte even hoog of lager wordt gemonteerd dan de warmtepomp, kan het bijgeleverde kunststof vat worden gebruikt. Het bovenste deel van het buitengedeelte mag in dat geval niet hoger liggen dan het waterniveau in het vat. 5 11 12 5 8 9 7 6 2 10 3 4 3 3 3 1 Afbeelding 31. Algemeen aansluitschema brineleidingen Legenda 1 Brine in 2 Brine uit 3 Afsluitklep (zit in bijvulkoppeling) 4 Vuilzeef (zit in bijvulkoppeling) 5 Veiligheidsklep (1,5 bar) 6 Ontluchtings- en expansievat 7 Afsluitklep 8 Drukvat 9 Buitengedeelte 10 Flexibele slangen 11 Ontluchtingsklep 12 Uit warmtepomp verplaatste aanvoerleidingsensor, brine 5.3.5 Gaten voor brineleidingen Voorzichtig! Zorg ervoor dat u de gaten voor de doorvoerleidingen zo aanbrengt dat er ruimte is voor de overige installaties. Voorzichtig! Voor de brineleidingen zijn aparte doorvoeren door de muur vereist. Als de doorvoeren in de muur onder het hoogste grondwaterpeil liggen, moeten waterdichte doorvoeren worden gebruikt. Het traject voor de brineleidingen moet helemaal worden geïsoleerd; vanaf de warmtepomp, door muren en langs de buitenkant van het huis tot aan de collector. Dit om condensvorming te voorkomen en om warmteverliezen te vermijden. Als de brineleidingen bovengronds moeten komen, maakt u gaten in de muren voor de brineleidingen. 36 Installatiehandleiding VMBMA1010

Als de brineleidingen ondergronds moeten komen, volgt u de instructie hieronder. Legenda 3 1 1 Doorvoerleiding 2 Brineleiding 3 Specie 4 Afdichtmiddel 2 3 1 4 Afbeelding 32. Gaten 1. Maak een gat in de muur voor de doorvoerleiding (1) voor de brineleidingen. Volg hierbij de maatschetsen en aansluitschema's. Als er gevaar bestaat voor binnendringend grondwater, moeten er speciale waterdichte doorvoeren worden gebruikt. 2. Plaats de doorvoerleidingen (1) in de gaten en laat ze omlaag hellen met minimaal 1 cm per 30 cm. Snijd ze schuin naar binnen af (zie afbeelding), zodat er geen regenwater in de leidingen kan dringen. 3. Breng de brineleidingen (2) aan door de doorvoerleidingen in de installatieruimte. 4. Werk de muur rond de leidingen af met specie (3). 5. Zorg ervoor dat de brineleidingen (2) in het midden van de doorvoerleidingen (1) zitten, zodat de warmteisolatie gelijk verdeeld wordt over alle zijden. 6. Dicht de doorvoerleidingen (1) af met een geschikt afdichtmiddel (schuimplastic) (4). 5.3.6 Monteer brineleidingen 1. Bepaal aan welke kant de brineleidingen aangesloten moeten worden. 2. Leid de leiding voor brine-in naar buiten door de bijbehorende opening (met rubbermanchet) in de zijkant van de warmtepomp. 3. Monteer alle noodzakelijke onderdelen op de leiding. Vergeet niet om de bijvulkoppeling te monteren met het deksel van het vuilfilter naar boven. 4. Leid de leiding voor brine-uit naar buiten door de bijbehorende opening (met rubbermanchet) in de zijkant van de warmtepomp. Voorzichtig! Als de aansluiting van de brineleidingen rechts van de DHP-A plaatsvindt, moet de uitgaande brineleiding over de brinepomp worden getrokken, onder de aanzuigleiding van de compressor en onder de flexibele slang van de compressor (zie onderstaande afbeelding). Installatiehandleiding VMBMA1010 37

Afbeelding 33. Aanvoerleiding brine 1. Monteer de uitgaande leiding met alle noodzakelijke onderdelen. 2. Monteer expansievat met veiligheidsklep. 3. Voorzie beide brineleidingen van diffusiedichte warmte-isolatie helemaal van de warmtepomp naar de doorvoer door de muur. De brineleidingen die buiten het huis naar de collector lopen, kunnen in de grond worden verwerkt, maar moeten wel goed geïsoleerd worden. Voorzichtig! Geldt voor DHP-A:Let op: als de vorst uit de grond gaat, kan het buitengedeelte bewegen. Gebruik flexibele slangen voor de aansluiting aan het uiteinde van de leidingen vanaf de warmtepomp en de leidingen van het buitengedeelte. 5.3.7 Aansluiting op buitengedeelte De aansluiting voor het brinecircuit van de warmtepomp naar het buitengedeelte kan plaatsvinden met een leiding of slang. Afhankelijk van de gekozen aansluiting en de diameter van de aansluiting geldt er een maximale lengte voor de aansluiting. De maximale lengtes in de tabel hieronder zijn gebaseerd op ethyleenglycol (door vermenging beveiligd tegen bevriezing tot -32±1 C) bij 0 C. Tabel 1. Maximale spoellengte tussen warmtepomp en buitengedeelte DHP-A, DHP-AL Pebd Berekende max. spoellengte tussen WP en buitengedeelte, in meters Grootte kpa Cu22 Øi = 20,0 Cu28 Øi = 25,6 PEM DN 25 Øi = 21,0 PEM DN 32 Øi = 28,0 6 30 34 (2 x 17) 133 (2 x 66,5) 48 (2 x 24) 173 (2 x 86,5) 8 63 21 (2 x 10,5) 98 (2 x 49) 30 (2 x 15) 150 (2 x 75) 10 50 11 * (2 x 5,5) 47 (2 x 23,5) 13 * (2 x 6,5) 78 (2 x 39) 12 43 5 * (2 x 2,5) 26 (2 x 13) 8 * (2 x 4) 44 (2 x 22) *) Niet aanbevolen, omdat mogelijk corrosie en geluidsproblemen kunnen ontstaan door hoge vloeistofsnelheid. 5.4 Geluidsinformatie 5.4.1 Flexibele slangen Voorzichtig! Gebruik de persverbinders nooit voor het tegenhouden bij het aandraaien van koppelingen. Alle leidingen moeten zo worden geplaatst dat trillingen van de warmtepomp niet kunnen worden doorgegeven in het gebouw via de leidingen. Dit geldt ook voor de expansieleiding. Om te voorkomen dat trillingen worden 38 Installatiehandleiding VMBMA1010

doorgegeven, wordt aangeraden om voor alle leidingaansluitingen flexibele slangen te gebruiken. Flexibele slangen zijn als accessoire te koop. In de onderstaande afbeeldingen worden juiste en onjuiste installaties met dit type slang getoond. Om geluidsoverlast door de ophanging van leidingen te voorkomen, gebruikt u met rubber beklede klemmen om te voorkomen dat trillingen worden doorgegeven. De montage mag echter niet te star zijn en de rubberen klem mag daarom niet te strak zitten. Monteer de flexibele slangen wrijvingsloos. Gebruik bij een schroefdraadverbinding een tegenhoud- Afbeelding 34. sleutel. Afbeelding 35. Pas de slanglengte aan bij bochten om afbuigen en uitrekken te vermijden. Afbeelding 36. Pas de slanglengte aan om afbuigen en uitrekken te vermijden en verschuif de uiteinden zo dat de slang geheel recht gemonteerd wordt. Afbeelding 37. voorkomen. Gebruik vaste leidingbochten om niet-toegestane belastingen van de bochten bij de aansluitingen te Installatiehandleiding VMBMA1010 39

6 Elektrische installatie GEVAAR! Elektrische spanning! De klemmenstroken staan onder spanning en kunnen levensgevaarlijk zijn vanwege het gevaar voor elektrische schokken. Alle stroomtoevoeren moeten worden onderbroken voordat met de elektrische installatie kan worden begonnen. De warmtepomp is in de fabriek intern aangesloten. Daarom bestaat de elektrische installatie hoofdzakelijk uit het aansluiten van de stroomtoevoer. Voorzichtig! De elektrische installatie mag alleen worden uitgevoerd door een erkende elektricien en moet voldoen aan de toepasselijke lokale en landelijke voorschriften. Voorzichtig! Bij de elektrische installatie mogen alleen permanent aangelegde kabels worden gebruikt. De stroomtoevoer moet kunnen worden geïsoleerd met een werkschakelaar (meerpolige schakelaar) met een minimale contactopening van 3 mm. (De maximale belasting voor extern aangesloten eenheden is 2 A.) 6.1 Elektrische onderdelen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Afbeelding 38. Plaatsing van de onderdelen op het elektrische paneel Legenda 1 Klemmenstrook (geldt voor uitbreidingskaart) 2 Klemmenstrook (geldt voor DHP-A) 3 Ontdooikaart (geldt voor DHP-A) 4 Klemmenstrook 5 Plaats voor Danfoss Online 6 Waarschuwingssticker 7 Plaats voor uitbreidingskaart 8 Motorbeveiliging voor compressor 9 Automatische zekeringen 10 Resetten van oververhittingsbeveiliging 11 Regelaar 12 Softstart-kaart 40 Installatiehandleiding VMBMA1010

6.2 Zekeringgrootte DHP-H, DHP-H Opti, DHP-H Opti Pro, DHP-L, DHP-L Opti, DHP-L Opti Pro 4 kw 6 kw 8 kw 10 kw 12 kw 16 kw 400V, 3-N A 16 8 /10 1 /10 2 /16 3 10 1 /16 2 /20 3 16 1 /16 2 /20 3 16 1 /16 2 /20 3 16 1 /20 2 /25 3 20 1 /20 2 /25 3 230V, 1-N A 20 1 /25 2 /32 3 25 1 /32 2 /40 3 25 1 /32 2 /40 3 32 1 /40 2 /50 3 32 1 /40 2 /50 3 - DHP-C 6 kw 8 kw 10 kw 4 H 5 H 7 H 400V, 3-N A 10 1 /16 2 /20 3 16 1 /16 2 /20 3 16 1 /16 2 /20 3 10 1 /16 2 /20 3 16 1 /16 2 /20 3 16 1 /16 2 /20 3 DHP-A, DHP-A Opti, DHP-AL, DHP-AL Opti 6 kw 8 kw 10 kw 12 kw 400V, 3-N A 10 1 /16 2 /20 3 /20 4 / 16 1 /16 2 /20 3 /20 4 / 16 1 /16 2 /20 3 /20 4 / 16 1 /20 2 /25 3 /25 4 / 25 5 /25 6 /30 7 25 5 /25 6 /30 7 25 5 /30 6 /35 7 25 5 /30 6 /35 7 230V, 1-N A 25 1 /32 2 /40 3 25 1 /32 2 /40 3 32 1 /40 2 /50 3 32 1 /40 2 /50 3 1. Warmtepomp met 3 kw elektrisch verwarmingselement (1-N 1,5 kw) 2. Warmtepomp met 6 kw elektrisch verwarmingselement (1-N 3 kw) 3. Warmtepomp met 9 kw elektrisch verwarmingselement (1-N 4,5 kw) 4. Warmtepomp met 12 kw elektrisch verwarmingselement en uitgeschakelde compressor 5. Warmtepomp met 15 kw elektrisch verwarmingselement en uitgeschakelde compressor 6. Warmtepomp met 12 kw elektrisch verwarmingselement 7. Warmtepomp met 15 kw elektrisch verwarmingselement 8. Zekering fase L1 (grootte 4 heeft eenfasige compressor) 6.3 Sluit de voeding aan GEVAAR! Elektrische spanning! De voedingskabel mag alleen worden aangesloten op de daarvoor bedoelde klemmenstrook. Gebruik geen andere klemmenstroken! 1. Trek de voedingskabel door de opening in de bovenplaat van de warmtepomp naar de klemmenstroken. 2. Sluit de voedingskabel zoals hieronder beschreven aan. Installatiehandleiding VMBMA1010 41